Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Rhenen

Beleidsregels inburgeringsvoorzieningen Wet inburgering

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieRhenen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregels inburgeringsvoorzieningen Wet inburgering
CiteertitelBeleidsregels inburgeringsvoorziening
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Beleidsregels inburgeringsvoorzieningen vastgesteld op 17-aug-2010 worden ingetrokken

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Verordening Wet inburgering
  2. Algemene wet bestuursrechtm art. 4:81
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

05-05-2011Onbekend

05-04-2011

Rhenense Betuwse Courant

verord/612

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregels inburgeringsvoorzieningen Wet inburgering

 

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rhenen

overwegende dat het wenselijk is regels vast te stellen over het beleid ten aanzien van niet-uitkeringsgerechtigden en personen met een uitkering op grond van de Algemene nabestaandenwet

gelet op de Verordening Wet inburgering en artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht

besluit: vast te stellen de Beleidsregels inburgeringsvoorzieningen Wet inburgering

Hoofdstuk 1 Aanwijzen van doelgroepen

Artikel 1 Coulance ten aanzien van oudere oudkomers

  • 1.

    Uit humanitaire overwegingen zal het college de groep potentiële inburgeraars ouder dan 55 jaar die langer dan 20 jaar in Nederland wonen, in principe niet selecteren en oproepen.

  • 2.

    Onverminderd lid 1 kunnen de onder dat lid bedoelde oudkomers die toch een inburgeringstraject willen volgen, zich melden bij de gemeente om te bezien of zij inburgeringsplichtig zijn en of zij in aanmerking komen voor een gemeentelijk aanbod.

Hoofdstuk 2 Vergoeding van kinderopvang

Artikel 2 Vergoeding van kinderopvang

  • 1.

    Indien een inburgeringsplichtige of vrijwillige inburgeraar een aanbod voor een inburgeringsvoorziening redelijkerwijs niet kan accepteren, vanwege de kosten van de eigen bijdrage voor kinderopvang, dan kunnen deze kosten door de gemeente worden vergoed tot een maximum van € 29.000,- op jaarbasis.

Hoofdstuk 3 Vergoeding van medisch advies

Artikel 3 Vergoeding medisch advies bij gegrondverklaring ontheffingsaanvraag

  • 1.

    De inburgeringsplichtige of vrijwillige inburgeraar, die ten behoeve van een aanvraag tot ontheffing van zijn inburgeringsplicht een medisch advies nodig heeft, kan in aanmerking komen voor een vergoeding van de kosten voor dit medische advies.

  • 2.

    Voorwaarde voor deze vergoeding is dat zijn aanvraag tot ontheffing door de gemeente gegrond wordt verklaard.

Hoofdstuk 4 De inning van de eigen bijdrage

Artikel 4 De termijnen voor de inning van de eigen bijdrage

Een inburgeringsplichtige of vrijwillige inburgeraar, die een aanbod krijgt van de gemeente, heeft het recht de wettelijk vastgestelde eigen bijdrage in termijnen te betalen. De termijnen waarbinnen de inburgeraar de eigen bijdrage mag betalen wordt per inburgeraar door de klantmanager vastgesteld.

Artikel 5 Verrekening eigen bijdrage met uitkering

  • 1.

    Het college kan bij een inburgeringsplichtige, die algemene bijstand ontvangt, de eigen bijdrage verrekenen met de uitkering.

  • 2.

    Indien de inburgeringsplichtige een uitkering van het Uitkeringsorgaan Werknemers-verzekeringen (UWV) ontvangt, dient het college een verzoek in bij het UWV om de eigen bijdrage te verrekenen met of in te houden op de uitkering van het UWV.

  • 3.

    Het college maakt nadere afspraken met het UWV over de wijze waarop de geïnde bedragen worden overgemaakt naar de gemeentelijke rekening.

Artikel 6 Vergoeding eigen bijdrage

  • 1.

    De inburgeringsplichtige of vrijwillige inburgeraar, die een aanbod van de gemeente heeft geaccepteerd en binnen de wettelijk gestelde of verlengde termijn zijn inburgeringsexamen of staatsexamen Nederlands als tweede taal I of II heeft behaald, krijgt een vergoeding van 100% van de eigen bijdrage.

  • 2.

