Organisatie | Leudal |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Fietsregeling gemeente Leudal |
Citeertitel | Fietsregeling gemeente Leudal |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
CAR-UWO
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
11-09-2007 | 01-01-2007 | 18-12-2008 | Nieuwe regeling | 30-01-2007 Streekbode 10 september 2007 | Onbekend |
Een vergoeding voor met de fiets samenhangende zaken bedraagt maximaal € 250,00 per 36 maanden.
De verrekening van het door de gemeente voorgeschoten bedrag van de aangeschafte fiets, met de fiets verband houdende zaken en verzekering wordt gedurende maximaal 36 maanden verrekend met de aan ambtenaar toegekende verlofuren of verlaging bruto salaris, vakantie-uitkering of eindejaarsuitkering, hierbij rekening houdend met de bepalingen van de CAR/UWO.
Indien de ambtenaar binnen 36 maanden na verstrekking van een fiets de gemeentedienst verlaat, de fiets geheel of ten dele aan een derde verkoopt, verpandt of anderszins in zekerheid geeft, dient hij het restant in te leveren uren vakantieverlof of de resterende in te leveren bruto salaris voor de datum van uitdiensttreding of vervreemding geheel te voldoen.
De ambtenaar dient te verklaren dat hij de fiets op meer dan de helft van zijn werkdagen zal gebruiken voor het woon-werkverkeer en dient een bewijs over te leggen dat de fiets verzekerd is tegen diefstal.
De ambtenaar dient te verklaren dat hij op de hoogte is van de fiscale en sociale consequenties van de deelname. Indien na controle door de belastingdienst blijkt dat belanghebbende de fiets niet overeenkomstig de fiscale regels gebruikt, komt een eventuele (na)heffingsaanslag, inclusief boete en rente, voor rekening van de ambtenaar.
Indien de in deze regeling genoemde bedragen tijdens de werkingsduur van deze regeling door de fiscus worden gewijzigd, komen deze bedragen in de plaats van de huidige bedragen.
In de gevallen waarin deze regeling niet voorziet is het college van burgemeester en wethouders bevoegd de nodige maatregelen te treffen.