Organisatie | Cuijk |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening inzake de wijze waarop ingezetenen en belanghebbenden bij de voorbereiding van gemeentelijk beleid worden betrokken / Inspraakverordening Cuijk 2005 |
Citeertitel | Inspraakverordening Cuijk 2005 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | Middelen en Ondersteuning / Bestuurlijk Juridische Zaken |
Verordening vastgesteld door raad in vergadering van 12 december 2005. Publicatie in CW 21 december 2005. Datum inwerkingtreding 29 december 2005.
Eerste wijziging vastgesteld door de raad op 17 november 2008. Publicatie in CW 1 april 2009. Datum inwerkingtreding 2 april 2009.
Algemene wet bestuursrecht (Awb) / Gemeentewet (Gw), art. 150 / Wet op de Ruimtelijke Ordening (Wro)
geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
04-05-2011 | Nieuwe regeling | 18-04-2011 | -2.07.72 / -34518 |
De raad van de gemeente Cuijk;
gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 11 maart 2011
gelet op artikel 150 van de Gemeentewet, de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, Wet ruimtelijke ordening:
Vast te stellen de navolgende "Verordening tot 2e wijziging van de Verordening inzake de wijze waarop ingezetenen en belanghebbenden bij de voorbereiding van gemeentelijk beleid worden betrokken / Inspraakverordening Cuijk 2005"
Artikel 2 Onderwerp van Inspraak
Geen inspraak wordt verleend:a. ten aanzien van ondergeschikte herzieningen van een eerder vastgesteld beleidsvoornemen;b. indien bij of krachtens wettelijk voorschrift afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is, met uitzondering van ruimtelijke plannen als bedoeld in artikel 2.1, en 3.1 van de Wet ruimtelijke ordening (structuurvisie en bestemmingsplan); c. indien zulks bij of krachtens wettelijk voorschrift is uitgesloten;d. indien sprake is van uitvoering van hogere regelgeving waarbij het bestuursorgaan geen of nauwelijks beleidsvrijheid heeft;e. inzake de begroting, de tarieven voor gemeentelijke dienstverlening en belastingen als bedoeld in hoofdstuk XV van de Gemeentewet; f. indien de uitvoering van een beleidsvoornemen dermate spoedeisend is dat inspraak niet kan worden afgewacht;g. indien het belang van inspraak niet opweegt tegen het belang van de verantwoordelijkheid van de gemeente voor kwetsbare groepen in de samenleving.
Het eindverslag bevat in elk geval:a. een overzicht van de gevolgde inspraakprocedure;b. een weergave van de zienswijzen die tijdens de inspraak mondeling of schriftelijk naar voren zijn gebracht;c. een reactie op deze zienswijzen, waarbij met redenen omkleed wordt aangegeven op welke punten al dan niet tot aanpassing van het beleidsvoornemen wordt overgegaan.