Organisatie | Werkendam |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Uitvoeringsreglement Wmo-adviesraad Werkendam 2011 |
Citeertitel | Uitvoeringsreglement Wmo-adviesraad Werkendam 2011 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp | Archief |
Regeling vervangt Uitvoeringsreglement Wmo-adviesraad Werkendam, vastgesteld op 25 mei 2010.
Regeling Wmo-adviesraad Werkendam 2010
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
04-02-2011 | 01-01-2011 | 01-01-2015 | Nieuwe regeling | 04-01-2011 Altena Nieuws, 27-01-2011 | WE/19562 |
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Werkendam;
gelezen het voorstel van 14 december 2010;
gelet op de ‘Verordening Wmo-adviesraad Werkendam 2010”, ingaande 1 juli 2010;
gelet op het advies van de Wmo-adviesraad Werkendam van1 december 2010;
vast te stellen het “Uitvoeringsreglement Wmo-adviesraad Werkendam 2011”, met bijbehorende toelichting.
HOOFDSTUK 1 - ALGEMENE BEPALINGEN
HOOFDSTUK 2 - SAMENSTELLING, BENOEMING EN ZITTINGSDUUR
De Wmo-adviesraad kent 5 kwaliteitszetels voor ervaringsdeskundigen, 5 gebiedsgebonden zetels en 1 zetel voor de gezamenlijke kerken. De leden van de Wmo-adviesraad kiezen uit hun midden een voorzitter en dragen deze ter benoeming voor aan het college. De voorzitter wordt ondersteund door een ambtelijk secretariaat.
a. De leden van de Wmo-adviesraad ontvangen een vergoeding voor werkelijk gemaakte kosten die voortvloeien uit het lidmaatschap van de Wmo-adviesraad.
b. De leden ontvangen per bijgewoonde overlegvergadering presentiegeld.
c. De voorzitter ontvangt een vergoeding conform de richtlijnen van het reglement "vergoedingsregeling niet-ambtelijke leden commissies". Daarnaast ontvangt de voorzitter een vergoeding voor werkelijk gemaakte kosten die voortvloeien uit de werkzaamheden ten behoeve van de Wmo-adviesraad.
Artikel 3 - Benoeming, ontslag en zittingsduur
HOOFDSTUK 3 - DOELSTELLING, TAKEN EN BEVOEGDHEDEN
Artikel 4 - Taken en bevoegdheden Wmo-adviesraad
De Wmo-adviesraad heeft tot taak het college gevraagd en ongevraagd te adviseren over alle onderwerpen die de vorming, de vaststelling, de uitvoering en de evaluatie van het gemeentelijk Wmo-beleid betreffen.
Dit vertaalt zich in een drieledige functie:
Een beleidsmatige functie: de gemeente streeft ernaar de invulling van het beleid zo dicht mogelijk te laten aansluiten op de ondersteuningsbehoefte en de zorgvraag. Daarvoor moet er voldoende kennis zijn van de praktijk. De Wmo-adviesraad is in dat kader een belangrijke informatiebron voor de gemeente;
De Wmo-adviesraad stelt jaarlijks een verslag op. Hierin wordt verslag gedaan van de werkzaamheden en activiteiten van de Wmo-adviesraad in het betreffende jaar. Het jaarverslag bevat in elk geval een overzicht van de onderwerpen waarover de Wmo-adviesraad heeft geadviseerd. De Wmo-adviesraad legt het jaarverslag voor 1 april aan het college voor.
Tot de taak van de voorzitter behoort:
Artikel 6 - Taken ambtelijk secretariaat
Tot de taken van het ambtelijk secretariaat behoren:
HOOFDSTUK 4 - VERGADERINGEN, VERGADERORDE EN BESLUITVORMING
a. Ieder lid heeft het recht schriftelijk voorstellen aan de Wmo-adviesraad te doen en onderwerpen ter bespreking voor te dragen.
Deze voorstellen c.q. bespreekpunten worden bij de voorzitter of het ambtelijk secretariaat ingediend met het verzoek deze op de agenda te plaatsen.
b. Het ambtelijk secretariaat plaatst deze voorstellen, in overleg met de voorzitter, op de agenda van de eerstvolgende vergadering.
