Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Provincie Gelderland

Gedragscode integriteit provinciale ambtenaren

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieProvincie Gelderland
Officiële naam regelingGedragscode integriteit provinciale ambtenaren
CiteertitelGedragscode integriteit provinciale ambtenaren
Vastgesteld doorgedeputeerde staten
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerpbestuurlijke organisatie

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

09-05-200701-07-2011Onbekend

27-03-2007

Provinciaal Blad 2007/44

2007-001772

Tekst van de regeling

Vastgesteld bij besluit van Gedeputeerde Staten van Gelderland van 25 juni 2002, nr. BD2002.6255 (Provinciaal Blad nr. 2003/13 van 28 januari 2003). In werking getreden op 28 januari 2003. Laatstelijk gewijzigd bij besluit van Gedeputeerde Staten van 27 maart 2007, nr. 2007-001772 (Provinciaal Blad nr.2007/44 van 8 mei 2007). Op 9 mei 2007 in werking getreden.

GEDRAGSCODE INTEGRITEIT PROVINCIALE AMBTENAREN

  

De overheid is er voor de burgers. Zij verkeert vaak in een monopoliepositie: de burger die iets wil of juist niet wil, kan niet om de overheid heen. Dit stelt hoge eisen aan de kwaliteit van de overheid en van degenen die daarin werkzaam zijn. Integriteit is daarvan een wezenlijk onderdeel. Als gevolg van allerlei maatschappelijke ontwikkelingen kan de integriteit onder druk komen te staan. Te noemen zijn de toenemende complexiteit van de samenleving en van het openbaar bestuur, de steeds sterkere verstrengeling van het publieke en private domein, de agressieve lobby vanuit de samenleving en het opleggen van bedrijfseconomische normen aan het overheidsmanagement.

Voor het adequaat functioneren van de overheid zijn gezaghebbende bestuurders noodzakelijk. Bestuurders die het vertrouwen genieten van de burgers omdat ze deskundig, gedreven en integer zijn. Dat geldt ook voor de Commissaris van de Koningin, de gedeputeerden en de statenleden. De provincies hebben de nodige inspanningen geleverd om de bestuurlijke integriteit te versterken. Hetzelfde geldt voor de gemeenten. Het IPO, de VNG en het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) hebben ter stimulering en ondersteuning de provincies en gemeenten een handreiking voor de bestuurlijke integriteit aangeboden. In die handreiking wordt voor een aantal onderwerpen aangegeven wat de integriteitrisico's zijn en hoe daarmee kan worden omgegaan. De handreiking bevat een groot aantal aanbevelingen en als bijlage is een model voor gedragsregels opgenomen.

Voor de provinciale ambtenaren is er op het punt van integriteit het nodige geregeld in onder meer de Ambtenarenwet en de rechtspositie. Een aantal provincies heeft in aanvulling op de rechtspositionele bepalingen een gedragscode opgesteld. Sociale partners in het SPA geven hoge prioriteit aan een verdere versterking van de integriteit en onderschrijven het belang van de handreiking integriteit voor de provinciale bestuurders. Hierin staat veel dat ook voor de provinciale ambtenaren van belang is. Sociale partners in het SPA hebben in navolging van de provinciale bestuurders bij wijze van handreiking een gedragscode voor de provinciale ambtenaren ontwikkeld die aansluit op wat hierover al in provincies en in de handreiking voor bestuurders is vastgelegd. De uiteindelijk vastgestelde gedragscode is hieronder opgenomen. De gedragscode richt zich primair op werknemers in provinciale dienst. Vanzelfsprekend zullen de gedragsregels inzake integriteit ook moeten gelden voor hen die bij de provincie anders dan in dienstverband werkzaam zijn (uitzendkrachten, detacheringen). De provincies moeten ervoor zorgen dat dit steeds ook goed is geregeld. Integriteit is echter meer dan gedragsregels. Integriteit is in de eerste plaats een kwestie van mentaliteit en bewustwording. Net als de bestuurders moeten ook de provinciale ambtenaren zich er permanent van bewust zijn dat zij voor de gemeenschap werken en uit gemeenschapsgeld worden betaald.

