Organisatie | Rhenen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregels inburgeringsvoorzieningen Wet inburgering |
Citeertitel | Beleidsregels inburgeringsvoorziening |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Beleidsregels inburgeringsvoorzieningen vastgesteld op 17-aug-2010 worden ingetrokken
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
05-05-2011 | Onbekend | 05-04-2011 | verord/612 |
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rhenen
overwegende dat het wenselijk is regels vast te stellen over het beleid ten aanzien van niet-uitkeringsgerechtigden en personen met een uitkering op grond van de Algemene nabestaandenwet
gelet op de Verordening Wet inburgering en artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht
besluit: vast te stellen de Beleidsregels inburgeringsvoorzieningen Wet inburgering
Hoofdstuk 4 De inning van de eigen bijdrage
Artikel 4 De termijnen voor de inning van de eigen bijdrage
Een inburgeringsplichtige of vrijwillige inburgeraar, die een aanbod krijgt van de gemeente, heeft het recht de wettelijk vastgestelde eigen bijdrage in termijnen te betalen. De termijnen waarbinnen de inburgeraar de eigen bijdrage mag betalen wordt per inburgeraar door de klantmanager vastgesteld.
Hoofdstuk 5 De procedure bij weigering van aanbod door inburgeringsplichtige
Artikel 7 Weigering aanbod door inburgeringsplichtige
Na weigering van een aanbod moet de inburgeringsplichtige zich zelfstandig voorbereiden op het inburgeringsexamen of staatsexamen Nederlands als tweede taal I of II en neemt het college een besluit op grond van artikel 26 van de Wet inburgering (handhavingsbeschikking) waarmee de termijn van start gaat waarbinnen de inburgeringsplichtige het inburgeringsexamen of staatsexamen Nederlands als tweede taal I of II moet hebben behaald.
Hoofdstuk 6 Verwijtbaarheid bij overtredingen voor inburgeringsplichtigen
Artikel 8 bestuurlijke boete bij verwijtbaar handelen
Er is sprake van verwijtbaar handelen indien de inburgeringsplichtige zonder dringende reden zich niet houdt aan de verplichtingen, bedoeld in artikel 7, eerste lid, artikel 23, eerste lid, artikel 25, vierde lid, artikel 31, tweede lid onder a, van de Wet inburgering of aan de verplichtingen, bedoeld in artikel 6 van de Verordening wet inburgering.
Onder dringende reden wordt in ieder geval verstaan aantoonbaar geoorloofd (langdurig) verzuim door werk, zwangerschapsverlof, ziekte (na ziekmelding), ernstige ziekte of overlijden van bloed- of aanverwanten, huwelijk of bijwonen van een huwelijk van bloed- of aanverwanten, verhuizing binnen of buiten de gemeente, het tijdelijk ontbreken van passende kinderopvang en het tijdelijk ontbreken van passend aanbod van een inburgeringsvoorziening. In alle overige gevallen is er sprake van ongeoorloofd verzuim.
Of de inburgeringsplichtige verwijtbaarheid kan worden aangerekend bepaalt het college per individueel geval. In het geval dat de overtreding de inburgeringsplichtige kan worden verweten, legt het college een bestuurlijke boete op. In het geval dat de inburgeringsplichtige gedeeltelijk verwijtbaarheid kan worden aangerekend, kiest het College voor een lagere bestuurlijke boete.
Artikel 10 Bestuurlijke boetes bij verwijtbare overtredingen
De inburgeringsplichtige kan in ieder geval, overeenkomstig artikel 9 lid 1 van de Verordening wet inburgering, een bestuurlijke boete krijgen van € 50,00 per overtreding tot een maximum boete van € 250,00 overeenkomstig artikel 10 lid 1 van de Verordening wet inburgering, indien hij verwijtbaar:
De inburgeringsplichtige kan in ieder geval, overeenkomstig artikel 9 lid 2 van de Verordening wet inburgering, een bestuurlijke boete krijgen van € 100,00 per overtreding tot een maximum boete van € 500,00 overeenkomstig artikel 10 lid 2 van de Verordening wet inburgering, indien hij verwijtbaar:
De inburgeringsplichtige kan in ieder geval, overeenkomstig artikel 9 lid 3 van de Verordening wet inburgering, een bestuurlijke boete krijgen van € 150,00 per overtreding tot een maximum boete van € 1.000,00 overeenkomstig artikel 10 lid 3 van de Verordening wet inburgering, indien hij verwijtbaar:
Hoofdstuk 7 Verwijtbaarheid bij overtredingen voor vrijwillige inburgeraars
Artikel 11 Sanctie bij verwijtbaar handelen
Er is sprake van verwijtbaar handelen indien de vrijwillige inburgeraar zonder dringende reden zich niet houdt aan de verplichtingen, bedoeld in artikel 7, eerste lid, artikel 23, eerste lid, artikel 25, vierde lid, artikel 31, tweede lid onder a, van de Wet inburgering of aan de verplichtingen, bedoeld in artikel 6 van de Verordening wet inburgering.
Onder dringende reden wordt in ieder geval verstaan aantoonbaar geoorloofd (langdurig) verzuim door werk, zwangerschapsverlof, ziekte (na ziekmelding), ernstige ziekte of overlijden van bloed- of aanverwanten, huwelijk of bijwonen van een huwelijk van bloed- of aanverwanten, verhuizing binnen of buiten de gemeente, het tijdelijk ontbreken van passende kinderopvang en het tijdelijk ontbreken van passend aanbod van een inburgeringsvoorziening. In alle overige gevallen is er sprake van ongeoorloofd verzuim.
Of de vrijwillige inburgeraar verwijtbaarheid kan worden aangerekend bepaalt het college per individueel geval. In het geval dat de overtreding de vrijwillige inburgeraar kan worden verweten, legt het college een sanctie op. In het geval dat de vrijwillige inburgeraar gedeeltelijk verwijtbaarheid kan worden aangerekend, kiest het college voor een lagere sanctie.
Artikel 13 Sanctie bij verwijtbare overtredingen
De vrijwillige inburgeraar kan in ieder geval, overeenkomstig artikel 9 lid 1 van de Verordening Wet inburgering, een bestuurlijke boete krijgen van € 50,00 per overtreding tot een maximum boete van € 250,00 overeenkomstig artikel 10 lid 1 van de Verordening wet inburgering, indien hij verwijtbaar:
De inburgeringsplichtige kan in ieder geval, overeenkomstig artikel 9 lid 2 van de Verordening Wet inburgering, een sanctie krijgen van € 100,00 per overtreding tot een maximum boete van € 500,00 overeenkomstig artikel 10 lid 2 van de Verordening wet inburgering, indien hij verwijtbaar: