Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gorinchem

Financiële verordening gemeente Gorinchem

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieGorinchem
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingFinanciële verordening gemeente Gorinchem
CiteertitelFinanciële verordening gemeente Gorinchem
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerpFinanciën

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet; artikel 212

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-07-201101-01-2017n.v.t.

16-06-2011

2011 - 662

Tekst van de regeling

Intitulé

Financiële verordening gemeente Gorinchem

De raad van de gemeente Gorinchem besluit,

gelet op artikel 212 van de Gemeentewet,

in te trekken de financiële verordening ex. art. 212 Gemeentewet d.d. 23 december 2004

vast te stellen: de financiële verordening gemeente Gorinchem. 

Hoofdstuk 1 Inleidende bepalingen

Artikel 1 Definities

In deze verordening wordt verstaan onder:

a. Planning- en controlcyclusDe cyclische processen van de planning- en controlinstrumenten van de gemeente Gorinchem.

b. Financieel beheer:het uitoefenen van bestuur over en toezicht op het beheer van middelen en het uitoefenen rechten van de gemeente Gorinchem.

c. Financiële administratie:het onderdeel van de administratie dat omvat het systematisch maken en verwerken van aanteke-ningen betreffende de financiële gegevens van (onderdelen van) de organisatie van de gemeente Gorinchem, teneinde te komen tot een goed inzicht in:1. de financieel-economische positie;2. het financiële beheer ;3. de uitvoering van de begroting;4. het afwikkelen van vorderingen en schulden;5. alsmede tot het afleggen van rekening en verantwoording daarover.

Hoofdstuk 2 Begroting en verantwoording

Programma-indeling, inrichting begroting en jaarstukken, autorisatie begroting en investeringskredieten en begrotingswijzigingen, tussentijdse rapportage.

Artikel 2 Kaders Planning- en Controlcyclus

  • 1

    Het college legt aan de raad de kaders Planning- en Controlcyclus voor waarin de uitgangspunten van de planning- en controlcyclus toegelicht worden.Daarbij wordt minimaal aandacht geschonken aan:- Programmabegroting: onderlinge samenhang maatschappelijke effecten, speerpunten en activiteiten alsmede de raadsopdrachten; - Tussenrapportages: de aard en de frequentie van de tussentijdse informatie per programma;- Programmaverslag / -rekening: verantwoording over de uitvoering van de programma’s. De basis hiervoor is de raadsopdracht planning en controlcyclus.

  • 2

    Het college geeft in de raadsnotitie Financieel afwijkingenbeleid aan wanneer het college bevoegd is tot herallocatie van financiële middelen, wanneer het college vooraf de raad budgetbijstellingen moet voorleggen en in welke gevallen volstaan kan worden om achteraf via de tussenrapportage budgetoverschrijdingen te melden. De basis hiervoor is de raadsnotitie Financieel afwijkingenbeleid/ budgetspelregels.

Hoofdstuk 3 Financieel beleid

Kaderstellen.

Artikel 3 Waardering

  • 1

    Het college biedt een notitie Afschrijvingsbeleid op basis van de begrotingsvoorschriften aan.- De notitie Afschrijvingsbeleid biedt regels voor de waardering en afschrijving van activa en beoogde afschrijvingstermijnen. - In de notitie worden de volgende categorieën investeringen onderscheiden: - materiële vaste activa economisch nut;- materiële vaste activa maatschappelijk nut;- immateriële vaste activa- financiële vaste activa.

Artikel 4 Kostprijsberekening

  • 1

    Voor het bepalen van de geraamde kostprijs van producten en diensten van de gemeente Gorinchem wordt een systeem van kostprijsberekening gehanteerd.

  • 2

    De omslagrente voor de rentetoerekening van de kapitaallasten wordt bepaald door het rentetotaal van de uitstaande leningen en de bij begroting vastgestelde gecalculeerde rente over het eigen vermogen en voorzieningen.

Artikel 5 Vaststelling hoogte belastingen, rechten, heffingen en prijzen

  • 1

    Het college doet de raad jaarlijks een voorstel voor de hoogte van de gemeentelijke tarieven voor de belastingen, rechten, heffingen en prijzen.

Artikel 6 Financieringsfunctie

  • 1

    Het geldende treasurystatuut is van toepassing voor de financieringsfunctie.

Hoofdstuk 3a Paragrafen

Artikel 7 Reserves, voorzieningen en weerstandsvermogen

  • 1

    Het college biedt een raadsnotitie Reserves en voorzieningen en weerstandsvermogen aan.

  • 2

    De notitie behandelt:a. de vorming en besteding van reserves;b. de vorming en besteding van voorzieningen;c. de uitgangspunten van het weerstandsvermogen.

  • 3

    Het college rapporteert in de paragrafen Reserves en voorzieningen en Weerstandsvermogen over de actuele stand van de reserves en voorzieningen en de omvang van het weerstandsvermogen.

Artikel 8 Onderhoud kapitaalgoederen

  • 1

    Het college gaat in de paragraaf Onderhoud kapitaalgoederen in de programmabegroting, tussenrapportage en de jaarrekening / -verslag op de voortgang van de onderhoudsplannen openbare ruimte zoals ondermeer het Gemeentelijke rioleringsplan.

Artikel 9 Financiering

  • 1

    Ten aanzien van de financieringsfunctie is het geldende treasurystatuut van toepassing.

  • 2

    Het college biedt een raadsnotitie garantiestelling aan.

  • 3

    In de raadsnotitie worden criteria geformuleerd voor de inzet van garanties, waarborgen en leningen.

  • 4

    Het college verschaft in de paragraaf Financiering in de programmabegroting, tussenrapportages en de jaarrekening / - verslag inzicht in de financieringsfunctie.

Artikel 10 Bedrijfsvoering

  • 1

    Het college biedt een raadsnotitie Bedrijfsvoering aan waarin de elementen bedrijfsvoering in relatie tot de domeinen raad en college beschreven zijn.

  • 2

    Het college doet in de paragraaf Bedrijfsvoering in de programmabegroting, tussenrapportage en de jaarrekening verslag over een aantal elementen inzake bedrijfvoering.

Artikel 11 Grondbeleid

  • 1

    Het college biedt de raad een Nota Grondbeleid en een Beleidsnota Bovenwijkse voorzieningen aan.

  • 2

    In de Nota Grondbeleid geeft het college een visie op het te voeren grondbeleid.

  • 3

    In de Beleidsnota Bovenwijkse voorzieningen geeft het college de kaders Bovenwijkse voorzieningen weer.

  • 4

    Het college informeert in de paragraaf Grondbeleid in de programmabegroting, tussenrapportages en de jaarrekening over de voortgang en de risico’s van het grondbeleid.

