Organisatie | 's-Gravenhage |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening tot aanpassing van de pensioenen, toegekend of toe te kennen krachtens de Uitkerings- en pensioenverordening wethouders 1956, aan algemene bezoldigingswijzigingen (Aanpassingsregeling wethouderspensioenen). |
Citeertitel | Aanpassingsregeling wethouders-pensioenen |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | 1964/16 |
Aan deze regeling kunnen geen nieuwe rechten worden ontleend.
Onbekend
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
14-04-1965 | 01-01-1963 | nieuwe regeling | 14-12-1964 Onbekend | rv 684 1964 |
Deze verordening verstaat onder:
Een pensioen, dat is of wordt toegekend aan een gewezen wethouder en dat is berekend met inachtneming van de bepalingen omtrent dat pensioen, zoals deze op 31 augustus 1956 golden, overschrijdt, na toepassing van artikel 2, niet een bedrag gelijk aan het in artikel 5 van de Algemene toeslagverordening voor gepensioneerde wethouders 1957 (Verz. 1959, no. 4) bedoelde bedrag, vermenigvuldigd met 1.3213.
De in artikel 2, eerste lid, bedoelde tabel luidt als volgt: Vermenigvuldigingsgetal geldend voor een berekeningsgrondslag, welke laatstelijk heeft gegolden in de periode:
Van de beslissing van burgemeester en wethouders, als bedoeld in artikel 5, eerste lid, wordt belanghebbende schriftelijk in kennis gesteld. Hierbij wordt gewezen op de mogelijkheid van beroep op de centrale Raad van Beroep overeenkomstig de bepalingen van de Beroepswet.
Deze verordening kan worden aangehaald als 'Aanpassingsregeling wethouders-pensioenen'.
Bij genoemd raadsbesluit van 14 december 1964 is tevens bepaald, dat op het tijdstip met ingang waarvan een pensioen of een daarmede gelijk te stellen uitkering krachtens de Aanpassingsregeling wethouderspensioenen op een ander bedrag is vastgesteld, de toeslag en de overgangstoeslag, die krachtens de Algemene toeslagverordening van gepensioneerde wethouders 1957 (Verz. 1959, no. 4) op dit pensioen of die uitkering zijn verleend, vervallen.