Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Roosendaal

Verordening op de heffing en de invordering van Afvalstoffenheffing

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieRoosendaal
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening op de heffing en de invordering van Afvalstoffenheffing
CiteertitelVerordening Afvalstoffenheffing
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerpfinanciën en economie

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze verordening vervangt de Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing d.d. 20 december 2007, met dien verstande dat deze van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor de datum van intrekking van die verordening hebben voorgedaan.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Wet milieubeheer, art. 15.33

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

1.Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

22-12-200801-01-2010nieuwe regeling

17-12-2008

Gemeenteblad 2008/76

AO 2008-92

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van Afvalstoffenheffing

Nr. GRIFFIE / 92.a.

De raad van de gemeente Roosendaal;

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 5 december 2008.

gelet op artikel 15.33 van de Wet milieubeheer;

HEEFT BESLOTEN:

vast te stellen de: Verordening op de heffing en de invordering van Afvalstoffenheffing”.

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

maand: een kalendermaand

Artikel 2. Aard van de belasting en belastbaar feit

  • 1.

    Onder de naam “afvalstoffenheffing” wordt een directe belasting geheven als bedoeldin artikel 15.33 van de Wet milieubeheer;

  • 2.

    De afvalstoffenheffing als bedoeld in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel wordt naar afzonderlijke grondslagen geheven ter zake van het feitelijk gebruik van een perceel ten aanzien waarvan krachtens de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.

Artikel 3. Belastingplicht

  • 1.

    De belasting wordt geheven van degene die in de gemeente feitelijk gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan ingevolge de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.

  • 2.

    Voor de toepassing van het eerste lid wordt als gebruiker aangemerkt:

    • a.

      degene die naar de omstandigheden beoordeeld al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht feitelijk gebruik maakt van het perceel;

    • b.

      ingeval een gedeelte van een perceel ten gebruike is afgestaan: degene die dat gedeelte ten gebruike heeft afgestaan.

Artikel 4. Maatstaf van heffing en belastingtarief

De belasting wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

Artikel 5. Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 6 Wijze van heffing

  • 1.

    De belasting bedoeld in de leden 1 tot en met 2 van de tarieventabel wordt geheven bij wege van aanslag.

  • 2.

    de belasting bedoeld in de leden 3 tot en met 5 van de tarieventabel wordt geheven door middel van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving.

Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

Artikel 7 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1.

    De belasting bedoeld in de leden 1 tot en met 2 van de tarieventabel is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belasting bedoeld in de leden 1 tot en met 2 van de tarieventabel verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat voor de belasting als bedoeld in de leden 1 tot en met 2 van de tarieventabel aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 4.

    Het tweede en derde lid zijn niet van toepassing indien de belastingplichtige binnen degemeente verhuist en aldaar een ander perceel in feitelijk gebruik neemt.

  • 5.

    De belasting in de leden 3 tot en met 5 van de tarieventabel is verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening.

Artikel 8 Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid van de Invorderingswet 1990 moet de op grond van artikel 6, eerste lid, bedoelde belasting worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden later.

  • 2.

    In afwijking van het bepaalde in het eerste lid geldt, ingeval het totaalbedrag van alle opéén aanslagbiljet verenigde aanslagen gemeentelijke fiscale heffingen meer bedraagt dan € 3000,00, dat dit bedrag moet worden betaald op de laatste dag van de maand volgend op die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld.

  • 3.

    In afwijking van het bepaalde in het eerste lid geldt, ingeval machtiging is verleend tot automatische incasso en het totaal bedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen gemeentelijke fiscale heffingen € 100,00 of meer doch niet meer dan€ 3000,00 bedraagt, dat de aanslagen moeten worden betaald in 10 gelijke termijnen waarvan de eerste termijn vervalt op de 28e dag van de maand volgende op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elke van de volgende termijnen telkens een maand later.

  • 4.

    de belasting moet worden betaald ingeval de kennisgeving bedoeld in artikel 6, tweedelid:

    • a.

      mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;

    • b.

      schriftelijk wordt gedaan, op het moment van het uitreiken van de kennisgeving,

      dan wel ingeval van toezending daarvan, binnen 14 dagen na de dagtekening vande kennisgeving

  • 5.

    De in het derde lid bedoelde machtiging tot automatische incasso wordt geacht niet te zijn verleend indien twee van de tien termijnen niet zijn betaald doordat automatische incasso van de betaalrekening van de belastingschuldige niet mogelijk blijkt dan wel binnen één maand na afschrijving zijn gestorneerd. Als dan gelden de betaaltermijnen als bedoeld in het eerste lid.

  • 6.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

Artikel 9 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de afvalstoffenheffing.

Artikel 10 Inwerkingtreding en citeerartikel

  • 1.

    De “Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing” vastgesteld door de raad van de Gemeente Roosendaal 20 december 2007, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan;

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de derde dag na die van bekendmaking;

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2009

  • 4.

    Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordening afvalstoffenheffing”.

 

Aldus vastgesteld door de raad van de Gemeente Roosendaal in zijn openbare vergadering van 17 december 2008.

 

De griffier, De voorzitter,

 

 

Bijlage

 

TARIEVENTABEL AFVALSTOFFENHEFFING 2009

 

(behorend bij de Verordening afvalstoffenheffing

Maatstaven en tarieven afvalstoffenheffing

  • 1.

    De belasting bedraagt per perceel per belastingjaar, indien het perceel op 1 januari van het belastingjaar of, indien de belastingplicht aanvangt in de loop van het belastingjaar bij de aanvang wordt gebruikt door:

    • a.

      één persoon € 260,00

    • b.

      meer dan één persoon € 324,00

  • 2.

    De belasting, als bedoeld in lid 1 wordt vermeerderd voor het op

    1 januari van het belastingjaar of indien de belastingplicht aanvangt. In de loop van het belastingjaar, bij de aanvang van de belastingplicht,in bruikleen hebben van een extra ( = boven hetgeen volgens de gemeentelijke afvalstoffenverordening aan het perceel is verstrekt)

    • a.

      duobak

      per extra duobak met € 324,00

    • b.

      container van 240 liter , bestemd voor groente-, fruit- en tuinafval

      per extra container met € 260,00

    • c.

      container van 120 liter , bestemd voor groente-, fruit- en tuinafval

      per extra container met € 205,20

    • d.

      container van 240 liter , bestemd voor de overige huishoudelijke afvalstoffen

      per extra container met € 324,00

    • e.

      container van 120 liter , bestemd voor de overige huishoudelijke afvalstoffen

      per extra container met € 250,80

  • 3.

    Onverminderd het bepaalde in de vorige onderdelen bedraagtde belasting voor het op aanvraag omwisselen van een container, per keer € 45,50

  • 4.

    Onverminderd het bepaalde in de vorige onderdelen bedraagtde belasting voor het op aanvraag inzamelen van grovehuishoudelijke afvalstoffen tot maximaal 2 m3,per aanvraag € 37,15

  • 5.

    Onverminderd het bepaalde in de vorige onderdelen bedraagt de belasting voor het achterlaten van huishoudelijke afvalstoffen op een daartoe van gemeentewege ter beschikking gestelde plaats ( = boven hetgeen volgens het Reglement Saver Milieustraten is verstrekt) per keer € 25,00

 

Behoort bij besluit van de raad van de Gemeente Roosendaal

 

d.d. 17 december 2008.

 

De griffier, De voorzitter,