Organisatie | Vlagtwedde |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Reïntegratieverordening |
Citeertitel | Reïntegratieverordening gemeente Vlagtwedde |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
21-04-2011 | 31-12-2011 | nieuwe regeling | 29-03-2011 13 april 2011, Ter Apeler Courant | ZA.11-9139/DN.11-10 |
De raad van de gemeente Vlagtwedde;
gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 1 februari 2011, Afdeling Samenleving; en
Gelet op artikel 8, eerste lid, onder e en f alsmede het tweede lid, onder c van de WWB, artikel 35 Ioaw/Ioaz en artikel 149 Gemeentewet;
gelet op de Algemene wet bestuursrecht (Awb), de Gemeentewet, de Wet werk en bijstand (Wwb), de Wet inkomensvoorziening voor oudere- en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (Ioaw) en de Wet inkomensvoorziening voor oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (Ioaz),
Met een voorziening wordt bedoeld: ieder instrument dat wordt ingezet voor de cliënt met als doel om de persoon zo spoedig mogelijk weer zelf in zijn eigen levensonderhoud te kunnen voorzien, dan wel sociale uitsluiting te voorkomen. Een voorziening wordt opgenomen in het re-integratieplan van de cliënt.
De doelgroep van deze verordening zijn de personen wonende in de gemeente Vlagtwedde, jonger dan 65 jaar,
bedoeld in artikel 7 eerste lid onder a van de Wwb, of;
bedoeld in artikel 7 derde lid tweede volzin van de Wwb, of;
Niet tot de doelgroep behoort:
de persoon die geen uitkeringsgerechtigde is en die onderwijs of een beroepsopleiding volgt als bedoeld in de Wet studiefinanciering 2000 of in hoofdstuk 4 van de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten (WTOS), en;
de persoon als bedoeld in artikel 2 van de Wet Investeren in Jongeren (WIJ).
Ter uitvoering van de in het eerste lid genoemde zorgplicht, kan het college beleidsregels vaststellen waarin op basis van het beschikbare budget wordt aangegeven op welke wijze wordt voorzien in de ondersteuning bij arbeidsinschakeling en welke voorzieningen in welke mate in het kader van arbeidsinschakeling zullen worden ingezet voor de doelgroepen van deze verordening.
De voorzieningen die de gemeente in het kader van ondersteuning bij arbeidsinschakeling voor een cliënt inzet, worden in principe vastgelegd in een uitstroom gericht re-integratieplan, dat onderdeel uitmaakt van een beschikking. Het re-integratieplan wordt door de cliënt en door een vertegenwoordiger namens het college (of een door het college aangewezen derde) ondertekend.
Artikel 4 Rechten en plichten cliënt
Onverminderd andere verplichtingen, voortvloeiend uit wet- of regelgeving, geldt voor een cliënt die deelneemt aan of deelgenomen heeft aan een voorziening de verplichting:
alle inlichtingen te verstrekken aan het college over de passendheid en de voortgang van de voorziening en wijzigingen in zijn persoonlijke situatie die van belang kunnen zijn voor de beoordeling van de aanspraak op ondersteuning en de noodzaak van voortzetting van een voorziening, daaronder in ieder geval begrepen wijzigingen in woonplaats, wijzigingen met betrekking tot gezondheidssituatie of arbeidshandicaps en wijzigingen met betrekking tot nevenwerkzaamheden of neveninkomsten;
Artikel 5 Niet-uitkeringsgerechtigden en Anw-ers
Niet-uitkeringsgerechtigde cliënten van 18 jaar en ouder en cliënten met een uitkering op grond van de Anw (Algemene nabestaandenwet) van 18 jaar en ouder kunnen aanspraak maken op ondersteuning bij arbeidsinschakeling ten behoeve van het realiseren van de, naar het oordeel van het college, kortste weg naar duurzame arbeid.
Het college kan een persoon behorende tot de doelgroep een voorziening aanbieden. De voorziening heeft tot doel de cliënt middels de kortste weg te begeleiden naar regulier werk. Wat de kortste weg is bepaalt het college. Het wegnemen van belemmeringen voor de arbeidsinschakeling staat hierbij voorop. In beleidsregels kan het college verdere uitwerking geven aan deze voorzieningen.
Scholing kan onderdeel uitmaken van de voorzieningen in tweede lid. Daarnaast kan het college ook scholing als zelfstandige voorziening aanbieden. Een opleiding waarvoor studiefinanciering (WSF) kan worden verkregen is geen voorziening als bedoeld in het eerste lid. Dit kan wel een doel zijn van de voorziening.