    Voorwaarde voor vergoeding is dat de betrokkene met bewijsdocumenten kan aantonen dat hij het inburgeringsexamen of staatsexamen Nederlands als tweede taal I of II heeft behaald én de eigen bijdrage inderdaad heeft betaald.

Hoofdstuk 5 De procedure bij weigering van aanbod door inburgeringsplichtige

Artikel 7 Weigering aanbod door inburgeringsplichtige

  • 1.

    Een inburgeringsplichtige hoeft een aanbod van de gemeente voor een inburgeringsvoorziening niet te accepteren.

  • 2.

    Na weigering van een aanbod moet de inburgeringsplichtige zich zelfstandig voorbereiden op het inburgeringsexamen of staatsexamen Nederlands als tweede taal I of II en neemt het college een besluit op grond van artikel 26 van de Wet inburgering (handhavingsbeschikking) waarmee de termijn van start gaat waarbinnen de inburgeringsplichtige het inburgeringsexamen of staatsexamen Nederlands als tweede taal I of II moet hebben behaald.

Hoofdstuk 6 Verwijtbaarheid bij overtredingen voor inburgeringsplichtigen

Artikel 8 bestuurlijke boete bij verwijtbaar handelen

  • 1.

    Er is sprake van verwijtbaar handelen indien de inburgeringsplichtige zonder dringende reden zich niet houdt aan de verplichtingen, bedoeld in artikel 7, eerste lid, artikel 23, eerste lid, artikel 25, vierde lid, artikel 31, tweede lid onder a, van de Wet inburgering of aan de verplichtingen, bedoeld in artikel 6 van de Verordening wet inburgering.

  • 2.

    Onder dringende reden wordt in ieder geval verstaan aantoonbaar geoorloofd (langdurig) verzuim door werk, zwangerschapsverlof, ziekte (na ziekmelding), ernstige ziekte of overlijden van bloed- of aanverwanten, huwelijk of bijwonen van een huwelijk van bloed- of aanverwanten, verhuizing binnen of buiten de gemeente, het tijdelijk ontbreken van passende kinderopvang en het tijdelijk ontbreken van passend aanbod van een inburgeringsvoorziening. In alle overige gevallen is er sprake van ongeoorloofd verzuim.

  • 3.

    Of de inburgeringsplichtige verwijtbaarheid kan worden aangerekend bepaalt het college per individueel geval. In het geval dat de overtreding de inburgeringsplichtige kan worden verweten, legt het college een bestuurlijke boete op. In het geval dat de inburgeringsplichtige gedeeltelijk verwijtbaarheid kan worden aangerekend, kiest het College voor een lagere bestuurlijke boete.

Artikel 9 Bestuurlijke boetes: uiterste middel

  • 1.

    Het college zal inburgeringsplichtigen stimuleren en motiveren door hen bij de informatieverstrekking over de wet te wijzen op het belang van inburgering.

  • 2.

    De handhavingstaak krijgt vorm door het intensief monitoren van de inburgeringsplichtigen en door een goede samenwerking met de aanbieder van de inburgeringstrajecten, zodat verwijtbaar gedrag zoveel mogelijk wordt voorkomen en het college geen bestuurlijke boetes hoeft op te leggen.

Artikel 10 Bestuurlijke boetes bij verwijtbare overtredingen

  • 1.

    De inburgeringsplichtige kan in ieder geval, overeenkomstig artikel 9 lid 1 van de Verordening wet inburgering, een bestuurlijke boete krijgen van € 50,00 per overtreding tot een maximum boete van € 250,00 overeenkomstig artikel 10 lid 1 van de Verordening wet inburgering, indien hij verwijtbaar:

    • a.

      niet verschijnt voor de intake na herhaalde oproep door de gemeente of niet c.q. onvoldoende meewerkt aan de intake, of;

    • b.

      niet meldt aan de gemeente dat hij door ziekte of door andere relevante omstandigheden niet aan zijn verplichtingen kan voldoen.

  • 2.

