Beleidsregels computers voor kinderen 2009 - 2012

Deze regeling heeft als doel de participatie in het voortgezet onderwijs van kinderen uit gezinnen met een gezamenlijk inkomen tot 115% van de toepasselijke bijstandsnorm te bevorderen. Op grond van deze regeling kunnen de ouders ten behoeve van hun kind op aanvraag in aanmerking komen voor een budget om zelf een computer met toebehoren aan te schaffen en van een gelimiteerd bedrag dat voorziet in de kosten van aansluiting op het internet en de kosten van het internetgebruik. Een alternatieve optie is dat ouders in aanmerking kunnen komen voor vergoeding van kosten van het internetgebruik. De grondslag voor deze voorziening ligt in het besluit van de gemeenteraad van Groningen van 28 oktober 2009, besluitnummer 9.

In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

• a.

  Aanvrager de ouder(s) van een kind;

• b.

  College het college van burgemeester en wethouders van Groningen;

• c.

  Computervoorziening voorziening zoals vastgesteld door de raad van de gemeente

  Groningen op 28 oktober 2009, besluitnummer 9;

• d.

  Gezin: de gehuwden, zoals bedoeld in de Wet werk en bijstand, met hun

  kind(eren) dan wel de alleenstaande ouder met zijn kind(eren);

• e.

  Kind: het thuiswonende ten laste komende eigen kind, stiefkind of pleegkind;

• f.

  Ouder de ouder of verzorger van het kind die op de aanvraagdatum zijn woonplaats in de gemeente Groningen heeft in de zin van artikel 10Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek;

• g.

  Ten laste komend kind: het kind, jonger dan 18 jaar, voor wie de ouder aanspraak op

  kinderbijslag kan maken;

• h.

  Peildatum: voor het schooljaar 2009/2010: 1 oktober 2009 en voor de drie daaropvolgende schooljaren: 1 september 2010, 1 september 2011 en 1 september 2012;

• i.

  De gemeente: de gemeente Groningen;

• j.

  De dienst de dienst Sociale Zaken en Werk van de gemeente aan wie het college de uitvoering van deze beleidsregels heeft opgedragen;

• k.

  Toetsinkomen het gezamenlijke gezinsinkomen tot 115% van de toepasselijke bijstandsnorm (inclusief vakantietoeslag).

• 1.

  Voor het schooljaar 2009/2010 komt voor de computervoorziening in aanmerking het kind dat in het jaar van de peildatum voortgezet onderwijs volgt en niet ouder is dan 18 jaar, en van wie de ouder(s) op de peildatum over een gezamenlijk inkomen beschikken dat niet hoger is dan het toetsinkomen.

• 2.

  Voor de schooljaren 2010/2011, 2011/2012 en 2012/2013 komt voor de computervoorziening in aanmerking het kind dat in het jaar van de peildatum voor de eerste keer onderwijs volgt in het eerste jaar van het voortgezet onderwijs, en van wie de ouder(s) op de peildatum over een gezamenlijk inkomen beschikken dat niet hoger is dan het toetsinkomen.

• 3.

  In afwijking van het bepaalde in het eerste en tweede lid bestaat geen recht voor het kind dat al eerder op grond van deze beleidsregels voor een computervoorziening in aanmerking is gekomen, dan wel het kind dat deel uitmaakt van een gezin waartoe een ander kind behoort dat voor deze computervoorziening in aanmerking is gekomen.

• 1.

  Om voor de computervoorziening in aanmerking te komen kan in het schooljaar 2009/2010 tot 1 april 2010 een aanvraag worden ingediend.

• 2.

  Voor de schooljaren 2010/2011, 2011/2012 en 2012/2013 kan tot en met 31 december van het jaar waarin de peildatum valt, een aanvraag worden ingediend.

• 3.

  Een aanvraag kan niet worden gedaan op een datum die ligt voor 1 september van het schooljaar waarop de aanvraag betrekking heeft.

• 4.

  De leden een en twee zijn niet van toepassing op de ouder(s) en het kind die zich gedurende een schooljaar voor het eerst in de gemeente vestigen.

• 5.

  Bij de aanvraag dienen de volgende bewijsstukken te worden overgelegd:

  • a.

    voor de ouder die geen lopende bijstandsuitkering heeft of periodieke bijzondere bijstand ontvangt, een kopie van een geldig legitimatiebewijs

  • b.

    een bewijs van het inkomen van de ouder(s) over de maand voorafgaand aan de maand waarin de peildatum valt

  • c.

    een bewijs dat het kind in het schooljaar waarin de peildatum valt voortgezet onderwijs volgt

  • d.

    een bewijs waaruit blijkt dat de ouder voor het kind kinderbijslag ontvangt

  • e.

    voor de ouder die alleen vergoeding van internetkosten aanvraagt, een bewijs waaruit blijkt dat hij over een internetaansluiting beschikt.

• 6.

  Het bewijsstuk genoemd in het vorige lid onder c wordt niet opgevraagd in gevallen waarin de gemeente door middel van bestandsvergelijking over het gewenste bewijs beschikt.

• 1.

  De maandelijkse vergoeding van internetkosten door de gemeente eindigt in de volgende situaties:

  • a.

    verhuizing van het gezin buiten de gemeente Groningen

  • b.

    het jongste in het gezin verblijvende kind 18 jaar wordt

  • c.

    er voor de ouder(s) niet langer aanspraak op kinderbijslag bestaat voor een kind als bedoeld in artikel 3 derde lid

  • d.

    als het inkomen van de ouder(s) groter is dan het toetsinkomen

  • e.

    het laatste in het gezin verblijvende kind dat jonger is dan 18 jaar overlijdt

  • f.

    als het kind door overlijden van een of beide ouders wees is geworden

• 2.

  Het recht op de maandelijkse vergoeding als bedoeld in het vorige lid onder:

  • a.

    a. tot en met c. eindigt met ingang van de eerste dag van de maand die volgt op de maand van de gebeurtenis uit het vorige lid.

  • b.

    d. eindigt met ingang van de eerste dag van de maand waarin de situatie uit het vorige lid zich voordoet.

  • c.

    e. en f. stopt met ingang van de eerste dag van de tweede maand die volgt op de maand van de gebeurtenis uit het vorige lid.

• 1.

  De maandelijkse vergoeding van internetkosten die is beëindigd op grond van artikel 5, eerste lid herleeft op aanvraag met ingang van de eerste dag van de maand die volgt op de maand waarin de beëindigingsreden niet meer bestaat.

• 2.

  Het aantal maanden gelegen tussen de dag als bedoeld in artikel 5, tweede lid en de dag als bedoeld in het vorige lid wordt in mindering gebracht op het totaal aantal maanden waarop maximaal recht op de vergoeding van internetkosten bestaat.

• 3.

  Het recht op herleving kan niet ingaan na 31 december 2016.

Met uitzondering van de maandelijkse vergoedingen van internetkosten en de eenmalige vergoeding van aansluitkosten van internet en de kosten van internetgebruik, worden betalingen op grond van deze beleidsregels rechtstreeks aan de leverancier gedaan.

In gevallen waarin de strikte toepassing van deze regels leidt tot een onbillijke of onredelijke situatie voor de aanvrager, kan het college besluiten in gunstige zin van het hierin bepaalde af te wijken.

Het debiteurenbeleid van de gemeente is van overeenkomstige toepassing.

Deze beleidsregels kunnen worden aangehaald als: Beleidsregels computers voor kinderen 2009-2012.