Organisatie | Wijchen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregels uitgifte reststroken |
Citeertitel | Beleidsregels uitgifte reststroken |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | volkshuisvesting en woningbouw |
Eigen onderwerp |
Geen
Algemene wet bestuursrecht, art. 4:81
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
30-08-2007 | nieuwe regeling | 14-08-2007 Wegwijs, 22-08-2007 | 07/8648 |
De burger verwacht vandaag de dag van de gemeente dat hij niet alleen gehoord en beantwoord wordt, maar dat er ook knopen worden doorgehakt. Kortom, een goede visie is mooi, maar het is nog beter als die visie ook werkelijkheid wordt (dus vooral zeggen wat je doet en doen wat je zegt). Dit voorstel onderschrijft deze gedachte door zowel beleidsregels als ruimtelijke grenzen voor de uitgifte van reststroken vast te stellen. Een beleid waarbinnen helderheid en openheid richting burger evenals eenvoud en efficiëntie binnen besluitvormingsprocessen de sleutelwoorden vormen.
In de praktijk betekent dit onder andere heldere afspraken over (on)mogelijkheden, inzichtelijke procedure(s), één duidelijk aanspreekpunt en een korte doorlooptijd. De reden voor deze beleidswijziging is meervoudig: juridisch (verlies van eigendomsrechten als gevolg van wijziging verjaringstermijn Burgerlijk Wetboek, rechtsgelijkheidsbeginsel), ruimtelijk (veilig stellen en versterken gemeentelijke hoofdgroenstructuur) en beheer- en onderhoudstechnisch (onduidelijke eigendomsverhoudingen en onduidelijkheid bij uitvoering van werkzaamheden).
Het vaststellen van beleidsregels is een privaatrechtelijke zaak en sinds de invoering van het dualisme een bevoegdheid van het College. Het College informeert de Raad via een raadsbrief. Met het vaststellen van deze nieuwe beleidsregels komen de beleidsregels uit het Groenstructuurplan 1995 te vervallen.
Reststroken zijn percelen grond, veelal in gebruik als openbaar groen, die in eigendom van de gemeente zijn, maar die voor de gemeente geen gebruikswaarde meer hebben. Restgroenstroken grenzen aan een particulier perceel of percelenblok en hebben vaak dezelfde breedte dan wel lengte als het aangrenzende perceel of percelen. Ze worden aan de andere zijden meestal begrensd door groen, water of verharding. In simpele bewoording is een reststrook dus een strook gemeentegrond, met geringe waarde voor het publieke gebruik.
Beleidsregels uitgifte restroken
De gemeente Wijchen verkoopt haar reststroken alleen als aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
De gemeente doet een KLIC-melding om na te gaan of er kabels en leidingen in de grond aanwezig zijn. Worden kabels en leidingen aangetroffen dan overlegt zij met de nutsbedrijven of de grond uitgeefbaar is. De grond is in ieder geval niet uitgeefbaar wanneer de volgende zaken aangetroffen zijn:
Indien onverkorte handhaving van deze beleidsregels leidt tot ongewenste of onbillijke resultaten dan is het college van B&W bevoegd om in bijzondere situaties van bovenstaande regels af te wijken.
De gemeente legt de aanvraag vast en controleert of alle noodzakelijke gegevens aangeleverd zijn (standaardformulier). RME toetst of de aanvrager eigenaar van het aangrenzende perceel is. Ook kijken zij of de reststrook wel ons eigendom is en of de toekomstige bestemming in overeenstemming is met het geldende bestemmingsplan. Daarna toetsen zij of de aanvraag in de zogenaamde hoofdgroenstructuur (stedelijke + wijkgroenstructuur) ligt. Dit is de verzamelnaam voor alle groene gedeelten (grasveldjes, bosjes, hagen, bomen) die Wijchen haar kenmerkende natuurlijke uitstraling geven. De hoofdgroenstructuur, zie bijlage 1, vormt het eerste toetsingskader en komt niet voor verkoop in aanmerking. De bijgevoegde kaart vormt een actualisatie van de kaart uit het vastgestelde groenstructuurplan 1995. Met het nieuwe Groenstructuurplan 2008-2017, bestuurlijke vaststelling eind 2007, wordt de actuele hoofdgroenstructuur vastgesteld. Het opstellen van het Groenstructuurplan 2008-2017 gebeurt in samenhang met de actualisatie van de nota 'Inbreiden boven uitbreiden'.
Ligt de aanvraag buiten de hoofdgroenstructuur, dan wordt de aanvraag vervolgens op de hierboven genoemde beleidsregels getoetst. Voldoet de aanvraag hieraan dan kan de betreffende reststrook uitgegeven worden. Eventueel kunnen aanvullende bepalingen geformuleerd worden. Deze bepalingen worden aan de akte toegevoegd. Denk bijvoorbeeld aan het plaatsen van een haag in plaats van houten schuttingen.
Bij het formuleren van de nieuwe beleidsregels is gebruik gemaakt van vigerend beleid en ervaringen van collega-gemeenten. Het groenstructuurplan 1995 is de onderlegger voor de kaart waarop het structureel groen is aangegeven. Bij het formuleren van de hoofdgroenstructuur is gebruikt gemaakt van de volgende bronnen:
Voortschrijdende inzichten, zoals bijvoorbeeld uit de nota 'Inbreiding voor uitbreiding' kunnen voortkomen, kunnen aanleiding zijn om het groenstructuurbeleid te herzien.