Organisatie | Roosendaal |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en de invordering van Afvalstoffenheffing |
Citeertitel | Verordening Afvalstoffenheffing |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | financiën en economie |
Deze verordening vervangt de Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing d.d. 20 december 2007, met dien verstande dat deze van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor de datum van intrekking van die verordening hebben voorgedaan.
Wet milieubeheer, art. 15.33
1.Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
22-12-2008 | 01-01-2010 | nieuwe regeling | 17-12-2008 Gemeenteblad 2008/76 | AO 2008-92 |
Artikel 2. Aard van de belasting en belastbaar feit
De afvalstoffenheffing als bedoeld in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel wordt naar afzonderlijke grondslagen geheven ter zake van het feitelijk gebruik van een perceel ten aanzien waarvan krachtens de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.
Artikel 4. Maatstaf van heffing en belastingtarief
De belasting wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.
Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.
Artikel 7 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belasting bedoeld in de leden 1 tot en met 2 van de tarieventabel verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat voor de belasting als bedoeld in de leden 1 tot en met 2 van de tarieventabel aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht nog volle kalendermaanden overblijven.
Artikel 8 Termijnen van betaling
In afwijking van artikel 9, eerste lid van de Invorderingswet 1990 moet de op grond van artikel 6, eerste lid, bedoelde belasting worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden later.
In afwijking van het bepaalde in het eerste lid geldt, ingeval het totaalbedrag van alle opéén aanslagbiljet verenigde aanslagen gemeentelijke fiscale heffingen meer bedraagt dan € 3000,00, dat dit bedrag moet worden betaald op de laatste dag van de maand volgend op die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld.
In afwijking van het bepaalde in het eerste lid geldt, ingeval machtiging is verleend tot automatische incasso en het totaal bedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen gemeentelijke fiscale heffingen € 100,00 of meer doch niet meer dan€ 3000,00 bedraagt, dat de aanslagen moeten worden betaald in 10 gelijke termijnen waarvan de eerste termijn vervalt op de 28e dag van de maand volgende op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elke van de volgende termijnen telkens een maand later.
De in het derde lid bedoelde machtiging tot automatische incasso wordt geacht niet te zijn verleend indien twee van de tien termijnen niet zijn betaald doordat automatische incasso van de betaalrekening van de belastingschuldige niet mogelijk blijkt dan wel binnen één maand na afschrijving zijn gestorneerd. Als dan gelden de betaaltermijnen als bedoeld in het eerste lid.
Artikel 9 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de afvalstoffenheffing.
Artikel 10 Inwerkingtreding en citeerartikel
De “Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing” vastgesteld door de raad van de Gemeente Roosendaal 20 december 2007, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan;
Aldus vastgesteld door de raad van de Gemeente Roosendaal in zijn openbare vergadering van 17 december 2008.
TARIEVENTABEL AFVALSTOFFENHEFFING 2009
(behorend bij de Verordening afvalstoffenheffing
Maatstaven en tarieven afvalstoffenheffing
De belasting, als bedoeld in lid 1 wordt vermeerderd voor het op
1 januari van het belastingjaar of indien de belastingplicht aanvangt. In de loop van het belastingjaar, bij de aanvang van de belastingplicht,in bruikleen hebben van een extra ( = boven hetgeen volgens de gemeentelijke afvalstoffenverordening aan het perceel is verstrekt)