Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Werkendam

Verordening op het gebruik van de havens van de gemeente Werkendam

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieWerkendam
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening op het gebruik van de havens van de gemeente Werkendam
CiteertitelHavenverordening Werkendam 2011
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerpArchief

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Regeling vervangt Havenverordening Werkendam 2006

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet Havenbeveiligingswet

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

27-02-201122-10-2016Nieuwe regeling

15-02-2011

Altena Nieuws, 24-02-2011

WE/

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op het gebruik van de havens van de gemeente Werkendam

 

De raad van de gemeente Werkendam,

 

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders;

 

gelet op de Gemeentewet en de Havenbeveiligingswet;

 

overwegende dat het in verband met het belang van de openbare orde en veiligheid in het gebied waarop deze verordening betrekking heeft, wenselijk is om regels te stellen voor het gebruik van de havens;

 

besluit:

 

vast te stellen de volgende:

 

 

Verordening op het gebruik van de havens van de gemeente Werkendam

 

 

Artikel 1 - Algemene bepalingen

 

Deze verordening is van toepassing op:

 

a.         De Biesboschhaven;

 

b.         De Beatrixhaven,

 

alsmede op de bij deze havens behorende los- en laadplaatsen, oevers, grond- en kunstwerken, beplantingen, gebouwen en verdere toebehoren voor zover deze zijn bestemd voor de openbare dienst.

 

Artikel  2 - Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

 

a. Vaartuig

 

Alle soorten van varende en drijvende voorwerpen welke gebezigd kunnen worden en/of ingericht zijn voor het vervoer te water van personen en/of goederen, waaronder mede vaartuigen dienende tot beoefening van de watersport of in gebruik ten behoeve: van de sportvisserij, evenals vaartuigen dienende tot uitvoering van werkzaamheden onder in of boven water zoals baggermolens, zandbakken, vlotten en drijvende inrichtingen, elevators, dokken, sleepboten, duwboten en daarmede gelijk te stellen vaartuigen alsmede woonschepen.

 

b. Nieuwbouwschip/casco

 

Een vaartuig zoals bedoeld in artikel 2 lid a waarvan nog niet officieel is vastgesteld wat de tonnenmaat van het vaartuig zal worden.

 

c. Zeeschip

Een vaartuig zoals bedoeld in artikel 2 lid a, geschikt voor de vaart op zee.

 

d. Werkstation.

Drijvende of vaste inrichting welke gebezigd wordt om werkzaamheden uit te voeren aan een vaartuig in de in artikel 1 bedoelde havens.

 

e. Schipper/kapitein

Hij die op of over een vaartuig voortdurend of tijdelijk het bevel voert en bij afwezigheid daarvan de eigenaar, gebruiker of beheerder van het vaartuig.

 

f. Havenmeester

De ambtenaar die door burgemeester en wethouders is aangesteld voor het toezicht op de in artikel 1 genoemde havens met de hierbij bijbehorende werken of diens plaatsvervanger.

 

g. HBW

Havenbeveiligingswet, wet ter voorkoming terroristische aanslagen.

 

h. PSO en PFSO

Port (Facility) Security Officer in de zin van de HBW en als zodanig aangewezen door burgemeester en wethouders. Verantwoordelijk voor het opstellen van een havenbeveiligingsplan en het beheer en operationele taken in het kader van de HBW.

 

i. Dag

De tijd tussen zonsopgang en zonsondergang.

 

j. Nacht

De tijd tussen zonsondergang en zonsopgang.

 

k. Spudpalen

Verticale buizenconstructie, waarmee vaartuigen zich zelf kunnen vastleggen aan de bodem.

 

Artikel 3 -  Bevoegde ambtenaren

 

De zorg voor de naleving van de bepalingen van deze verordening en voor de regeling van het verkeer in de in artikel 1 bedoelde havens is, behalve aan de in artikel 141 van het Wetboek van strafvordering genoemde ambtenaren opgedragen aan:

  • a.

    de havenmeester, de PSO/PSFO;

  • b.

    de commandant van de brandweer of diens plaatsvervanger voor zover het de brandveiligheid en/of de veiligheid van de omgeving betreft;

  • c.

    de daartoe door burgemeester en wethouders aangewezen ambtenaren van de    gemeente Werkendam belast met toezicht en handhaving.

 

 

Artikel 4 - Handhaving openbare orde en veiligheid

 

  • 1.

