Organisatie | Rhenen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening kinderopvang Rhenen 2010 |
Citeertitel | Verordening kinderopvang Rhenen 2010 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Verordening kinderopvang 2004 wordt ingetrokken
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
03-03-2011 | 01-07-2010 | 15-09-2017 | Onbekend | 14-12-2010 | bis 10/0375 |
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Artikel 1. Begripsomschrijvingen
In deze verordening en daarop berustende regelingen wordt verstaan onder:
Inburgeringsbehoeftigen: diegenen die:
geen inburgeringsovereenkomst hebben afgesloten op grond van de Regeling inburgering allochtone vrouwen niet-G31 2006, de Regeling inburgering allochtone vrouwen G31 2006, dan wel het extensieve deel van de Pilot inburgering allochtone vrouwen Taal Totaal en niet eerder een overeenkomst hebben afgesloten op grond van de onderhavige regeling;
Mantelzorger: iemand uit de directe omgeving die langdurige zorg verleent, niet in het kader van een hulpverlenend beroep, aan een hulpbehoevende, waarbij de zorgverlening rechtstreeks voortvloeit uit de sociale relatie en de gebruikelijke zorg van huisgenoten voor elkaar overstijgt. De zorg omvat meer dan 8 uur per week en duurt langer dan 3 maanden. Mantelzorg omvat niet de alledaagse zorg.
Hoofdstuk 2 GEMEENTELIJKE EIGEN DOELGROEPEN
Artikel 2 inburgeringsbehoeftigen
Ouders die vallen onder de doelgroep Inburgeringsbehoeftigen en waarvoor door de gemeente de noodzaak tot kinderopvang is vastgesteld, komen in aanmerking voor een tegemoetkoming in de kosten opvang. Hierbij wordt rekening gehouden met de aantoonbare mogelijkheden van de aanvrager om zelf in opvang te voorzien of met een andere passende voorziening waar de ouder redelijkerwijs gebruik van zou kunnen maken.
Artikel 3 Sociaal medische indicatie en mantelzorg.
Ouders waarvoor een noodzaak tot kinderopvang is vastgesteld als gevolg van sociale of medische noodzakelijkheid zoals beschreven in artikel 1 sub d van deze Verordening, komen in aanmerking voor een tegemoetkoming van de kosten. Hierbij wordt rekening gehouden met de aantoonbare mogelijkheden van de aanvrager om zelf in opvang te voorzien of met een andere passende voorziening waar de ouder redelijkerwijs gebruik van zou kunnen maken.
De mantelzorger, zoals omschreven onder artikel 1 sub e van deze Verordening, komt in aanmerking voor een tegemoetkoming in de kosten als de noodzaak tot kinderopvang voortkomt vanuit de activiteiten als mantelzorger. Hierbij wordt rekening gehouden met de aantoonbare mogelijkheden van de aanvrager om zelf in opvang te voorzien of met een andere passende voorziening waar de ouder redelijkerwijs gebruik van zou kunnen maken.
Het college wijst een onafhankelijke instantie aan voor het vaststellen van de noodzakelijkheid van de kinderopvang als bedoeld in het eerste en tweede lid. Indien bij de aanvraag al voldoende en onafhankelijke bewijsstukken zijn verstrekt ter onderbouwing van deze noodzaak, zal afgezien worden van een adviesaanvraag.
Hoofdstuk 4 voorlopige verlening van de tegemoetkoming
Het college weigert de tegemoetkoming indien de aanvrager niet behoort tot de personen als bedoeld in artikel 2 en/of 3 van deze verordening en artikel 22 van de wet.
Als de aanvrager behoort tot één van de doelgroepen zoals bedoeld in artikel 2 en/of 3 van deze Verordening, weigert het college de tegemoetkoming als de aanvrager aantoonbaar zelf in opvang kan voorzien of als er een andere passende voorziening is waar een beroep op gedaan kan worden.
Artikel 9 Omvang van de opvang
Het college verstrekt de tegemoetkoming voor het aantal uren kinderopvang per week dat naar het oordeel van het college voor de ouder redelijkerwijs noodzakelijk is voor de combinatie van arbeid/opleiding en zorg, dan wel die noodzakelijk is als gevolg van de sociaal medische indicatie.
Het college kan in bijzondere gevallen afwijken van de bepalingen in deze verordening, als toepassing van de verordening tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.