Artikel 12 Lokale heffingen

  • 1

    Het college draagt zorg voor dat in de paragraaf Lokale heffingen in de programmabegroting het beleid inzake lokale heffingen en mogelijke beleidswijzigingen inzake lokale heffingen geëxpliciteerd worden.

Artikel 13 Verbonden partijen

  • 1

    Het college biedt een raadsnotitie Verbonden partijen aan.

  • 2

    In de notitie geeft het college een visie op de verdeling van taken en bevoegdheden raad en college inzake verbonden partijen. Tevens gaat het college in op de actieve informatieplicht verbonden partijen.

Artikel 14 Subsidies

  • 1

    Het college verschaft in de paragraaf Subsidies in de programmabegroting, de tussenrapportages en de jaarrekening ter uitwerking van de collegeproducten informatie over de aard en de besteding van de subsidies.

Hoofdstuk 4 Financieel beheer en interne controle

Beheersing en Interne controle.

Artikel 15 Administratie

De administratie is zodanig van opzet en werking, dat zij dienstbaar is voor:a. het sturen en het beheersen van activiteiten en processen in de gemeente als geheel en in de afdelingen; b. het verstrekken van informatie over ontwikkelingen in de omvang van activa met economisch nut, activa met maatschappelijk nut, voorraden, vorderingen, schulden, contracten; c. het verschaffen van informatie over uitputting van de toegekende budgetten en investeringskredieten en voor het maken van kostencalculaties; d. het afleggen van verantwoording over de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde bestuur in relatie tot de gestelde beleidsdoelen, de begroting en relevante wet- en regelgeving; e. de controle van de registratie van gegevens als zodanig en van de daaraan ontleende informatie, alsmede voor de controle op de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde bestuur in relatie tot de gestelde beleidsdoelen, de begroting en relevante wet- en regelgeving.

Artikel 16 Interne controle

  • 1

    Het college draagt ten behoeve van het getrouwe beeld en de rechtmatigheid van de jaarrekening, zorg voor de jaarlijkse interne toetsing van de getrouwheid van de informatieverstrekking, en de rechtmatigheid van de beheershandelingen. Bij afwijkingen neemt het college maatregelen tot herstel.

  • 2

    Het college biedt in het programmaverslag in de paragraaf Bedrijfsvoering een bestuurdersverklaring aan.

  • 3

    Het college geeft in de bestuurdersverklaring aan in hoeverre bij de financiële beheershandelingen de relevante regelgeving ten aanzien van de financiële aspecten is nageleefd.

Hoofdstuk 5 Financiële organisatie

Artikel 17 Financiële organisatie

Het college draagt de zorg voor:a. een eenduidige indeling van de gemeentelijke organisatie en een eenduidig toewijzing van de gemeentelijke taken aan de diensten;b. een adequate scheiding van taken, functies, bevoegdheden, verantwoordelijkheden, zodat aan de eisen van interne controle wordt voldaan en de betrouwbaarheid van de verstrekte informatie aan beleids- en beheersorganen is gewaarborgd. 

Hoofdstuk 6 Slotbepalingen

Artikel 18 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking per 1 juli 2011.

Artikel 18a Overgangsbepaling

  • 1

    De uitgangspunten, regels en grondslagen, zoals bedoeld in artikel 212 van de Gemeentewet, zoals vastgesteld bij of krachtens de financiële verordening ex artikel 212 Gemeentewet, zoals vastgesteld door de raad op 23 december 2004, en de Notitie Afschrijvingsbeleid genomen krachtens de financiële verordening ex. art. 212 Gemeentewet, zoals vastgesteld door de raad op 23 december 2004, blijven gelden krachtens deze verordening. 

  • 2

    Wanneer de raad na vaststelling van deze verordening andere of nieuwe uitgangspunten, regels en grondslagen vaststelt of een nieuwe Notitie Afschrijvingsbeleid vaststelt, zullen deze hiervoor in de plaats komen.

Artikel 19 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald onder de naam “Financiële verordening gemeente Gorinchem”.

Aldus vastgesteld in de vergadering van de raad op d.d. 16 juni 2011

 

de griffier,                                           de voorzitter,

 

Wettelijk kader modelverordeningen art 212 Gemeentewet (kort en uitgebreid VNG) 1  

Hoofdstuk1.Inleidende bepalingen-artikel 1 definities

Hoofdstuk 2.Begroting en verantwoording-artikel 2: programma indeling-artikel 3: inrichting begroting en jaarstukken-artikel 4: autorisatie begroting en investeringskredieten en begrotingswijzigingen-artikel 5: tussentijdse rapportage

Hoofdstuk 3.Financieel beleid-artikel 6: waardering en afschrijving vaste activaRegels voor waardering en afschrijving van activa  In artikel 6 van de verordening 212 geven wij aan dat in een separate notitie regels voor de waardering en afschrijving van activa en de beoogde afschrijvingstermijnen opgesteld evenals het onderscheid in investeringen met economisch nut en maatschappelijk nut. Wij geven in de verordening aan dat het gewenst is dat investeringen met maatschappelijk nut te activeren in verband met het egaliseren van kosten.-artikel 7 Kostprijsberekening-artikel 8 Vaststellen hoogte belastingen, rechten, heffingen en prijzenGrondslagen voor de berekening van tarieven voor rechten en heffingen. Artikel 5 en artikel 13 van de verordening 212 gaan hierop in. Voor het bepalen van de geraamde kostprijs van producten en diensten wordt een systeem van kostprijsberekening gehanteerd. Uitgangspunt hierbij is een systeem van integrale kostentoerekening en kostendekkende tarieven.-artikel 9 FinancieringsfunctieRegels in het kader van de financieringsfunctie inclusief daaronder ressorterende taken en bevoegdheden. Zie artikel 10 financiering en de artikelen 15 tot en met 17 inzake de financiële organisatie en administratie.

Hoofdstuk 3a paragrafen (uitgebreide verordening)-voorziening voor oninbare vorderingen (noot: deze voorziening kent Gorinchem)-reserves en voorzieningen (noot: Gorinchem kent een paragraaf Reserves en voorzieningen)-vaststellen hoogte belastingen, rechten, heffingen en prijzen (noot: is paragraaf Lokale heffingen)-de verplichte paragrafen:Paragraaf weerstandsvermogenParagraaf onderhoud kapitaalgoederenParagraaf Lokale heffingenParagraaf grondbeleidParagraaf bedrijfsvoeringParagraaf financieringParagraaf verbonden partijenparagraaf subsidies (noot: deze paragraaf kent Gorinchem overigens niet)

Hoofdstuk 4.Financieel beheer en interne controle- artikel 10 Administratie- artikel 11 Interne controle- artikel 12 Misbruik en oneigenlijk gebruik

Hoofdstuk 5.Financiële organisatie- artikel 13 Financiële organisatie

Hoofdstuk 6.Slotbepalingen-artikel 14 Inwerkingtreding-artikel 15 Citeertitel

Noot: de bestaande financiële verordening 212 vastgesteld in december 2004 is grosso modo een mix van de korte en uitgebreide verordening: dus het wettelijke deel (korte verordening) en uitgebreid met afspraken over de paragrafen (=uitgebreide verordening). Het advies van de accountant is dat bij de actualisatie eerst keuzes gemaakt worden over de gewenste modelverordening en daarna de eigen vastgestelde verordening ernaast te leggen en de verschillen te benoemen. De verschillen tussen de modelverordening en de eigen verordening vormen dan input voor het gesprek in de klankbordgroep.

Het college heeft de voorkeur om (=collegebesluit 1 maart 2011) de huidige financiële verordening, die een mix van de korte en de uitgebreide modelverordening, aan te laten sluiten bij de door de raad geformuleerde 6 uitgangspunten van de controlerende rol van de raad. Ook is de voorkeur van het college om in de huidige financiële verordening 212 het wettelijke deel te regelen: wat in de verordening geregeld moet worden en wat geregeld kan worden in deeluitwerkingen.

Het wettelijke deel heeft betrekking op hoofdstuk 3 financieel beleid: - regels over waardering en afschrijving vaste activa, - kostprijsberekening: berekening van de door het gemeentebestuur in rekening te brengen prijzen en tarieven voor rechten, - vaststellen hoogte belastingen, rechten, heffingen en prijzen en - regels over de financieringsfunctie: richtlijnen voor de uitvoering van de financieringsfunctie, kaders voor het financieel beleid die bij de uitvoering in acht moeten worden genomen.

Afwijkingen (verschillenanalyse):Aangezien de modelverordening van de VNG (zowel de uitgebreide als de korte versie, versie juni 2006 kent 15 artikelen) een model is met een groot aantal facultatieve onderdelen, heeft Gorinchem een aantal keuzen gemaakt rekening houdend met het wettelijk kader. Overigens is de Gorcumse verordening een mix van de uitgebreide en ingekorte modelverordening. De Gorcumse verordening is weliswaar kort, maar kent 18 artikelen. De uitgebreide modelverordening bevat een toelichting op de verplichte paragrafen die in de ingekorte modelverordening niet terugkomt. Voor de informatievoorziening vanuit het college richting raad zijn de paragrafen cruciaal, vandaar dat Gorinchem in de 212 verordening nadrukkelijk stilstaat bij de paragrafen.

In de financiële verordening art. 212 worden relatief veel uitgangspunten over de financiële functie vastgelegd. Het is aan de raad wat zij wel of niet wil regelen en wat aan het college overgelaten moet worden. De raad zal dus een aantal keuzes moeten maken.

Model VNG (Kort) huidige financiële verordening

Artikel 1: Artikel 1 geeft definities. De definitie ‘planning- en controlcyclus’ is extra opgenomen.Artikel 2: Artikel 2 gaat in op de programma-indeling. De raadsnotitie Financieel afwijkingenbeleid toegevoegd.

Artikel 3: Artikel 3 gaat in op de inrichting begroting en jaarstukken.Artikel 3 is als zodanig niet opgenomen in de verordening. Afspraken over de inrichting van de begroting en jaarstukken komen namelijk op hoofdlijnen terug in artikel 2. (uitgangspunten controlerende rol raad en afspraken inzake de reguliere planning en controlcyclus/ tussentijdse controle, autorisatie begroting).

Artikel 4: Artikel 4 gaat in op de autorisatie begroting en investeringskredieten en begrotingswijzigingenArtikel 4 is als zodanig niet opgenomen in de verordening. De basis hiervoor is de bestaande raadsnotitie financieel afwijkingenbeleid evenals de afspraken inzake nacalculatie van investeringen die onderdeel uitmaken van het afwijkingenbeleid.

Artikel 5: Artikel 5 gaat in op de tussentijdse rapportageArtikel 5 behelst de financiële rapportage aan de raad (2-jaarlijkse tussentijdse rapportages). De raad zal de momenten van tussentijds rapporteren zelf moeten bepalen.

Artikel 6 Artikel 6 gaat in op de Waardering en afschrijving vaste activaHet artikel gaat in op de waardering en afschrijving vaste activa. Bevat regels voor de waardering en afschrijving van activa (raakt budgetrecht raad).Advies is geen verdere detaillering van afschrijvingstermijnen in bijlage opnemen Loopt het gevaar om in geval van afwijking de verordening te moeten aanpassen.Minimale grens van € 15.000 om te activeren, handhaven .

Artikel 7 Artikel 7 gaat in op de kostprijsberekeningKomt op lid 2 overeen met modelverordening.

Artikel 8 Betreft vaststelling hoogte belastingen, rechten heffingen en prijzenIs niet opgenomen in Gorcumse verordening, lid 1 is wel verstandig om op te nemen.

Artikel 9 Gaat in op financieringsfunctie en financieel beheer en interne controleIn huidige verordening wordt verwezen naar treasurystatuut en geen inhoudelijke passages

Artikel 10 Gaat in op de administratieModelverordening bevat 6 onderdelen. In de Gorcumse verordening zijn 2 onderdelen toegelicht.

Artikel 11 Gaat in op de interne controleIs gelijk, bestuurdersverklaring kan ook hier toegelicht worden.

Artikel 12 Artikel 12 gaat in op misbruik en oneigenlijk gebruikDe tekst in dit artikel gaat over het beleid inzake bestrijding van misbruik en oneigenlijk gebruik (M&O-beleid, rechtmatigheid) van de gemeentelijke regelingen niet opgenomen. Het is geen verplicht lid. Aangezien de verantwoording over rechtmatigheid onder het domein van het college valt, is er geen reden om het artikel op te nemen.

Artikel 13 Betreft de financiële organisatieConform (op onderdeel kostenverdeelsleutel na).Artikel 14 Inwerkingtreding

Artikel 15 Citeertitel

Model VNG (lang) Gorcumse interpretatie

Idem /paragrafen

In de uitgebreide verordening gaan een aantal artikelen in op de paragrafen. In de modelverordening uitgebreid wordt namelijk ingegaan op de wettelijke paragrafen uit de begroting en rekening. Het betreft een facultatief onderdeel van de verordening. De uitgebreide modelverordening schrijft diverse nota’s voor die periodiek aan de raad moeten worden aangeboden. Het betreffen de nota’s: - Lokale heffingen, - Weerstandsvermogen, - Onderhoud kapitaalgoederen, - Bedrijfsvoering, - Verbonden partijen, - Grondbeleid en - Verstrekking subsidies. De raad kan er ook voor kiezen om het te houden bij uitgebreide paragrafen in de P&C -documenten. Voor de hand ligt: één algemeen artikel over de paragrafen opnemen plus het geven van een artikelsgewijze toelichting.

Hoofdstuk1.Inleidende bepalingen-artikel 1 definities

Hoofdstuk 2.Begroting en verantwoording-artikel 2: programma indeling-artikel 3: inrichting begroting en jaarstukken-artikel 4: autorisatie begroting en investeringskredieten en begrotingswijzigingen-artikel 5: tussentijdse rapportage

Hoofdstuk 3.Financieel beleid-artikel 6: waardering en afschrijving vaste activaRegels voor waardering en afschrijving van activa  In artikel 6 van de verordening 212 geven wij aan dat in een separate notitie regels voor de waardering en afschrijving van activa en de beoogde afschrijvingstermijnen opgesteld evenals het onderscheid in investeringen met economisch nut en maatschappelijk nut. Wij geven in de verordening aan dat het gewenst is dat investeringen met maatschappelijk nut te activeren in verband met het egaliseren van kosten.-artikel 7 Kostprijsberekening-artikel 8 Vaststellen hoogte belastingen, rechten, heffingen en prijzenGrondslagen voor de berekening van tarieven voor rechten en heffingen. Artikel 5 en artikel 13 van de verordening 212 gaan hierop in. Voor het bepalen van de geraamde kostprijs van producten en diensten wordt een systeem van kostprijsberekening gehanteerd. Uitgangspunt hierbij is een systeem van integrale kostentoerekening en kostendekkende tarieven.-artikel 9 FinancieringsfunctieRegels in het kader van de financieringsfunctie inclusief daaronder ressorterende taken en bevoegdheden. Zie artikel 10 financiering en de artikelen 15 tot en met 17 inzake de financiële organisatie en administratie.

Hoofdstuk 3a paragrafen (uitgebreide verordening)-voorziening voor oninbare vorderingen (noot: deze voorziening kent Gorinchem)-reserves en voorzieningen (noot: Gorinchem kent een paragraaf Reserves en voorzieningen)-vaststellen hoogte belastingen, rechten, heffingen en prijzen (noot: is paragraaf Lokale heffingen)-de verplichte paragrafen:Paragraaf weerstandsvermogenParagraaf onderhoud kapitaalgoederenParagraaf Lokale heffingenParagraaf grondbeleidParagraaf bedrijfsvoeringParagraaf financieringParagraaf verbonden partijenparagraaf subsidies (noot: deze paragraaf kent Gorinchem overigens niet)

Hoofdstuk 4.Financieel beheer en interne controle- artikel 10 Administratie- artikel 11 Interne controle- artikel 12 Misbruik en oneigenlijk gebruik

Hoofdstuk 5.Financiële organisatie- artikel 13 Financiële organisatie

Hoofdstuk 6.Slotbepalingen-artikel 14 Inwerkingtreding-artikel 15 Citeertitel

Noot: de bestaande financiële verordening 212 vastgesteld in december 2004 is grosso modo een mix van de korte en uitgebreide verordening: dus het wettelijke deel (korte verordening) en uitgebreid met afspraken over de paragrafen (=uitgebreide verordening). Het advies van de accountant is dat bij de actualisatie eerst keuzes gemaakt worden over de gewenste modelverordening en daarna de eigen vastgestelde verordening ernaast te leggen en de verschillen te benoemen. De verschillen tussen de modelverordening en de eigen verordening vormen dan input voor het gesprek in de klankbordgroep.

Het college heeft de voorkeur om (=collegebesluit 1 maart 2011) de huidige financiële verordening, die een mix van de korte en de uitgebreide modelverordening, aan te laten sluiten bij de door de raad geformuleerde 6 uitgangspunten van de controlerende rol van de raad. Ook is de voorkeur van het college om in de huidige financiële verordening 212 het wettelijke deel te regelen: wat in de verordening geregeld moet worden en wat geregeld kan worden in deeluitwerkingen.

Het wettelijke deel heeft betrekking op hoofdstuk 3 financieel beleid: - regels over waardering en afschrijving vaste activa, - kostprijsberekening: berekening van de door het gemeentebestuur in rekening te brengen prijzen en tarieven voor rechten, - vaststellen hoogte belastingen, rechten, heffingen en prijzen en - regels over de financieringsfunctie: richtlijnen voor de uitvoering van de financieringsfunctie, kaders voor het financieel beleid die bij de uitvoering in acht moeten worden genomen.

Afwijkingen (verschillenanalyse):Aangezien de modelverordening van de VNG (zowel de uitgebreide als de korte versie, versie juni 2006 kent 15 artikelen) een model is met een groot aantal facultatieve onderdelen, heeft Gorinchem een aantal keuzen gemaakt rekening houdend met het wettelijk kader. Overigens is de Gorcumse verordening een mix van de uitgebreide en ingekorte modelverordening. De Gorcumse verordening is weliswaar kort, maar kent 18 artikelen. De uitgebreide modelverordening bevat een toelichting op de verplichte paragrafen die in de ingekorte modelverordening niet terugkomt. Voor de informatievoorziening vanuit het college richting raad zijn de paragrafen cruciaal, vandaar dat Gorinchem in de 212 verordening nadrukkelijk stilstaat bij de paragrafen.

In de financiële verordening art. 212 worden relatief veel uitgangspunten over de financiële functie vastgelegd. Het is aan de raad wat zij wel of niet wil regelen en wat aan het college overgelaten moet worden. De raad zal dus een aantal keuzes moeten maken.

Model VNG (Kort) huidige financiële verordening

Artikel 1: Artikel 1 geeft definities. De definitie ‘planning- en controlcyclus’ is extra opgenomen.Artikel 2: Artikel 2 gaat in op de programma-indeling. De raadsnotitie Financieel afwijkingenbeleid toegevoegd.

Artikel 3: Artikel 3 gaat in op de inrichting begroting en jaarstukken.Artikel 3 is als zodanig niet opgenomen in de verordening. Afspraken over de inrichting van de begroting en jaarstukken komen namelijk op hoofdlijnen terug in artikel 2. (uitgangspunten controlerende rol raad en afspraken inzake de reguliere planning en controlcyclus/ tussentijdse controle, autorisatie begroting).

Artikel 4: Artikel 4 gaat in op de autorisatie begroting en investeringskredieten en begrotingswijzigingenArtikel 4 is als zodanig niet opgenomen in de verordening. De basis hiervoor is de bestaande raadsnotitie financieel afwijkingenbeleid evenals de afspraken inzake nacalculatie van investeringen die onderdeel uitmaken van het afwijkingenbeleid.

Artikel 5: Artikel 5 gaat in op de tussentijdse rapportageArtikel 5 behelst de financiële rapportage aan de raad (2-jaarlijkse tussentijdse rapportages). De raad zal de momenten van tussentijds rapporteren zelf moeten bepalen.

Artikel 6 Artikel 6 gaat in op de Waardering en afschrijving vaste activaHet artikel gaat in op de waardering en afschrijving vaste activa. Bevat regels voor de waardering en afschrijving van activa (raakt budgetrecht raad).Advies is geen verdere detaillering van afschrijvingstermijnen in bijlage opnemen Loopt het gevaar om in geval van afwijking de verordening te moeten aanpassen.Minimale grens van € 15.000 om te activeren, handhaven .

Artikel 7 Artikel 7 gaat in op de kostprijsberekeningKomt op lid 2 overeen met modelverordening.

Artikel 8 Betreft vaststelling hoogte belastingen, rechten heffingen en prijzenIs niet opgenomen in Gorcumse verordening, lid 1 is wel verstandig om op te nemen.

Artikel 9 Gaat in op financieringsfunctie en financieel beheer en interne controleIn huidige verordening wordt verwezen naar treasurystatuut en geen inhoudelijke passages

Artikel 10 Gaat in op de administratieModelverordening bevat 6 onderdelen. In de Gorcumse verordening zijn 2 onderdelen toegelicht.

Artikel 11 Gaat in op de interne controleIs gelijk, bestuurdersverklaring kan ook hier toegelicht worden.

Artikel 12 Artikel 12 gaat in op misbruik en oneigenlijk gebruikDe tekst in dit artikel gaat over het beleid inzake bestrijding van misbruik en oneigenlijk gebruik (M&O-beleid, rechtmatigheid) van de gemeentelijke regelingen niet opgenomen. Het is geen verplicht lid. Aangezien de verantwoording over rechtmatigheid onder het domein van het college valt, is er geen reden om het artikel op te nemen.

Artikel 13 Betreft de financiële organisatieConform (op onderdeel kostenverdeelsleutel na).Artikel 14 Inwerkingtreding

Artikel 15 Citeertitel

Model VNG (lang) Gorcumse interpretatie

Idem /paragrafen

In de uitgebreide verordening gaan een aantal artikelen in op de paragrafen. In de modelverordening uitgebreid wordt namelijk ingegaan op de wettelijke paragrafen uit de begroting en rekening. Het betreft een facultatief onderdeel van de verordening. De uitgebreide modelverordening schrijft diverse nota’s voor die periodiek aan de raad moeten worden aangeboden. Het betreffen de nota’s: - Lokale heffingen, - Weerstandsvermogen, - Onderhoud kapitaalgoederen, - Bedrijfsvoering, - Verbonden partijen, - Grondbeleid en - Verstrekking subsidies. De raad kan er ook voor kiezen om het te houden bij uitgebreide paragrafen in de P&C -documenten. Voor de hand ligt: één algemeen artikel over de paragrafen opnemen plus het geven van een artikelsgewijze toelichting.

Verslag bijeenkomst klankbordgroep financiële verordening 2  

Aanwezig: Raadsleden Wildschut, Wientjes, Van der Roest, Dansen, Duijnhouwer,Tekir, Van Maaren, Barth, Mensert, wethouder Van der Torren, Van Dun (directie), Andeweg (griffie), Naaktgeboren en Van Zessen (Concern Control: verslaglegging)

Inleiding: wethouder Van der Torren geeft de aftrap voor de avond. Beleidscontroller Van Zessen geeft een korte toelichting op het artikel 212 uit de Gemeentewet en op de notitie Keuzevoorstel klankbordgroep Financiële verordening art. 212.

Voorkeur 1: Het college heeft de voorkeur voor een mix tussen de korte en uitgebreide verordening waarbij aangesloten wordt bij de uitgangspunten controlerende rol raad zoals besproken op de bijeenkomst van 8 febr. jl.. Oftewel:de financiële verordening is een raamverordening plus deeluitwerkingen in diverse beleidsnotities De argumenten hiervoor zijn dat en recht gedaan wordt aan inhoudelijke verdiepingen via beleidsnotities en dat er sprake is van flexibiliteit. Een raamverordening is namelijk minder onderhoudsgevoelig.

Zienswijze 1: de raadsleden kunnen zich grosso modo vinden in een mix tussen de korte en uitgebreide verordening. Wel wordt de vraag gesteld waaruit deze mix bestaat. Gediscussieerd wordt over de juridische status van een raamverordening en de hardheid van een raadsnotitie. De vraag is gesteld of een raamverordening een hogere status heeft dan een raadsnotitie. Het feit is dat zowel de verordening als de raadsnotitie opgevat moeten worden als een stelsel van afspraken van raad en college over de controlerende rol. Het betreffen interne afspraken die vastgelegd worden in raadsbesluiten (het vaststellen van een verordening en het vaststellen van beleidsnotities). Noot: de accountant maakt bij de beoordeling van naleving van de regels (rechtmatigheid) jaarlijks gebruik van het zogeheten normenkader rechtmatigheid dat de raad elk jaar in het najaar voor kennis geving aanneemt. Het normenkader bestaat uit raadsbesluiten te weten door de raad vastgestelde verordeningen en raadsnotities. Het onderscheid tussen een verordening of raadsnotitie maakt daarbij niet uit bij de oordeelsvorming van de accountant.In het raadsvoorstel bij de financiële verordening dient helder benoemd te worden wat in de verordening geregeld wordt (procesafspraken) en wat in de raadsnotities (lees: inhoudelijke zaken) om zo samenhang tussen de verschillende stukken te bewaken (lees: overzicht). Een raadslid doet de suggestie om in de verordening toch enkele inhoudelijke kaderstellende uitspraken te doen zoals het grondbeleid. Er wordt aan tegemoet gekomen als aan de juridische hardheid wordt voldaan.Een raadslid geeft aan dat de uiteindelijke financiële verordening beoordeeld zal worden aan de criteria: overzichtelijkheid, hanteerbaarheid / uitvoerbaarheid, controleerbaarheid / kaderstellendheid, inzicht in kansen en risico’s. Andere raadsleden herkennen zich in voornoemde criteria.Benadrukt is dat de raamverordening een soort ‘’Grondwet’’ is die flexibiliteit met zich meebrengt en betrokkenheid vanuit de raad omdat via bespreking in de klankbordgroep raadsleden zich meer betrokken voelen bij het proces tot stand koming financiële verordening.

Voorkeur 2: artikel 2 gaat over de programma - indeling begroting en rekening. Het college heeft de voorkeur om de discussie over de programma - indeling medio 2012 te voeren door het organiseren van een raadsconferentie planning en control. Dit is conform het spoorboekje raadsopdracht planning en controlcyclus vastgesteld door de raad op 16 december 2010. Vooralsnog wordt geadviseerd de huidige programma-indeling te handhaven.