    Iedere schipper is, vanaf het moment waarop hij met zijn vaartuig de haven binnenvaart tot het moment waarop hij de haven verlaat, verplicht de aanwijzingen van de in artikel 3 bedoelde ambtenaren, gegeven ter handhaving van de openbare orde, de veiligheid of het verkeer in de haven dan wel ter voorkoming van terroristische dreiging als bedoeld in de HBW, brand, een aanvaring, hinder of schade, op te volgen voor zover deze verplichting niet al uit anderen hoofde bestaat.

  • 2.

    Iedere schipper die van de haven gebruik maakt is verplicht de nodige voorzorgen te nemen, dat met zijn vaartuig geen brand, aanvaring, hinder of schade wordt veroorzaakt of de veiligheid van personen of goederen op andere wijze in gevaar wordt gebracht.

  • 3.

    Een vaartuig welke een ligplaats inneemt dient op verzoek van de bevoegde ambtenaar een certificaat van onderzoek te overleggen. Dit is niet van toepassing op in aanbouw zijnde nieuwbouw schepen/casco’s.

 

Artikel 5 - Meetbrief

 

De schipper is te allen tijde verplicht aan de havenmeester op diens verzoek de geldige meetbrief van het vaartuig en de documenten welke betrekking hebben op de lading van het vaartuig ter inzage te verstrekken en of informatie te verstrekken over het vaartuig en de eventuele lading.

 

Artikel 6 - Innemen ligplaats

 

  • 1.

    Iedere schipper van een vaartuig is -bij binnenkomst van de haven tussen 09.00 uur en 19.00 uur verplicht zich direct te melden bij de havenmeester. Schepen welke de haven binnenkomen tussen 19.00 uur en 09.00 uur dienen zich, met uitzondering van de zondag, die dag na 09.00 uur te melden bij de havenmeester. Bij binnenkomst op de zondag dient de melding plaats te vinden op de maandag daaraan volgend. Na melding door de schipper wijst de havenmeester een plaats aan.

  • 2.

    Het is verboden in een haven met een vaartuig een andere ligplaats in te nemen dan die welke de havenmeester heeft aangewezen.

  • 3.

    Met een vaartuig, dienende tot beoefening van de watersport of in gebruik ten behoeve van de sportvisserij mag uitsluitend bij dag en gedurende ten hoogste zes uur een ligplaats worden ingenomen.

  • 4.

    Het genoemde in lid 3 is niet van toepassing voor dergelijke vaartuigen waaraan herstelwerkzaamheden, nieuwbouw of afbouw wordt gepleegd door een van de bedrijven gelegen aan de havens zoals bedoeld in artikel 1.

  • 5.

    Het is verboden zonder toestemming van Burgemeester en Wethouders vaartuigen ligplaats te laten nemen met het doel deze vaartuigen voor langere tijd buiten bedrijf te stellen.

 

Artikel 7 - Meervoorschriften

 

  • 1.

    De schipper is verplicht er voor te zorgen dat zijn vaartuig zolang het een ligplaats inneemt, behoorlijk is vast gemaakt, dit ter beoordeling van de havenmeester.

  • 2.

    Het vastmaken mag niet anders geschieden dan aan de daartoe bestemde meerpalen, bolders,  dukdalven, spudpalen of aan vaartuigen welke aan zodanige voorwerpen zijn vast gemaakt.

  • 3.

    De schipper dient te gedogen dat een ander vaartuig langszij zijn vaartuig gemeerd wordt. De schipper van een vaartuig dat langszij is gemeerd van een ander vaartuig, is verplicht:

    • a.

      het andere vaartuig, indien de schipper daarvan dit wenst, overpad te verlenen en om gelegenheid te geven te ontmeren en te vertrekken;

    • b.

      op aanwijzingen van de havenmeester zijn plaats in te ruimen voor een ander vaartuig, dat de ligplaats langszij het andere vaartuig nodig heeft.

  • 4.

    Het afmeren op spudpalen is toegestaan mits aan de meervoorschriften van dit artikel wordt voldaan.

  • 5.

    Spudpalen mogen alleen worden gebruikt indien dit geen schade toebrengt aan taluds, oevers, ondergrondse kabels en leidingen.

  • 6.

    Bij vaartuigen/casco’s die onbeheerd worden achtergelaten is het gebruik van spudpalen verboden.

 

Artikel 8 - Gebruik autosteiger

 

Het is verboden in een haven met een vaartuig een ligplaats in te nemen aan de als zodanig aangeduide autosteiger anders dan voor het onmiddellijk laden of lossen van een auto.

 

Artikel 9 - Onbeheerde vaartuigen

 

  • 1.

