Beleidsregels Sociale en Culturele Activiteiten 2007

Artikel 1. Begripsbepalingen

De begripsbepaling in deze beleidsregels Sociale en culturele activiteiten 2007 is gelijk aan de begripsbepaling in de Verordening Sociale en culturele activiteiten 2007.

Artikel 2. Sociale en culturele activiteiten

• 1.

  Voor de volgende activiteiten kan een bijdrage worden verstrekt:

  a. de contributie van een sportvereniging, vereniging voor amateuristische kunstbeoefening, sportbond, vakbond en ouderenbond, mits de rechthebbende lid of contribuant is van een rechtspersoonlijkheid bezittende vereniging of stichting;

  b. (gezins)kaarten bij een zwembad in de regio en/of de kosten van zwemlessen voor het Behalen van het zwemdiploma A, B en C;

  c. een abonnement bij de bibliotheek;

  d. een abonnement op een krant of tijdschrift;

  e. het cursusgeld voor een cursus bij de muziekschool;

  f. de kosten van voorstellingen in een schouwburg;

  g. de kosten van een seizoenskaart van Roda JC;

  h. dagkaarten en abonnementen voor het bezoeken van musea, attractieparken en dierentuinen;

  i. (kinder)vakantieactiviteiten die door instellingen uit de welzijnssector zijn of worden georganiseerd;

  j. studieboeken voor het volgen van een opleiding, niet behorende tot het voortgezet onderwijs;

  k. kosten voor het overblijven, ouderbijdrage, excursies, schoolreisjes en zomerkampen voor leerlingen die naar een school voor primair onderwijs gaan;

  l. huiswerkbegeleiding en bijles;

  m. de kosten van kinderopvang in een kinderdagverblijf of peuterspeelzaal voor tot het gezin behorende, thuiswonende kinderen.

• 2.

  Sociale of culturele activiteiten die niet onder het in het eerste lid gestelde vallen kunnen voor vergoeding in aanmerking komen op basis van een individuele afweging op een gemotiveerd verzoek tot vergoeding.

Artikel 3 Hoogte bijdrage

• 1.

  De bijdrage bedraagt maximaal € 100,- per rechthebbende per subsidiejaar.

• 2.

  De te verstrekken bijdrage per gezin wordt aan de hand van het aantal gezinsleden berekend. De besteding van de bijdrage is niet persoonsgebonden en wordt als gezinsbudget verstrekt.

• 3.

  De bijdrage voor schoolkosten bedraagt maximaal € 200,- per schoolgaand kind per subsidiejaar, met dien verstande dat de bijdrage voor een schooltas is gemaximeerd tot € 30.

• 4.

  De bijdrage voor de aanschaf van een identiteitsbewijs en pasfoto’s bedraagt € 35,- per kind in elke periode van 5 aaneengesloten kalenderjaren.

• 5.

  De bijdragen genoemd in dit artikel worden één keer per 2 jaar verhoogd met 5%, afgerond op hele bedragen. De eerste verhoging zal plaatsvinden per 1 januari 2009.

Artikel 4 Verplichtingen

• 1.

  De rechthebbende dient naast een geldig legitimatiebewijs en een volledig ingevuld aanvraagformulier, betalingsbewijzen te overleggen waaruit blijkt dat hij daadwerkelijk kosten heeft gemaakt voor de activiteiten.

• 2.

  De rechthebbende die geen uitkering ontvangt op grond van de Wet werk en bijstand, dient inkomenstenspecificaties over te leggen van de 3 maanden voorafgaand aan de datum van de oudste rekening.

• 3.

  Indien een bijdrage wordt gevraagd voor schoolkosten dient, naast het bepaalde in het eerste en tweede lid, een rekening van de school te worden overgelegd met daarop minimaal:

  - naam, adres en geboortedatum van het betreffende kind;

  - het betreffende schooljaar;

  - de kostensoort die het betreft, alsmede een specificatie van het bedrag van de rekening;

  - een originele handtekening van of namens de directeur van de school.

Artikel 5. Citeertitel

Deze beleidsregels kunnen worden aangehaald als “Beleidsregels Sociale en Culturele activiteiten 2007”.

Artikel 6. Inwerkingtreding

Deze beleidsregels treden in werking met ingang van 1 januari 2007.