Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Cuijk

Verordening Marktgelden Cuijk 2001

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieCuijk
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening Marktgelden Cuijk 2001
CiteertitelVerordening Marktgelden Cuijk 2001
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerpbelastingen

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet (Gw), art. 229, lid 1

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

15-12-201019-12-2012nieuwe regeling

13-12-2010

Belastingverordeningen c.a. gemeente Cuijk 14-12-2010, Cuijks Weekblad, 21-12-2010

-1.714 / -17292

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening Marktgelden Cuijk 2001

De raad van de gemeente Cuijk;

 

Gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 26 oktober 2010;

 

Gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdeel a en b, van de Gemeentewet;

 

B e s l u i t :

 

Vast te stellen de:

Verordening tot 10e wijziging van de "Verordening Marktgelden Cuijk 2001" 

 

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

  • 1

    Deze verordening verstaat onder:

    Marktterrein: de gehele oppervlakte openbare of voor het publiek toegankelijke grond, welke bij besluit door het college voor het publiek uitoefenen van de markthandel is of wordt aangewezen;

     

    Standplaats: de op of voor de duur van de een markt door het college aangewezen ruimte voor het uitoefenen van de markthandel;

     

    Vaste plaats: een standplaats die tot wederopzegging ter beschikking wordt gesteld aan de vergunninghouder;

     

    Dagplaats: een standplaats die per marktdag beschikbaar wordt gesteld aan de vergunninghouder; standwerkersplaats een dagplaats bestemd voor het uitoefenen van de handel op een wijze als bij standwerken geboden is;

     

    Meter: een strekkende meter frontbreedte van standplaatsen met kramen, tenten, tafels, verkoopwagens en dergelijke inrichtingen, bestemd tot het uitstellen, aanbieden, of verkopen van waren. 

Artikel 2 Belastbaar feit

  • 1

    Onder de naam ‘Marktgelden’ worden rechten geheven voor het tijdens marktdagen innemen van een standplaats of een standwerkersplaats op het voor het hou-den van de wekelijkse markt aangewezen marktterrein.

Artikel 3 Belastingplicht

  • 1

    Belastingplichtig is degene aan wie een standplaats of een standwerkersplaats als bedoeld in het vorige artikel is toegewezen.

Artikel 4 Maatstaf van heffing

  • 1

    De marktgelden voor een standplaats worden geheven naar het aantal strekkende meters frontbreedte.

  • 2

    Bij de berekening van de marktgelden wordt een gedeelte van een strekkende meter frontbreedte voor een gehele meter gerekend.

  • 3

    De marktgelden voor een standwerkersplaats worden per dagplaats berekend.

Artikel 5 Tarieven

  • 1

     

     

    De marktgelden bedragen:

    Tarief 2009

    Tarief 2010

    1. voor een standplaats op een vaste plaats per dagof per gedeelte daarvan per strekkende meterfrontbreedte per kalenderjaar  

    € 55,80

    € 61,40

    2. voor een standplaats op een dagplaats per dagof per gedeelte daarvan per strekkende 

    € 1,80

    € 2,00

    3. meter frontbreedte voor een standwerkerplaats 

    € 10,15

    € 11,20

     

Artikel 6 Wijze van heffing

  • 1

    De marktgelden worden geheven bij wege van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een nota of andere schriftuur.

Artikel 7 Termijnen van betaling

  • 1

    De marktgelden als bedoeld in artikel 5, lid 1 moeten worden voldaan door middel van de afgifte van een doorlopende machtiging voor automatische betalingsincasso van de betaalrekening van de belastingschuldige, waarbij het verschuldigde bedrag wordt afgeschreven in zoveel gelijke termijnen als er in het kalenderjaar nog volle kalenderkwartalen resteren, waarvan de eerste termijn vervalt op de laatste dag van het kwartaal die in de dagtekening van de kennisgeving is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens een kwartaal later.

  • 2

    De marktgelden als bedoeld in artikel 5, lid 2 en 3 moeten worden voldaan door middel van de afgifte van een eenmalige machtiging van automatische betalingsincasso van de betaalrekening van de belastingschuldige, waarbij het verschuldigde bedrag wordt afgeschreven binnen 30 dagen na de dagtekening van de kennisgeving.

  • 3

    In afwijking in zoverre van het in de vorige leden bepaalde moet, indien het verschuldige bedrag niet van de betaalrekening van de belastingschulidge kan worden afgeschreven, het verschuldigde bedrag worden betaald binnen 30 dagen na de dagtekening van de kennisgeving.

Artikel 8 Belastingjaar

  • 1

    Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 9 Aanvang belastingplicht in de loop van het belastingjaar

  • 1

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, wordt de heffing, bedoeld in artikel 5, eerste lid, geheven over zoveel twaalfde gedeelten als na de aanvang van de belastingplicht nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 2

    In afwijking in zoverre van het in het vorige lid bepaalde wordt, indien een standplaats wordt ingenomen in de eerste 2 weken van de kalendermaand, deze maand voor de bepaling van de belastingplicht als een volle maand aangemerkt.

Artikel 10 Ontheffing bij beëindiging belastingplicht in de loop van het belastingjaar

  • 1

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, wordt ontheffing verleend over zoveel vierde gedeelten van de ingevolge artikel 5 berekende bedragen als na het tijdstip van de beëindiging van de belastingplicht nog volle kalenderkwartalen overblijven.

Artikel 11 Kwijtschelding

  • 1

    Bij de invordering van de marktgelden wordt geen kwijtschelding verleend.12

Artikel 12 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

  • 1

    Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de marktgelden.

Artikel 13 Inwerkingtreding, overgangsbepaling en citeertitel

  • 1

    De “Marktgeldenverordening Cuijk 1973” vastgesteld bij raadsbesluit van 17 december 1973, goedgekeurd bij Koninklijk Besluit van 2 februari 1974, sedertdien gewijzigd, geldend verklaard bij raadsbesluit van 21 december 1995, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 3

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2011.

     

Aldus besloten door de raad van de gemeente Cuijk in zijn openbare vergadering van 13 december 2010.

De raad voornoemd,

 

 

 

 

A. Knevel                                  P. Mengdeplv. griffier                                voorzitter