Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Cuijk

Verordening Wet Kinderopvang gemeente Cuijk 2009

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieCuijk
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening Wet Kinderopvang gemeente Cuijk 2009
CiteertitelVerordening Wet Kinderopvang gemeente Cuijk 2009
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerpwelzijn

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Wet kinderopvang,

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

31-12-200901-01-2013Nieuwe Regeling

14-12-2009

Cuijks Weekblad, 30-12-2009

-1.844.1 / 46827

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening Wet Kinderopvang gemeente Cuijk 2009

De Raad van de gemeente Cuijk;

 

Gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders d.d. 10 november 2009;

 

Gezien het advies van de Commissie Burger van 24 november 2009;

gelet op artikelen 25 van de Wet kinderopvang en artikel 149 van de

Gemeentewet;

 

Overwegende dat het noodzakelijk is de verlening, de voorschotverlening en de vaststelling van de tegemoetkoming van de gemeente in de kosten van

kinderopvang bij verordening te regelen;

 

B e s l u i t :

 

Vast te stellen de:

Verordening Wet Kinderopvang gemeente Cuijk 2009

 

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsbepaling

  • In deze verordening wordt verstaan onder:

  • 1

    college: het college van burgemeester en wethouders;

  • 2

    de wet: de Wet kinderopvang;

     

     

     

Hoofdstuk 2 Vaststelling noodzaak van kinderopvang op grond van sociaal-medische indicatie.

Artikel 2 Te verstrekken gegevens

  • 1

    Een aanvraag tot vaststelling van de noodzaak van kinderopvang op grond van een sociaal- medische indicatie als bedoeld in artikel 23 van de wet bevat in ieder geval de volgende gegevens:

    A. naam en adres van de ouder;

    B. indien van toepassing: naam en adres van de partner en, indien dit een ander adres is dan het adres van de ouder: het adres van de partner;

    C. naam en geboortedatum van het kind of de kinderen waarop de aanvraag betrekking heeft;

    D. overige gegevens die het college nodig acht om te kunnen besluiten over de aanvraag van de toekenning.

  • 2

    Het college kan bepalen dat de aanvraag geschiedt met behulp van een door het college vastgesteld en beschikbaar gesteld formulier.

  • 3

    Indien de ouder een partner heeft, wordt de aanvraag mede ondertekend door de partner.

Artikel 3 Beslistermijn

  • 1

    Het college besluit over de aanvraag binnen acht weken na ontvangst van alle benodigde gegevens.

  • 2

    Het college kan dit besluit met ten hoogste vier weken verdagen. Het college stelt de ouder hiervan schriftelijk in kennis.

Artikel 4 Inhoud van de beschikking

Het besluit tot vaststelling van de noodzaak van kinderopvang op grond van een sociaal-medische indicatie bevat in ieder geval:- de geldigheidsduur van de indicatie;- de omvang van de kinderopvang die noodzakelijk wordt geacht.

Artikel 5 Weigeringsgronden

  • Het college weigert de noodzaak van kinderopvang op grond van een sociaal-medische indicatie vast te stellen indien:

  • a

    de ouder en de partner reeds een tegemoetkoming in de kosten van kinderopvang ontvangt of kan ontvangen; of

  • b

    de ouder of de partner niet behoort tot de personen als bedoeld in artikel 6, eerste lid, onderdeel k of l van de wet.

     

     

Hoofdstuk 3 Aanvraag van de tegemoetkoming

Artikel 6 Te verstrekken gegevens bij de aanvraag

  • Een aanvraag voor een tegemoetkoming in de kosten van kinderopvang bevat:

  • a

    naam, adres en burgerservice nummer van de ouder;

  • b

    indien van toepassing: naam, en burgerservice nummer van de partner en, indien dit een ander adres is dan het adres van de ouder: het adres van de partner;

  • c

    naam, geboortedatum en burgerservice nummer van het kind of de kinderen waarop de aangevraagde tegemoetkoming betrekking heeft;

  • d

    een offerte of contract van het kindercentrum of gastouderbureau dat de kinderopvang gaat verzorgen waarin in ieder geval wordt aangegeven: het aantal uren kinderopvang per kind, de postprijs per uur en de aanvangsdatum van de opvang;

  • e

    gegevens of een verwijzing naar gegevens waaruit blijkt dat de ouder behoort tot de groep personen als bedoeld in artikel 22 van de wet;

  • f

    overige gegevens die het college nodig acht om te kunnen besluiten over de aanvraag van de tegemoetkoming.

