Hoofdstuk I Inleidende bepalingen
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
- a.
begraafplaatsen:
- 1.
De algemene begraafplaats “Rhenen Stad” gelegen aan de
Achterbergsestraatweg te Rhenen;
- 2.
De algemene begraafplaats gelegen aan de Rijksstraatweg
te Elst;
- 3.
De algemene begraafplaats “Larikshof”gelegen aan de
Autoweg te Rhenen.
- b.
Begraven: het begraven van lijken en het bijzetten van asbussen
met of zonder urnen.
- c.
Particulier graf: een graf, grafkelder (graf met vaste
gemetselde wanden) daaronder begrepen, waarvoor aan een
natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend
tot:
- 1.
het doen begraven en begraven houden van lijken;
- 2.
het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met
of zonder urnen;
- 3.
het doen verstrooien van as.
- d.
algemeen graf: een graf bij de gemeente in beheer waarin aan
eenieder gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van
lijken;
- e.
urnengraf: een graf, grafkelder daaronder begrepen, waarvoor aan
een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is
verleend tot:
1.het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of
zonder urnen;
- f.
Urnennis: een nis waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon
het uitsluitend recht is verleend tot het doen bijzetten en
bijgezet worden van asbussen met of zonder urnen.
- g.
asbus: een bus ter berging van as van een overledene;
- h.
rechthebbende: natuurlijke of rechtspersoon aan wie een
uitsluitend recht is verleend op een particulier graf, een
particulier urnengraf of een particuliere gedenkplaats, dan wel
een gedenkplaats, dan wel degene die redelijkerwijze geacht kan
worden in diens plaats te zijn getreden.
- i.
verstrooiingsplaats: een plaats waarop as wordt verstrooid;
- j.
grafbedekking: gedenkteken en grafbeplanting op een graf
- k.
gebruiker: natuurlijke persoon of rechtspersoon aan wie een
recht tot gebruik van een ruimte in een algemeen graf of
algemeen urnengraf is verleend, dan wel degene die
redelijkerwijs geacht kan worden in diens plaats te zijn
getreden
- l.
Grafbeplanting: winterharde beplanting welke door rechthebbende
en/of gemeente op een graf wordt aangebracht;
- m.
beheerder: de ambtenaar die belast is met de dagelijkse leiding
van de begraafplaats(en) of degene die hem vervangt;
- n.
Schudden is een vorm van ruiming door het zorgvuldig bijeen
garen van alle beenderen van eerder begraven personen, die
vervolgens dieper onder de bodem van het graf ingegraven
worden.
Artikel 2 Uitbreiding begrippen particulier en algemeen
graf
Voor de toepassing van het bij of krachtens deze verordening bepaalde
wordt, voorzover van belang onder particulier graf mede verstaan:
particulier urnengraf en particuliere urnennis.
Hoofdstuk II Openstelling, orde en rust op de
begraafplaats
Artikel 3 Openstelling begraafplaats(en)
- 1.
De begraafplaatsen zijn kosteloos voor het publiek toegankelijk een
half uur voor zonsopgang tot een half uur na zonsondergang.
- 2.
Ter handhaving van de orde en rust op de begraafplaats(en) kunnen de
toegangen tijdelijk worden gesloten.
- 3.
Het is verboden gedurende de tijd dat de begraafplaats(en) niet voor
het publiek geopend is/zijn, zich daarop te bevinden, anders dan
voor het bijwonen van een begrafenis, de bezorging van as of het
gebruik van de Aula.
Artikel 4 Ordemaatregelen
- 1.
Bezoekers, personeel van uitvaartondernemingen en personen die
werkzaamheden op de begraafplaats(en) hebben te verrichten, zijn
verplicht zich in het belang van de orde, rust en netheid te houden
aan de aanwijzingen van de beheerder.
- 2.
Degenen die zich niet aan de in het eerste lid bedoelde aanwijzing
houden, moeten zich op eerste aanzegging van de beheerder van de
begraafplaats verwijderen. De beheerder kan personen die zich niet
aan de in het eerste lid bedoelde aanwijzing houden van de
begraafplaats verwijderen of laten verwijderen
- 3.
Het is verboden met motorrijtuigen op de begraafplaats(en) te
rijden:
- a.
elders dan op de daartoe aangewezen rijwegen. Motorrijtuigen
zijn buiten de rijwegen (slechts) toegestaan voor
begrafenissen of voor het vervoer van materialen;
- b.
sneller dan 10 km per uur.
- 4.
Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het verbod
in lid 3.
Artikel 5 Plechtigheden
- 1.
Dodenherdenkingen, onthullingen van gedenktekens en dergelijke
plechtigheden op de begraafplaats moeten zes dagen tevoren worden
gemeld aan de beheerder onder opgave van datum en uur van de
plechtigheid en de wijze waarop de plechtigheid zal plaatsvinden.
- 2.
De deelnemers aan de plechtigheid, bedoeld in het eerste lid moeten
zich in het belang van de orde, rust en netheid houden aan de
aanwijzingen van de beheerder.
Artikel 6 Opgravingen en ruimen
Het opgraven van lijken en het ruimen van graven is slechts toegestaan
indien daarbij geen andere personen aanwezig zijn dan degenen die met
deze werkzaamheden zijn belast.
Hoofdstuk III Voorschriften voor lijkbezorging
Artikel 7 Kennisgeving begraven en asbezorging, openen
en sluiten van het graf
- 1.
Degene, die wil doen begraven, as wil doen bijzetten of as wil doen
verstrooien, geeft daarvan uiterlijk om 12.00 uur van de werkdag
voorafgaande aan die waarop de begraving, bijzetting of verstrooiing
zal plaatsvinden, schriftelijk kennis aan de beheerder. De zaterdag
geldt voor de toepassing van deze bepaling niet als werkdag. Indien
de burgemeester toestemming heeft gegeven om het lijk binnen 36 uur
na het overlijden te begraven moet de kennisgeving aan de beheerder
zo tijdig mogelijk worden gedaan.
- 2.
Het openen van een graf ter begraving of voor het bezorgen van as,
en het daarna sluiten van een graf, alsmede het bedienen van de
hulpmiddelen mag uitsluitend geschieden door het personeel van de
begraafplaats op aanwijzingen en onder toezicht van de beheerder. De
nabestaanden kunnen deze werkzaamheden onder toezicht van de
beheerder geheel of gedeeltelijk zelf verrichten indien zij hun wens
daartoe uiterlijk om 12.00 uur van de voorafgaande werkdag mondeling
of schriftelijk aan de beheerder hebben kenbaar gemaakt. De zaterdag
geldt voor de toepassing van deze bepaling niet als werkdag. Zij
dienen bij deze werkzaamheden de aanwijzingen van de beheerder op te
volgen.
Artikel 8 Gebouwen en muziekinstallatie
- 1
Het gebruik van de ontvangstruimten, de aula alsmede van de
muziekinstallatie moet uiterlijk om 12.00 uur van de werkdag
voorafgaande aan de dag waarop van de ruimte of de aula gebruik zal
worden gemaakt, worden aangevraagd bij de beheerder.
- 2
De ruimten en de muziekinstallatie staan voor iedere plechtigheid
gedurende een per keer vooraf te bepalen tijdsduur ter beschikking
van de aanvrager.
Artikel 9 Over te leggen stukken
- 1.
Begraving mag slechts geschieden indien van tevoren het verlof tot
begraven is overgelegd aan de beheerder.
- 2.
Indien de begraving of de bezorging van as in een particulier graf
zal plaatsvinden, dient een machtiging daartoe aan de beheerder te
worden overgelegd ondertekend door de rechthebbende of, indien deze
is overleden, door degene die in de uitvaart voorziet.
- 3.
Begraving of bijzetting in een particulier graf waarvan de
uitgiftetermijn binnen de wettelijke minimum grafrusttermijn
afloopt, kan alleen plaatsvinden onder gelijktijdige verlenging van
de uitgiftetermijn met een zodanige periode dat de alsdan resterende
uitgiftetermijn ten minste gelijk is aan de wettelijke minimum
grafrusttermijn. De verlenging dient te worden aangevraagd door de
rechthebbende of, indien deze is overleden, door een van de andere
personen, genoemd in artikel 16, tweede lid.
- 4.
De in het vorige lid bedoelde periode van verlenging wordt naar
boven toe afgerond op gehele jaren.
- 5.
De beheerder onderzoekt de genoegzaamheid van de overgelegde
stukken.
Artikel 10 Tijden van begraven en asbezorging
- 1.
De tijden voor begraven zijn:
- a.
van maandag tot en met vrijdag van 10.00 – 15.00 uur;
- b.
op zaterdag om 10:00 – 13.00 uur;
- c.
in overleg met de beheerders kan een andere tijdstip worden
bepaald. De uren na 15.00 uur en voor 10.00 uur zijn
buitengewone uren. Voor het begraven op buitengewone uren
zijn op grond van de Verordening Lijkbezorgingsrechten 2010
hogere leges verschuldigd.
