Organisatie | Enschede |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Uitgiftebesluit Parkeervergunningen 2008 |
Citeertitel | Uitgiftebesluit Parkeervergunningen 2008 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp |
Deze regeling is vervangen door Uitgiftebesluit parkeervergunningen 2016
(artikel B, lid 2) Parkeerverordening, verordening Parkeerbelastingen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2016 | 01-01-2016 | Intrekking | 14-12-2015 | Onbekend | |
09-09-2008 | 01-01-2016 | Onbekend | 09-09-2008 Onbekend | Onbekend |
Burgemeester en Wethouders van Enschede,
overwegende dat nadere regels dienen te worden gesteld aangaande de Verordening Parkeerbelastingen 2007 en de Parkeerverordening 2007 zoals vastgesteld door de Gemeenteraad in zijn vergadering van 14 mei 2007.
Gelet op artikel B, lid 2 van de Parkeerverordening,
brengen ter algemene kennis dat zij in hun vergadering van 9 september 2008 hebben besloten vast te stellen de volgende nadere regels aangaande de Parkeerverordening en de Verordening Parkeerbelastingen:
UITGIFTEBESLUIT PARKEERVERGUNNINGEN 2008 OP GROND VAN DE PARKEERVERORDENING EN DE VERORDENING PARKEERBELASTINGEN
a aan de houder(s) van maximaal twee motorvoertuigen ten hoogste twee parkeervergunningen verleend of;
b aan de houder van een motorvoertuig ten hoogste één vergunning en één bezoekersvergunning verleend of;
c ten hoogste één bezoekersvergunning verleend:
d en ten hoogste vijf boekjes á 10 stuks krasvergunningen per jaar verleend.
Indien de aanvrager bewoner is van een zelfstandige woning al dan niet in een wooncomplex en beschikt over één of meer eigen parkeerplaatsen als bedoeld in lid 6, wordt het maximale aantal op grond van de voorgaande leden verleenbare vergunningen, met uitzondering van lid 3d, verminderd met het aantal dat overeenkomt met het aantal eigen parkeerplaatsen.
Onder een eigen parkeerplaats bij een zelfstandige woning al dan niet in een wooncomplex wordt verstaan: een parkeerplaats in een garage of op een terrein (met een lengte groter of gelijk aan vijf meter), waarover de aanvrager kan beschikken, of de beschikking kan krijgen, omdat deze volgens een Raadsbesluit, een bouwvergunning, een erfpacht- of splitsingsakte of een huur- of koopovereenkomst voor gebruik bij de woning van de aanvrager is bestemd.
II Vergunningen voor zakelijke belanghebbenden in verband met de uitoefening van bedrijf of beroep
1.Op grond van Afdeling II, Artikel D, lid 1 van de Parkeerverordening wordt per bedrijf, per vijf werknemers, maximaal één vergunning verleend onder aftrek van de eigen parkeerplaatsen. In het geval er sprake is van aanzienlijke percentages parttime medewerkers, geldt een daarvan afwijkende regeling. In dergelijke situaties wordt onder werknemers verstaan het aantal fulltime fte dat op een adres werkzaam kan zijn. Daarvoor geldt als richtlijn maximaal 1fte per 20 m2 brutovloeroppervlak.
Onder een eigen parkeerplaats bij een bedrijf wordt verstaan: een parkeerplaats in een garage of op een terrein, waarover de aanvrager kan beschikken of de beschikking kan krijgen, omdat deze volgens een Raadsbesluit, een bouwvergunning, een erfpacht- of splitsingsakte of een huur- of koopovereenkomst voor gebruik bij het bedrijf van de aanvrager is bestemd.
2.Beroepen of bedrijven worden beschouwd als één beroep en als één bedrijf als de vestigingsadressen hetzelfde zijn, als het een aaneengesloten bebouwing betreft, of als er sprake is van een juridische constructie waaruit moet worden geconcludeerd dat het in
wezen één beroep of bedrijf betreft, blijkende uit een recente inschrijving bij de Kamer van Koophandel, tenzij het tegendeel door aanvrager wordt aangetoond.
Een aanvrager, zijnde een werknemer of werkgever van een bedrijf of instelling, dient zich te legitimeren, een bewijs van inschrijving van de Kamer van Koophandel te overleggen, aan te kunnen tonen dat het kunnen beschikken over een parkeerplaats in de zone waar dat bedrijf of die instelling is gevestigd, noodzakelijk is en dat het bedrijf of de instelling zelf over geen of minder dan het conform de geldende parkeernormen noodzakelijke aantal parkeerplaatsen beschikt.
Samenloop: indien een aanvrager van een vergunning zowel in aanmerking kan komen voor een vergunning als bedoeld in Afdeling II, Artikel C, als een vergunning bedoeld in Afdeling II, Artikel D van de Parkeerverordening, dan wordt uitsluitend de vergunning als bewoner bedoeld in Afdeling II, Artikel C verleend.
1.Van een bezoekersvergunning als bedoeld in Afdeling II, Artikel C, lid 2 en Afdeling II, Artikel D, lid 2, mag geen gebruik worden gemaakt door een bewoner of de eigenaar of medewerker van het bedrijf van de zone waarvoor de vergunning geldt. Op de bezoekersvergunning wordt het adres van de aanvrager vermeld.
