Organisatie | Kerkrade |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregels Loonkostensubsidie Wet werk en bijstand Gemeente Kerkrade 2009 |
Citeertitel | Beleidsregels Loonkostensubsidie Wet werk en bijstand Gemeente Kerkrade 2009 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen
Reintegratieverordening
geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
09-04-2008 | 01-02-2008 | 01-01-2014 | Nieuwe regeling | 29-01-2008 Zuid-Limburger 09-04-2008, 17-12-2008 en 15-07-2009 | 08n00025, 08n00409, 09n00418 |
Het college van de gemeente Kerkrade besluit, gelet op artikel 147, derde lid van de Gemeentewet, de artikelen 7 en 8 en 10 tweede lid van de Wet werk en bijstand, de artikelen 34, 35 en 36 van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werknemers en de artikelen 34, 35 en 36 van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen werknemers, en de artikelen 87, 88 en 89 van het EG-verdrag.
gelet op de EG-verordening Werkgelegenheidssteun (nr. 2204/2002, Pb EG 2002, L 337/3) en de EG-verordening de minimissteun (nr. 69/2001, Pb EG 2001, L 10/30), alsmede de Beleidsaanbeveling van belang voor het opstellen van de gemeentelijke reïntegratieverordeningen in het kader van de Wet werk en bijstand (Verzamelcirculaire SZW, april 2004),
vast te stellen: Besluit inzake de regels van de gemeente Kerkrade voor de toekenning van steunverlening aan ondernemingen en subsidies 2008.
„benadeelde werknemers”: personen die behoren tot categorieën werknemers welke het moeilijk hebben om zonder hulp tot de arbeidsmarkt toe te treden, zijnde personen die ten minste aan één van de volgende criteria voldoen:
a. personen die jonger zijn dan 25 jaar of hun voltijdse opleiding minder dan twee jaar tevoren hebben voltooid, en die nog niet hun eerste reguliere betaalde betrekking hebben gevonden;
b. migrerende werknemers die in de Gemeenschap verhuizen of zijn verhuisd of die ingezetene van de Gemeenschap worden om er te werken;
c. personen die behoren tot een etnische minderheid in een EU-lidstaat en wier profiel met betrekking tot talenkennis, beroepsopleiding of werkervaring moet worden bijgesteld om hun vooruitzicht op het verkrijgen van een vaste betrekking te verbeteren;
d. personen die willen intreden of herintreden in het arbeidsleven en die gedurende ten minste twee jaar niet hebben deelgenomen aan het arbeidsproces of aan een opleiding, in het bijzonder personen die hun werk hebben opgegeven wegens de moeilijkheid arbeid en gezinsleven te combineren;
e. personen die als alleenstaande volwassene de zorg op zich nemen voor een of meer kinderen;
f. personen die geen diploma hoger middelbaar onderwijs of daarmee gelijkgestelde kwalificatie hebben behaald, die geen betrekking hebben of die hun betrekking verliezen;
g. personen van meer dan 50 jaar, die geen betrekking hebben of die hun betrekking verliezen;
h. langdurig werklozen, dat wil zeggen personen die gedurende twaalf van de voorbije 16 maanden, respectievelijk zes van de acht voorbije maanden voor personen jonger dan 25 jaar, werkloos zijn geweest;
i. personen die overeenkomstig het nationale recht als verslaafde of ex-verslaafde zijn erkend;
j. personen die sinds de aanvang van een periode van detentie of een andere strafrechtelijke maatregel nog niet hun eerste reguliere betaalde betrekking hebben gevonden;
k. vrouwen in een geografisch gebied waar de gemiddelde werkloosheidsgraad reeds gedurende ten minste twee kalenderjaren meer dan 100 % van het gemeenschapsgemiddelde bedraagt en waar de werkloosheidsgraad van vrouwen reeds gedurende ten minste twee van de voorbije drie kalenderjaren meer dan 150 % van de werkloosheidsgraad van mannen in het betrokken gebied bedraagt;
Deze beleidsregels zijn van toepassing op loonkostensubsidies waarvan de te subsidiëren arbeid aanvangt op of na 1.2.2008.
ten genoege van het college aantonen, dat hij voor het verrichten van de werkzaamheden een subsidie nodig heeft, alsmede dat de verwachting gerechtvaardigd is, dat met inbegrip van de subsidie de financiële middelen ter beschikking staan om met de activiteiten bij te dragen aan de realisatie van het beoogde beleidsdoel;
Voor de klanten die via het instrument “Werkgeverschap als reïntegratie-instrument” zijn geplaatst en tussentijds of na afloop van het arbeidscontract, al dan niet gevolgd door WW-uitkering, weer aanspraak maken op een Wwb-uitkering telt deze periode als duur van de Wwb-uitkering mee en wordt derhalve niet aangemerkt als onderbreking van de uitkeringsduur.
Voor klanten die middels bovenstaand schema bij een werkgever worden geplaatst geldt dat de periode van één jaar gerekend vanaf de start van het dienstverband niet wordt aangemerkt als onderbreking van de uitkeringsduur. Hiervoor geldt wel de restrictie dat een en dezelfde klant niet binnen een jaar bij dezelfde werkgever geplaatst kan worden met subsidie.
