Organisatie | Utrecht |
---|---|
Organisatietype | Provincie |
Officiële naam regeling | Besluit van provinciale staten van Utrecht van 7 februari 2011 tot vaststelling van de Verordening veehouderij, stikstof en Natura 2000 Provincie Utrecht 2011, met het oog op de vaststelling van regels inzake de vermindering van stikstofdepositie van veehouderijen op natuurgebieden. |
Citeertitel | Verordening veehouderij, stikstof en Natura 2000 Provincie Utrecht 2011 |
Vastgesteld door | provinciale staten |
Onderwerp | milieu |
Eigen onderwerp | milieu, natuur en landschap, agrarische zaken, ruimtelijke ordening |
Geen.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
18-02-2011 | 10-07-2012 | nieuwe regeling | 07-02-2011 Provinciaal blad, 2011, 7 | afdeling AVV, nummer 80889334 |
Provinciale staten van Utrecht; Op het voorstel van gedeputeerde staten van 14 december 2010, afdeling AVV, nummer 80889334. Gelet op de artikelen 145 en 152 van de Provinciewet; Gelet op de artikelen 19ke en 19kf van de Natuurbeschermingswet 1998; Overwegende dat de stikstofdepositie in de Natura 2000-gebieden in de provincie Utrecht te hoog is en dat daardoor de Natura 2000-instandhoudingsdoelen niet gehaald kunnen worden; Overwegende dat het provinciaal bestuur als bevoegd gezag gehouden is om passende maatregelen te nemen als bedoeld in de Natuurbeschermingswet 1998 om de effecten van stikstofdepositie te verminderen; Overwegende dat artikel 19ke via de Crisis- en herstelwet in de Natuurbeschermingswet 1998 is opgenomen om nadere regelgeving op provinciaal niveau mogelijk te maken en op 31 maart 2010 in werking getreden is; Overwegende tenslotte dat er goede redenen zijn om deze nadere regelgeving op korte termijn in werking te laten treden; Besluiten vast te stellen de volgende verordening:
In deze regeling wordt verstaan onder:
salderen: vereffenen van een door een bedrijf veroorzaakte toename van de N- depositie (in mol N/jr) op een N-gevoelige habitat met de afname van de N-depositie op hetzelfde habitat binnen hetzelfde Natura 2000-gebied als gevolg van het geheel of gedeeltelijk beëindigen van de bedrijfsvoering door één of meer andere bedrijven;
PARAGRAAF 1 EISEN AAN STALSYSTEMEN
Artikel 2 zorgplicht voor de ondernemer
De initiatiefnemer, onderscheidenlijk de drijver van een inrichting die valt onder de categorie A uit artikel 6, draagt er zorg voor, dat bij het realiseren van een nieuwe stal voldaan is aan de vereisten van de AMvB Huisvesting, dan wel de vereisten die in de landelijke Programmatische Aanpak Stikstof (PAS) aan veehouderijen worden gesteld, vanaf het moment dat de landelijke PAS in werking treedt.
Artikel 3 taakstelling op lange termijn
Onverminderd artikel 2 draagt de initiatiefnemer, onderscheidenlijk de drijver van een inrichting die valt onder de categorieën B, C en D uit artikel 6, er zorg voor, dat uiterlijk per 1 januari 2029 het bedrijf als geheel gemiddeld voldoet aan de vereisten als opgenomen in Bijlage 1 bij deze regeling.
Onverminderd artikel 2 draagt de initiatiefnemer, onderscheidenlijk de drijver van een inrichting die valt onder de categorie A uit artikel 6, er zorg voor, dat uiterlijk per 1 januari 2029 het bedrijf als geheel gemiddeld voldoet aan de vereisten die in het landelijke Programmatische Aanpak Stikstof aan veehouderijen worden gesteld.
Artikel 4 actualiseren technische staleisen
Gedeputeerde Staten wijzigen Bijlage 1 na advies van de commissie van deskundigen als bedoeld in artikel 5, zodra de technische ontwikkelingen, nieuwe wetenschappelijke inzichten of het regionale N-depositieniveau daartoe aanleiding geven.
PARAGRAAF 2 EISEN OP BASIS VAN STIKSTOFDEPOSITIE
Artikel 6 categorie-indeling van bedrijven
Op basis van door de initiatiefnemer, onderscheidenlijk door de drijver van de betrokken inrichting beoogde situatie worden bedrijven al naar gelang hun maximale N-depositie op een N-gevoelig habitat binnen een Natura 2000-gebied ingedeeld in de volgende categorieën:
Artikel 7 depositie-eisen voor bedrijven in categorie A
Onverminderd artikel 2 draagt de initiatiefnemer, onderscheidenlijk de drijver van de inrichting die valt onder categorie A volgens artikel 6, zorg dat:
Artikel 8 depositie-eisen voor bedrijven in categorie B
Onverminderd artikel 2 draagt de initiatiefnemer, onderscheidenlijk de drijver van de inrichting die valt onder categorie B, zorg dat:
Artikel 9 depositie-eisen aan bedrijven in de categorieën C en D
Onverminderd artikel 2 draagt de initiatiefnemer, onderscheidenlijk de drijver van de inrichting die valt onder categorie C of D, zorg dat de N-depositie niet toeneemt boven de waarde die correspondeert met een emissie overeenkomend met het gecorrigeerd emissieplafond.
PARAGRAAF 3 MELDINGSPLICHT VOOR NIEUWE STALLEN
Bij de melding worden in elk geval de volgende gegevens verstrekt:
de voor emissie/depositieberekeningen noodzakelijke berekeningsparameters voor het bedrijf als geheel: diersoorten en aantallen, huisvestingssyste(e)m(en), locatie en hoogte van de emissiepunten, alsmede de overige emissiecondities, voor zover deze nog niet opgenomen zijn in de onder a. genoemde documenten;
Gedeputeerde Staten stellen een al dan niet elektronisch formulier vast voor het doen van meldingen en verzoeken als bedoeld in artikel 10, eerste, respectievelijk derde lid.
Artikel 13 besluiten over de melding
Naar aanleiding van de melding, bedoeld in artikel 10 eerste lid, besluiten Gedeputeerde Staten:
indien onvoldoende mogelijkheden bestaan voor de onder b. genoemde saldering, over een aanschrijving tot het beperken van de bedrijfsomvang, dan wel het treffen van technische voorzieningen waardoor de depositie het niveau overeenkomend met het gecorrigeerd emissieplafond niet meer overschrijdt met in achtneming van het bepaalde in artikel 19ke Natuurbeschermingswet 1998;
indien het gecorrigeerd emissieplafond overschreden wordt bij een bedrijf vallend onder categorie C als bedoeld in artikel 6, over een aanschrijving tot beperken van de bedrijfsomvang, dan wel het treffen van technische voorzieningen, waardoor de depositie het niveau overeenkomend met het gecorrigeerd emissieplafond niet meer overschrijdt met inachtneming van het bepaalde in artikel 19ke Natuurbeschermingswet 1998;
indien het gecorrigeerd emissieplafond overschreden wordt bij een bedrijf vallend onder categorie D als bedoeld in artikel 6, over een aanschrijven tot het beperken van de bedrijfsomvang, dan wel het treffen van technische voorzieningen, waardoor:
2e bij een nieuw optredende piekbelasting de depositie onmiddellijk teruggebracht wordt tot de waarde, die overeenkomt met het gecorrigeerde emissieplafond, indien de uitgangssituatie van het bedrijf in categorie C valt, dan wel tot ten hoogste 10% van de kritische depositiewaarde van een stikstofgevoelige habitat, indien de uitgangssituatie van het bedrijf in categorie A of B valt. In de laatstgenoemde situatie wordt rekening gehouden met de eventueel mogelijke saldering.
Artikel 14 mogelijk ontwikkelingsverbod
Voor zover het beperken van de bedrijfsomvang in combinatie met de redelijkerwijs te treffen technische voorzieningen niet kunnen leiden tot het bereiken van één van de in artikel 13 genoemde eindsituaties, houdt het besluit naar aanleiding van de melding, bedoeld in artikel 10, een verbod op de voorgenomen bedrijfsontwikkeling in.
Artikel 16 inrichting depositiebank
Gedeputeerde Staten dragen zorg voor het inrichten en onderhouden van een depositiebank die gevuld wordt met:
Artikel 18 beperking bij inbreng van grote belastingen
Indien de vervallen depositie, bedoeld in artikel 16, een belasting betreft van 10% of meer van de kritische depositiewaarde van de meest gevoelige habitat in de nabijheid, kan van de vervallen depositie voor maximaal 10% van de kritische depositiewaarde van een N-gevoelige habitat, berekend op het meest belaste punt van de N-gevoelige habitats, in de depositiebank worden opgenomen.
Artikel 19 beperking hergebruik
Reeds eerder bij saldering gebruikte deposities mogen niet opnieuw in de depositiebank worden opgenomen, behoudens als het gaat om tijdelijk onttrokken deposities als bedoeld in de artikelen 29 en 30, of indien het betroken bedrijf zijn vergunde activiteiten beperkt of beëindigt.
Artikel 22 salderingsgrondslag
Saldering vindt plaats op basis van de totale toename van de aan het bedrijf toe te rekenen N-belasting op het N-gevoelige habitat, vergeleken met de depositiesituatie bij het gecorrigeerd emissieplafond, uitgedrukt in mol N/ha/jr.
