Organisatie | Kerkrade |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregels Langdurigheidstoeslag 2009 |
Citeertitel | Beleidsregels Langdurigheidstoeslag 2009 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Deze regeling treed met terugwerkende kracht in werking per 1 januari 2009. Aanvullend zij opgemerkt dat artikel 36 van de Wet werk en bijstand voor bepaalde gevallen een overgangsregeling bevat, waardoor de beleidsregels langdurigheidstoeslag 2007 nog van toepassing zijn.
Verordening Langdurigheidstoeslag 2009 Gemeente Kerkrade
geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
23-07-2009 | 01-01-2009 | 01-07-2012 | nieuwe regeling | 02-07-2009 Zuid-Limburger 15-07-2009 | 09n00390 |
De begripsbepaling in deze beleidsregels Langdurigheidstoeslag 2009 is gelijk aan de begripsbepaling in de Verordening Langdurigheidstoeslag 2009 gemeente Kerkrade.
Artikel 2 Zicht op inkomstenverbetering
Een van de in artikel 36 WWB genoemde voorwaarden om in aanmerking te komen voor de langdurigheidstoeslag is het op redelijke termijn geen zicht hebben op inkomstenverbetering. Personen met een lage opleiding werken in de regel in banen met inkomsten die op of net boven het sociaal minimum liggen. Personen met een uitkering en een lage opleiding komen, als zij er in slagen werk te krijgen, in de regel eveneens alleen in aanmerking voor banen met inkomsten die op of net boven het sociaal minimum liggen. Het is niet realistisch te verwachten dat deze personen op redelijke termijn in staat zullen zijn hun inkomsten significant te verbeteren.
Artikel 3 Inkomsten en vermogen
Voor de invulling van het begrip “marginale overschrijding” wordt een bedrag gehanteerd van maximaal € 764,- gedurende de referteperiode.
Onverminderd het gestelde in artikel 4, lid 2 en 3 van de Verordening Langdurigheidstoeslag 2009 gemeente Kerkrade zijn de artikelen 8 a t/m l en artikel 10 van de Vreemdelingenwet van toepassing. Bepalend voor het vaststellen van het recht op een langdurigheidstoeslag voor een vreemdeling is de periode dat hij in Nederland verblijft (minimaal 3 jaar) en dat hij per de peildatum beschikt over een verblijfstitel op grond van artikel 8 onder a t/m e of l van de Vreemdelingenwet 2000.
Personen aan wie een maatregel of boete (IOAW/Z, Bbz 2004) is opgelegd in het kader van de arbeids- en reintegratieverplichting komen niet in aanmerking voor de langdurigheidstoeslag tot 36 maanden na het verstrijken van de termijn van effectuering van de opgelegde maatregel c.q. boete.
Aldus vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Kerkrade in zijn vergadering van 2 juni 2009.
De burgemeester, De secretaris,
J.J.M. Som mr. C.M. Kuikman
Nota-toelichting Artikelsgewijze toelichting
Artikel 2 Zicht op inkomstenverbetering
Door de zinsnede <geen zicht op inkomensverbetering> wordt gewaarborgd dat bepaalde groepen met een goed arbeidsmarktperspectief niet in aanmerking komen voor de langdurigheidstoeslag.
Artikel 3 Inkomsten en vermogen
De “marginale” overschrijding mag plaatsvinden met een bedrag van maximaal € 764,- gedurende de referteperiode. Dit betekent dat een maandelijkse overschrijding van de bijstandsnorm mogelijk is van € 21,22. Maar ook dat iemand gedurende een vakantieperiode iets meer verdiend mag hebben of een eindejaarsuitkering mag hebben ontvangen zonder dat dit direct fataal is.
Een belanghebbende die geen Nederlander is, moet op grond van artikel 11 lid 2 WWB uiterlijk op de peildatum rechtmatig in Nederland verblijven in de zin van artikel 8 onderdeel a t/m e of l van de Vreemdelingenwet 2000 of op grond van artikel 11 lid 3 WWB met een Nederlander gelijk gesteld kunnen worden. De langdurigheidstoeslag moet worden aangevraagd bij het college van de gemeente waar belanghebbende ten tijde van de peildatum woonplaats heeft.
Van een belanghebbende die een arbeidsverplichting voortvloeiende uit de wet niet is nagekomen gedurende de referteperiode kan gesteld worden dat hij blijk heeft gegeven van ongenoegzaam besef van verantwoordelijkheid. De langdurigheidstoeslag is er juist op gericht om mensen die er zelf niets aan kunnen doen dat zij langdurig op een minimum inkomen zitten een ondersteuning te bieden. Het valt dan ook niet te verdedigen dat iemand die nalaat om uit de positie van minima te geraken, toch een langdurigheidstoeslag ontvangt. Wel wordt de uitvoeringspraktijk, dat het laten verlopen van een inschrijving bij het UWV Werkbedrijf geen gevolgen heeft, voortgezet.