Beleid handhaving illegale kap en schade aan houtopstand

Illegale kap van gemeentelijke houtopstand

Bij illegale kap is de houtopstand al verwijderd of dusdanig beschadigd dat handhaven van de houtopstand niet mogelijk is of de houtopstand sterft door de handeling af. Volgens de huidige APV artikel 4.3.4 kan het college hierop handhaven. In dit artikel staat aangegeven dat een eventuele herplantplicht door het college opgelegd kan worden. Om de juiste keuze te maken tussen het wel of niet opleggen van een herplantplicht is het belangrijk om hier een onderscheid in te maken.

Bij illegale kap kan het gaan om de volgende gevallen:

• 1.

  De gekapte houtopstand is kapvergunningsplichtig. Bij een aanvraag zal de kapvergunning niet verleend worden.

• 2.

  De gekapte houtopstand is kapvergunningsplichtig. Bij een aanvraag zal de kapvergunning niet verleend worden. Diegene die de houtopstand gekapt heeft, is/was niet op de hoogte van het feit dat de houtopstand kapvergunningsplichtig is.

• 3.

  De gekapte houtopstand is kapvergunningsplichtig. Bij een aanvraag zal de kapvergunning niet verleend worden. De gekapte houtopstand betreft gemeentelijke houtopstand, waarvoor aan derden geen kapvergunning of toestemming is verleend om de houtopstand te kappen.

• 4.

  De gekapte houtopstand is kapvergunningsplichtig. Bij een aanvraag zal de kapvergunning verleend worden. De kapprocedure zal daarvoor opgestart dienen te worden.

In geval van twee particulieren kan er handhaving plaatsvinden privaatrechtelijk. Eigenaar houtopstand dient dan aangifte van schade te doen bij de politie. De illegale kap dient gemeld te worden bij afdeling Openbare Werken.

Wanneer het gemeentelijke houtopstand betreft die gekapt is, dan zal de gemeente hiervan een melding maken bij de politie.

Bij bovenstaande gevallen dient op de volgende wijze gehandhaafd te worden:

Situatie 1 en 2: Handhaving toepassen in de vorm van een herplantplicht, conform artikel 4.3.2 en 4.3.4 APV.

Situatie 3: Handhaving toepassen in de vorm van schadevergoeding, zie procedure schade aan gemeentelijke houtopstand

Voorwaarden te stellen aan de herplantplicht:

• De herplantplicht betreft hier een herplant binnen 2 jaar na kap van een gelijksoortige houtopstand die op de betreffende locatie aanwezig was.

• De herplant dient 10 jaar in stand gehouden te worden. Indien houtopstand afsterft, dient deze binnen het eerst volgende plantseizoen vervangen te worden.

• Indien herplant op dezelfde locatie niet mogelijk blijkt, in geval van bijv. bouw van garage, dan dient binnen een vastgestelde straal in de omgeving herplant uitgevoerd te worden.

• Indien herplant op dezelfde locatie niet mogelijk blijkt, kan de gemeente een locatie toewijzen en de herplant uitvoeren gelijk aan de opgelegde herplantplicht. De kosten voor herplant zijn voor diegene die de herplantplicht opgelegd heeft gekregen.