- 2.
De tijden voor het verhuur van de aula zijn:
- a.
van maandag tot en met vrijdag van 09:00 uur tot en met 13
uur, van 13:30 uur tot 17:00 uur, van 18:30 uur tot 21.00
uur;
- b.
Op zaterdag van 9:00 uur tot 13:00 uur;
- c.
Indien op de onder b. genoemde tijd de aula bezet is kan in
overleg met de beheerder een tijd in de middag worden
bepaald.
- 3.
Burgemeester en wethouders kunnen in bijzondere gevallen van deze
tijden afwijken.
Hoofdstuk IV Indeling en uitgifte der graven
Artikel 11 Indeling graven en asbezorging
- 1.
Op de begraafplaats(en) kunnen worden uitgegeven:
- a.
Particuliere graven en particuliere urnengraven;
- b.
Particuliere urnennissen;
- c.
- d.
Plaats om foetussen te begraven.
- 2.
In een particulier graf op de begraafplaatsen genoemd in artikel 1
mag/mogen:
1 ten hoogste twee lijken worden begraven.
2 ten hoogste twee asbussen met of zonder urnen worden
bijgezet.
- 3
In een urnengraf en urnennis mag/mogen ten hoogste twee asbussen met
of zonder urn worden bijgezet.
- 4
Asbussen mogen niet op de grafbedekking worden geplaatst.
- 5
Burgemeester en wethouders bepalen bij nader te stellen regels
hoeveel verstrooiingen van as er kunnen plaatsvinden. Zij bepalen
tevens de afmetingen en ligging van de graven, verstrooiingsplaats
en plaats om foetussen te begraven.
Artikel 12 Aantal overledenen in algemene graven
1.In de algemene graven mag/mogen ten hoogste twee lijken boven elkaar
worden begraven.
Artikel 13 Volgorde van uitgifte
- 1.
De particuliere graven worden slechts voor directe begraving en in
volgorde van ligging uitgegeven. Reserveringen of voorkoop van
graven is niet mogelijk.
- 2.
Burgemeester en wethouders kunnen een particulier graf toewijzen
anders dan voor directe begraving/bijzetting en buiten de volgorde
van uitgifte , indien dit wegens de situatie op de begraafplaats(en)
niet bezwaarlijk is.
Artikel 14 Termijnen particuliere graven
- 1.
Burgemeester en wethouders kunnen op schriftelijk verzoek en tegen
betaling van een bedrag het uitsluitend recht verlenen om in een
graf te doen begraven of bijzetten. De hoogte van het verschuldigde
bedrag wordt bij afzonderlijke verordening bepaald.
- 2.
Het in het eerste lid bedoelde recht wordt voor een graf verleend
voor 20 jaar of 30 jaar.
- 3.
De termijn begint te lopen op de datum waarop het eigen graf is
uitgegeven.
- 4.
Het college van Burgemeester en Wethouders verlengt op schriftelijk
verzoek van derechthebbende dit tijdvak telkens met een periode van
ten hoogste 10 jaar. De aanvraag daartoe moet voor het verstrijken
van de lopende periode worden ingediend.
- 5.
Het in het tweede lid bedoelde recht wordt, behoudens voor het doen
bijzetten van asbussen, niet langer verleend dan tot het tijdstip
waarop de begraafplaats wordt gesloten.
Artikel 15 Grafkelder
- 1.
Het college van Burgemeester en Wethouders kan aan de rechthebbende
op een particulier graf vergunning verlenen tot het daarin voor
eigen rekening doen aanbrengen van een grafkelder (graf met vaste
gemetselde wanden) overeenkomstig de door hen te stellen
voorwaarden.
- 2.
Het stichten van een grafkelder op meer dan één grafruimte is niet
toegestaan.
- 3.
Burgemeester en Wethouders kunnen in bijzondere gevallen, zoals
bedoeld in artikel 13 lid 2, van het bepaalde in het tweede lid
ontheffing verlenen.
Artikel 16 Overschrijving van verleende rechten
- 1.
Het recht op een particulier graf kan op aanvraag van de
rechthebbende worden overgeschreven op naam van een ander persoon of
rechtspersoon.
- 2.
