Organisatie | Enkhuizen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregels subsidiëring duurzame energiepakket gemeente Enkhuizen 2010 |
Citeertitel | Beleidsregels subsidiëring duurzame energiepakket gemeente Enkhuizen 2010 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | milieu |
Eigen onderwerp | besparing, energie, milieu, milieuvriendelijk, verbouwing, HR++, HR ketel, zonneboiler, |
Externe bijlagen | Bijlage 1: Reglement van loting Bijlage 2: Duurzame energielijst Bijlage 3: Aanvraagformulier subsidie Bijlage 4: Formulier voor vaststelling subsidie Bijlage 5: Aannemers-/ installateursverklaring |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
23-06-2011 | 01-01-2011 | Nieuwe regeling | 10-05-2011 De Drom, 22-06-2011 | BW11.0220 |
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Enkhuizen;
gelet op het bepaalde in artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht;
gelet op het bepaalde in artikel 2.4, onder j, artikel 2.5 en artikel 4, leden 1 en 2 van de Algemene subsidieverordening gemeente Enkhuizen 2009;
gelet op het bepaalde in de beschikking van 16 maart 2011 van de provincie Noord-Holland, kenmerk 2011/15130 inzake de subsidieverlening voor het project Duurzame en energiebesparende maatregelen 2011;
De volgende beleidsregels “Beleidsregels subsidiëring duurzame energiepakket gemeente Enkhuizen 2011” (inclusief bijlagen) vast te stellen:
De gemeente voert een actief klimaatbeleid en heeft hiervoor van de provincie Noord-Holland subsidiebudget beschikbaar gekregen. Dit budget wordt ingezet om particulieren te stimuleren te investeren in energie-efficiency van hun woningen.
Het verstrekken van de subsidiebedragen geschiedt alleen indien wordt aangetoond dat deze technieken zijn geïnstalleerd door een hierin gespecialiseerd bedrijf. Het bedrijf vult daartoe de aannemer-/installateursverklaring (onderdeel formulier ten behoeve van vaststelling van subsidie op grond van de Beleidsregels subsidiëring duurzame energiepakket gemeente Enkhuizen, bijlage IV) in.
Het nemen van besluiten tot verlening van subsidie vindt plaats in volgorde van
ontvangst van de aanvragen. Met dien verstande dat wanneer de aanvrager in de
gelegenheid is gesteld de aanvraag om subsidie aan te vullen, de dag waarop die
aanvraag is aangevuld -zodat sprake is van een volledig ingevulde, gedagtekende en
ondertekende aanvraag - voor die beslissing als datum van ontvangst van die aanvraag
Indien honorering van alle aanvragen die op één dag zijn ontvangen ertoe zou leiden dat het beschikbare subsidieplafond zou worden overschreden, wordt de volgorde van ontvangst van deze aanvragen vastgesteld door middel van loting. Loting vindt plaats conform het in bijlage I opgenomen reglement van loting.
Bijlage 1: Reglement van loting Bijlage 2: Duurzame energielijst Bijlage 3: Aanvraagformulier subsidie Bijlage 4: Formulier voor vaststelling subsidie Bijlage 5: Aannemers-/ installateursverklaring
Dakisolatie is een goede manier om het wooncomfort te verhogen en de energierekening te verlagen. Om bij isolatiemaatregelen voor subsidie in aanmerking te komen, geldt een minimumeis ten aanzien van de te realiseren thermische isolatiegraad. Conform het Bouwbesluit geldt voor de warmteweerstand: Rc ≥ 2,5 m²K/W.
Het isoleren van een vloer van steen of beton verhoogt het wooncomfort en zorgt voor een grote besparing op uw stookkosten. Wanneer zich onder de vloer voldoende kruipruimte bevindt, kunt u aan de onderkant van de vloer isolatiemateriaal laten aanbrengen. Is de kruipruimte te laag of ontbreekt deze geheel, dan kan de vloer alleen aan de bovenkant geïsoleerd worden. Om bij isolatiemaatregelen voor subsidie in aanmerking te komen, geldt een minimumeis ten aanzien van de te realiseren thermische isolatiegraad. Conform het Bouwbesluit geldt voor de warmteweerstand: Rc ≥ 2,5 m² K/W. Volledigheidshalve wordt nog opgemerkt dat deze minimumeis betrekking heeft op de thermische isolatiegraad van de scheidingsconstructie van de woning, dus op de thermische gebouwschil. Deze scheidingsconstructie betreft de begane grond vloer. De kruipruimte tussen deze vloer en de bodem wordt geventileerd en maakt geen deel uit
van de scheidingsconstructie. Het toepassen van bodemisolatie is derhalve niet subsidiabel.