    De Schipper, eigenaar, gebruiker of beheerder van een vaartuig, dat onbeheerd in de havens wordt achtergelaten, is verplicht aan de havenmeester mededeling te doen waar hij tijdens zijn afwezigheid bereikbaar is.

  • 2.

    Op vaartuigen en casco’s waarop geen bemanningsverblijf aanwezig is en op kleine open vaartuigen welke onbeheerd in de haven worden achtergelaten voor een langere tijd dan 24 uur, dienen de scheepsnaam, kenteken en bouwnummer, alsmede de naam en adres van de eigenaar, gebruiker of beheerder, binnen 24 uur na binnenkomst, op een duidelijk leesbare wijze te worden aangebracht of te worden gemeld aan de havenmeester.

 

Artikel 10 - Varen in de haven

 

Het is verboden met een vaartuig andere vaartuigen te hinderen of hinderlijke waterbewegingen te veroorzaken

 

Artikel 11 - Belemmeren scheepvaart

 

Het is verboden:

 

  • a.

    een vaartuig in de haven onbemand los te laten drijven;

  • b.

    met een vaartuig buiten noodzaak in de vaarroute van de haven stil te liggen;

  • c.

    zonder voorafgaande toestemming van de havenmeester in de haven de doorvaart te belemmeren.

 

Artikel 12 - Verhalen van schepen

 

  • 1.

    Onverminderd het bepaalde in hoofdstuk VIII par. 4 van de Gemeentewet zijn burgemeester en wethouders bevoegd om een schip te verhalen of te doen verhalen naar een andere ligplaats indien de openbare orde of veiligheid dit naar hun oordeel noodzakelijk maakt. De kosten van het verhalen zullen worden verhaald op de schipper, eigenaar, gebruiker of beheerder van het vaartuig.

  • 2.

    Van de in het eerste lid bedoelde bevoegdheid wordt, behoudens in een spoedeisend geval en in het geval van een onbekende schipper, eigenaar, beheerder of gebruiker, geen gebruik gemaakt dan nadat burgemeester en wethouders de eigenaar, beheerder of gebruiker van het schip schriftelijk hebben opgedragen om het schip voor een in de opdracht vermeld tijdstip te verhalen naar een andere ligplaats en nadat gebleken is dat geen gevolg is gegeven aan de opdracht.

 

Artikel 13 - Gebruik sloten

 

Het is verboden vaartuigen vast te leggen of vastgelegd te houden met gebruikmaking van een slot tenzij de havenmeester daarvoor toestemming heeft verleend.

 

Artikel 14 - Gebruik vaartuigen voor bedrijf- en woondoeleinden

 

Het is verboden zonder toestemming van burgemeester en wethouders in de haven een

vaartuig te hebben dat geheel of gedeeltelijk wordt gebruikt tot opslag of bewaring van

goederen, tot werkplaats of tot de uitoefening van handel of bedrijf dan wel voor

woondoeleinden.

 

Artikel 15 - Gevaar voor ander vaartuig of kunstwerk

 

Het is zonder dringende noodzaak ter voorkoming van schade aan enig vaartuig of kunstwerk verboden in de haven een anker te gebruiken om een vaartuig te stoppen of een anker, ankerketting, kabel of tros tijdens de vaart te slepen zonder toestemming van de havenmeester.

 

Artikel 16 - Ernstig gevaar schade of hinder of hinder opleverende schepen

 

  • 1.

    Burgemeester en wethouders kunnen de schipper, eigenaar, gebruiker of beheerder een verbod opleggen om met zijn vaartuig de haven binnen te komen, een ligplaats te nemen, of in de haven of op een ligplaats te verblijven, indien zij van oordeel zijn dat het schip ernstig gevaar, hinder met zich meebrengt of met zich kan brengen en daaraan door het treffen van maatregelen niet tegemoet kan worden gekomen.

 

  • 2.

    Lid 1 is ook van toepassing indien een zeeschip niet voldoet aan de criteria van de HBW.

 

Artikel 17 - Breken van ijs

 

Ingeval van ijsgang is de schipper, die een ligplaats in de haven wil innemen of verlaten, gehouden het zich in de weg bevindende ijs op zijn kosten te breken, zie onverminderd het bepaalde in artikel 4.

 

Artikel 18 - Verbod schepen en met gevaarlijke stoffen.

 

  • 1.

