Organisatie | Roosendaal |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Besluit werkgeverssubsidies 2007 |
Citeertitel | Besluit werkgeverssubsidies 2007 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Geen.
1.geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
15-12-2008 | 10-10-2006 | 18-04-2011 | nieuwe regeling | 10-10-2006 Gemeenteblad 2008/71 | SZ/06-15506 |
Uitvoeringsbesluit Werkgeverssubsidies
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
In dit besluit wordt verstaan onder:
Uitzendovereenkomst: een arbeidsovereenkomst waarbij de werknemer door de werkgever, in het kader van de uitoefening van het beroep of bedrijf van de werkgever ter beschikking wordt gesteld van een derde om krachtens een door deze aan de werkgever verstrekte opdracht arbeid te verrichten onder toezicht en leiding van een derde (artikel 7:690 BW).
Bespaarde uitkeringslast: de hoogte van dit bedrag wordt bepaald aan de hand van de uitkeringskosten inclusief de sociale lasten die de gemeente gedurende de looptijd normaliter zou moeten betalen. Indien er geen afgebakende periode van besparing is aan te wijzen wordt de te berekenen periode bepaald op maximaal 18 maanden.
Met de periode van werkloosheid wordt gelijk gesteld; a. periode van detentie; b. periode van geheel of gedeeltelijk WWB uitkering; c. periode van volledig zorgdragen voor de opvang van de kinderen; d. werk in loondienst voorzover dat per kalenderjaar niet langer heeft geduurd dan 50 dagen of 400 uur.
Hoofdstuk 2 Werkgeverssubsidies
De projectsubsidie dient te worden aangevraagd minimaal 1 maand voor aanvang van het dienstverband en dient de volgende zaken over te leggen:
Een projectplan waaruit minimaal is op te maken: de inhoud van het project; de hoogte van de aangevraagde subsidie; het aantal uitkeringsgerechtigden dat een dienstverband aan wordt geboden; de duur van en het aantal werkzame uren binnen het dienstverband; en de wijze waarop de kosten zijn opgebouwd;
Artikel 8 Uitzend- en detacheringsovereenkomst
Indien de werkgever besluit om de werknemer niet zelf in dienst te nemen, maar via een uitzend- of detacheringsovereenkomst bij zijn bedrijf werkzaam te laten zijn, wordt de loonkostensubsidie conform bedoeld in artikel 3 verrekend met de prijs zoals die door het uitzendbureau dan wel detacheringsbedrijf bij de werkgever in rekening wordt gebracht
Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de belanghebbenden afwijken van de bepalingen in deze uitvoeringsregels, indien toepassing van de regels tot onbillijkheden van overwegende aard leiden dan wel dat de werkgever met meer dan 25 uitkeringsgerechtigden een dienstverband aan wil gaan.
Aldus vastgesteld in de vergadering van het College van Burgemeester en Wethouders van 10 oktober 2006.
TOELICHTING OP HET UITVOERINGSBESLUIT
Op basis van de reïntegratieverordening heeft het college de bevoegdheid om subsidies aan werkgevers te verstrekken met als doel de concurrentiepositie van werkzoekende bijstandsgerechtigden t.o.v. andere werkzoekenden te bevorderen.
De subsidies maken onderdeel uit van een totaalpakket waarin ook zijn opgenomen de werkgeversverzekering en vergoeding van de begeleiding van de werknemer. Hiermee ontstaat de mogelijkheid om met werkgevers arrangementen af te sluiten.
Met in achtneming van de reïntegratieverordening, de bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht en de Europese richtlijnen voor staatsteun heeft het college gekozen voor een viertal subsidies, te weten de garantiesubsidie, de loonkostensubsidie, de scholingssubsidie, subsidie voor additionele kosten en een projectsubsidie. Daarnaast kan, in geval van grotere projecten, het college besluiten om aparte afspraken te maken.
Het uitvoeringsbesluit is een generieke subsidieregeling die in zijn uitwerking non-discriminatoir is voor alle ondernemingen, in alle sectoren van de economie in heel Nederland. Er is geen sprake van met staatsmiddelen bekostigd voordeel voor bepaalde ondernemingen waardoor de mededinging wordt vervalst en het interstatelijke handelsverkeer ongunstig wordt beïnvloed. Verder wordt gehandeld conform de bepalingen in de Bijlage bij verzamelbrief 7 april 2004 waardoor deze subsidieregeling niet hoeft te worden gemeld bij de Europese Unie.
Voor wat betreft de inzet van het soort subsidie is een onderscheid gemaakt op basis van de afstand tot de arbeidsmarkt, gemeten in een periode van werkloosheid. Hoe langer de werkeloosheidsperiode hoe hoger de investering voor de werkgever en dus hoe langer de werkgeverssubsidie.
Nieuw is dat ook bij in dienst name op basis van een detachering- of uitzendconstructie de werkgever een loonkostensubsidie kan ontvangen. In het verleden was dit niet mogelijk omdat de subsidie gekoppeld was aan een dienstverband bij de werkgever zelf.
