Overheidsorganisatie | Gemeente Cuijk |
---|---|
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en invordering van liggeld voor woonschepen 1996 |
Citeertitel | Verordening Liggeld woonschepen Cuijk 1996 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | belastingen |
geen
Gemeentewet, art. 229, lid 1 en Wet op woonwagens en woonschepen.
geen
Datum inwerking- treding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerking- treding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
17-12-2009 | 19-12-2012 | nieuwe regeling | 14-12-2009 Belasingverordeningen c.a. gemeente Cuijk 16-12-2009, Cuijks Weekblad, 23-12-2009 | -1.754.213 / -3694 |
De raad van de gemeente Cuijk;
gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 13 oktober 2009;
gelet op het bepaalde in artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdeel a, van de Gemeentewet en de Wet op woonwagens en woonschepen;
b e s l u i t:
vast te stellen de:
"Verordening tot 7e wijziging van de Verordening op de heffing en invordering van liggeld voor woonschepen 1996".
1 Onder de naam liggeld voor woonschepen wordt een recht geheven voor het hebben van een ligplaats met een woonschip binnen de daartoe aangegeven gedeelten van het gebied "De Kraaijenbergse Plassen", zoals dat op de bij deze verordening behorende en gewaarmerkte tekening in rood en geel is aangegeven.
1 Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
a woonschip: een schip, uitsluitend of hoofdzakelijk als woning gebezigd of daartoe bestemd;
b ligplaats: een gemarkeerd gedeelte van het in artikel 1 bedoelde gebied
1 Belastingplichtig is de gebruiker van het woonschip;
2 Voor de toepassing van het eerste lid wordt als gebruiker aangemerkt degene die naar de omstandigheden beoordeeld al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht gebruikt.
1 Het recht wordt slechts geheven indien het verblijf binnen de gemeente met een woonschip een termijn van veertien al dan niet achtereenvolgende dagen binnen hetzelfde kalenderjaar te boven gaat.
1 Het recht wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in een bij deze verordening behorende tarieventabel.
1 Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar
1 Het recht wordt geheven door middel van een kennisgeving, in de vorm van een gedagtekende nota.
1 Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, is het recht verschuldigd over zoveel tweeënvijftigste gedeelten van het voor dat jaar verschuldigde recht, als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalenderweken overblijven.
2 Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel tweeënvijftigste gedeelten van het voor dat jaar verschuldigde recht, als er in dat jaar, na einde van de belastingplicht, nog volle kalenderweken overblijven.
1 Het liggeld moet worden voldaan binnen twee maanden na de dagtekening van de in artikel 7 bedoelde kennisgeving.
1 Bij de invordering van het liggeld wordt geen kwijtschelding verleend.
1 Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd tot het verlenen van schriftelijke toestemming tot het verdagen van de uitspraak op het bezwaarschrift voor ten hoogste een jaar.
2 Het college van burgemeester en wethouders kan een of meer gemeenteambtenaren aanwijzen die in hun plaats treden met betrekking tot de uitvoering van enige wettelijke bepaling betreffende de heffing en de invordering van liggeld voor woonschepen.
1 De verplichtingen bedoeld in de artikelen 47, 49 en 50 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen (Stb. 1959, 301) en in de artikelen 58 en 60 van de Invorderingswet 1990, dan wel bedoeld of van toepassing verklaard in de algemene maatregel van bestuur krachtens artikel 246a van de Gemeen-tewet, gelden mede jegens de door het college van burgemeester en wethouders aangewezen amb-tenaren van de gemeentelijke belastingen.
1 Ingeval op de voet van artikel 25 van de Invorderingswet 1990 uitstel van betaling is verleend, wordt geen invorderingsrente in rekening gebracht indien deze voor alle op één aanslagbiljet vermelde aan-slagen gerekend over de volledige looptijd van het genoten uitstel in totaal een bedrag van f. 50,-- niet te boven gaat.
1 Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.
2 De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2010.
3 Met dien verstande dat zij van toepassing blijven op de belastbare feiten die zich voor 1 januari 1996 hebben voorgedaan, vervallen met ingang van die datum de navolgende verordeningen:a. “Liggeldverordening Woonschepen Beers" vastgesteld doorde gemeenteraad van Beers op 13 december 1990, goedgekeurd bij Koninklijk Besluit van 2 april 1991, nr. 91.003105, sedertdien gewijzigd;b. "Liggeldverordening Woonschepen" vastgesteld door de gemeenteraad van Cuijk en St. Agatha op 6 april 1981, goedgekeurd bij Koninklijk Besluit van 29 mei 1981, nr. 8, sedertdien gewijzigd;
4 Deze verordening kan worden aangehaald als de "Verordening tot 7e wijziging van de Verordening op de heffing en invordering van liggeld voor woonschepen 1996".
Aldus besloten door de raad van de gemeente Cuijk in zijn openbare vergadering van 14 december 2009.
De raad voornoemd,
C.G.W.M. Selman L.M. Schootsgriffier voorzitter