Een nutsvergunning als bedoeld in Afdeling II, Artikel E, lid 2 wordt op aanvraag van een overheidsorganisatie of organisatie voor algemeen nut verleend, ten behoeve van als zodanig herkenbare bedrijfsvoertuigen, waarmee structureel en regelmatig in het betaald parkeergebied werkzaamheden dienen te worden uitgevoerd. Onder algemeen nut wordt verstaan bedrijfsvoertuigen van netwerkbedrijven (gas, water, elektriciteit, telefonie en kabel), lokale en regionale omroepbedrijven en daarmee vergelijkbaar.
Een overheidsvergunning als bedoeld in Afdeling II, Artikel E, lid 3 wordt zonder nadere voorwaarden verleend, ten behoeve van als zodanig herkenbare bedrijfsvoertuigen van de gemeente, alsmede ten behoeve van voertuigen van medewerkers van de gemeente waarmee structureel en regelmatig anders dan in gemeentelijke kantoren in het betaald parkeergebied werkzaamheden dienen te worden verricht.
V Algemene voorwaarden parkeervergunning
Het parkeren krachtens een vergunning als bedoeld in Afdeling II, Artikel C, D en E van de Parkeerverordening (met uitzondering van de houders van een transponderkaart) is slechts toegestaan, indien de vergunning met de zijde met daarop vermeld de geldigheidsduur, de locatie of het unieke nummer op een van buitenaf duidelijk leesbare wijze, achter de voorruit van het motorvoertuig is aangebracht; wordt aan het vorenstaande niet voldaan, dan wordt geacht dat er geparkeerd wordt zonder te betalen.
Op de vergunning, de bezoekersvergunning, de abonnementskaart, de sleutel en de transponderkaart mogen eigenhandig geen wijzigingen worden aangebracht. Wijziging van een of meer van de omstandigheden die relevant zijn geweest voor het verlenen van een vergunning, dient de vergunninghouder te melden bij de Afdeling Publieksdienstverlening (Stadskantoor, Hengelosestraat 51), onder overlegging van de vergunning. Voor een eventuele wijziging van het kenteken of veranderingen van bij de aanvraag verstrekte gegevens dient de aanvrager zich ook te melden bij de Afdeling Publieksdienstverlening (Stadskantoor, Hengelosestraat 51); een legitimatie, het kentekenbewijs deel II of leasecontract en de desbetreffende parkeervergunning dienen hierbij te worden getoond. De kosten van wijziging van het kenteken staan, indien deze worden gevraagd, vermeld in de tarieventabel van de legesverordening.
Restitutie van parkeergeld als bedoeld in Afdeling II, Artikel 5, lid C, sub 2 van de Verordening Parkeerbelastingen kan slechts worden verleend bij tussentijdse beëindiging van de parkeervergunning en in bruikbare staat verkeren van de eventueel verstrekte sleutel of transponderkaart. Het minimumbedrag is opgenomen in de Verordening Parkeerbelastingen.
VI Bijzondere voorwaarden met betrekking tot parkeervergunningen op parkeerplaatsen met transponders of bij beugels
VII Bijzondere voorwaarden met betrekking tot parkeervergunningen voor parkeerterreinen met transponderkaarten
VIII Aanvragen en verlengen parkeervergunningen (straten en terreinen)
Vergunninghouders krijgen uiterlijk één maand voor het einde van het kalenderjaar een brief, dat een vergunning voor het volgende kalenderjaar gereed zal worden gemaakt, zodra zij de daarvoor verschuldigde parkeerbelasting hebben voldaan. Wordt de parkeerbelasting niet voor de in de aan de vergunninghouder gerichte brief vermelde datum betaald, dan wordt de vergunninghouder geacht geen prijs te stellen op verlenging van de vergunning.
In geval een vergunninghouder die een borgsom heeft betaald (voor een sleutel bij beugels, transponderkaart of vergelijkbaar) de parkeervergunning voor het volgende kalenderjaar niet tijdig voor de aangegeven datum zoals aangegeven in het toegezonden bericht opzegt of verlengt, vindt geen restitutie van de borgsom plaats en vervalt de vergunning. Voorzover sprake is van een parkeerbeugel wordt deze verwijderd en wordt de toegang tot andere voorzieningen (met een transponderkaart of vergelijkbaar) geblokkeerd.
IX Vergunningen voor een gedeelte van een kalenderjaar
1.In het geval een vergunning in de loop van een kalenderjaar wordt aangevraagd wordt het parkeergeld berekend naar rato van het verschuldigde parkeergeld voor een jaarvergunning, op basis van het aantal kalenderdagen tot het einde van het desbetreffende kalenderjaar. Een maand wordt daarbij gesteld op dertig dagen; de dag waarop de vergunning wordt verleend, wordt meegerekend.
Als volgorde bij de wachtlijst voor vergunningen in zone 1 wordt aangehouden: hoe groter de afstand van de ingang van het adres van de aanvrager tot de dichtstbijzijnde ingang van een parkeergarage waar door de gemeente abonnementen worden verstrekt, hoe hoger op de wachtlijst. De afstand wordt door de gemeente bepaald als bij de ontvangst van de aanvraag de aanvrager conform Artikel VIII, lid 3 op een wachtlijst wordt geplaatst.
XI Aantonen dat parkeerbelasting is voldaan
Teneinde aan te tonen dat parkeerbelasting voor het parkeren bij een parkeerautomaat is voldaan, dient het door de parkeerautomaat afgegeven parkeerticket op een zodanige wijze achter de voorruit van de auto te worden gelegd, dat de datum en de parkeertijd van buiten de auto leesbaar zijn (naar boven gericht).