Na het overlijden van de rechthebbende kan het eigen graf worden
overgeschreven op naam van de echtgenoot of levenspartner dan wel
een bloed- of aanverwant tot en met de derde graad, mits de aanvraag
hiertoe wordt gedaan binnen een jaar na het overlijden van de
rechthebbende. Overschrijving ten name van een ander dan de in de
vorige zin bedoelde personen is slechts mogelijk, indien daarvoor
gewichtige redenen bestaan.
- 3.
Indien na het overlijden van de rechthebbende de aanvraag tot
overschrijving aan burgemeester en wethouders niet wordt gedaan
binnen de in het tweede lid van dit artikel gestelde termijn, is het
college bevoegd het recht op het particulier graf te doen vervallen.
- 4.
Na het verstrijken van de in het tweede lid genoemde termijn van een
jaar kan het college het particulier graf alsnog op naam stellen van
een nieuwe rechthebbende, tenzij dit recht betrekking heeft op een
eigen graf dat inmiddels is geruimd.
Artikel 17 Afstand doen van graven
Zonder aanspraak te kunnen maken op enige vergoeding kan de
rechthebbende schriftelijk afstand doen ten behoeve van de gemeente van
het recht op het eigen graf. Van de ontvangst van zodanige verklaring
doen burgemeester en wethouders schriftelijk mededeling aan de
rechthebbende.
Artikel 18 …… vervallen …..
Hoofdstuk V Grafbedekkingen
Artikel 19 Vergunning grafbedekking
- 1.
Voor het hebben van een grafbedekking is een schriftelijke
vergunning nodig van burgemeester en wethouders.
- 2.
Voor de gedenktekens mogen alleen duurzame materialen worden
gebruikt, zoals natuursteen, metaal, keramiek, duurzame kunststoffen
of een verduurzaamde houtsoort.
- 3.
Een gedenkteken op particulier graf mag:
- a.
maximaal 2 meter lang en 1 meter breed zijn;
- b.
Maximaal 1 meter boven het aangrenzende maaiveld zichtbaar
zijn. De materialen moeten vast aan het gedenkteken zijn
verbonden.
- 4.
Een gedenkteken op een urnengraf moet bestaan uit een liggende plaat
die maximaal 1 meter lang en 70 centimeter breed mag zijn.
- 5.
Een gedenkteken op een algemeen graf moet bestaan uit een
letterplaat die maximaal 80 centimeter lang en 80 centimeter breed
mag zijn.
- 6.
De beslissing op de aanvraag wordt door burgemeester en wethouders
schriftelijk medegedeeld.
- 7.
Burgemeester en wethouders kunnen vergunning weigeren indien:
- a.
niet voldaan wordt aan het bepaalde in lid 2 tot en met
8;
- b.
de grafbedekking afbreuk doet aan het aanzien van de
begraafplaats;
- c.
de duurzaamheid van de materialen onvoldoende is;
- d.
de constructie van de grafbedekking ondeugdelijk is.
- 8.
De kosten voor de vergunning grafbedekking worden gelijktijdig in
rekening gebracht met de, op grond van de Verordening
Lijkbezorgingsrechten 2011, verschuldigde leges voor het grafrecht,
plaatsen grafmonument en voor de afkoop van het onderhoud. Het is
mogelijk om voor de verschuldigde kosten een betalingsregeling te
treffen.
Artikel 20 Niet-blijvende en blijvende
grafbeplanting
- 1.
Op een graf kunnen potplanten en bloemen in vazen worden geplaatst.
Het is toegestaan op een graf losse bloemen te leggen. Op een graf
mogen eenjarige gewassen worden geplant. De potplanten of eenjarige
gewassen mogen de voor het graf beschikbare oppervlakte niet
overschrijden of moeten door snoeien binnen de oppervlakte van het
graf worden gehouden. De potplanten of gewassen mogen maximaal 0,75
meter boven het aangrenzende maaiveld zichtbaar zijn.
- 2.
De winterharde gewassen die op de graven worden geplant mogen bij
volle wasdom de voor het graf beschikbare oppervlakte niet
overschrijden of moeten door besnoeiing binnen de oppervlakte kunnen
worden gehouden. De potplanten of gewassen mogen maximaal 0,75 meter
boven het aangrenzende maaiveld zichtbaar zijn.
- 3.
Niet-blijvende en blijvende beplanting op een graf die in een
verwaarloosde staat verkeert kan door de beheerder worden verwijderd
zonder dat aanspraak k an worden gemaakt op schadevergoeding. Losse
bloemen, planten, kransen en dergelijke kunnen, wanneer zij verwelkt
zijn, door de beheerder worden verwijderd. Linten, siervazen en
dergelijke voorwerpen worden gedurende twaalf weken ter beschikking
gehouden van de rechthebbende indien deze daartoe tevoren een
aanvraag heeft ingediend bij de beheerder.