Zienswijze 2: men kan zich vinden in de procesafspraak dat het gesprek over het voeren over de gewenste programma – indeling en de vraag waar stuur je op als raadslid, plaatsvindt in het kader van de bestaande raadsopdracht Planning en controlcyclus. Gesproken wordt over de informatievoorziening raadsopdrachten. De raadsopdrachten doorlopen dezelfde cyclus als de programma’s uit de begroting. Een aparte verantwoording over de stand van zaken raadsopdrachten is gewenst (noot: in de eerste tussenrapportage 2011 zal hierin voorzien worden).  

Bovenstaande betekent dat het huidige artikel 2 Kaders Planning en controlcyclus uit de financiële verordening met betrekking tot planning- en controlcyclus in principe gehandhaafd kan blijven. Hoewel in de raadsopdracht Planning en controlcyclus in het spoorboekje is aangegeven dat in 2012 acties kunnen worden verwacht, werkt de vernieuwing in bijvoorbeeld een andere programma-opzet na 2012 zichtbaar door (2013- 2014).

Voorkeur 3: artikel 3 (inrichting begroting en jaarstukken) financiële verordening 212, gaat in op de vaste momenten van rapporteren. Deze momenten zijn formeel behouden aan de raad. Het college heeft de voorkeur voor vier rapportagemomenten (programmabegroting, 2 tussenrapportages en programmaverslag) en twee besluitvormingsmomenten (juni verleden, heden en toekomst en november heden en toekomst). Het college denkt dat deze momenten voldoende zijn voor de kaderstellende en de controlerende rol.

Zienswijze 3: er wordt gediscussieerd over nut en noodzaak van de verbetering van de kwaliteit van de informatievoorziening, het gaat niet zozeer om de kwantiteit van informatie. De suggestie wordt geopperd om per kwartaal een tussenrapportage uit te brengen, daarbij komen we dan uit op 4 tussenrapportages per jaar. Hierover is geen eenduidigheid in de groep. Gesproken wordt over de grote hoeveelheid raadsinformatiebrieven. De suggestie wordt gedaan om in de tussenrapportage over de afgelopen periode een samenvattende follow up per programma van de verstuurde raadsinformatiebrieven te geven. Gesproken wordt over de 2 besluitvormingsmomenten en de voor- en nadelen ervan. De suggestie is geopperd om bijvoorbeeld het programmaverslag in een afzonderlijke vergadering te bespreken. De frequentie van het aantal rapportages hangt samen met het vertrouwen raad – college (besturingsmodel Gorinchem). Er wordt uitgesproken dat de huidige frequentie in principe voldoende is. Benadrukt dat inzicht in de kansen en risico’s (paragraaf Weerstandsvermogen) in de tussenrapportages nadrukkelijker terugkomen. Zie ook zienswijze 5. Verder wordt benadrukt de overwegingen die ten grondslag liggen aan beleidskeuzes (raadsbesluiten) weer te geven voor de raadsleden.

Voorkeur 4: in artikel 4 wordt gesproken over het autorisatieniveau begroting en investeringskredieten en begrotingswijzigingen (intern wordt over de systematiek nagedacht in het kader van het ZBB - project en de basis op orde). De raad autoriseert de lasten en baten op programmaniveau. Gorinchem kent een beleidslijn inzake financiële afwijkingen ten opzichte van de oorspronkelijke begrotingsramingen.Het college heeft de voorkeur om het zogeheten financieel afwijkingenbeleid evenals de bestaande afspraken betreffende nacalculatie van investeringen die onderdeel uitmaken van investeringen voor het hiervoor genoemde punt als leidraad te hanteren.

Zienswijze 4: de raadsleden geven aan dat autorisatie op het niveau van lasten en baten per programma vrij grofmazig is. Vaak is toch informatie op het niveau van collegeproducten gewenst. De raad vindt het huidige financiële afwijkingenbeleid een voldoende basis bieden voor het controleren van het college of het uitoefenen van het budgetrecht. In dit verband wordt kort gesproken over de systematiek van begrotingswijzigingen en de toegevoegde waarde van het inzicht begroting na wijziging (‘’het bij zijn’’). Er is breed uitgesproken dat inzicht gewenst is op het verloop van budget in de loop van het jaar, dit om cumulatie te voorkomen. Een aantal raadsleden wenst inzicht in de vergelijking van het resultaat en de primitieve begroting (naast de vergelijking ten opzichte van de begroting na wijziging. Gezocht moet worden naar een balans tussen beleidsverantwoording en financiële verantwoording in het programmaverslag.

Voorkeur 5: Het college spreekt de volgende voorkeur ten aanzien van het karakter van de paragrafen uit:-> toetsing aan apart beleidskader en rapporteren over de voortgang:- Weerstandsvermogen- Reserves en voorzieningen- Financiering - Bedrijfsvoering- Verbonden partijen- Grondbeleid

-> Karakter paragraaf als voortgangsrapportage:- Onderhoud kapitaalgoederen- Lokale heffingen.-Stedelijke vernieuwing (alleen in programmaverslag vanwege voortgang prestatieafspraken ISV3)

Zienswijze 5: de raadsleden herkennen zich in de bovenstaande opsomming indeling, categorisering paragrafen als toetsing beleidskader dan wel rapportering over voortgang. De suggestie wordt gedaan om een paragraaf Subsidies toe te voegen zodat inzicht ontstaat in de subsidiestromen per programma (als een soort dwarsdoorsnede). Dit vraagt om een nadere uitwerking waarbij gebruik gemaakt kan worden van voorbeelden van andere gemeenten (zo heeft de gemeente Tiel een paragraaf Subsidies).Er wordt aandacht gevraagd voor de informatievoorziening vanuit de verbonden partijen, waar Gorinchem overigens al afspraken over heeft gemaakt in april 2008.Over het vaststellen van het treasurystatuut, wordt afgesproken om het voorstel van het college af te wachten. Noot: de ambtelijke en de bestuurlijke mening lopen uit elkaar, er zal door het college te zijner tijd een voorstel voorbereid worden. Zie pagina 9 artikel XV verantwoordelijkheden in het huidige Treasurystatuut.