Wanneer men zowel aan de buitengevel als aan de binnengevel niets wil veranderen en een ruime/open luchtspouw aanwezig is, kan de muur geïsoleerd worden door het inblazen van rotswol of papiervlokken of door de spouw van bovenuit te vullen met korrels. Een snelle en relatief goedkope methode. Vanwege het risico op condensatieproblemen dient de klus te worden uitgevoerd door een gecertificeerd bedrijf. Om bij isolatiemaatregelen voor subsidie in aanmerking te komen, geldt een minimumeis ten aanzien van de te realiseren thermische isolatiegraad. Hierbij geldt voor de warmteweerstand: Rc ≥ 1,3 m²K/W. Deze ondergrens voor de isolatiewaarde is voor vrijwel alle voorkomende spouwdiktes van de bestaande woningbouw haalbaar. Afhankelijk van de beschikbare spouwruimte kan een hogere warmteweerstand gerealiseerd worden.
Materiaal voor het isoleren van niet-steenachtige en niet-glasachtige geveldelen. Denk hierbij aan dakkapellen, borstweringen en de panelen tussen de raampartij van de begane grond en bovenverdieping. Om bij isolatiemaatregelen voor subsidie in aanmerking te komen, geldt een minimumeis ten aanzien van de te realiseren thermische isolatiegraad. Conform het Bouwbesluit geldt voor de warmteweerstand: Rc ≥ 2,5 m²K/W.
Aan de buitenkant door middel van isolatie tegen de gevel met een afwerking van gevelsteen, plaatmateriaal of pleisterwerk. Dit levert de meeste energiebesparing op, maar is ook het duurst. Deze optie is ook niet altijd mogelijk, omdat dit het aanzien van de woning wijzigt en een vergunning van de gemeente vereist is. De voordelen zijn dat eventuele koudebruggen gemakkelijk kunnen worden opgelost, de grootte van de binnenruimte niet verandert en de warmteaccumulerende en vochtregelende functie van de muren behouden wordt. Om bij isolatiemaatregelen voor
subsidie in aanmerking te komen, geldt een minimumeis ten aanzien van de te realiseren thermische isolatiegraad. Conform het Bouwbesluit geldt voor de warmteweerstand: Rc ≥ 2,5 m²K/W.
Bij HR++-glas is in de spouw, naast de vulling met edelgas, een flinterdun laagje (coating) met metaaloxide op de ruiten aangebracht. Deze coatings weerkaatsen de warmte, maar laten het zonlicht grotendeels door. HR++ verdient zichzelf voornamelijk terug in regelmatig verwarmde vertrekken, zoals de huiskamer. De terugverdientijd bedraagt dan circa negen jaar. Overigens heeft dubbelglas behalve een energiebesparend ook een inbraakwerend effect.
Laagtemperatuurverwarming (LTV)
Laagtemperatuurverwarming gebruikt cv-water van 40 à 55°C voor vloerverwarming, wandverwarming of laagtemperatuurradiatoren. Bij gewone radiatoren met een cv-ketel is dat 70 à 90°C. Het gebruik van LTV resulteert in een beter rendement van de HR-ketel en maakt het gebruik van een warmtepomp mogelijk. LTV biedt aangename stralingswarmte (comfort) en betere luchtkwaliteit, omdat er minder zwevend stof is. In het geval van vloerverwarming krijgt bovendien huisstofmijt op vloeren geen kans, want de vloer wordt drooggestookt (gezondheid).
