De raad, het college en de burgemeester van de gemeente Rhenen;
ieder voor zover het hun bevoegdheden betreft;
gelezen het voorstel van het college;
gelet op artikel 7:13 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb);
besluiten
vast te stellen de volgende verordening: Verordening commissie
bezwaarschriften
Artikel 1. Begripsbepalingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
- a.
verwerend orgaan: bestuursorgaan dat het bestreden besluit heeft
genomen;
- b.
commissie: vaste commissie van advies voor de bezwaarschriften.
Artikel 2. Inleidende bepaling commissie
- 1.
Er is een commissie ter voorbereiding van de beslissing op bezwaren
tegen besluiten van de raad, het college en de burgemeester.
- 2.
De commissie is niet bevoegd ten aanzien van bezwaarschriften die zijn
ingediend tegen besluiten op grond van:
- a.
een wettelijk voorschrift inzake belastingen of de Wet
waardering onroerende zaken ;
- b.
besluiten die vanaf 1 januari 2011 zijn genomen op grond van de
Wet Werk en Bijstand (Wwb), de Wet Investeren in Jongeren(WIJ),
de Wet Inburgering, de Wet Inkomensvoorziening oudere en
gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW), de
Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk
arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ), het Besluit
bijstandverlening zelfstandigen (Bbz) en de uitvoering Regeling
tegemoetkoming kosten kinderopvang op basis van de Wet
Kinderopvang;
Artikel 3. Samenstelling van de commissie
- 1.
De commissie bestaat uit een voorzitter en ten minste twee leden.
- 2.
De voorzitter en de leden worden door het college benoemd, geschorst en
ontslagen.
- 3.
De voorzitter en de leden zijn niet woonachtig in de gemeente Rhenen en
kunnen geen deel uitmaken van of werkzaam zijn onder
verantwoordelijkheid van een bestuursorgaan van de gemeente Rhenen.
- 4.
De voorzitter en de leden beschikken over adequate en relevante
juridische en bij voorkeur ook bestuurlijke deskundigheid.
- 5.
Het college benoemt een aantal plaatsvervangende leden.
- 6.
De commissie regelt de vervanging van de voorzitter.
Artikel 4. Secretaris
- 1.
De secretaris van de commissie is een door het college aangewezen
ambtenaar.
- 2.
Het college wijst tevens een of meer plaatsvervangers van de secretaris
aan.
- 3.
De secretaris en zijn plaatsvervanger(s) zijn met betrekking tot hun
werkzaamheden voor de commissie slechts inhoudelijk verantwoording
verschuldigd aan de voorzitter en de leden.
Artikel 5. Zittingsduur
- 1.
De voorzitter en de leden van de commissie worden benoemd voor een
termijn van vier jaar. Het is mogelijk één keer herbenoemd te
worden.
- 2.
De voorzitter en de leden van de commissie kunnen op elk moment ontslag
nemen. Zij doen daarvan schriftelijk mededeling aan het college.
- 3.
De voorzitter en de leden kunnen door het college, bij een met redenen
omkleed besluit en tegen een daarin te bepalen datum van hun functie
worden ontheven, indien zij zodanige daden of gedragingen hebben
verricht, dat redelijkerwijs niet verlangd kan worden, dat hun
voorzitterschap respectievelijk lidmaatschap voortduurt, of indien de
vereiste bekwaamheid of geschiktheid wordt gemist om de taak als
voorzitter of lid naar behoren uit te voeren.
- 4.
De aftredende of ontslag nemende voorzitter of leden van de commissie
blijven hun functie vervullen totdat in de opvolging is voorzien. Dit
geldt niet voor de voorzitter en de leden die op grond van het bepaalde
in het vierdelid of uit hun functie zijn ontheven.
Artikel 6. Ingediend bezwaarschrift
- 1.
Op het ingediende bezwaarschrift wordt de datum van ontvangst
aangetekend.
- 2.