Voorkeur 6: Het college spreekt de voorkeur uit voor de volgende 5 beleidsnotities:- Beleidsnotitie Reserves, voorzieningen en Weerstandsvermogen- Beleidsnotitie garantiestelling - Beleidsnotitie bedrijfsvoering- Beleidsnotitie verbonden partijen- Beleidsnotitie Grondbeleid

Daarnaast kennen we in het kader van de verordening art. 212 notities:- Beleidsnotitie Financieel afwijkingenbeleid- Beleidsnotitie afschrijvingsbeleid

Zienswijze 6: de raadsleden herkennen zich in de bovenstaande opsomming van 7 notities. Wel wordt aandacht gevraagd voor kaderstelling garantiestelling en niet uit de balans blijkende verplichtingen. Er is niet direct aanleiding tot uitbreiding van bovengenoemde notities. Aangegeven is dat voor het derde kwartaal jaaragenda de onderwerpen garantiestelling en verbonden partijen aan de orde komen. De raadsleden vragen na wanneer de overige raadsnotities geactualiseerd gaan worden indien hiertoe aanleiding is.Enkele raadsleden spreken de voorkeur uit om per raadsperiode, dus om de vier jaar, de raadsnotities te actualiseren en te beoordelen of de totale set aan raadsnotities voldoende input geeft voor het uitoefenen van de controlerol. Zo ontstaat er sturing aan de voorkant van het beleidsproces.

Gesteld wordt door de raadsleden dat:- de werkvorm van klankbordgroep met een inhoudelijk onderwerp gewaardeerd wordt;- afgesproken wordt dat ter voorbereiding van de financiële verordening 1 bijeenkomst klankbordgroepvoldoende is;- zij de gelegenheid krijgen te reageren op dit verslag; - afgesproken wordt dat er een rol voor de klankbordgroep ligt als een inhoudelijke deeluitwerking alsde garantiestelling en verbonden partijen aan de orde is (najaar 2011); - het is nog te vroeg om een vervolgdatum te prikken. De diverse achtergrond stukken van de VNG enDeloitte zijn op het raadsinformatiesysteem geplaatst;- het college in het raadsvoorstel aangeeft hoe om te gaan met de zienswijzen raadsleden waaronder- het punt status financiële verordening art. 212 versus raadsnotitie (zienswijze 1);- het punt van het treasurystatuut (zienswijze 5); - het punt paragraaf Subsidies (zienswijze 5).

Noot: via de mail hebben medio april 2011 de volgende klankbordgroepleden gereageerd:de heer Ilhan Tekir (Groen Links), de heer C. van der Roest (Gorinchem Solidair), mevrouw E. Dansen (SP), de heer F. Barth (ChristenUnie/SGP), M. Wildschut (D66), K. Mensert (SB), mevrouw Van der Torren (wethouder Middelen).

Toelichting 1 Artikelsgewijze Financiële verordening (art. 212 Gemeentewet)

Algemeen

In de verordeningen wordt alleen aangegeven welke onderwerpen vastgelegd worden en welke procesafspraken hierover te maken zijn. Inhoudelijke zaken worden minimaal geregeld in de verordeningen. In de verordeningen wordt bijvoorbeeld aangegeven dat eens in de vier jaar een betreffende notitie vastgesteld wordt door de raad.

Artikel 1 Definities

Dit artikel bevat definities die terugkomen in de verordening.

Artikel 2 Kaders planning en controlcyclus

Eén van de zaken die in de financiële verordening terugkomen is de planning en controlcyclus. Het gaat bij de planning- en controlcyclus om de vaste planning- en controldocumenten:- programmabegroting- tussenrapportage (= twee tussenrapportages aan de raad)- programmaverslag / rekening

In dit verband speelt budgetverantwoordelijkheid ook een rol. De vraag is in hoeverre het college bevoegd is met het heralloceren van financiële middelen. Deze vraag komt tot uitdrukking in de raadsnotitie Financieel afwijkingenbeleid.

In de raadsopdracht Planning- en Controlcyclus, vastgesteld op 16 december 2010, worden de keuzes inzake de uitgangspunten van de planning en controlcyclus voorgelegd.

Artikel 3 Waardering & afschrijving vaste activa

De verordening moet volgens artikel 212 Gemeentewet in elk geval bevatten de “regels voor waardering en afschrijving activa”. De verordening stelt de regels voor de waardering en afschrijving van de vaste activa. De vaste activa worden verplicht ingedeeld in immateriële vaste activa, materiële vaste activa en financiële vaste activa. De immateriële vaste activa worden verdeeld in de kosten voor onderzoek en ontwikkeling voor een bepaald actief en de kosten verbonden aan het sluiten van geldleningen en het saldo van agio en disagio. De materiële vaste activa worden onderverdeeld in materiële vaste activa met economisch nut en materiële vaste activa met alleen maatschappelijk nut. Financiële vaste activa: een financieel actief is aanwezig als een duurzaam financieel belang gehouden wordt. Het BBV onderscheidt daarbij de categorieën kapitaalverstrekkingen, leningen u/g, overige uitzettingen (beleggingen) en bijdrage aan activa in eigendom van derden.Aangezien het algemeen uitgangspunt is dat de financiële verordening vooral bedoeld is om procesafspraken vast te leggen en inhoudelijke zaken in separate beleidsnotities, kent Gorinchem een raadsnotitie Afschrijvingsbeleid (raad april 2009). In deze notitie zijn op basis van het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) regels voor de waardering en afschrijving van activa en beoogde afschrijvingstermijnen vastgelegd. In deze notitie is aangeven dat het gewenst is dat investeringen met maatschappelijk nut geactiveerd worden in verband met het egaliseren van kosten. De notitie bevat een afschrijvingstabel, dit is een technisch overzicht van de te hanteren afschrijvingstermijnen voor de verschillende activa. Desgewenst wordt de afschrijvingstabel periodiek geactualiseerd.

Artikel 4 Kostprijsberekening

In artikel 5 is de grondslag voor de bepaling van heffingen en tarieven neergelegd, zoals dat door artikel 212, lid 2, let b Gemeentewet wordt geëist. De grondslag voor de hoogte van heffingen en tarieven is namelijk politieke besluitvorming door de raad op basis van de geraamde hoeveelheden en de geraamde kostprijzen. Uitgangspunt is een systeem van integrale kostentoerekening en kostendekkende tarieven.

Artikel 5 Vaststelling hoogte belastingen, rechten, heffingen en prijzen

Het college doet jaarlijks de raad een voorstel voor de hoogte van de gemeentelijke tarieven voor de belastingen, rechten, heffingen en prijzen.

Artikel 6 Financieringsfunctie

De financieringsfunctie (treasury) is een belangrijk onderdeel van het middelenbeheer. Gezien de operationele kwetsbaarheid van deze functie bevat artikel 212 het expliciete voorschrift dat de verordening een onderdeel over de financieringsfunctie heeft. Het treasurystatuut, bevattende uitvoeringsregels, valt onder het domein van het college. In artikel 10 van de Financiële verordening is aangegeven dat het college een notitie Garanties waarborgen en leningen aanbiedt (domein raad).