Warmtepomp alleen ruimteverwarming of combiwarmtepomp
Een warmtepomp gebruikt bronwarmte uit bodem of lucht om energiezuinige warmte te leveren. De inzet van LTV (andere DE-lijstmaatregel) is een voorwaarde voor het energiezuinig functioneren van de warmtepomp. Een warmtepomp bespaart ongeveer 25% energie ten opzichte van een cv-ketel. Voor extra comfort kan het systeem ook aangepast worden om te koelen in de zomer. Bij gebruik van bronwarmte uit de lucht is ventilatieretourlucht een logische energiebron. Door het beperkte volume van ventilatielucht wordt vaak ook buitenlucht gebruikt. De lage temperatuur van de buitenlucht in het stookseizoen heeft een negatieve invloed op het energetisch rendement. Daarom wordt bij inzet van ventilatielucht of buitenlucht een combinatie met gasgestookte cv-ketel voor additionele warmtelevering vereist. Als het rendement of beschikbaar vermogen van de warmtepomp te laag wordt, zal de cv-ketel de warmte leveren. Het omslagpunt waarbij de warmtepomp uitgeschakeld wordt ligt
indicatief tussen de -2°C en 2°C en is ook afhankelijk van de energieprijzen. Combiwarmtepompen zorgen niet alleen voor ruimteverwarming, maar ook voor verwarming van tapwater. Een eenvoudige warmtepompuitvoering voor ruimteverwarming op basis van ventilatieretourlucht en buitenlucht betreft de UHR-ketel. Dit betreft feitelijk een gangbare combiketel, die wordt aangevuld met een warmtepompdeel. Het extra hoge rendement van deze ketel wordt gehaald door de inzet van het warmtepompdeel. De warmtepomp gebruikt de warmte uit afgezogen ventilatielucht en buitenlucht voor LTV van de woning. De woning moet daarom wel een mechanisch afzuigventilatiesysteem hebben, maar mag niet voorzien zijn van balansventilatie met warmteterugwinning. Het toe te kennen subsidiebedrag is gekoppeld aan het vermogen van de warmtepomp. Dit betreft het verwarmingsvermogen van het condensordeel van de warmtepomp onder nominale condities, zoals terug te vinden is in de specificaties van de fabrikant.
Warmtepompboilers gebruiken (net als de UHR-ketel) de afgevoerde ventilatielucht uit een woning als warmtebron om tapwater te verwarmen. De woning moet daarom wel een mechanisch afzuigventilatiesysteem hebben, maar mag niet voorzien zijn van balansventilatie met warmteterugwinning. Het is niet mogelijk om met een warmtepompboiler de woning te verwarmen. Het rendement ligt ongeveer 15 tot 20% boven de beste HR-ketels. Het rendement van een zonneboiler (andere DE-lijst-maatregel) met naverwarming op gas ligt aanzienlijk hoger. Een warmtepompboiler is dus vooral interessant wanneer geen zonneboiler aangebracht kan worden. In vergelijking met een warmtepomp voor ruimteverwarming scoort de warmtepompboiler energetisch minder goed. Dit houdt direct verband met de benodigde temperatuur voor de bereiding van warm tapwater (60°C) versus ruimteverwarming (40°C voor LTV). Het toe te kennen subsidiebedrag is gekoppeld aan het vermogen van de warmtepomp. Dit betreft het verwarmingsvermogen van het condensordeel van de warmtepomp onder nominale condities, zoals terug te vinden is in de specificaties van de fabrikant.
Bodemwarmtewisselaar in combinatie met warmtepomp
Een energiezuiniger alternatief voor buitenlucht als laagtemperatuurwarmtebron is de inzet van de bodemwarmtewisselaar. Een warmtepomp in combinatie met een bodemsysteem (water/waterwarmtepomp) gebruikt warmte uit de bodem onder de woning. Hierdoor kent de warmtepomp een hoger energetisch rendement dan bij het gebruik van buitenlucht. Het toe te kennen subsidiebedrag is gekoppeld aan het vermogen van de warmtepomp die is aangesloten op de bodemwarmtewisselaar. Dit betreft het verwarmingsvermogen van het condensordeel van de warmtepomp onder nominale condities, zoals terug te vinden is in de specificaties van de fabrikant. Het subsidiebedrag voor de bodemwarmtewisselaar wordt gestapeld bovenop de subsidie voor de warmtepomp zelf. Kleine gesloten bodemwarmtewisselaars voor individuele woningen kunt u zonder vergunning plaatsen. Het ministerie van VROM bereidt wel regels voor, maar deze gaan waarschijnlijk pas over enkele jaren in.
