Beleidsregel Activiteitensubsidie

Artikel 1 Doelomschrijving

Onverminderd het vermelde in de “Subsidieverordening vrijwilligersorganisaties gemeente Kerkrade" en de “Subsidieverordening professionele instellingen gemeente Kerkrade” heeft deze beleidsregel betrekking op incidentele subsidieverlening aan categorieën van vrijwilligersorganisaties en professionele welzijnsinstellingen werkzaam binnen de gemeente Kerkrade voor te organiseren activiteiten.

Artikel 2 Reikwijdte

Deze beleidsregel heeft betrekking op de subsidiëring van activiteiten georganiseerd door:

a. in Kerkrade gevestigde en werkzame vrijwilligersorganisaties, zijnde een rechtspersoon,

b. de professionele instellingen, zoals bedoeld in de “Subsidieverordening Professionele instellingen gemeente Kerkrade”,

c. buurtgroeperingen in Kerkrade.

Artikel 3 Indienen aanvraag

• 1.

  Aanvragen voor subsidiëring van een activiteit, zoals bedoeld in deze regeling, dienen in een zo vroeg mogelijk stadium ingediend te worden bij het college van de gemeente Kerkrade, doch uiterlijk 3 maanden voor het tijdstip, waarop een aanvang wordt gemaakt met de realisering van de activiteit. In bijzondere gevallen kan het college van deze termijn afwijken.

• 2.

  Het indienen van een aanvraag voor activiteitensubsidie kan geschieden door middel van:

  · het bij deze beleidsregel behorende “aanvraagformulier” of

  · een brief, waarin alle gevraagde gegevens zijn opgenomen zoals deze in voornoemd aanvraagformulier zijn vermeld.

Artikel 4 Hersteltermijn

Indien een aanvraag niet binnen de gestelde aanvraagtermijn is ingediend, kan het college besluiten deze buiten behandeling te laten. Dit geldt eveneens ten aanzien van aanvragen die weliswaar tijdig maar niet volledig zijn ingediend.

Het college geeft de aanvrager een termijn waarbinnen men het verzuim kan herstellen. Indien daaraan binnen de gestelde termijn niet is voldaan, kan het college eveneens besluiten het verzoek niet in behandeling te nemen dan wel kan het college besluiten om een korting op de subsidie toe te passen. De hoogte van de korting wordt door het college bepaald.

Artikel 5 Algemene uitgangspunten voor het verstrekken van activiteitensubsidies

• 1.

  De activiteiten waarvoor subsidie wordt aangevraagd dienen, naast het gestelde in artikel 3 van de “Subsidieverordening vrijwilligersorganisaties gemeente Kerkrade" of artikel 7 van de “Subsidieverordening professionele instellingen gemeente Kerkrade”, te voldoen aan de volgende criteria:

  · plaats vinden binnen Kerkrade;

  · geen partijpolitieke, godsdienstige of levensbeschouwelijk vorming te beogen; niemand mag worden uitgesloten op grond van ras, godsdienst, geslacht, afkomst, seksuele voorkeur of anderszins, tenzij dit geschiedt met het doel een bestaande achterstand te verminderen;

  · moet bijzonder zijn en niet behoren tot de reguliere activiteiten van de aanvrager.

• 2.

  Subsidie wordt slechts verstrekt aan rechtspersonen die zonder winstoogmerk werkzaam zijn.

• 3.

  In bijzondere gevallen kan het college subsidie verlenen aan instellingen zonder volledige rechtspersoonlijkheid of aan natuurlijke personen.

• 4.

  Doelstelling en werkwijze van de subsidieontvanger mogen niet strijdig zijn met de wet, het algemeen belang en/of de openbare orde.

• 5.

  Subsidiëring vindt niet plaats:

  · indien in het door aanvrager beoogde doel reeds in voldoende mate wordt voor zien in de gemeente Kerkrade;

  · activiteiten die reeds op grond van andere subsidiemogelijkheden gesubsidieerd worden.

• 6.

  Niet voor subsidie in aanmerking komen:

  · kosten van verkoopartikelen en van buffetexploitatie;

  · kosten van consumpties en traktaties;

  · kosten van geschenken en attenties;

  · uitgifte van boeken, geluid- en beelddragers.

• 7.

  Subsidiëring van buurtgroeperingen in Kerkrade vinden plaats conform het gestelde in artikel 6 van deze beleidsregel.

• 8.

  Subsidiëring voor scholing en deskundigheidsbevordering vrijwilligers vinden plaats conform het gestelde in artikel 7 van deze beleidsregel.