Artikel 7 Reserves, voorzieningen en WeerstandsvermogenVoor wat betreft de paragrafen Reserves en Voorzieningen en Weerstandsvermogen geldt de raadsnotitie Reserves, Voorzieningen en Weerstandsvermogen. In de notitie is een aantal normen inzake de omvang van de Algemene reserve, de direct beschikbare weerstandscapaciteit en de totale weerstandscapaciteit aangegeven.

Vigerende afspraak met de raad is om deze notitie periodiek te herzien. Er kan aanleiding zijn om bijstelling van beleid plaats te laten vinden in de paragraaf Reserves en voorzieningen en de paragraaf Weerstandsvermogen.

Artikel 8 Onderhoud kapitaalgoederen

Alle gebouwen en objecten zijn geclassificeerd in één van de volgende drie kwaliteitsniveau’s: representatief gebruik, normaal gebruik en instandhouding (minimaal) gebruik.In de paragraaf Onderhoud Kapitaalgoederen wordt de raad een aantal kaders aangeboden inzake het onderhoud van de materiële vaste activa (bijvoorbeeld wegen, riolering, accommodaties). Basis hiervoor is de nog een aantal onderhoudsplannen zoals beheersplan Openbare verlichting, het Wegenbeheersplan, het Gemeentelijk Rioleringsplan (domein raad), en de beheersplannen bebording en straatmeubilair, Groenbeheersplan en speeltoestellen.

Artikel 9 Financiering

Zie toelichting bij artikel 6 Financieringsfunctie. Het college biedt de raad een notitie Garantiestelling aan.

Artikel 10 Bedrijfsvoering

De paragraaf Bedrijfsvoering behoort de stand van zaken en de beleidsvoornemens ten aanzien van de bedrijfsvoering te bevatten. Daarbij kan gedacht worden aan de zogeheten middelenfuncties zoals: huisvesting, personeel, informatisering en automatisering en financiën. Als uitgangspunt wordt gehanteerd dat bedrijfsvoering het domein van het college is.

Artikel 11 Grondbeleid

Het college biedt de raad een Nota grondbeleid aan waarin de visie op het grondbeleid is verwoord. Het college biedt de raad alsmede een kaderstellende beleidsnota Bovenwijkse voorzieningen aan. Volgens het BBV dient de paragraaf Grondbeleid tenminste de volgende informatie te bevatten: een visie op het grondbeleid in relatie tot de realisatie van de doelstellingen van de programma’s die opgenomen zijn in de begroting, een aanduiding van de wijze waarop de gemeente het grondbeleid voert, een actuele prognose van de te verwachten resultaten van de totale grondexploitatie, een onderbouwing van de geraamde winstneming en de beleidsuitgangspunten over de reserves voor grondzaken in relatie tot de risico’s van de grondzaken.De raad wordt via de paragraaf Grondbeleid in de programmabegroting, de tussenrapportages en de programmarekening / verslag geïnformeerd over het grondbeleid.

Artikel 12 Lokale heffingen

Het BBV en de Gemeentewet art. 212 geeft aan dat de paragraaf Lokale heffingen tenminste bevat: de geraamde inkomsten, het beleid t.a.v. lokale heffingen zoals grondslagen van prijzen en van tarieven voor rechten, een overzicht op hoofdlijnen van de diverse heffingen, een aanduiding van de lokale lastendruk, en een beschrijving van het kwijtscheldingsbeleid. In de programmabegroting is in het hoofdstuk Algemene dekkingsmiddelen en de paragraaf Lokale heffingen een aantal uitgangspunten ten aanzien van het tarievenbeleid geformuleerd In de verplichte paragraaf Lokale heffingen kan jaarlijks een toetsing plaatsvinden.

Artikel 13 Verbonden partijen

Gorinchem kent een groot aantal verbonden partijen zijnde deelnemingen (NV, BV), gemeenschappelijke regelingen en Commanditaire Vennootschappen. Systeemafspraken over de taken en bevoegdheden college – raad met betrekking tot de verbonden partijen zijn vastgelegd in de raadsnotitie Verbonden partijen. Ook is in de raadsnotitie stilgestaan over de informatievoorziening omtrent verbonden partijen. Verbonden partijen vallen onder de verantwoordelijkheid van het college conform art. 160 van de Gemeentewet.

Artikel 14. Subsidies

1. Het college verschaft in de paragraaf Subsidies in de programmabegroting, de tussenrapportages en de jaarrekening ter uitwerking van de collegeproducten informatie over de aard en de besteding van de subsidies.

Artikel 15. Administratie

In artikel 15 worden de kaders gegeven voor de inrichting van administraties van de gemeente. In hoofdlijnen wordt opgedragen welke gegevens moeten worden vastgelegd en aan welke eisen de vastgelegde gegevens moeten voldoen. Deze verordening regelt niet - inherent aan het dualisme- de regels en activiteiten die daarvoor in de uitvoering nodig zijn. Dat is een taak van het college. Deze zal deze zaken wel in een besluit moeten vastleggen voor de aansturing van de ambtelijke organisatie.

Artikel 16 Interne controle

De verordening geeft in artikel 3 aan het college de opdracht voor de inrichting van de financiële organisatie verschillende maatregelen te treffen op het gebied van interne controle, bijvoorbeeld een adequate functiescheiding.Het college geeft in de bestuurdersverklaring aan in hoeverre bij de financiële beheershandelingen de relevante regelgeving ten aanzien van de financiële aspecten is nageleefd. De bestuurdersverklaring van het college is niet gelijk aan de accountantsverklaring (getrouw beeld) van de accountant.

Artikel 17 Financiële organisatie

In dit artikel worden uitgangspunten voor de inrichting van de financiële organisatie gegeven, waaraan het college bij het stellen van regels voor de ambtelijke organisatie invulling moet geven. De uitgangspunten vormen kaders voor het college, waaraan hij zich moet houden.In de onderdelen a en b worden eisen gesteld aan de toedeling van taken aan organisatieonderdelen van de gemeente en de toewijzing van functies aan functionarissen.

Artikel 18 In werking treding

De financiële verordening treedt op 1 juli 2011 in werking.

Artikel 18a Overgangsbepaling

In dit artikel wordt de overgangsbepaling geregeld . De uitgangspunten, regels en grondslagen, zoals bedoeld in artikel 212 van de Gemeentewet, zoals vastgesteld bij of krachtens de financiele verordening ex artikel 212 Gemeentewet, zoals vastgesteld door de raad op 23 december 2004, en de Notitie Afschrijvingsbeleid genomen krachtens de financiële verordening ex. art. 212 Gemeentewet, zoals vastgesteld door de raad op 23 december 2004, blijven gelden krachtens deze verordening. Wanneer de raad na vaststelling van deze verordening andere of nieuwe uitgangspunten, regels en grondslagen vaststelt of een nieuwe Notitie Afschrijvingsbeleid vaststelt, zullen deze hiervoor in de plaats komen.