HRe-ketel of microwarmtekracht
Microwarmtekracht is een potentieel interessante ontwikkeling. Dit toestel wordt ook wel aangeduid als HRe-ketel en levert naast HR-verwarming ook elektriciteit uit aardgas. Met deze thuiscentrale wordt gecombineerde opwekking van warmte en elektriciteit uit aardgas op woningniveau mogelijk gemaakt. In tegenstelling tot de conventionele elektriciteitscentrales wordt de vrijkomende warmte van de HRe-ketel nuttig ingezet voor de verwarming van de woning en de bereiding van warm tapwater. Inmiddels is een aantal veldtesten uitgevoerd om het praktijkrendement in beeld te brengen. Remeha geeft aan dat de gemeten verhouding tussen elektriciteit en warmte uitkomt op 18,9%. Dit betekent omgerekend een elektrisch opwekrendement van 15,3%. Het landelijk gemiddelde opwekkingsrendement van de conventionele elektriciteitscentrales bedraagt circa 39%, maar de hierbij vrijkomende warmte (de resterende 61%) wordt niet altijd nuttig ingezet voor bijvoorbeeld stadsverwarming. Het terugverdienpotentieel van de HRe-ketel hangt af van de hoeveelheid opgewekte elektriciteit. De opwekking van elektriciteit gaat samen op met de warmtelevering, dus de HRe-ketel is met name rendabel bij een hoge warmtevraag. In de praktijk betekent dit een grote, bestaande woning. In
een gunstig scenario loopt het voordeel op tot ongeveer € 300,– per jaar.
Een zonneboiler levert warm water op voor gebruik in de keuken en de badkamer. Een zonnecollector op het dak haalt warmte uit zonlicht en warmt daarmee kraanwater op in de zonneboiler. Die is meestal gekoppeld aan een combiketel of andere installatie. Als er te weinig zon is, verwarmt de installatie (of een verwarmingselement) het water na. De systemen zijn in principe overal toepasbaar. Meestal is geen vergunning nodig voor het plaatsen van een zonnecollector; uitzonderingen gelden voor monumenten en beschermde stads- of dorpsgezichten. Doe altijd navraag bij uw gemeente of kijk op www.vrom.nl/bouwvergunningen_online. Met een zonneboiler bespaart u aanzienlijk op uw energierekening. De besparing van een zonneboiler met een collectoroppervlak van 2,7 m2 kan oplopen tot ongeveer 50% van de energie die nodig is voor het gebruik van warm water. Dat is circa 150 tot 200 m³ aardgas per jaar. Of een zonneboiler voor uw huishouden een verstandige keuze is, hangt af van het aantal personen in huis (meer is gunstiger), hoeveel warm water u dagelijks gebruikt en de beschikbare ruimte voor een voorraadvat. Natuurlijk moet ook het dak van de woning geschikt zijn voor een zonnecollector en op het zuiden gericht zijn. De prijs van een zonneboiler ligt tussen de € 2.000,– en € 4.000,–, afhankelijk van het type en het gewenste comfort, zoals het aantal plaatsen in huis waar u gelijktijdig (veel) warm water wilt kunnen tappen. Het toe te kennen subsidiebedrag is gekoppeld aan het paneeloppervlak in m². Dit betreft het effectieve oppervlak, zoals terug te vinden is in de specificaties van de fabrikant.