    Het is verboden met een schip, welke een teken voert als bedoeld in artikel 3.14 en artikel 3.32 van het Binnenvaart Politiereglement, een ligplaats in te nemen in de haven of daarvan op andere wijze gebruik te maken.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders kunnen toestemming verlenen af te wijken van het in het eerste lid gestelde verbod.

 

Artikel 19 - Laden en lossen van goederen of stoffen

 

De verladers van goederen, stoffen en vloeistoffen zijn verplicht zodanige maatregelen te nemen dat voorkomen wordt dat deze stoffen direct of indirect in het oppervlaktewater terechtkomen.

 

Artikel 20 - Laden en lossen

 

Het is zonder toestemming van burgemeester wethouders verboden tussen 22.00 en 06.00 uur vaartuigen te laden of te lossen.

 

Artikel 21 - Veilige toegang vaartuigen.

 

De schipper, eigenaar, gebruiker of beheerder van een gemeerd vaartuig is verplicht er voor te zorgen dat het vaartuig op veilige wijze kan worden bereikt, betreden en verlaten.

 

Artikel 22 - Verbod uitoefening bedrijf op vaartuig.

 

  • 1.

    Het is, met uitzondering van de gemeentelijke loswal, voor bedrijven verboden andere dan geringe herstellingen of veranderingen aan de in de haven liggende vaartuigen te verrichten, tenzij het vaartuig is afgemeerd bij een bedrijf welke zich bezighoudt met het verrichten van herstellingen en/of veranderingen van vaartuigen.

  • 2.

    Het is verboden, zonder toestemming van burgemeester en wethouders, een vaartuig geheel of gedeeltelijk te slopen.

 

Artikel 23 - Voorwerpen in de haven

 

Het is verboden zonder toestemming van de havenmeester:

 

  • 1.

    balken,bomen of andere drijvende materialen in de haven te plaatsen of te hebben.

  • 2.

    in, onder, op of over enig deel van de haven of en daarbij behorend kunstwerk een kabel, tros, touw, ketting of draad- anders dan voor het meren van een vaartuig - of een buis, elektrische geleiding of ander soortgelijk voorwerp te spannen, te leggen of te hebben.

 

Artikel 24 - Gebruik van voortstuwers en zijstuwers

 

Het is verboden om zonder toestemming van de havenmeester, van een vastgemeerd of aan de grond zittend vaartuig de voortstuwers en zijstuwers te gebruiken, tenzij dit noodzakelijk is ter voorbereiding van het vertrek en op zodanige wijze dat daardoor geen schade aan derden of aan goederen van derden kan worden veroorzaakt.

 

Artikel 25 - Te water geraakte voorwerpen

 

De eigenaar, gebruiker of beheerder van een in de haven te water geraakt voorwerp waarvan de aanwezigheid de veiligheid of het verkeer in de haven in gevaar kan brengen of belemmeren is verplicht van het te water geraken onmiddellijk kennis te geven aan de havenmeester en dat voorwerp zowel bij dag als bij nacht te bewaken of te doen bewaken alsmede de in artikel 17, lid 2 van het Binnenvaart Politiereglement genoemde maatregelen te nemen, evenals die maatregelen te nemen welke nodig zijn om het vaarwater zo spoedig mogelijk vrij te maken

 

Artikel 26 - Afvalstoffen

 

1.         Het is verboden afvalstoffen afkomstig van een vaartuig aan boord te nemen van een ander vaartuig, daarmee te vervoeren of daaruit te lossen zonder toestemming van burgemeester en wethouders, dit met uitzondering van het afgeven van bilgenwater  en of gevaarlijke stoffen aan een tot ontvangst daarvan gerechtigd bedrijf.

 

2.         Het is verboden afvalstoffen op de wal of kade te plaatsen of geplaatst te houden behoudens huishoudelijk afval afkomstig van schepen. Dit huishoudelijk afval dient in de daartoe bestemde voorzieningen te worden gedeponeerd.

 

Artikel 27 - Gebruik van gemeentelijke kade

 

  • 1.

    Aan de gemeentelijke kade is het toegestaan kortdurende reparaties aan schepen uit te voeren. Het gebruik van de kade dient, door degene die de reparatie uitvoert, voor aanvang van de werkzaamheden te worden aangemeld bij de havenmeester. Onder kortdurende reparaties worden reparaties verstaan die niet langer duren dan twee weken.

  • 2.

    Tijdens de periode dat de kortdurende reparaties worden uitgevoerd, heeft het bedrijf welke de reparatie uitvoert het gebruiksrecht van de kade gelijk aan de lengte van het te repareren schip.

  • 3.