    De inburgeringsplichtige kan in ieder geval, overeenkomstig artikel 9 lid 2 van de Verordening wet inburgering, een bestuurlijke boete krijgen van € 100,00 per overtreding tot een maximum boete van € 500,00 overeenkomstig artikel 10 lid 2 van de Verordening wet inburgering, indien hij verwijtbaar:

    • a.

      niet tijdig een cursus heeft ingekocht die opleidt naar het vereiste niveau voor het inburgeringsexamen of staatsexamen Nederlands als tweede taal I of II;

    • b.

      niet deelneemt aan de aangeboden inburgeringsvoorziening;

    • c.

      niet deelneemt aan de gesprekken met de trajectbegeleider ondanks herhaalde oproep;

    • d.

      niet deelneemt aan de voortgangsgesprekken ondanks herhaalde oproep;

    • e.

      niet de aangeboden inburgeringsvoorziening afrondt c.q. tussentijds uitvalt, of; niet deelneemt voor de eerste maal aan het inburgeringsexamen of staatsexamen Nederlands als tweede taal I of II op een tijdstip dat door het college wordt bepaald. .

  • 3.

    De inburgeringsplichtige kan in ieder geval, overeenkomstig artikel 9 lid 3 van de Verordening wet inburgering, een bestuurlijke boete krijgen van € 150,00 per overtreding tot een maximum boete van € 1.000,00 overeenkomstig artikel 10 lid 3 van de Verordening wet inburgering, indien hij verwijtbaar:

    • a.

      niet binnen de wettelijk vastgestelde termijn het inburgeringsexamen of staatsexamen Nederlands als tweede taal I of II heeft behaald, of;

    • b.

      niet binnen de door het college vastgestelde termijn het inburgeringsexamen of staatsexamen Nederlands als tweede taal I of II heeft behaald.

  • 4.

    Bij eventuele andere verwijtbare overtredingen door de inburgeringsplichtige, die niet in dit artikel zijn geregeld, handelt het college naar bevind van zaken, rekening houdend met de zwaarte van de overtreding en de individuele omstandigheden van de betrokken inburgeringsplichtige.

Hoofdstuk 7 Verwijtbaarheid bij overtredingen voor vrijwillige inburgeraars

Artikel 11 Sanctie bij verwijtbaar handelen

  • 1.

    Er is sprake van verwijtbaar handelen indien de vrijwillige inburgeraar zonder dringende reden zich niet houdt aan de verplichtingen, bedoeld in artikel 7, eerste lid, artikel 23, eerste lid, artikel 25, vierde lid, artikel 31, tweede lid onder a, van de Wet inburgering of aan de verplichtingen, bedoeld in artikel 6 van de Verordening wet inburgering.

  • 2.

    Onder dringende reden wordt in ieder geval verstaan aantoonbaar geoorloofd (langdurig) verzuim door werk, zwangerschapsverlof, ziekte (na ziekmelding), ernstige ziekte of overlijden van bloed- of aanverwanten, huwelijk of bijwonen van een huwelijk van bloed- of aanverwanten, verhuizing binnen of buiten de gemeente, het tijdelijk ontbreken van passende kinderopvang en het tijdelijk ontbreken van passend aanbod van een inburgeringsvoorziening. In alle overige gevallen is er sprake van ongeoorloofd verzuim.

  • 3.

    Of de vrijwillige inburgeraar verwijtbaarheid kan worden aangerekend bepaalt het college per individueel geval. In het geval dat de overtreding de vrijwillige inburgeraar kan worden verweten, legt het college een sanctie op. In het geval dat de vrijwillige inburgeraar gedeeltelijk verwijtbaarheid kan worden aangerekend, kiest het college voor een lagere sanctie.

Artikel 12 Sanctie: uiterste middel

  • 1.

    Het college zal vrijwillige inburgeraars stimuleren en motiveren door hen bij de informatieverstrekking over de wet te wijzen op het belang van inburgering.

  • 2.

    De handhavingstaak krijgt vorm door het intensief monitoren van de vrijwillige inburgeraar en door een goede samenwerking met de aanbieder van de inburgeringstrajecten, zodat verwijtbaar gedrag zoveel mogelijk wordt voorkomen en het college geen sancties hoeft op te leggen.

Artikel 13 Sanctie bij verwijtbare overtredingen

  • 1.

    De vrijwillige inburgeraar kan in ieder geval, overeenkomstig artikel 9 lid 1 van de Verordening Wet inburgering, een bestuurlijke boete krijgen van € 50,00 per overtreding tot een maximum boete van € 250,00 overeenkomstig artikel 10 lid 1 van de Verordening wet inburgering, indien hij verwijtbaar:

    • a.

      niet verschijnt voor de intake na herhaalde oproep door de gemeente of niet c.q. onvoldoende meewerkt aan de intake, of;

    • b.

      niet meldt aan de gemeente dat hij door ziekte of door andere relevante omstandigheden niet aan zijn verplichtingen kan voldoen.