Douchewater-WTW gebruikt warmte van wegstromend douchewater om koud water voor te verwarmen. Hierdoor hoeft het warmwatertoestel minder warmte toe te voeren en is dus zuiniger. Het vergt een kleine verbouwing en is dus vooral een optie als u de badkamer gaat renoveren. De meeste moderne boilers, combiketels en badgeisers hebben een vlamhoogte die automatisch aangepast wordt aan de gevraagde hoeveelheid warm water en zijn daarmee geschikt om te combineren met douche-WTW. Om te zorgen dat het water op constante temperatuur blijft, is een thermosstatische douchemengkraan noodzakelijk. Omdat de douche-WTW koud water opwarmt, is steeds minder bijmenging van warm water nodig. De douchepijp-WTW voor de eerste verdieping of hoger kost circa € 500,–, de
douchebak-WTW voor de begane grond of een benedenappartement kost ongeveer het dubbele. In een gemiddeld huishouden scheelt douche-WTW circa 40% op de energierekening voor warm water. Met het oog op kwesties als de tapdrempel en het voorkomen van legionella dient u een installateur te raadplegen.
PV is de afkorting van het engelse ‘photo voltaic’. De omzetting van zonlicht naar elektrische spanning tussen de twee laagjes silicium op het paneel heet een fotovoltaïsche reactie. PV-panelen produceren dus elektriciteit op het dak van uw woning. Deze zonnepanelen bestaan uit zonnecellen en zien er anders uit dan de zonnecollectoren voor warmtelevering. Door de pv-kristallen zien zonnepanelen er vaak metallic (donker)blauw of egaalbruin uit. De opgewekte gelijkspanning wordt met een omvormer omgezet naar wisselspanning en ingekoppeld in de woninginstallatie. Er zijn inmiddels ook pv-systemen verkrijgbaar waaarin de zonnecelfolie geïntegreerd is in isolatieglas of vlakdak bedekking. Tenslotte zijn er ook pvt-panelen beschikbaar. Deze panelen combineren de pv-functie met de zonnecollectorfunctie. Naast elektriciteit (pv) levert de pvt daarom ook warmte (thermische energie) voor warmtapwaterbereiding. Het toe te kennen subsidiebedrag is gekoppeld aan het opgestelde piekvermogen van het pv-systeem (Wattpiek). Hierdoor worden de verschillende typen en vermogensintensiteiten gelijkwaardig beoordeeld en gestimuleerd. De hoogste opbrengst hebben de panelen bij een hellingshoek van 36 graden en als ze gericht zijn op het zuiden. Meestal is geen vergunning nodig voor het plaatsen van zonnepanelen; uitzonderingen gelden voor monumenten en beschermde stads- of dorpsgezichten. Doe altijd navraag bij uw gemeente of kijk op www.vrom.nl/ bouwvergunningen_online. Zonnepanelen kunnen niet volledig in uw stroombehoefte voorzien. Zonlicht is daarvoor te wisselend; het aantal panelen dat nodig zou zijn, is te kostbaar en vraagt veel ruimte. Een zonnesysteem met 500 watt-piekvermogen (zo’n 4 m2 panelen) levert jaarlijks gemiddeld 375 kWh op. Dat is ruim 10% van het verbruik in een gemiddeld gezin. Zonne-energie is momenteel ongeveer tweemaal zo duur als gewone stroom. Het is nog niet mogelijk de kosten van de panelen terug te verdienen via besparing op de energierekening.
Tijdens dagen met veel zon of als er tijdelijk geen elektriciteitsvraag is, produceren zonnepanelen een overschot dat u levert aan het elektriciteitsnet. Via de wet is geregeld dat huishoudens een vergoeding krijgen voor die aangeleverde stroom, de terugleververgoeding. Het energiebedrijf verrekent de eerste 3.000 kWh die een huishouden aanlevert met de afname. Om te weten hoeveel stroom is teruggeleverd aan het net, dient naast de gevraagde ook de teruggeleverde stroom met een meter geregistreerd te worden. Het laten plaatsen van een brutoproductiemeter kost circa € 160,– eenmalig en vervolgens € 25,– per jaar aan meterhuur. Heeft u een meter die alleen registreert wat u afneemt, dan kunt u de netbeheerder ook vragen de meter te vervangen door een intelligente meter met productie-ingang. Naast de terugleververgoeding van het energiebedrijf bestempelt de Stimuleringsregeling Duurzame Energieproductie (SDE) u onder voorwaarden tot ‘Groene stroom producent’ en geeft vijftien jaar lang jaarlijks een vergoeding voor elke kWh die uw zonnesysteem heeft geproduceerd.