Het bezwaarschrift met de daarbij overgelegde stukken wordt onverwijld
in handen van de commissie gesteld.
- 3.
De secretaris zendt zo spoedig mogelijk na kennisneming van het
bezwaarschrift een bericht van ontvangst aan de indiener. In het bericht
van ontvangst wordt de te volgen procedure vermeld.
- 4.
Het verwerend orgaan doet de commissie de voor de behandeling van het
verweerschrift vereiste stukken en een verweerschrift, binnen een door
de commissie gestelde termijn, toekomen.
Artikel 7. Bemiddeling
De commissie onderzoekt of de zaak in der minne kan worden geschikt alvorens
de zaak in behandeling wordt genomen. De secretaris verricht daartoe de
nodige handelingen.
Artikel 8. Uitoefening bevoegdheden
De bevoegdheden ingevolge de hierna genoemde artikelen van de Awb worden
voor de toepassing van deze verordening uitgeoefend door de voorzitter van
de commissie:
- 1.
- 2.
artikel 6:6, wat betreft het de indiener stellen van een
termijn;
- 3.
artikel 6:17, voor zover het de verzending van stukken betreft
tijdens de behandeling door de commissie;
- 4.
- 5.
Artikel 9. Vooronderzoek
- 1.
De voorzitter van de commissie is bevoegd rechtstreeks alle gewenste
inlichtingen in te winnen of te laten inwinnen.
- 2.
De voorzitter kan uit eigen beweging of op verlangen van de commissie
bij deskundigen advies of inlichtingen inwinnen en hen zo nodig
uitnodigen daartoe op de hoorzitting te verschijnen. Indien daaraan
kosten zijn verbonden, is vooraf machtiging van het college
vereist.
Artikel 10. Hoorzitting
- 1.
De voorzitter van de commissie bepaalt plaats en tijdstip van de zitting
waarin de belanghebbenden en het verwerend orgaan in de gelegenheid
worden gesteld zich door de commissie te laten horen.
- 2.
De voorzitter beslist over de toepassing van artikel 7:3 van de Awb
.
- 3.
Indien de voorzitter op grond van het tweede lid besluit af te zien van
het horen, doet hij daarvan mededeling aan de belanghebbenden en het
verwerend orgaan.
Artikel 11. Uitnodiging zitting
- 1.
De voorzitter nodigt de belanghebbenden en het verwerend orgaan ten
minste twee weken voor de zitting schriftelijk uit.
- 2.
Binnen drie dagen na de uitnodiging kunnen de belanghebbenden of het
verwerend orgaan onder opgaaf van redenen de voorzitter verzoeken het
tijdstip van de zitting te wijzigen.
- 3.
De beslissing van de voorzitter op dit verzoek wordt uiterlijk één week
voor het tijdstip van de zitting aan de belanghebbenden en het verwerend
orgaan meegedeeld.
- 4.
De voorzitter is bevoegd in bijzondere omstandigheden af te wijken of
afwijking toe te staan van de termijnen die genoemd zijn in het eerste
tot en met het derde lid.
Artikel 12. Quorum
Voor het houden van een zitting is vereist dat de meerderheid van het aantal
leden, onder wie in elk geval de voorzitter, of zijn plaatsvervanger,
aanwezig is.
Artikel 13. Niet-deelneming aan de behandeling
De voorzitter en de leden van de commissie nemen niet deel aan de
behandeling van een bezwaarschrift indien daarbij hun onpartijdigheid in het
geding kan zijn. Zij laten zich zo nodig vervangen.
Artikel 14. Openbaarheid zitting
- 1.
De zitting van de commissie is openbaar.
- 2.
De deuren kunnen worden gesloten indien de voorzitter van de commissie
of een van de aanwezige leden het nodig oordeelt of indien een
belanghebbende daartoe een verzoek doet.
- 3.