HOOFDSTUK 5 - ADVISERING AAN HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS
Artikel 10 - Verplicht advies inwinnen
Artikel 11 - Informatie en faciliteiten
Artikel 12 - Nadere voorschriften stellen
Het college kan ter uitvoering van dit uitvoeringsreglement of in zaken waarin dit uitvoeringsreglement niet voorziet, nadere voorschriften geven.
Artikel 13 - Wijzigingen in Uitvoeringsreglement
Wijziging of intrekking van dit uitvoeringsreglement vindt niet plaats dan nadat de Wmo-adviesraad daarover is gehoord.
Jaarlijks presenteert het college aan de gemeenteraad voor 1 mei een evaluatie van het functioneren van de Wmo-adviesraad.
Dit Uitvoeringsreglement wordt aangehaald als "Uitvoeringsreglement Wmo-adviesraad Werkendam 2011” en treedt in werking op 1 januari 2011.
Het op 25 mei 2010 vastgestelde “Uitvoeringsreglement Wmo-adviesraad Werkendam” wordt ingetrokken met ingang van 1 januari 2011.
Aldus vastgesteld in de vergadering van het college van Werkendam van 4 januari 2011.
De secretaris, De burgemeester,
Drs. H.A. Koenen mw. Drs. C.G.J. Breuer
ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ UITVOERINGSREGLEMENT WMO-ADVIESRAAD WERKENDAM 2010
Dit artikel beschrijft een aantal begrippen zoals die in het Uitvoeringsreglement worden genoemd.
De verordening Wmo-adviesraad Werkendam stelt in artikel 2 dat het college zorg draagt voor het instellen en instandhouden van een Wmo-adviesraad. De verordening geeft aan het college de bevoegdheid om in samenwerking met andere gemeenten een gezamenlijke Wmo-adviesraad in te stellen.
Van deze mogelijkheid maakt het college vooralsnog geen gebruik. Hoewel de beleidsvorming en de uitvoering van de Wmo op een aantal prestatievelden gezamenlijk plaatsvindt met de gemeente Woudrichem, wordt vooralsnog gekozen voor een afzonderlijke adviesraad per gemeente. Indien er in de toekomst bij de gezamenlijke Wmo-adviesraden van Werkendam en Woudrichem voldoende draagvlak bestaat voor één gezamenlijke adviesraad, zal het college dit in overleg met het college van Woudrichem in overweging nemen.
De Wmo-adviesraad is het vaste overlegorgaan van de gemeente voor alle aspecten van het Wmo-beleid. Het formele overleg tussen de Wmo-adviesraad en de gemeente vindt plaats via de overlegvergadering.
De gemeente zorgt via het ambtelijk secretariaat voor de voorbereiding en verslaglegging van deze vergaderingen. Bij de overlegvergaderingen is een ambtelijke vertegenwoordiging aanwezig. Deze ambtelijke afvaardiging is namens de gemeente de gesprekspartner van de Wmo-adviesraad.
Wanneer de Wmo-adviesraad onderwerpen bespreekt die gericht zijn op voorbereiding, op advisering dan wel op overleg met de gemeente, kan de Wmo-adviesraad ervoor kiezen dit vooraf te doen, zonder ambtelijke afvaardiging. In dat geval treedt de ambtelijke afvaardiging pas halverwege de vergadering tot de overlegvergadering toe.
Naast de formele overlegvergaderingen kan de Wmo-adviesraad ook in eigen kring overleg voeren, doelgroepen raadplegen en adviesaanvragen voorbereiden. Voor deze en andere activiteiten stelt het college geen ambtelijke ondersteuning beschikbaar. Indien de Wmo-adviesraad voor het uitvoeren van dergelijke activiteiten behoefte heeft aan secretariële- c.q. administratieve ondersteuning, kan hiervoor aan het college een budget gevraagd worden. Hetzelfde geldt voor het inwinnen van externe deskundigheid.
De Wmo-adviesraad kan ambtenaren van de gemeente uitnodigen voor het bijwonen van niet-overlegvergaderingen, bijvoorbeeld voor het toelichten van Wmo-beleidsvoornemens.
