Beleidsregel inzake planschadeovereenkomsten gemeente Grave

Als ten behoeve van een bouwplan, een project of een ander verzoek door middel van een besluit wordt afgeweken van de bouw- of gebruiksbepalingen van een bestemmingsplan, kan door derden schade ontstaan die redelijkerwijs niet voor rekening van die derden behoort te blijven. Burgemeester en wethouders kennen in dergelijke gevallen op verzoek een tegemoetkoming in deze “planschade” toe (artikel 6.1, lid 1 Wet ruimtelijke ordening).Als het besluit om af te wijken van het bestemmingsplan genomen wordt naar aanleiding van een verzoek, kunnen burgemeester en wethouders met de verzoeker overeenkomen dat die schade geheel of gedeeltelijk voor zijn rekening komt. Er wordt dan met de verzoeker een planschadeovereenkomst afgesloten.Voor plannen met planologische impact (bouwplannen als bedoeld in artikel 6.12, lid 1 Wro) is het op de aanvrager afwentelen van eventuele planschade verplicht. Er moet in dergelijke gevallen een exploitatieplan worden vastgesteld of een overeenkomst worden afgesloten waarin dit gebeurt.Ondergeschikte afwijkingen van het bestemmingsplan (planologische kruimelgevallen) leiden doorgaans niet tot planschade. Temeer omdat in de Wro is bepaald dat “binnen het normaal maatschappelijk risico vallende schade” voor rekening blijft van degene die schade leidt. Binnen het normaal maatschappelijk risico valt een gedeelte gelijk aan 2 % van de waarde van de onroerende zaak onmiddellijk voor het ontstaan van de schade. In die gevallen is het afsluiten van een planschadeovereenkomst niet noodzakelijk. In het belang van transparante besluitvorming en rechtsgelijkheid is het wenselijk in beleidsregels vast te leggen wanneer het afsluiten van een planschadeovereenkomst achterwege kan blijven. Met ingang van 1 oktober 2010 is de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) van kracht. Een aantal van de planologische maatregelen die tot planschade kan leiden is vanuit de Wro naar de Wabo overgeheveld.

In het onderstaande wordt per afwijking van het bestemmingsplan aangegeven of al dan niet een planschadeovereenkomst wordt gesloten.

Omgevingvergunning met toepassing van artikel 2.12, lid 1 onder a, onder 10 van de Wabo (binnenplanse afwijking)Dit zijn afwijkingen die in het bestemmingsplan al zijn opgenomen. Het gaat hier om ondergeschikte afwijkingen. Bij toepassing van een binnenplanse afwijking wordt geen planschadeovereenkomst gesloten.

Omgevingsvergunning met toepassing van artikel 2.12, lid 1 onder a, onder 20 van de Wabo (buitenplanse afwijking)• Bijbehorende bouwwerken binnen de bebouwde kom Als de afwijking binnen de beleidsregel voor planologische kruimelgevallen past wordt geen planschadeovereenkomst afgesloten. In andere gevallen wordt de afweging gemaakt of er reden is een planschadeovereenkomst af te sluiten.• Bijbehorende bouwwerken buiten de bebouwde komAls de afwijking binnen de beleidsregel voor planologische kruimelgevallen past wordt geen planschadeovereenkomst afgesloten. In andere gevallen wordt de afweging gemaakt of er reden is een planschadeovereenkomst af te sluiten.• Gebouw t.b.v. infrastructurele of openbare voorzieningPer situatie wordt de afweging gemaakt of er reden is een planschadeovereenkomst af te sluiten.• Een bouwwerk geen gebouw zijndePer situatie wordt de afweging gemaakt of er reden is een planschadeovereenkomst af te sluiten.• Een dakkapel/dakopbouwAls de afwijking binnen de beleidsregel voor planologische kruimelgevallen past wordt geen planschadeovereenkomst afgesloten. In andere gevallen wordt de afweging gemaakt of er reden is een planschadeovereenkomst af te sluiten.• Een antenne-installatieEr dient een planschadeovereenkomst af gesloten te worden.• Installatie voor warmtekrachtkoppeling:Per situatie wordt de afweging gemaakt of er reden is een planschadeovereenkomst af te sluiten.• Installatie ter productie van duurzame energiePer situatie wordt de afweging gemaakt of er reden is een planschadeovereenkomst af te sluiten.• Gebruik van gronden of bouwwerken t.b.v. evenementenPer situatie wordt de afweging gemaakt of er reden is een planschadeovereenkomst af te sluiten.• Gebruiken van bouwwerken, al dan niet in samenhang met inpandige BouwactiviteitenAls de afwijking binnen de beleidsregel voor planologische kruimelgevallen past wordt geen planschadeovereenkomst afgesloten. In andere gevallen wordt de afweging gemaakt of er reden is een planschadeovereenkomst af te sluiten.• Gebruik van recreatiewoning voor bewoning:Per situatie wordt de afweging gemaakt of er reden is een planschadeovereenkomst af te sluiten.

Omgevingsvergunning met toepassing van artikel 2.12, lid 1, onder a, onder 30van de Wabo (voorheen projectbesluit)Indien er sprake is van een bouwplan als bedoeld in artikel 6.12 Wro is het afwentelen van de planschade verplicht. Dit gebeurt door het vaststellen van een exploitatieplan of door het afsluiten van een zogenaamde anterieure overeenkomst. De afwenteling van eventuele planschade maakt hier onderdeel van uit. Indien het om een ondergeschikte afwijking gaat die echter niet binnen het werkingsgebied van artikel 2.12, lid 1. onder a, onder 10 respectievelijk 20 van de Wabo vallen, kan overwogen worden af te zien van het sluiten van een planschadeovereenkomst.

Omgevingsvergunning met toepassing van artikel 2.12, lid 2 van de Wabo (tijdelijke afwijking)Bij een omgevingsvergunning t.b.v. het plaatsen van een tijdelijke woonunits/stacaravans (welke worden geplaatst omdat de woning nog moet worden opgericht of ingrijpend wordt verbouwd) wordt geen planschadeovereenkomst afgesloten. Voor alle overige zaken zal per situatie wordt de afweging gemaakt of er reden is een planschadeovereenkomst af te sluiten.

Herziening van een bestemmingsplan (artikel 3.1 Wro)Indien de herziening van een bestemmingsplan een bouwplan mogelijk maakt als bedoeld in artikel 6.12 Wro, is afwenteling van de planschade verplicht. Dit gebeurt door het vaststellen van een exploitatieplan of door het afsluiten van een zogenaamde anterieure overeenkomst. De afwenteling van eventuele planschade maakt hier onderdeel van uit. Als het bestemmingsplan niet voorziet in het mogelijk maken van een bouwplan als bedoeld in artikel 6.12 Wro (maar bijvoorbeeld in de wijziging van het gebruik o.i.d.) zal per geval de afweging worden gemaakt of er reden is een planschadeovereenkomst af te sluiten.

Overige planologische maatregelen waaruit planschade kan voortvloeienIn gevallen waarin deze beleidsregels niet expliciet voorzien, zal per geval een afweging worden gemaakt of er reden is een planschadeovereenkomst af te sluiten.

Inwerkingtreding Deze beleidsregel treedt in werking daags na bekendmaking in de Graafsche Courant.

CiteertitelDeze beleidsregel wordt aangehaald als ‘Beleidsregel inzake planschadeovereenkomsten’.