Organisatie | Montferland |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en de invordering van Rioolheffing 2011 |
Citeertitel | Verordening rioolheffing 2011 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen.
Gemeentewet, artikel 228a
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
29-12-2010 | 01-01-2012 | Nieuwe regeling | 23-12-2010 Montferland Journaal, 28-12-2010 | geen |
Artikel 2 Aard van de belasting
Onder de naam rioolheffing wordt een directe belasting ter bestrijding van de kosten die voor de gemeente verbonden zijn aan:
Artikel 3 Belastbaar feit en belastingplicht
Met betrekking tot het gebruikersdeel, wordt als gebruiker aangemerkt:
a. degene die naar omstandigheden beoordeeld het perceel al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht gebruikt;b ingeval een gedeelte van een perceel –niet een gedeelte als bedoeld in artikel 4- voor gebruik is afgestaan: degene die dat gedeelte voor gebruik heeft afgestaan.
Artikel 4 Zelfstandige gedeelten
Indien gedeelten van een in artikel 3 bedoeld perceel blijkens hun indeling bestemd zijn om als afzonderlijk geheel te worden gebruikt, wordt de belasting geheven ter zake van elk zodanig bestemd gedeelte, met dien verstande dat indien twee of meer van die gedeelten tezamen als een geheel worden gebruikt, deze als één perceel wordt aangemerkt.
Artikel 5 Maatstaf van heffing
Ingeval gebruik wordt gemaakt van een pompinstallatie moet die pompinstallatie zijn voorzien van een:a. watermeter, waarvan de hoeveelheid opgepompt water kan worden afgelezen ofb. bedrijfsteller, waarvan het aantal uren dat een pompinstallatie met vaste capaciteit in bedrijf is geweest kan worden afgelezen.De eerste volzin is niet van toepassing indien vaststelling van de hoeveelheid opgepompt water geschied op grond van enige andere wettelijke bepaling.
Indien de in artikel 3, eerste lid bedoelde perceel, in verband met het ontbreken van een afzonderlijke watermeter, niet de hoeveelheid afvalwater kan worden vastgesteld zoals hiervoor omschreven wordt:a. Voor tot woning dienende perceel de hoeveelheid afvalwater bepaald op 45 m³ per persoon, per jaar;b. Voor de gebruikers van niet tot woning dienende percelen de verdeelsleutel gehanteerd zoals deze door de respectievelijke gebruikers worden gebruikt voor de onderlinge verdeling van de waternota van waterbedrijf Vitens N.V. en bij het ontbreken van een dergelijke regeling overgaan tot een zo reëel mogelijke verdeling op basis van de beschikbare gegevens.
Het belastingjaar omvat een aaneengesloten periode van 12 maanden, die gelijk is aan de tot 12 maanden herleide verbruiksperiode, met dien verstande dat indien die periode is gelegen in twee kalenderjaren het voor die kalenderjaren geldende tarief per 1m³ afvalwater naar tijdsevenredigheid wordt toegepast. Indien geen water wordt afgenomen van waterbedrijf Vitens N.V. is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.
Artikel 9 Termijn van betaling
Het bij wege van aanslag geheven heffing als bedoeld in artikel 8, 4e lid, moet in afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 betaald worden in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet vermeld en de tweede twee maanden later.
In afwijking van het bepaalde in het tweede lid geldt, ingeval machtiging is verleend tot automatische incasso van het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet gemeentelijke heffingen niet meer is dan € 2.000,-, de aanslagen moeten worden betaald in 8 gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens een maand later, dit met in achtneming van het in artikel 10 lid 3 van de Regeling automatische Incasso Gemeentelijke Belastingen.Indien bovengenoemde aanslagen in april of later in het belastingjaar worden opgelegd, is het aantal betaaltermijnen gelijk aan de nog in het belastingjaar overblijvende vollekalendermaanden, met een minimum van drie termijnen.
De in het derde lid bedoelde machtiging tot automatische incasso wordt geacht niet te zijn verleend indien drie van de maximaal acht termijnen niet zijn betaald doordat automatische incasso van de betaalrekening van de belastingschuldige niet mogelijk blijkt dan wel binnen één maand na afschrijving zijn gestorneerd. Alsdan gelden de betaaltermijnen als bedoeld in het eerste lid.
Artikel 10 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsbelang
Indien de belastingplicht met betrekking tot het perceel voor de heffing als bedoeld in artikel 2 in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de heffing verschuldigd voor zoveel 365e gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde heffing als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle dagen overblijven;
Indien de belastingplicht met betrekking tot het perceel voor de heffing als bedoeld in artikel 2 in de loop van het belastingjaar eindigt, wordt teruggaaf verleend voor zoveel 365e gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde heffing als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle dagen overblijven.
Artikel 11 Uitreiking kennisgeving
Bevoegd tot de toezending of uitreiking van kennisgevingen in de vorm van nota’s van waterbedrijf Vitens N.V. is de directeur van waterbedrijf Vitens of de directeur sector Klanten van dat bedrijf.
Artikel 12 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de rioolheffing.