Lid van de Wmo-adviesraad is degene die als zodanig door het college is benoemd. Deze persoon neemt deel aan de overlegvergaderingen. Hij ontvangt daarvoor presentiegeld.
Artikel 2 Samenstelling, benoeming en zittingsduur
Bij de burgerparticipatie Wmo stellen de gemeenteraad en het college de inwoners waarop de Wmo zich richt centraal. De leden van de Wmo-adviesraad worden geacht alle doelgroepen van de Wmo te vertegenwoordigen. De Wmo richt zich niet uitsluitend op het beleidsterrein zorg, maar ook op bijv. het bevorderen van de leefbaarheid in dorpen, wijken en buurten. De Wmo-adviesraad bestaat daarom naast ervaringsdeskundigen uit vertegenwoordigers uit de diverse dorpskernen van de gemeente. Tot slot heeft één lid zitting namens de gezamenlijke kerken.
Leden van de Wmo-adviesraad mogen geen lid zijn van de gemeenteraad of van gemeentelijke adviescommissies en ze mogen niet werkzaam zijn bij de gemeente Werkendam. Een uitzondering wordt gemaakt voor het lidmaatschap van de gezamenlijke cliëntenraad sociale zekerheid Werkendam / Woudrichem. Het beleidsterrein WWB kent een aantal nauwe relaties met de Wmo. Gelet hierop is het geen bezwaar wanneer dezelfde persoon zowel lid zou zijn van de cliëntenraad WWB als van de Wmo-adviesraad.
Betrokkenheid en bekendheid met het terrein van de Wmo is een noodzaak om de voorzittersrol te kunnen vervullen.
De functie van het ambtelijk secretariaat wordt vervuld door een ambtenaar van de gemeente Werkendam. Deze ambtenaar woont de overlegvergaderingen van de Wmo-adviesraad bij en zorgt voor verslaglegging. Naast het voorbereiden van de vergadering als genoemd in artikel 7, stelt hij tijdig relevante informatie ter beschikking aan de Wmo-adviesraad. Op verzoek van de Wmo-adviesraad zorgt hij voor aanlevering van samenvattingen van beleidsstukken. Hij ziet er op toe dat de adviesaanvragen van de gemeente duidelijk aan de Wmo-adviesraad worden voorgelegd. Het ambtelijk secretariaat is het ambtelijke aanspreekpunt voor de communicatie met de Wmo-adviesraad.
De taken van het ambtelijk secretariaat beperken zich tot de werkzaamheden m.b.t. de overlegvergaderingen.
Verdere secretariële- of administratieve ondersteuning wordt niet verstrekt door het ambtelijk secretariaat. Voor dergelijke ondersteuning kan de Wmo-adviesraad jaarlijks een budget aanvragen. Dat geldt tevens voor ondersteuning door een externe deskundige.
De overlegvergadering vormt het formele periodiek overleg tussen de Wmo-adviesraad en de gemeente. Als gesprekspartner van de gemeente zijn bij dit overleg één of meerdere ambtenaren aanwezig die werkzaam zijn op het beleidsterrein Wmo. Het college wijst deze ambtenaren aan. De aanwezigheid dient om kennis te nemen van de standpunten van de Wmo-adviesraad. Op verzoek van de Wmo-adviesraad kunnen de ambtenaren een toelichting geven op adviesaanvragen en op actuele ontwikkelingen.
De leden van de Wmo-adviesraad ontvangen een vergoeding voor kosten die zij moeten maken om deel te kunnen nemen aan de activiteiten van de Wmo-adviesraad. Hiertoe worden o.a. de kosten gerekend van kinderopvang en reiskosten.
Om waardering uit te spreken voor hun inzet, ontvangen de leden daarnaast per bijgewoonde overlegvergadering presentiegeld.
De voorzitter ontvangt naast een onkostenvergoeding een vaste vergoeding
per vergadering. Dit geldt tevens voor de plaatsvervangend voorzitter, indien bij afwezigheid van de voorzitter de plaatsvervanger optreedt als voorzitter.