• 9.

  De aanvrager dient er voor zorg te dragen dat de te organiseren activiteit binnen alle geldende wet- en regelgeving plaatsvindt.

Artikel 6 Subsidiëring buurtgroeperingen

• 1.

  Voor subsidiëring komen alleen in aanmerking activiteiten die georganiseerd worden voor de bewoners uit een bepaalde buurt of straat en die dienen ter bevordering van de gemeenschapszin in deze buurt of straat.

• 2.

  Voor subsidiëring komen niet in aanmerking:

  · activiteiten waarbij handel gedreven wordt;

  · activiteiten met een commerciële doelstelling;

  · activiteiten die voor iedereen openbaar toegankelijk zijn.

• 3.

  Ter ondersteuning van de te organiseren activiteit dient de aanvrager een lijst met 25 handtekeningen aan te bieden van buurt-/straatbewoners van 25 verschillende gezinnen van verschillende adressen. Deze lijst dient te bevatten: naam, adres en handtekening.

• 4.

  Na afloop van de activiteit dient door aanvrager binnen een maand een tweetal foto’s en een kort verslag van de activiteit worden aangeleverd, waaruit blijkt dat de gesubsidieerde activiteit daadwerkelijk heeft plaatsgevonden.

Artikel 7 Subsidiëring scholing en deskundigheidsbevordering vrijwilligers

• 1.

  Voor subsidiëring komen alleen in aanmerking de scholing of deskundigheidsbevordering, die een directe relatie heeft met het vrijwilligerswerk van de organisatie waarvoor de vrijwilligers werken.

• 2.

  Een subsidie wordt alleen toegekend voor kosten die direct verband houden met de cursus of training.

• 3.

  Voor subsidiëring komen niet in aanmerking de kosten van scholing of deskundigheidsbevordering, waarvoor de organisatie reeds verplichtingen is aangegaan.

Artikel 8 Besluitvorming

De beslissing op een activiteitensubsidieaanvraag wordt genomen binnen 8 weken na ontvangst van de aanvraag dan wel binnen 8 weken na completering van de aanvraag indien daar namens het college om is gevraagd. In het besluit wordt aangegeven of er sprake is van een afkoopsom of subsidiëring achteraf, met eventuele bevoorschotting.

Artikel 9 Maximum subsidiebedrag

Een subsidie voor een bepaalde activiteit bedraagt maximaal 50% van de subsidiabele kosten, tot een maximum van € 5.000,--. Voor een buurtactiviteit, zoals bedoeld in artikel 6, is de 50%-regel niet van toepassing en bedraagt een subsidie maximaal € 300,--.

Voor scholing en deskundigheidsbevordering, zoals bedoeld in artikel 7, is de 50%-regel niet van toepassing en zullen aanvragen per geval beoordeeld worden.

Artikel 10 Overgangsbepalingen

• 1.

  Op subsidies, die voor de inwerkingtreding van deze beleidsregel zijn verleend of vastgesteld, blijven de bepalingen zoals die zijn opgenomen in de verordening “Regeling project subsidie Verenigingen en Vrijwilligers” en de daarbij behorende beleidsregel, de beleidsregel “Incidentele bijzondere activiteitensubsidie”, de beleidsregel “Buurtgroeperingen” en de verordening “Regeling subsidiëring evenementen” van toepassing.

• 2.

  Vaststelling van voor de inwerkingtreding van deze beleidsregel verleende subsidies vindt plaats overeenkomstig de bepalingen van de verordening “Regeling projectsubsidie Verenigingen en Vrijwilligers” en de daarbij behorende beleidsregel, de beleidsregel “Incidentele bijzondere activiteitensubsidie”, de beleidsregel “Buurtgroeperingen” en de verordening “Regeling subsidiëring evenementen” .

• 3.

  Beslissingen op aanvragen voor een tegemoetkoming, welke voor de datum van inwerkingtreding van deze beleidsregel zijn ingediend doch welke betrekking hebben op het lopende kalenderjaar, worden op grond van de bepalingen van de verordening “Regeling project subsidie Verenigingen en Vrijwilligers” en de daarbij behorende beleidsregel, de beleidsre- gel “Incidentele bijzondere activiteitensubsidie”, de beleidsregel “Buurtgroeperingen” en de verordening “Regeling subsidiëring evenementen” afgehandeld.

Artikel 11 Inwerkingtreding

Deze beleidsregel treedt in werking met ingang van de derde dag na bekendmaking.