De handreiking integriteit bestuurders benadrukt daarnaast het grote belang van een goede organisatie van het integriteitbeleid en van de ontwikkeling van integriteitmanagement. Bij een goed integriteitbeleid hoort een organisatieproces dat kwetsbare plekken in de organisatie opspoort en zo veel mogelijk afdekt. Integriteit is gediend met een transparante organisatie waarin taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden helder zijn toegedeeld (waar nodig met functiescheiding en/of functieroulatie) en die een sluitend systeem van controle en verantwoording kent. Een goede administratieve organisatie is daarbij van groot belang. Maatregelen op dit terrein zullen in elke provincie afzonderlijk moeten worden getroffen en passen bij de eigen organisatiestructuur en cultuur.

De ontwikkelde gedragscode voor ambtenaren bevat normen en waarden waaraan de provinciale organisatie en de daarin werkende ambtenaren zich dienen te houden. De ambtenaren zijn op de naleving van de gedragscode aanspreekbaar.

Handelen of nalaten in strijd met de gedragscode levert zogeheten plichtsverzuim op en kan worden bestraft met disciplinaire maatregelen. Na constatering van e.e.a. zullen de leidinggevende(n) van de betrokkenen en PZ een onderzoek instellen en aan de hand daarvan eventueel overgaan tot het opleggen van zo’n disciplinaire straf. De bestraffing kan oplopen van een schriftelijke berisping, via het afnemen van verlof, geldboete en gedwongen plaatsing in een andere functie tot mogelijk zelfs ontslag. E.e.a. is geregeld in de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling Provincies (hoofdstuk G). Overigens moet bij het opleggen van een straf uiteraard sprake zijn van evenredigheid tussen die straf en het plichtsverzuim.

De code bestaat uit drie paragrafen.

Paragraaf 1 beschrijft een aantal kernbegrippen van integriteit en plaatst daarmee het vraagstuk in een breder kader. Zij vormen als het ware de algemene uitgangspunten voor de gedragscode. Paragraaf 2 bevat de feitelijke gedragsregels, waarbij een aantal thema's wordt onderscheiden. Paragraaf 3 bevat een opsomming van bestaande wettelijke en rechtspositionele gedragsregels die betrekking hebben op de ambtelijke integriteit. In samenhang met deze gedragscode hebben sociale partners in het SPA ook afspraken gemaakt over een procedure voor het melden van misstanden binnen de provinciale organisatie en de bescherming van de ambtenaar die vermoedens van misstanden volgens die procedure heeft gemeld. Inmiddels is in het kader van die afspraken de Procedureregeling melding misstand provincies vastgesteld, ook wel aangeduid als “Klokkenluidersregeling”.

Er zijn overigens ook op andere terreinen gedragsregels en klachtenprocedures voor ambtenaren, bijvoorbeeld inzake seksuele intimidatie. Daarover is in de SPA-werkgroep harmonisatie de aanbeveling gedaan te bezien of die voor harmonisatie in aanmerking komen.

GEDRAGSCODE AMBTELIJKE INTEGRITEIT

Paragraaf 1 Kernbegrippen van ambtelijke integriteit
 

Provinciale ambtenaren stellen bij hun handelen de kwaliteit van de provinciale dienstverlening centraal. Integriteit is daarvoor een belangrijke voorwaarde. De belangen van de provincie, en in het verlengde daarvan de belangen van de burgers, zijn het primaire richtsnoer. Ambtelijke integriteit houdt in dat de verantwoordelijkheid die met de functie samenhangt wordt aanvaard en dat er de bereidheid is om daarover rekenschap af te leggen. Een aantal kernbegrippen is daarbij leidend en plaatst de ambtelijke integriteit in een breder perspectief:

* Dienstbaarheid Het handelen van een ambtenaar is altijd en volledig gericht op het belang van de provincie en op de organisaties en burgers die daar onderdeel van uitmaken.