Indien de commissie vervolgens beslist dat gewichtige redenen aanwezig
zijn die zich tegen openbaarheid van de zitting verzetten, vindt de
zitting plaats achter gesloten deuren.
Artikel 15. Schriftelijke verslaglegging
- 1.
Het verslag als bedoeld in artikel 7:7 Awb vermeldt de namen van de
aanwezigen en hun hoedanigheid.
- 2.
Het verslag houdt een zakelijke vermelding in van wat over en weer is
gezegd en wat verder ter zitting is voorgevallen.
- 3.
Indien de zitting geheel of gedeeltelijk achter gesloten deuren
plaatsvond, of indien belanghebbenden, respectievelijk hun gemachtigden
niet in elkaars tegenwoordigheid zijn gehoord, maakt het verslag hiervan
melding.
- 4.
Het verslag verwijst naar de op de zitting overgelegde bescheiden, die
aan het verslag kunnen worden gehecht.
- 5.
Het verslag wordt ondertekend door de voorzitter en de secretaris van de
commissie.
Artikel 16. Nader onderzoek
- 1.
Indien na afloop van de zitting maar voordat het advies wordt opgesteld,
nader onderzoek wenselijk blijkt te zijn, kan de voorzitter uit eigen
beweging of op verlangen van de andere commissieleden dit onderzoek
houden.
- 2.
De uit het nader onderzoek verkregen informatie wordt in afschrift aan
de leden van de commissie, het verwerend orgaan en de belanghebbenden
toegezonden.
- 3.
De leden van de commissie, het verwerend orgaan en de belanghebbenden
kunnen binnen een week na verzending van de nadere informatie aan de
voorzitter van de commissie een verzoek richten tot het beleggen van een
nieuwe hoorzitting. De voorzitter beslist op zo'n verzoek.
- 4.
Op een nieuwe hoorzitting zijn de bepalingen in deze verordening die
betrekking hebben op de hoorzitting, zo veel mogelijk van
overeenkomstige toepassing.
Artikel 17. Raadkamer en advies
- 1.
De commissie beraadslaagt en beslist achter gesloten deuren over het
door haar uit te brengen advies.
- 2.
De commissie beslist bij meerderheid van stemmen over het uit te brengen
advies.
- 3.
Indien bij een stemming de stemmen staken, beslist de stem van de
voorzitter.
- 4.
Van een minderheidsstandpunt wordt bij het advies melding gemaakt indien
die minderheid dat verlangt.
- 5.
Het advies is gemotiveerd en omvat een voorstel voor de te nemen
beslissing op het bezwaarschrift.
- 6.
Het advies wordt door de voorzitter en de secretaris van de commissie
ondertekend.
Artikel 18. Uitbrengen advies en verdaging
- 1.
Het advies wordt, onder medezending van het verslag, bedoeld in artikel
15 en eventueel door de commissie ontvangen nadere informatie en nader
verslag, tijdig uitgebracht aan het bestuursorgaan dat op het
bezwaarschrift dient te beslissen.
- 2.
Indien naar het oordeel van de voorzitter van de commissie de termijn
van 12 weken, genoemd in artikel 7:10, eerste lid, van de Awb ,
ontoereikend is voor achtereenvolgens het uitbrengen van een advies en
het nemen van een beslissing, verzoekt hij het verwerend orgaan tijdig
de beslissing te verdagen.
- 3.
Van een besluit tot verdaging ontvangen de commissie en de
belanghebbenden een afschrift.
Artikel 19. Jaarverslag
De commissie brengt jaarlijks vóór 1 juli aan de bestuursorganen van de
gemeente verslag uit van haar werkzaamheden in het voorafgaande
kalenderjaar.
Artikel 20. Intrekking oude regeling
De Verordening Commissie Bezwaarschriften uit 2005 wordt ingetrokken.
Artikel 21. Inwerkingtreding
Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2011
Artikel 22. Citeertitel
Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening commissie
bezwaarschriften 2011.