De Wmo-adviesraad kan besluiten tot een verdere vertakking van de structuur. Dat wil zeggen
dat het formeren van werkgroepen tot de mogelijkheden behoort, waarbij de betreffende
afgevaardigde in de Wmo-adviesraad kan optreden als voorzitter van een dergelijke
werkgroep. Gelet op de samenhang in het Wmo-beleid met de gemeente Woudrichem, is het
denkbaar dat vanuit de twee Wmo-adviesraden gezamenlijke werkgroepen gevormd worden.
Het college laat de nadere uitwerking van deze mogelijkheden over aan de Wmo-adviesraad.
De leden van de Wmo-adviesraad zijn ervaringsdeskundigen of ze zijn benoemd op een gebiedgebonden zetel. Zij worden geacht alle doelgroepen an de Wmo te vertegenwoordigen.
Het tussentijds aftreden conform een op te stellen aftredingsschema vindt plaats om de benodigde continuïteit in de Wmo-adviesraad te garanderen.
Het college benoemt de leden van de Wmo-adviesraad.
Voor de afgevaardigde namens de gezamenlijke kerken nodigt het college de gezamenlijke kerken uit om kandidaten af te vaardigen.
De profielschets voor de voorzittersfunctie wordt in overleg met de Wmo-adviesraad opgesteld. De Wmo-adviesraad selecteert de voorzitter uit zijn midden en draagt deze ter benoeming voor aan het college.
Bij herbenoeming van de voorzitter is instemming van de Wmo-adviesraad vereist.
De Wmo-adviesraad kiest uit haar midden een plaatsvervangend voorzitter, zodat bij afwezigheid van de voorzitter de vergadering toch doorgang kan vinden.
Bij tussentijds ontslag van een lid plaatst het college een oproep voor een nieuw lid.
Het college kan tot ontslag overgaan, indien de Wmo-adviesraad hier in ruime meerderheid, minstens tweederde, om verzoekt. Het verzoek dient met redenen omkleed te zijn. Een dergelijke situatie zou zich kunnen voordoen, indien de Wmo-adviesraad, na grondige afweging, tot de conclusie is gekomen dat er sprake is van een onwerkbare situatie.
Het college draagt er zorg voor dat vacatures zo snel mogelijk worden vervuld.
In de verordening worden de doelstelling en de taken van de burger- en cliëntenparticipatie binnen de Wmo genoemd.
De doelstelling is tweeledig. Het gaat er in eerste instantie om dat belanghebbenden optimaal
betrokken zijn bij de voorbereiding, vaststelling, uitvoering en evaluatie van het Wmo-beleid.
Vervolgens gaat het er om dat die betrokkenheid bijdraagt aan het vormgeven en verbeteren
van het Wmo-beleid. Het college neemt kennis van de opvattingen en wensen van de Wmo-
adviesraad en betrekt die standpunten bij de vormgeving van het beleid en de uitvoering.
Deze participatiedoelstelling leidt er toe dat de taak van de Wmo-adviesraad breed wordt
uitgelegd. Het gaat om belangenbehartiging in de ruimste zin van het woord.
Benadrukt wordt dat het gaat om collectieve belangenbehartiging. Dit betekent dat
de individuele situaties van cliënten c.q. inwoners niet aan de orde komen. Hiervoor staat de
klachtenprocedure en de bezwaarschriftenprocedure open.
De Wmo-adviesraad kan het college steeds ongevraagd adviseren over het inhoudelijke beleid en de uitvoering daarvan. Ook kan de Wmo-adviesraad zelf voorstellen aanreiken met het verzoek aan het college hierop beleid te ontwikkelen. De Wmo-adviesraad kan structurele uitvoeringsproblemen aankaarten bij het college. Daarnaast is het college verplicht, zoals aangegeven in het derde lid, om de Wmo-adviesraad over de daar genoemde onderwerpen om advies te vragen.
De Wmo-adviesraad kan er voor kiezen om t.a.v. de advisering van onderwerpen, waarvoor de gemeenten Werkendam en Woudrichem hetzelfde beleid voeren, afstemming te zoeken met de Wmo-adviesraad van Woudrichem. Het is daarbij mogelijk dat de twee Wmo-adviesraden één gezamenlijk advies uitbrengen aan de beide colleges.