* Professionaliteit Ambtenaren zijn vakmensen op hun terrein. Zij beschikken over de juiste kennis en vaardigheden en weten met nieuwe situaties om te gaan. Zij houden hun vak bij en nemen, waar nodig, initiatief.

* Onafhankelijkheid Het handelen van een ambtenaar wordt gekenmerkt door onpartijdigheid, dat wil zeggen dat geen vermenging optreedt met oneigenlijke belangen en dat ook iedere schijn van een dergelijke vermenging wordt vermeden.

* Verantwoordelijkheid De ambtenaar krijgt en neemt de verantwoordelijkheid die bij zijn functie past en is bereid daarover verantwoording af te leggen aan collega's, leidinggevenden, provinciebestuur en de burger.

* Betrouwbaarheid Op een ambtenaar moet men kunnen rekenen. Die houdt zich aan zijn afspraken. Kennis en informatie waarover hij uit hoofde van zijn functie beschikt, wendt hij aan voor het doel waarvoor die zijn gegeven.

* Zorgvuldigheid Het handelen van een ambtenaar is zodanig dat alle organisaties en burgers op gelijkewijze en met respect worden bejegend en dat belangen van partijen op correcte wijze worden afgewogen. Deze kernbegrippen zijn de toetssteen voor de nu volgende gedragsafspraken. Gedragingen moeten aan deze kernbegrippen getoetst kunnen worden.

Paragraaf 2 Gedragsregels ambtelijke integriteit
 
  • 1 Algemene bepalingen

    • 1.1

      De gedragscode is openbaar.

    • 1.2

      De ambtenaar ontvangt bij indiensttreding een exemplaar van de gedragscode.

    • 1.3

      In gevallen waarin de gedragscode niet voorziet of waarbij de toepassing niet eenduidig is beslissen gedeputeerde staten.

  • 2 Aannemen van geschenken en giften

    • 2.1

      Geschenken en giften worden nooit aangenomen in ruil voor een tegenprestatie.

    • 2.2

      Geschenken en giften die een ambtenaar uit hoofde van zijn functie ontvangt, worden gemeld bij de direct leidinggevende van de ambtenaar. Vervolgens wordt het geschenk of de gift aan de afzender teruggezonden.

    • 2.3

      Geschenken en giften echter die een waarde van minder dan € 50 vertegenwoordigen en een incidenteel karakter hebben, kan de ambtenaar in afwijking van punt 2.2 behouden. Zij worden wel gemeld aan de direct leidinggevende van de ambtenaar.

    • 2.4

      Geschenken en giften worden niet op een andere plaats ontvangen dan het kantooradres van de ambtenaar. Indien dit toch is gebeurd, wordt dit aan de direct leidinggevende van de ambtenaar gemeld en wordt het geschenk of de gift aan de afzender geretourneerd.

    • 2.5

      Geschenken en giften, als bedoeld in 2.3, worden ook niet geaccepteerd zolang overleg- en onderhandelingssituaties gaande zijn.

    • 2.6

      Het voorgaande is zo veel mogelijk van overeenkomstige toepassing op het genieten van overige materiлle of immateriлle bevoordeling onder welke benaming dan ook.

    • 2.7

      De hiervoor bedoelde meldingen worden geregistreerd door de direct leidinggevende die de registratie een keer per jaar aan de directeur van de dienst toezendt.

  • 3 Excursies, werkbezoeken, studiereizen, congressen en evenementen

    • 3.1

      Excursies, werkbezoeken, studiereizen en congressen moeten functioneel zijn en in het belang van de provincie. Voor evenementen zal dat niet steeds een voorwaarde kunnen zijn. Hier geldt als regel dat meerdere personen of instanties moeten zijn uitgenodigd zodat de openheid gegarandeerd wordt.

    • 3.2

      Uitnodigingen worden nooit aanvaard in ruil voor een tegenprestatie.

    • 3.3

      Er moet vooraf toestemming zijn verleend door de direct leidinggevende van de ambtenaar.

