Organisatie | Roosendaal |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Roosendaal |
Citeertitel | Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Roosendaal |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Geen.
Wet maatschappelijke ondersteuning, art. 15
1.Verstrekkingenboek voorzieningen maatschappelijke ondersteuning
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
02-02-2009 | 01-01-2010 | nieuwe regeling | 13-01-2009 Gemeenteblad 2009/6, Roosendaalse bode 1-2-2009 | SZ/08-46202 |
BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE ROOSENDAAL
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Roosendaal,
Gelet op artikel 15 van de Wet maatschappelijke ondersteuning en de Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Roosendaal,
Het Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Roosendaal.
Hoofdstuk 2 Hulp bij het huishouden (Hbh)
De vaststelling van een persoonsgebonden budget ten aanzien van hulp bij het huishouden bedraagt per uur:
Artikel 4 Maximale eigen bijdrage per 4 weken
Het persoonsgebonden budget voor woonvoorzieningen wordt vastgesteld op basis van de tegenwaarde van de goedkoopst-adequate voorziening gebaseerd op de offerte voor de realisering van de woonvoorzieningen.
Artikel 7 Onderhoud, keuring en reparatie
In de bovengenoemde bedragen zijn opgenomen de kosten van keuring door het Liftinstituut (50%) en de kosten van de noodzakelijks assistentie door de onderhoudsfirma (eveneens 50%)
Tabel onderhoud van diverse soorten liften in woningen en trappenhuizen
Maximale toeslagen op bovengenoemde tarieven:
1.De hoogte van de eigen bijdrage zoals bedoeld in artikel 7 van de Verordening wordt op basis van het bepaalde in artikel 4.1 van het Besluit maatschappelijke ondersteuning (AMvB Staatsblad 450, 2006) als volgt samengesteld:
1. Tabel eigen bijdrage woonvoorzieningen
A.€ 21.703,- ( jonger dan 65 jaar en alleenstaand) B.€ 14.812- (ouder dan 65 jaar en alleenstaand) |
|
Indien een voorziening bestaat uit een roerende zaak die in eigendom wordt verstrekt wordt gedurende een periode van 39 maal vier weken een eigen bijdrage in rekening gebracht, dan wel bij de vaststelling van de hoogte van een financiële tegemoetkoming gedurende die periode een met toepassing van het in artikel 5 vastgestelde bedrag in mindering gebracht.
Indien een voorziening bestaat uit een bouwkundige of woontechnische aanpassing van een woning die eigendom is van de aanvrager, wordt gedurende een periode van 39 maal vier weken een eigen bijdrage in rekening gebracht dan wel bij de vaststelling van de hoogte van een financiële tegemoetkoming gedurende die periode een met toepassing van het in artikel 5 vastgestelde bedrag in mindering gebracht.
Hoofdstuk 4 Verhuizen en inrichten
Artikel 10 Verhuis- en inrichtingskosten
De vergoeding zoals bedoeld in artikel 15 van de Verordening bedraagt € 3.320,00.
Artikel 11 Tijdelijke huisvesting
De vergoeding bedoeld in artikel 15 onder f van de Verordening wordt toegekend tot het bedrag van de werkelijke kosten met een maximum van € 495,96 per maand.
In geval van huurbeëindiging van een aangepaste woonruimte, die voor meer dan € 7.196,00 is aangepast, kan het college een financiële tegemoetkoming verlenen aan de eigenaar van de woning in verband met derving van huurinkomsten voor de duur van maximaal zes maanden na de eerste maand huurderving die niet voor een financiële tegemoetkoming in aanmerking komt.
Artikel 13 Antispeculatiebeding
De eigenaar-bewoner, die krachtens de Verordening een financiële tegemoetkoming in de kosten van het treffen van een woonvoorziening heeft ontvangen en die binnen een periode van vijf jaren na de datum van gereedmelding van de werkzaamheden de woning verkoopt, is gehouden binnen een week na het passeren van de akte, het college hiervan schriftelijk op de hoogte te stellen. De meerwaarde die door het treffen van de voorziening is ontstaan dient gedeeltelijk aan de gemeente te worden terugbetaald tot maximaal het door de gemeente gesubsidieerde bedrag voor de in de woning getroffen voorzieningen.
in alle gevallen minus het percentage van de kosten van getroffen voorzieningen, dat voor rekening van de eigenaar van de woonruimte is gekomen.
Hoofdstuk 5 Verplaatsen en vervoeren
Een sportrolstoel wordt uitsluitend verstrekt als een forfaitair budget en bedraagt € 2.668,45 welk bedrag bedoeld is als tegemoetkoming in de aanschaf en onderhoud van een sportrolstoel voor een periode van drie jaar.
Artikel 16 Pgb overige vervoersvoorzieningen
Het persoonsgebonden budget voor vervoersvoorzieningen wordt vastgesteld:
De inkomensgrenzen waarboven een eigen bijdrage voor een scootmobiel en de daarmee samenhangende gebruiks- en onderhoudskosten voor verstrekking en vergoeding in aanmerking komen, zijn opgenomen in onderstaande tabel. Boven deze grenzen geldt een eigen bijdrage van maximaal 15% van het meerinkomen. Gedurende een periode van 39 maal vier weken wordt een eigen bijdrage in rekening gebracht bij pers
onen beneden de inkomensgrens. De hoogte van deze maximale eigen bijdragen is in, de bij dit artikel behorende tabel, opgenomen.
Indien beide echtgenoten in aanmerking komen voor een financiële tegemoetkoming in de kosten van vervoersvoorzieningen als bedoeld in artikel 18, leden 1, 2 en 3 van het Besluit bedraagt de hoogte van de financiële tegemoetkoming per persoon maximaal 75% van het normbedrag als bedoeld in dat artikel.
Het in artikel 24 onder b van de Verordening bedoelde collectief systeem van aanvullend al dan niet openbaar vervoer bestaat uit het zogenaamde Deeltaxi-systeem volgens de hierna volgende opzet:
een aanvrager kan zich door één begeleider laten vergezellen. Voor de begeleider is een basistarief verschuldigd van € 0,50 vermeerderd met een strip van € 0,50 per zone, tenzij de begeleiding naar het oordeel van het college medisch noodzakelijk is. In dat geval is het vervoer van de begeleider gratis.
Hoofdstuk 6 Motivering, verantwoording en terugvordering
Artikel 22 Afwijzende beschikking Pgb
Verstrekking in de vorm van een persoonsgebonden budget vindt niet plaats, indien op grond van aanwijzingen die tijdens het onderzoek duidelijk zijn geworden, er de overtuiging bestaat dat de aanvrager problemen zal hebben bij het omgaan met een persoonsgebonden budget, vanwege een of meerdere medische en/of psycho- sociale contra-indicaties, gebleken misbruik of oneigenlijk gebruik.
Het college kan steekproefsgewijs nagaan of het persoonsgebonden budget besteed is aan het doel waarvoor het verstrekt is, waarbij de steekproef geschiedt binnen 6 maanden na de verstrekking. De budgethouder dient daarbij de stukken te overleggen als genoemd in hoofdstuk 1 van het Verstrekkingenboek Wet maatschappelijke ondersteuning Gemeente Roosendaal.