  • 8

    Het college kan bepalen dat de aanvraag geschiedt met behulp van een door het college vastgesteld en beschikbaar gesteld aanvraagformulier; Indien de ouder een partner heeft, wordt de aanvraag mede ondertekend door de partner.

     

     

     

Hoofdstuk 4 Verlening van de tegemoetkoming

Artikel 7 Het besluit tot verlenen van de tegemoetkoming

  • 1

    Het college besluit over de aanvraag binnen vier weken na ontvangst van alle benodigde gegevens.

  • 2

    Het college kan dit besluit met ten hoogste vier weken verdagen. Het stelt de ouder hiervan schriftelijk in kennis.

Artikel 8 Weigeringsgrond

Het college weigert de tegemoetkoming indien de ouder niet behoort tot de personen als bedoeld in artikel 22 van de wet.

Artikel 9 Ingangsdatum van de tegemoetkoming

  • 1

    De tegemoetkoming wordt verleend met ingang van de datum waarop de aanvraag voor de tegemoetkoming door het college in ontvangst is genomen.

  • 2

    Als op deze datum nog geen kinderopvang plaatsvindt, wordt de tegemoetkoming verleend met ingang van de datum waarop de kinderopvang zal plaatsvinden.

Artikel 10 De periode waarvoor de tegemoetkoming wordt verleend

  • 1

    De tegemoetkoming wordt verleend voor de periode van een tegemoetkomingsjaar.

  • 2

    In afwijking van het eerste lid kan het college de tegemoetkoming voor een andere periode verlenen.

Artikel 11 Omvang van de kinderopvang

  • 1

    Het college verleent de tegemoetkoming voor het aantal uren kinderopvang dat door de ouder is aangevraagd.

  • 2

    In afwijking van het eerste lid verleent het college bij een ouder als bedoeld in artikel 24, eerste lid, onderdeel a, of tweede lid, onderdeel a, van de wet de tegemoetkoming voor het aantal uren kinderopvang dat naar zijn oordeel redelijkerwijs noodzakelijk is voor de combinatie van arbeid en zorg.

Artikel 13 De bevoorschotting van de tegemoetkoming

  • 1

    De tegemoetkoming wordt in de vorm van een voorschot in maandelijkse termijnen uitbetaald.

  • 2

    Het college kan nadere voorschriften stellen over de wijze van bevoorschotting.

     

     

     

Hoofdstuk 5 Vaststelling van de tegemoetkoming

Artikel 14 Het besluit tot vaststelling van de tegemoetkoming

  • 1

    De ouder verstrekt binnen vier weken na afloop van de periode waarvoor de tegemoetkoming is verleend aan het college een overzicht van de feitelijke kosten van kinderopvang over deze periode.

  • 2

    Het college stelt de tegemoetkoming binnen acht weken na ontvangst van het overzicht van de kosten vast.

Artikel 15 Verrekening met de voorschotten

De tegemoetkoming wordt overeenkomstig de vaststelling binnen vier weken betaald, onder verrekening van de betaalde voorschotten.

 

 

 

Hoofdstuk 6 Verplichtingen van de ouder

Artikel 16 Inlichtingenplicht

  • 1

    De ouder of de partner doet het college onmiddellijk na het bekend worden daarvan uit eigen beweging schriftelijk mededeling van inlichtingen en gegevens die kunnen leiden tot de vaststelling van een lagere tegemoetkoming.

  • 2

    De ouder of partner verstrekt desgevraagd aan het college, binnen een door het college te stellen redelijke termijn, alle gegevens en inlichtingen van hem en zijn partner die voor de aanspraak op en de hoogte van de tegemoekoming van de gemeente van belang zijn.

     

     

     

Hoofdstuk 7 Slotbepalingen

Artikel 17 Beleidsregels

Het college kan beleidsregels formuleren waarin nadere invulling gegeven wordt aan het bepaalde in deze verordening.

Artikel 18 Afwijken van bepalingen; hardheidsclausule

Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de ouder afwijken van de bepalingen in deze verordening, als toepassing van de verordening tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.

Artikel 19 Gevallen waarin deze verordening niet voorziet

In gevallen, de uitvoering van deze verordening betreffende, waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college.

Artikel 20 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de eerste dag na de bekendmaking.Met de inwerkingtreding van deze verordening wordt de Verordening kinderopvang gemeente Cuijk 2004 zoals vastgesteld op 25 oktober 2004 ingetrokken.

Artikel 21 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening Wet kinderopvang gemeente Cuijk 2009.

 

 

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van de gemeente Cuijk van 14 december 2009.

De griffier, De voorzitter,