    • 3.4

      De uitnodiging moet binnen de grenzen van de redelijkheid liggen.

    • 3.5

      De provincie betaalt in ieder geval de reis- en verblijfkosten.

    • 3.6

      Uitnodigingen worden niet geaccepteerd zolang overleg- en onderhandelingssituaties gaande zijn.

  • 4 Lunches en diners

    • 4.1

      Lunches en diners moeten functioneel zijn.

    • 4.2

      Uitnodigingen worden nooit aanvaard in ruil voor een tegenprestatie.

    • 4.3

      Uitnodigingen worden gemeld aan de direct leidinggevende van de ambtenaar.

    • 4.4

      Bij lunches en diners moet waar mogelijk sprake zijn van wederkerigheid (bijv. om de beurt betalen).

    • 4.5

      De uitnodiging moet binnen de grenzen van de redelijkheid liggen.

    • 4.6

      Uitnodigingen worden niet geaccepteerd zolang overleg- en onderhandelingssituaties gaande zijn.

  • 5 Verrichten van incidentele diensten voor derden in werktijd (houden van presentatie of lezing e.d.)

    • 5.1

      Het voornemen van een ambtenaar om te voldoen aan een verzoek om incidenteel in werktijd diensten voor derden te verrichten wordt vooraf ter goedkeuring aan de direct leidinggevende voorgelegd.

    • 5.2

      Vergoedingen, als blijk van waardering voor deze verrichte diensten, in de vorm van cadeaubonnen, flessen wijn en dergelijke, voor zoveel de waarde daarvan niet meer is dan € 50,-- mogen worden behouden.

    • 5.3

      Vergoedingen in geldbedragen komen ten goede van de provincie voor zoveel deze meer dan € 50,-- bedragen.

  • 6 Onderhandelingen

    In onderhandelingssituaties dienen van provinciezijde ten minste twee personen aanwezig te zijn. Het besprokene dient in een verslag te worden vastgelegd.

Paragraaf 3 Bestaande wettelijke en rechtspositionele gedragsregels inzake integriteit
 

Een groot aantal gedragsregels die van belang zijn in verband met de integriteit van de provinciale ambtenaar is al neergelegd in wettelijke en rechtspositionele voorschriften. De volgende worden hier genoemd.

Wetboek van Strafrecht (WvS) Verduistering (artikel 359). Vervalsing (artikel 360). Verduistering, beschadiging, vernieling van akten, bewijsmateriaal, bescheiden e.d. (artikel 361). Fraude en corruptie (artikelen 362 en 363).

Wetboek van strafvordering Verder kan worden genoemd de verplichting voor de ambtenaar om aangifte te doen van misdrijven (artikel 162 Wetboek van Strafvordering).

Ambtenarenwet In de Ambtenarenwet is geregeld dat de ambtenaar verplicht is tot geheimhouding van hetgeen hem i.v.m. zijn functie ter kennis is gekomen, voorzover die verplichting uit de aard der zaak volgt (artikel 125a, derde lid). De Ambtenarenwet verplicht ook de provincies voorschriften vast te stellen inzake melding, registratie en verbieden van nevenwerkzaamheden (artikel 125, tweede lid, juncto eerste lid, onderdelen j en k). In de Ambtenarenwet zal nog de verplichting worden opgenomen voorschriften vast te stellen inzake openbaarmaking van nevenwerkzaamheden en de melding van financiлle belangen en bezit van resp. transacties in effecten door ambtenaren.

De Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling Provincies (CAP) In meer algemene zin is geregeld dat de provincie en de ambtenaren verplicht zijn zich als een goed werkgever en een goed werknemer te gedragen (artikel A.5), dat de ambtenaar verplicht is zich te gedragen naar de maatregelen van orde (artikel G.1) en dat de ambtenaar disciplinair gestraft kan worden als hij opgelegde verplichtingen niet nakomt of zich overigens aan plichtsverzuim schuldig maakt (artikel G.3). Daarnaast is in artikel F.1 een aantal specifieke gedragsregels opgenomen. Die hebben betrekking op de melding en registratie van nevenwerkzaamheden (lid 1), het verbod om bepaalde nevenwerkzaamheden te verrichten (lid 2), de verplichting om inkomsten uit q.q.-nevenfuncties in de provinciale kas te storten (lid 3), het verbod om deel te nemen aan aannemingen of leveringen ten behoeve van de provincie (lid 4), het verbod tot verzoeken of aannemen van steekpenningen of andere vormen van bevoordeling (lid 5), het verbod ten eigen bate of ten bate van derden diensten te laten verrichten door provinciale ambtenaren, provinciale eigendommen te gebruiken of gebruik te maken van kennis uit hoofde van zijn functie (lid 6) en de mogelijkheid van eed of gelofte, door de ambtenaar af te leggen (lid 7). Daarbij gaat het overigens niet steeds om een absoluut verbod.

Hieronder volgt voor de volledigheid de tekst van de vorengenoemde artikelen van de CAP.

Artikel A.5 CAP

De provincie en de ambtenaar zijn verplicht zich als een goed werkgever en een goed werknemer te gedragen.

Artikel G.1 CAP

De ambtenaar is verplicht zich te gedragen naar de maatregelen van orde die ten aanzien van het verblijf in dienstlokalen, dienstgebouwen of op het werk zijn vastgesteld. Aan de ambtenaar kan de toegang tot de dienstlokalen, dienstgebouwen of het werk, dan wel het verblijf aldaar, worden ontzegd.

Artikel G.3 CAP

De ambtenaar, die de hem opgelegde verplichting niet nakomt of zich overigens aan plichtsverzuim schuldig maakt, kan om die reden disciplinair gestraft worden.

Artikel F.1 CAP

De ambtenaar is verplicht aan Gedeputeerde Staten opgave te doen van de nevenwerkzaamheden die hij verricht of voornemens is te gaan verrichten die de belangen van de dienst, voor zover deze in verband staan met zijn functievervulling, kunnen raken. De gedane opgaven worden door Gedeputeerde Staten geregistreerd. Het is de ambtenaar verboden nevenwerkzaamheden te verrichten waardoor de goede vervulling van zijn functie of de goede functionering van de openbare dienst, voor zover deze in verband staat met zijn functievervulling, niet in redelijkheid zou zijn verzekerd. De ambtenaar die in opdracht van Gedeputeerde Staten nevenwerkzaamheden verricht die verband houden met de vervulling van zijn functie, is verplicht de voor die werkzaamheden anders dan uit de provinciale kas ontvangen vergoeding in de provinciale kas te storten, tenzij Gedeputeerde Staten uitdrukkelijk anders hebben bepaald. Het is de ambtenaar verboden middellijk of onmiddellijk deel te nemen aan aannemingen of leveringen ten behoeve van de provincie, tenzij daarvoor schriftelijk toestemming is verleend. De ambtenaar is verplicht zich te gedragen naar hetgeen voor hem is bepaald omtrent aannemingen of leveringen ten behoeve van anderen. Het is de ambtenaar verboden in verband met zijn functie enige bevoordeling te vorderen, te verzoeken of aan te nemen, tenzij daarvoor schriftelijk toestemming is verleend. Het aannemen van steekpenningen is onvoorwaardelijk verboden. Het is de ambtenaar verboden ten eigen bate of ten bate van derden: - diensten te laten verrichten door personen in dienst van de provincie; - aan de provincie toebehorende eigendommen te gebruiken; - gebruik te maken van hetgeen hem in of in verband met zijn functie ter kennis is gekomen; tenzij daarvoor schriftelijk toestemming is verleend. Gedeputeerde Staten kunnen, nadat hierover overeenkomstig hoofdstuk I overleg met de vakorganisaties van overheidspersoneel heeft plaatsgevonden, voorschriften vaststellen inzake het afleggen van een eed of belofte, alsmede nadere regels stellen ter uitvoering van het bepaalde in het eerste tot en met het zesde lid.

Ondertekening

Gedeputeerde Staten van Gelderland