Doet een klant na één jaar gerekend vanaf de datum dienstverband een beroep op uitkering dan geldt dat wél als onderbreking van de uitkeringsduur.
Artikel 4 Aanvraag loonkostensubsidie
Onverminderd het in de Algemene wet bestuursrecht bepaalde neemt de subsidieontvanger het volgende in acht:
a. de aanvraag wordt door middel van een door het college vastgesteld aanvraagformulier ingediend;
b. de aanvraag dient uiterlijk 8 weken na de aanvang van de arbeidsovereenkomst door het college ontvangen te zijn;
c. de aanvraag gaat vergezeld van tenminste:
1. een kopie van de arbeidsovereenkomst;
2. bescheiden waaruit blijkt dat in de 3 jaar voorafgaande aan de aanvraag geen andere cumulatieve staatssteun ontvangen is dan wel welke staatssteun in welke omvang ontvangen is.
Artikel 5 Aanvraag vaststellingsbeschikking
Onverminderd het in de Algemene wet bestuursrecht bepaalde neemt de subsidieontvanger bij de aanvraag voor een vaststellingsbeschikking het volgende in acht:
a. de aanvraag wordt door middel van een door het college vastgesteld aanvraagformulier ingediend;
b. de aanvraag dient door het college ontvangen te zijn uiterlijk 4 weken na afloop van de gesubsidieerde arbeid.
Het college beslist op een aanvraag voor subsidievaststelling binnen de in de Algemene wet bestuursrecht gestelde termijn, die eenmalig met twaalf weken kan worden verlengd, onder kennisgeving aan belanghebbende(n).
Artikel 8 Aanvullende weigering/intrekking Wet BIBOB
Onverminderd het bepaalde in de Algemene wet bestuursrecht en deze beleidsregels kan het college voor subsidies binnen bepaalde beleidsdoelen of onderdelen van beleidsdoelen, bepalen dat de gevraagde subsidie kan worden geweigerd of de verleende subsidie kan worden ingetrokken in het geval en onder de voorwaarden bedoeld in artikel 3 van de Wet bevordering integriteitbeoordelingen door het openbaar bestuur.
Artikel 16 Beslissingsbevoegdheden
Het verstrekken van de loonkostensubsidie vindt plaats onder verantwoordelijkheid van het college van burgemeester en wethouders.
Artikel 17 Standstill-bepaling
Een steunmaatregel die staatssteun vormt, mag niet worden verstrekt voordat de Europese Commissie een beschikking tot goedkeuring van die steun heeft gegeven of wordt geacht die te hebben gegeven.
Artikel 18 Herziening dan wel intrekking
Een besluit tot toekenning van loonkostensubsidie wordt herzien of gewijzigd indien: a. sprake is van het niet of niet behoorlijk nakomen van de verplichting, bedoeld in artikel 9 van deze beleidsregels en dit heeft geleid tot het ten onrechte of tot een te hoog bedrag aan verleende of verstrekte loonkostensubsidie; b. anderszins de loonkostensubsidie ten onrechte of tot een te hoog bedrag is verleend en de subsidieontvanger dit redelijkerwijs wist of behoorde te weten.
Indien terugvordering van een verstrekte loonkostensubsidie volgens het bepaalde in de Algemene wet bestuursrecht mogelijk is, wordt er teruggevorderd, met inachtneming van en conform het bepaalde in de Algemene wet bestuursrecht en deze beleidsregels alsmede het bepaalde in het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering.
In de terugvorderingbeschikking wordt aan de debiteur door het college medegedeeld:
a. tot welk bedrag en over welke periode de ten onrechte ontvangen loonkostensubsidie wordt teruggevorderd;
b. de termijn of termijnen waarbinnen de debiteur de ten onrechte ontvangen loonkostensubsidie dient terug te betalen;
Dit besluit kan worden aangehaald onder de naam ‘Beleidsregels Loonkostensubsidie Wet werk en bijstand gemeente Kerkrade 2008.
"Naast de loonkostensubsidie kunnen ook scholingskosten vergoed worden. Hiervoor geldt een maximaal bedrag van 2500 Euro. Indien de kosten onder de 500 Euro blijven worden de kosten als lumpsumbedrag betaald. Dat wil zeggen zonder overlegging van bewijzen door de werkgever.
Indien de kosten meer bedragen dan 500 Euro kunnen die door de werkgever omder overlegging van bewijzen achteraf gedeclareerd worden met een maximum van 2500 Euro".
Bedragen gelden bij een fulltime dienstverband. Bij een contract van minder ren/maanden wordt de subsidie naar rato vastgesteld.
- Het aantal uren dat als fulltime kan worden aangemerkt wordt bepaald door de CAO van de werkgever.
- De minimale duur van een arbeidscontract is 3 maanden en het minimum aantal uren is 10 uren per week.
Naast de loonkostensubsidie kunnen ook scholingskosten vergoed worden. Hiervoor geldt een maximaal bedrag van €2500. Indien de kosten onder de € 500 blijven worden die als lumpsumbedrag betaald. Dat wil zeggen zonder overlegging van bewijzen door de werkgever. In de kosten meer bedragen dan € 500 kunnen die door de werkgever onder overlegging van bewijzen achteraf gedeclareerd worden met een maximum van € 2500.