Artikel 23 saldering uitsluitend via depositiebank
Saldering vindt uitsluitend plaats met de N-deposities die opgenomen zijn in de depositiebank als bedoeld in artikel 16 van deze regeling.
Artikel 24 nieuwvestiging en bedrijfsverplaatsing
De bij nieuwvestiging of bedrijfsverplaatsing in het kader van de reconstructiewet nieuw ontstane N-depositie dient volledig gesaldeerd te worden. Dit is mogelijk tot ten hoogste een N-depositie van 10% van de kritische depositiewaarde van dichtstbijzijnde N-gevoeligehabitat.
Artikel 25 beperking depositiebank bij categorie B
Indien gesaldeerd wordt ten behoeve van een bedrijf uit de categorie B, bedoeld in artikel 6, kan uitsluitend gebruik gemaakt worden van de depositieruimte in de depositiebank B, bedoeld in artikel 17.
Artikel 26 beperking groeitempo grotere belastingen
Bij saldering ten behoeve van reeds bestaande bedrijven uit de categorie B, bedoeld in artikel 17, wordt per periode van 6 jaren beneden het plafond van 10% van de kritische depositiewaarde van dichtstbijzijnde N-gevoelige habitat, maximaal een verdubbeling van de totale N-depositie door het bedrijf toegestaan.
Gedeputeerde Staten stemmen, behoudens de uitzonderingen bedoeld in de artikelen 32 en 34, naar aanleiding van een verzoek als bedoeld in artikel 10, tweede lid, uitsluitend in met de saldering indien de depositiebank voldoende en op geschikte locaties gelegen depositierechten bevat om de saldering uit te voeren.
Artikel 29 voorkomen dubbele onttrekking
Tijdelijk en definitief aan de depositiebank onttrokken deposities zijn niet beschikbaar in het kader van gelijktijdig lopende, maar later gestarte meldingsprocedures. Artikel 30 aanpassing gecorrigeerd emissieplafond De N-emissie van het bedrijf na het definitief worden van de saldering, bedoeld in artikel 28, tweede lid, geldt vanaf dat moment als nieuwe waarde voor het gecorrigeerd emissieplafond.
PARAGRAAF 6 BIJZONDERE SITUATIES
Gedeputeerde Staten kunnen in vee-arme gebieden, indien de depositiebank onvoldoende mogelijkheden biedt voor saldering overeenkomstig de artikelen 22 tot en met 28, rekening houdend met de specifieke omstandigheden in het gebied, volstaan met een beperktere saldering, voor zover dit geen afbreuk doet aan de algemene afname van de depositie.
PARAGRAAF 7 OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN
Artikel 32 gerealiseerde nieuwe stallen
Bij nieuwe stallen, waarvoor op 7 februari 2011 reeds een aanvraag voor een vergunning krachtens de Wet milieubeheer, een melding krachtens Besluit landbouw milieubeheer, een bouwvergunning volgends de Woningwet, dan wel een vergunning krachtens de Natuurbeschermingswet 1998 in behandeling genomen, dan wel verleend is, geldt dat:
artikel 23 niet van toepassing is, mits de voor saldering op ten minste de grondslag van artikel 19kf van de Natuurbeschermingswet 1998 benodigde vergunningen krachtens de Wet milieubeheer, of meldingen krachtens het Besluit landbouw milieubeheer, van andere bedrijven uiterlijk op de datum van inwerkingtreding van deze regeling ingetrokken zijn.
Gedeputeerde Staten, R.C. ROBBERTSEN, voorzitter. L.C.A.W. GRAAFHUIS, griffier. Uitgegeven 17 februari 2011 Gedeputeerde Staten van Utrecht, namens hen H.H. SIETSMA, secretaris
Bijlage 1 bij Verordening Veehouderij, stikstof en Natura 2000 Utrecht 2011
Emissiefactoren voor de emissie vanuit het dierenverblijf, inclusief de emissie van de mest die in de dierenverblijven is opgeslagen (situatie 19 oktober 2010)1
Bijlage 2 bij Verordening veehouderij, stikstof en Natura 2000 Provincie Utrecht 2011
berekening van bedrijfsgebonden depositie
Ten behoeve van de effectbepaling op een N-gevoelig habitat en de saldering wordt de N-depositie berekend met behulp van de meest actuele versie van het model/ rekenprogramma Aagro-stacks; dit rekenprogramma wordt vervangen door de rekentool Aerius uit de landelijke PAS, zodra deze geschikt is voor gebruik
Toelichting op de Verordening veehouderij, stikstof en Natura 2000 provincie Utrecht 2011