  • 2.

    De inburgeringsplichtige kan in ieder geval, overeenkomstig artikel 9 lid 2 van de Verordening Wet inburgering, een sanctie krijgen van € 100,00 per overtreding tot een maximum boete van € 500,00 overeenkomstig artikel 10 lid 2 van de Verordening wet inburgering, indien hij verwijtbaar:

    • a.

      niet tijdig een cursus heeft ingekocht die opleidt naar het vereiste niveau voor het inburgeringsexamen of staatsexamen Nederlands als tweede taal I of II;

    • b.

      niet deelneemt aan de aangeboden inburgeringsvoorziening;

    • c.

      niet deelneemt aan de gesprekken met de trajectbegeleider ondanks herhaalde oproep;

    • d.

      niet deelneemt aan de voortgangsgesprekken ondanks herhaalde oproep;

    • e.

      niet de aangeboden inburgeringsvoorziening afrondt c.q. tussentijds uitvalt, of;

    • f.

      niet deelneemt voor de eerste maal aan het inburgeringsexamen of staatsexamen Nederlands als tweede taal I of II op een tijdstip dat door het college wordt bepaald.

  • 3.

    De vrijwillige inburgeraar kan in ieder geval, overeenkomstig artikel 9 lid 3 van de Verordening wet inburgering, een sanctie krijgen van € 150,00 per overtreding tot een maximum sanctie van € 1.000,00 overeenkomstig artikel 10 lid 3 van de Verordening wet inburgering, indien hij verwijtbaar:

    • a.

      niet binnen de wettelijk vastgestelde termijn het inburgeringsexamen of staatsexamen Nederlands als tweede taal I of II heeft behaald, of;

    • b.

      niet binnen de door het college vastgestelde termijn het inburgeringsexamen of staatsexamen Nederlands als tweede taal I of II heeft behaald.

  • 4.

    Bij eventuele andere verwijtbare overtredingen door de vrijwillige inburgeraar, die niet in dit artikel zijn geregeld, handelt het college naar bevind van zaken, rekening houdend met de zwaarte van de overtreding en de individuele omstandigheden van de betrokken vrijwillige inburgeraar.

Hoofdstuk 8 Vergoeding eerste herkansing

Artikel 14 Vergoeding eerste herkansing in specifieke gevallen

  • 1.

    De inburgeringsplichtige of vrijwillige inburgeraar die een aanbod van de gemeente krijgt en die niet slaagt voor zijn eerste inburgeringsexamen of staatsexamen Nederlands als tweede taal I of II komt in aanmerking voor een vergoeding van de kosten van een eerste herkansing.

  • 2.

    Voorwaarde voor vergoeding is dat de betrokkene kan aantonen dat hij zich zo volledig mogelijk heeft ingezet voor het examen en dat hem geen verwijtbaar gedrag kan worden aangerekend.

Hoofdstuk 9 Evaluatie

Artikel 15 Periodieke evaluatie

  • 1.

    Het college beoordeelt na zes maanden de doelgerichtheid en doelmatigheid van de Beleidsregels inburgeringsvoorzieningen.

  • 2.

    Het college informeert de gemeenteraad over haar bevindingen van deze evaluatie.

  • 3.

    Op basis van de uitkomsten van de evaluatie herziet het college indien nodig de beleidsregels en stelt deze vast, gehoord de opmerkingen van de verantwoordelijke raadscommissie.

  • 4.

    Na deze eerste evaluatie worden de beleidsregels periodiek geëvalueerd in het kader van de reguliere Planning en Control cyclus.

Hoofdstuk 10 Slotbepalingen

Artikel 16 Intrekking oude beleidsregels

De Beleidsregels inburgeringsvoorzieningen die zijn vastgesteld op 17 augustus 2010 worden met de inwerkingtreding van deze herziene beleidsregels ingetrokken.

Artikel 17 Inwerkingtreding

Deze beleidsregels treden in werking acht dagen na publicatie.

Artikel 18 Citeertitel

De beleidsregels worden aangehaald als: Beleidsregels inburgeringsvoorzieningen.

 

Vastgesteld in de vergadering van 5 april 2011.

M.A.J. Oosterwijk-Keulers

J.H.A. van Oostrum

secretaris

burgemeester