Artikel 21 Verwijdering grafbedekking
- 1.
De grafbedekking kan na het verstrijken van de graftermijn door
burgemeester en wethouders worden verwijderd.
- 2.
Het voornemen tot verwijdering van de grafbedekking wordt gedurende
ten minste een jaar voorafgaande aan het tijdstip waarop de
grafbedekking zal worden verwijderd door middel van een op het te
ruimen graf te plaatsen bordje door het college bekendgemaakt,
tenzij het adres van de rechthebbende bij burgemeester en wethouders
bekend is. In dat geval maakt zij aan hem uiterlijk een jaar voor
het genoemde tijdstip per brief hun voornemen bekend.
- 3.
Op grond van een daartoe door de rechthebbende bij burgemeester en
wethouders ingediende aanvraag, blijft de grafbedekking na
verwijdering nog gedurende twaalf weken ter beschikking van degene
aan wie een vergunning als bedoeld in artikel 19 was verleend. De
aanvraag kan worden ingediend gedurende de in het tweede lid
genoemde termijn.
- 4.
De grafbedekking vervalt aan de gemeente indien:
- a.
geen verzoek op grond van het derde lid is ingediend en de
termijn waarbinnen dit verzoek had kunnen worden ingediend,
is verstreken;
- b.
de grafbedekking niet binnen drie maanden nadat deze van het
graf is verwijderd, is afgehaald.
Artikel 22 Onderhoud door de gemeente
- 1.
Burgemeester en wethouders voorzien in het schoonhouden en het na
verzakking opnieuw stellen van het gedenkteken en in de zorg voor de
winterharde beplantingen.
- 2.
Burgemeester en wethouders kunnen in bijzondere gevallen van het
bepaalde in het eerste lid ontheffing verlenen aan
rechthebbende.
Artikel 23 Schade grafbedekking
- 1.
Schade aan de grafbedekking als gevolg van brand, vorst,
wateroverlast, bliksem, ontploffing, molest, vandalisme en andere
van buiten komende oorzaken, of ontstaan door het laten weghalen en
terugplaatsen van de grafbedekking of andere gedenktekens of van
heesters of andere beplanting, is voor rekening van de
rechthebbende.
- 2.
Indien de toegebrachte schade, naar het oordeel van burgemeester en
wethouders, het aanzien van de begraafplaats schaadt is de
rechthebbende verplicht deze te herstellen op eerste aanschrijven
zulks.
- 3.
Indien naar het oordeel van de beheerder een gevaarlijke situatie is
ontstaan omtrent het inzakken of omvallen van het grafmonument,
kunnen burgemeester en wethouders direct maatregelen nemen.
- 4.
Indien binnen drie maanden na de dag van aanschrijving als bedoeld
in het tweede lid geen herstel of vernieuwing heeft plaatsgevonden,
zijn burgemeester en wethouders bevoegd tot verwijdering en
vernietiging van de grafbedekking over te gaan. Elke
aansprakelijkheidsstelling als gevolg van de verwijdering en
vernietiging wordt niet aanvaard.
Hoofdstuk X Slotbepalingen
Artikel 29 Intrekking oude regeling
De beheersverordening begraafplaatsen gemeente Rhenen 2008 vastgesteld
op 27 januari 2009 wordt ingetrokken.
Artikel 30 Overgangsbepaling
- 1.
De rechten en verplichtingen met betrekking tot eigen graven en
huurgraven die voortvloeien uit de ingevolge artikel 29 ingetrokken
verordening, worden geacht ingevolge deze verordening te zijn
ontstaan.
- 2.
indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening
een aanvraag op grond van de Beheersverordening begraafplaatsen
gemeente Rhenen 2008 is ingediend en voor het tijdstip van deze
verordening niet op de aanvraag is beslist, wordt daarop deze
verordening toegepast.
Artikel 31 Strafbepaling
Hij die handelt in strijd met artikel 4 van deze verordening wordt
gestraft met een geldboete van de eerste categorie.
Artikel 32 Inwerkingtreding
Deze verordening treedt in werking op de achtste dag na de datum van
uitgifte van de Rhenense & Betuwse Courant waarin zij is
geplaatst.
Artikel 33 Citeertitel
Deze verordening wordt aangehaald als: Beheersverordening
begraafplaatsen gemeente Rhenen 2010