    Het is verboden zonder toestemming van burgemeester en wethouders op een wal, kade of steiger van de haven goederen of stoffen geplaatst te houden.

  • 4.

    De met toestemming geplaatste stoffen of goederen dienen op een door de havenmeester aan te geven afstand van de kademuur geplaatst te worden

  • 5.

    Degene door wie zijn toedoen een stof in het water of op de kade komt tijdens het laden en lossen is verplicht deze stoffen onmiddellijk te verwijderen. Dit ter beoordeling van de bevoegd ambtenaar in artikel 3.

 

Artikel 28 - Vaste laad- of losplaats

 

Het is verboden zonder toestemming van burgemeester en wethouders een vaste laad- en/of  losplaats op een wal of losplaats in de haven in te nemen.

 

Artikel 29 - Toestellen, werken of inrichtingen ten dienste van het laden en lossen

 

  • 1.

    Het is zonder toestemming van burgemeester en wethouders verboden al dan niet mechanische los- en laad inrichtingen op de kade te hebben of in gebruik te nemen.

  • 2.

    Bij het gebruik maken van de kade op grond van het eerste lid dienen de toestellen op een door de havenmeester aan te geven afstand van de kademuur geplaatst te worden.

 

Artikel 30 - Zoeken naar voorwerpen in de haven

 

  • 1.

    Het is verboden zonder toestemming van burgemeester en wethouders in de haven door middel van baggeren, slikken of met andere daartoe geschikte of gebezigde middelen te zoeken naar in de haven aanwezige voorwerpen of voorwerpen uit de haven op het droge te brengen.

 

  • 2.

    Het in lid 1 vervatte verbod is, onverminderd het bepaalde in artikel 25, niet van toepassing op het zoeken naar of op het droge brengen van een kort tevoren kennelijk verloren of zoekgeraakt voorwerp, waarvan de herkomst vaststaat, indien dit zoeken naar c.q. bereden van het voorwerp geschiedt door dan wel met toestemming van de rechthebbende op het voorwerp en de werkzaamheden geen bezwaar of belemmering opleveren voor de veiligheid of het verkeer in de haven.

 

Artikel 31 - Overgangsbepaling

 

De vergunningen, ontheffingen en vrijstellingen, verleend voor de op het tijdstip van de inwerkingtreding van deze verordening in de havens aanwezige werken of inrichtingen en voor zover in strijd met deze verordening, kunnen zonder instemming van de belanghebbende gedurende een jaar na de datum van inwerkingtreding van deze verordening niet worden gewijzigd of ingetrokken.

 

Artikel 32 - Straf en slotbepalingen

 

Overtreding van de bij of krachtens deze verordening gegeven voorschriften en beperkingen wordt gestraft met een hechtenis van ten hoogste drie maanden of een geldboete van de tweede categorie en kan bovendien worden gestraft met openbaarmaking van de rechterlijke uitspraak.

 

Artikel 33 - Toezichthouders

 

De in artikel drie genoemde personen zijn belast met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening.

 

Artikel 34 - Betreden dan wel binnentreden van gebouwen terreinen en schepen

  • 1.

    Personen, die bij of krachtens wettelijk voorschrift zijn belast met het toezicht op de naleving van het bij of krachtens deze verordening bepaalde en opsporingsambtenaren, die en voor zover zij belast zijn met de opsporing van overtredingen van het bepaalde bij of krachtens deze verordening, zijn bevoegd elke plaats te betreden, met uitzondering van een woning zonder toestemming van de bewoner.

 

  • 2.

    De in het eerste lid bedoelde last is te allen tijde uitvoerbaar.

 

  • 3.

    Het in het eerste lid bepaalde geldt niet ten aanzien van die ruimten waarvan het betreden of binnentreden, buiten het geval van ontdekking op heterdaad, voor het opsporen van een strafbaar feil als gevolg van hel bepaalde in artikel 12 van de Algemene wet op het binnentreden niet is toegestaan.

 

Artikel 35 – Inwerkingtreding.

 

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.

  • 2.

    Op het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening vervalt de bij zijn besluit van 7 februari 2006 vastgestelde Havenverordening Werkendam.

 

Artikel 36 - Titel

 

Deze verordening kan worden aangehaald als

 

Havenverordening Werkendam 2011

Aldus besloten in de openbare vergadering

 

van de raad van de gemeente Werkendam 15 februari 2011.

 

 

 

de raadsgriffier,                                           de voorzitter,

 

 

 

 

 

mr. I. Bakker                                              mw. drs. C.G.J. Breuer