Het is van belang dat de adviesrol van de Wmo-adviesraad zo groot mogelijk is. Om die rol te kunnen uitvoeren, wordt de Wmo-adviesraad al vroegtijdig betrokken bij de beleidsvoorbereiding. Om tot een reële invloed van de Wmo-adviesraad te komen, dient het college in een zo vroeg mogelijk stadium van beleidsvoorbereiding de Wmo-adviesraad om advies te vragen.
Bij de beleidsvoorbereiding betekent dit bijvoorbeeld dat niet enkel een uitgewerkte nota, maar reeds in het beginstadium ook een startnotitie, een contourennota etc. aan de Wmo-adviesraad wordt voorgelegd. Het gaat er om dat de Wmo-adviesraad al in een eerste fase de mogelijkheid heeft een reactie te geven.
Het vragen om advies ten aanzien van beleidsvorming en evaluatie is een verplichting voor het college. Daarnaast kan het college te allen tijde advies vragen over andere onderwerpen, waaronder de uitvoering van het beleid.
Situaties rondom individuele cliënten c.q. inwoners worden niet besproken. De Wmo-adviesraad heeft echter ook een signalerende functie. Als individuele klachten en knelpunten de Wmo-adviesraad ter ore komen, kunnen deze aan de orde worden gesteld als deze voor meer belanghebbenden of groepen van belanghebbenden gelden. M.a.w., de wijze van uitvoering van klachten- en bezwaarprocedures behoort tot onderwerp van overleg met de Wmo-adviesraad.
Het college geeft aan, vóór de eerstvolgende vergadering van de Wmo-adviesraad, in welke gevallen is afgeweken van het advies van de Wmo-adviesraad.
De Wmo-adviesraad stelt een jaarverslag op. Het jaarverslag bevat een opsomming van de activiteiten die de Wmo-adviesraad in het betreffende jaar heeft uitgevoerd. Het college brengt het jaarverslag ter kennisname van de gemeenteraad.
De belangrijkste taken van de voorzitter en het ambtelijk secretariaat worden hier genoemd.
Per jaar vinden er in beginsel maximaal acht vergaderingen plaats. Het ambtelijk secretariaat maakt aan het begin van het kalenderjaar een voorstel met data waarop vergaderd wordt.
De vergaderingen zijn openbaar, enerzijds uit een oogpunt van openheid en anderzijds om de betrokkenheid met de doelgroepen zo groot mogelijk te laten zijn. Het ambtelijk secretariaat zorgt voor openbare bekendmaking van de vergaderingen.
Minstens eenmaal per jaar vergadert de Wmo-adviesraad met de wethouder Wmo. Het is mogelijk dit overleg te laten samenvallen met één van de acht vergaderingen als genoemd in lid 1. De Wmo-adviesraad kan de wethouder uitnodigen om ook bij andere overlegvergaderingen aanwezig te zijn.
De Wmo bestrijkt een groot aantal onderwerpen, waarvan sommige onderdelen ook de portefeuille van een andere wethouder kunnen betreffen. In verband daarmee kan de Wmo-adviesraad voor specifieke onderwerpen ook andere wethouders uitnodigen de vergadering bij te wonen.
Dit artikel regelt onder meer de wijze waarop de leden onderwerpen voor de agenda van het overleg kunnen aanmelden.
Om te kunnen beraadslagen moet minimaal de helft van het aantal leden aanwezig zijn. Indien er vacatures zijn waarvoor nog geen invulling heeft plaats gevonden, worden deze vacatures in het kader van dit artikel in mindering gebracht op het totaal aantal leden als genoemd in artikel 3 lid 1.
Het college is verplicht over de genoemde onderwerpen advies te vragen aan de Wmo-adviesraad, voordat een besluit wordt genomen.
In artikel 4, tweede lid, staat dat het college de Wmo-adviesraad vroegtijdig betrekt bij de beleidsvoorbereiding.