Een voorziening gericht op scholing wordt aangeboden aan de cliënt die behoort tot artikel 10a, vijfde lid Wwb dan wel artikel 38a Ioaw/Ioaz.
Het college kan ter uitvoering van dit artikel gebruik maken van door derden uitgevoerde subsidiebanen. In dat geval wordt door deze derden met een cliënt een arbeidsovereenkomst aangaan als bedoeld in artikel 610, eerste lid van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek. Op deze arbeidsovereenkomst zijn de bepalingen van titel 10 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek van toepassing. Het college kan in beleidsregels vaststellen op welke wijze en onder welke voorwaarden deze subsidiebanen worden uitgevoerd.
Het college kan ter uitvoering van dit artikel gebruik maken van een loonkostensubsidie aan een werkgever, die een cliënt in dienst neemt op basis van de CAO die voor de werkgever van toepassing is. Het college kan in beleidsregels vaststellen onder welke voorwaarden werkgevers op (loonkosten)subsidie aanspraak kunnen maken.
Onverminderd het elders in dit artikel bepaalde is bij de inzet van subsidiebanen als bedoeld in lid 3 van dit artikel en (loonkosten)subsidie de beleidsaanbeveling “Subsidiëring arbeidsplaatsen in het kader van reïntegratiewerkzaamheden”, zoals vermeld op pagina 14 e.v. van de circulaire van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid d.d. 7 april 2004, kenmerk Intercom 2004/24233, van toepassing.
Evenmin heeft de cliënt recht op een voorziening indien het netto- inkomen van het gezin of de alleenstaande of alleenstaande ouder, boven 115% van de geldende (bijstands)norm ligt als bedoeld in hoofdstuk 3 van de Wwb dan wel hoofdstuk 4 van de WIJ
Evenmin heeft de cliënt recht op een voorziening indien het vermogen van het gezin of de alleenstaande of alleenstaande ouder, boven de vermogensgrens ligt als bedoeld in artikel 34 van de Wwb.
Bij de afweging welke voorziening het meest geschikt is voor een cliënt, worden de mogelijkheden en belemmeringen van de cliënt en het belang van de gemeente tegen elkaar afgewogen. Daarbij houdt het college rekening met de zorgtaken van alleenstaande ouders voor hun kinderen. Hiernaast spelen de actuele en de door het college verwachte toekomstige situatie op de arbeidsmarkt een rol.
Indien de alleenstaande ouder met een kind jonger dan 5 jaar verzoekt om vrijstelling van de arbeidsverplichtingen, wordt dit verleend met toepassing van artikel 9a Wwb, dan wel artikel 38 Ioaw/Ioaz.
Als een uitkeringsgerechtigde met een uitkering krachtens de Wwb zijn verplichtingen als bedoeld in artikel 4 van deze verordening verwijtbaar niet is nagekomen verlaagt het college de uitkering , conform hetgeen hierover is bepaald in de Afstemmingsverordening Wwb.
Als een uitkeringsgerechtigde met een uitkering krachtens de IOAW of IOAZ zijn verplichtingen als bedoeld in artikel 4 van deze verordening verwijtbaar niet nakomt, weigert het college de uitkering, conform hetgeen hierover is bepaald in artikel 20 van de IOAW en de IOAZ.
Het college kan de voorziening beëindigen:
als een cliënt die deelneemt aan een voorziening, zijn verplichtingen als bedoeld in artikel 4 van deze verordening, dan wel zijn verplichtingen als bedoeld in artikel 9 van de Wwb, dan wel artikel 35 Ioaw/Ioaz niet nakomt;
De premie wordt geweigerd indien bij de beoordeling blijkt dat de belanghebbende de aan de onbeloonde additionele werkzaamheden verbonden verplichtingen in de voorafgaande zes maanden heeft geschonden, of er andere aantoonbare feiten zijn waaruit vastgesteld kan worden dat de belanghebbende onvoldoende heeft meegewerkt aan het vergroten van zijn kans op inschakeling in het arbeidsproces.
Het college zendt op verzoek van de raad een verslag over de wijze waarop deze verordening is toegepast.
Gelijktijdig met de inwerkingtreding van de deze verordening, vervalt de "reïntegratieverordening gemeente Vlagtwedde 2008” die is vastgesteld op 11 december 2007.