Voorheen ontstond er alleen recht indien het dienstverband direct aansluitend op de uitkering inging. In verband met het feit dat het mogelijk is om een aantal dienstverbanden aansluitend op elkaar te hebben is er voor gekozen de beschrijving van de definitie van een werknemer uit te breiden.
Het uitvoeringsbesluit maakt geen onderscheid op basis van leeftijd. Het op de werknemer van toepassing zijnde wettelijke minimumloon bepaalt de hoogte van de vergoeding.
De economische waarde van iemand met een werkloosheidsperiode van minder dan 6 maanden is gelijk aan die van andere werkzoekenden. Vandaar dat een financiële tegemoetkoming in dit geval niet noodzakelijk is. Om de werkgever toch over te halen om hem of haar een kans te geven kan de werkgever een bijdrage krijgen in de loonkosten. Voorwaarde is dat de werknemer in de eerste week van zijn proeftijd verwijtbaar wordt ontslagen. De vergoeding is gemaximaliseerd tot 100% WML.
De hoogte van de vergoeding per week wordt bepaald door de volgende berekening:
(bruto wettelijk minimumloon per maand (excl. VG) x 3 : 13: 5 x aantal gewerkte dagen)
De hoogte van de loonkostensubsidie is afhankelijk van de duur van de werkloosheid. Deze periode wordt niet alleen bepaald door de periode dat iemand als werkzoekende ingeschreven staat bij het CWI. Op basis van artikel 1 sub u wordt ook de periodes dat iemand vanwege detentie, opvoeding van kinderen of alleen een bijstandsuitkering heeft ontvangen, meegenomen.
De hoogte van de vergoeding is niet meer afhankelijk van de hoogte van de loonkosten, maar is bepaald op een vast bedrag per maand.
Soms is het noodzakelijk dat de uitkeringsgerechtigde, om een bepaalde functie uit te kunnen oefenen, een korte cursus gaat volgen. Om dit mogelijk te maken kan de werkgever een scholingsubsidie aanvragen. De hoogte van de scholingsubsidie is afhankelijk van de periode van werkloosheid.
Alleen voor de functie noodzakelijke kosten kunnen worden vergoed. Om dit te kunnen bewaken dient de werkgever vooraf toestemming te vragen en dient de cursus binnen 3 maanden na startdatum van het dienstverband te zijn begonnen.
Indien een werkgever kosten moet maken die niet vallen onder loonkosten of scholingssubsidie, bijvoorbeeld voor werkkleding, kan hij hiervoor een vergoeding ontvangen. De maximale hoogte van de subsidie is conform de systematiek van de scholingskosten.
Deze subsidie heeft tot doel flexibel in te kunnen springen op vragen van werkgevers. Door de subsidie niet te koppelen aan een bepaalde kostensoort, maar aan het te verwachten rendement is het mogelijk om maatwerk te leveren.
Artikel 8. uitzend- en detacheringovereenkomst
Door aan de periode van werkloosheid een periode van loonkostensubsidie te hangen kan de werkgever kiezen uit een drietal soorten dienstverbanden, te weten: de uitzendovereenkomst, de detacheringovereenkomst en de arbeidsovereenkomst. In alle drie de gevallen blijft de vergoeding die de gemeente betaalt gelijk.
Het biedt de werkgever echter de mogelijkheid om flexibel om te gaan met het dienstverband. Hij kan er dus voor kiezen om eerst een maand op basis van een uitzendconstructie, vervolgens op basis van een detacheringconstructie en uiteindelijk de werknemer in dienst te nemen. Voorwaarde is dat dit binnen een periode van 6 maanden gebeurd omdat die persoon anders niet meer valt binnen de doelgroep als beschreven in artikel 1 sub k “werknemers”.
Om het administratieve proces overzichtelijk te houden gaat de gemeente een contract aan met één bedrijf die het formele werkgeverschap op zich neemt. Werkgevers dienen hun medewerkers (indien zij kiezen voor een uitzend- dan we detacheringcontract) onder te brengen bij dit bedrijf willen zij in aanmerking komen voor de loonkostensubsidie. De totale periode van loonkostensubsidie blijft echter even lang.
Indien de werkgever een parttime dienstverband aanbiedt, wordt de beschikbare subsidie naar rato aangepast. Bij een dienstverband van minder dan 20 uur per week vervalt het recht op een premie. Uitgangspunt voor de berekening is een full-time dienstverband van 36 dan wel 40 uur.
Lid 4 moet voorkomen dat het slagingspercentage van reïntegratiebedrijven of andere bedrijven waarmee de gemeente een contract heeft gesloten, positief beïnvloed wordt door de inzet van werkgeverssubsidies. De gemeente maakt met verschillende partijen afspraken over de bemiddeling van werkzoekenden naar reguliere arbeid. Deze afspraken worden gemaakt op basis van no-cure-no-pay. Indien het reïntegratiebedrijf vervolgens gebruik zou kunnen maken van de werkgeverssubsidies, betaalt de gemeente dubbel voor hetzelfde resultaat.
Voor de grotere projecten (vanaf 25 in dienst genomen uitkeringsgerechtigden) kan het college besluiten om nadere afspraken te maken met werkgevers.