Het vragen om advies ten aanzien van beleidsvorming en evaluatie is een verplichting voor het college. Daarnaast kan het college te allen tijde advies vragen over andere onderwerpen, waaronder de uitvoering van het beleid.
Op een aantal beleidsonderdelen van de Wmo werken de gemeenten Werkendam en Woudrichem nauw samen. Bij de toelichting van artikel 4, eerste lid, wordt dat reeds genoemd. De Wmo-adviesraad kan er voor kiezen een gezamenlijk advies uit te brengen aan de beide colleges. Een dergelijke afstemming in het adviestraject draagt bij aan een efficiënt besluitvormingsproces.
Daarnaast is het mogelijk dat het college de Wmo-adviesraad verzoekt het advies vooraf af te stemmen met de Wmo-adviesraad van Woudrichem.
Ook is het mogelijk dat de beide colleges hun Wmo-adviesraden verzoeken om één gezamenlijk advies uit te brengen. In dat geval ligt het voor de hand dat de beide Wmo-adviesraden gezamenlijk de advisering voorbereiden. Overigens laat het college de wijze waarop dit gezamenlijk advies tot stand komt, over aan de Wmo-adviesraden. Met betrekking tot de onderlinge afstemming kan het ambtelijk secretariaat daarbij desgewenst een coördinerende rol vervullen.
Art. 11 van de Wmo schrijft voor dat de leden van de Wmo-adviesraad de benodigde informatie van de gemeente moeten ontvangen om adequaat deel te kunnen nemen aan het overleg. Dit artikel sluit hierbij aan.
Het college zorgt ervoor dat de vergaderstukken voldoende informatie bevatten. De stukken worden in beknopte, heldere vorm aan de Wmo-adviesraad voorgelegd.
Daarnaast verstrekt het ambtelijk secretariaat relevante aanvullende schriftelijke informatie of verwijst naar instellingen c.q. organisaties waar deze informatie verkrijgbaar is. Relevante uitvoeringsrapportages worden aan de Wmo-adviesraad ter hand gesteld.
Het college biedt faciliteiten aan waarmee de leden van de Wmo-adviesraad hun kennis kunnen vergroten, bijvoorbeeld op het terrein van scholing, informatiebijeenkomsten etc. Ook bekostigt het college de uitgaven die noodzakelijk zijn voor het vergroten van de kennis en de kwaliteit van de leden van de Wmo-adviesraad, zoals het lidmaatschap van provinciale - en landelijke koepelorganisaties, abonnementen op relevante publicaties etc.
Tot de faciliteiten die het college beschikbaar stelt, behoren voorts:
Het college stelt jaarlijks aan de hand van de door de Wmo-adviesraad in te dienen begroting de hoogte van het budget vast. In de begroting geeft de Wmo-adviesraad een specificatie van de geraamde uitgaven voor het betreffende jaar.
Indien het college nadere voorschriften wil vaststellen die betrekking hebben op dit Uitvoeringsreglement, wordt dit gedaan in overleg met de Wmo-adviesraad.
Aanpassen of intrekken van de verordening ‘Wmo-adviesraad Werkendam’ en het ‘Uitvoeringsreglement Wmo-adviesraad’ kan uitsluitend na overleg met de Wmo-adviesraad.
Het is gewenst om jaarlijks te bezien in hoeverre het functioneren van de Wmo-adviesraad beantwoordt aan de doelstellingen.
Aan de hand van de evaluatie kunnen de Wmo-adviesraad en/of het college bijvoorbeeld tot de conclusie komen dat bijstellingen in de werkwijze wenselijk zijn of dat aanpassing van de verordening c.q. het uitvoeringsreglement nodig is. Ook kan het gewenst zijn om de vergaderfrequentie van de vergaderingen aan te passen.
Het college stelt een evaluatieverslag op. Voordat dit verslag naar de gemeenteraad gaat, legt het college het ter advisering voor aan de Wmo-adviesraad.
Met het evaluatieverslag legt het college het jaarverslag van de Wmo-adviesraad ter kennisname aan de gemeenteraad voor.
Dit artikel noemt de citeertitel en de ingangsdatum van het Uitvoeringsreglement.