Verordening op de Monumentenselectiecommissie 2008

• 1.

  De commissie heeft tot taak burgemeester en wethouders op verzoek of uit eigen beweging te adviseren over de toepassing van de Monumentenverordening 2008, daaronder niet begrepen het uitbrengen van adviezen over de verlening van vergunningen bij verbouw of sloop van monumenten.

• 2.

  Tot de sub 1. bedoelde taak wordt in het bijzonder gerekend het uitbrengen van adviezen betreffende:

  • a.

    plaatsing en afvoering van zaken, die van algemeen belang zijn wegens hun schoonheid, hun betekenis voor de wetenschap of hun cultuurhistorische waarde, op de gemeentelijke monumentenlijst.

  • b.

    plaatsing en afvoering van terreinen, die van belang zijn wegens de daar aanwezige zaken als bedoeld onder a., op de gemeentelijke monumentenlijst.

• 3.

  Tot haar taak behoort eveneens het uitbrengen van andere adviezen en het ontplooien van initiatieven, zulks in het belang van de gemeentelijke monumentenzorg.

Bij het uitbrengen van haar adviezen laat de commissie zich uitsluitend leiden door overwegingen van esthetisch, wetenschappelijk of cultuurhistorisch belang.

• 1.

  De commissie bestaat uit ten hoogste negen leden, waarvan één lid zitting heeft namens de Vereniging Oud Leiden en één lid namens de in de gemeente Leiden werkzame particuliere instellingen op het gebied van de monumentenzorg.

• 2.

  Ten minste vijf leden moeten kunnen worden beschouwd als specifiek deskundig op architectonisch, geschiedkundig, kunsthistorisch en/of juridisch gebied.

• 3.

  De leden worden door burgemeester en wethouders benoemd. Burgemeester en wethouders wijzen één van de leden als voorzitter aan.

• 1.

  De leden worden benoemd voor een periode van vier jaar.

• 2.

  Zij kunnen te allen tijde ontslag nemen en dienen dit schriftelijk in bij burgemeester en wethouders.

• 3.

  Tussentijds benoemde leden treden af op het tijdstip, dat voor het aftreden van hun voorgangers was bepaald.

• 4.

  Aftredende leden zijn terstond opnieuw benoembaar.

• 1.

  De commissie benoemt uit haar midden een plaatsvervangend voorzitter.

• 2.

  Burgemeester en wethouders dragen aan een ambtenaar van de gemeente het secretariaat van de commissie op.

• 1.

  De commissie vergadert:

  • a.

    indien dit naar het oordeel van de voorzitter in verband met de te behandelen zaken noodzakelijk is;

  • b.

    indien dit door tenminste drie leden onder opgave van redenen wordt verzocht;

  • c.

    op verzoek van burgemeester en wethouders.

• 2.

  De oproeping voor de vergadering geschiedt door of namens de voorzitter. De oproepingsbrief wordt als regel ten minste 10 dagen vóór de te houden vergadering aan de leden toegezonden en vermeldt de onderwerpen waarover zal worden beraadslaagd. In de gevallen als bedoeld in het vorige lid, onder b. en c., belegt de voorzitter de vergadering binnen één week na de dag van ontvangst van het verzoek.

• 1.

  De vergaderingen van de commissie zijn openbaar. Op voorstel van één van de leden kan de commissie besluiten de vergadering achter gesloten deuren voort te zetten.

• 2.

  Indien blijkens de oproepingsbrief zal worden beraadslaagd over de vaststelling van één of meer adviezen tot plaatsing van objecten op de gemeentelijke monumentenlijst, nodigt de secretaris de rechthebbenden van die objecten schriftelijk uit de betreffende vergadering bij te wonen. Deze uitnodigingen worden als regel 10 dagen voor de datum van die vergadering verzonden.

• 1.

  De commissie mag slechts besluiten nemen indien tenminste vijf leden aanwezig zijn.

• 2.

  Indien minder dan vijf leden aanwezig zijn, blijven de punten van de agenda staan voor de eerstvolgende vergadering. In deze vergadering mogen ten aanzien van deze agendapunten besluiten worden genomen ongeacht het aantal aanwezige leden.

• 3.

  In spoedeisende gevallen kan van het bepaalde in het vorige lid van dit artikel worden afgeweken, mits daarvan melding wordt gemaakt in het advies.

• 4.

  De commissie is bevoegd zich bij haar beraadslagingen door andere personen te doen bijstaan. Indien het advies van de commissie een terrein van archeologische waarde betreft, dan betrekt de commissie een extern deskundig senior archeoloog bij haar advies. Burgemeester en wethouders geven op voorhand welke senior archeologen hiervoor in aanmerking komen.

• 1.

  Over zaken wordt mondeling gestemd, over personen schriftelijk.

• 2.

  Alle besluiten worden genomen met meerderheid van stemmen. Bij staking van de stemmen is de stem van de voorzitter doorslaggevend.

• 3.

  De minderheid kan vorderen dat haar mening in het advies wordt opgenomen.

• 4.

  Geen lid mag deelnemen aan de beraadslaging over en de vaststelling van een advies, waarbij hij als belanghebbende is betrokken.

• 5.

  Alle adviezen zijn met redenen omkleed.

• 6.

  De adviezen worden door de voorzitter en de secretaris ondertekend.

• 1.

  De commissie is bevoegd in zaken van minder gewicht of van spoedeisende aard haar bevoegdheden aan de secretaris of aan één van haar leden te delegeren.

• 2.

  Van de delegatie wordt in het advies melding gemaakt.

De secretaris houdt een register bij, waarin een korte vermelding wordt opgenomen van de inhoud van ieder uitgebracht advies.

• 1.

  Het verslag van de vergaderingen van de commissie wordt toegezonden aan burgemeester en wethouders.

• 2.

  De commissie doet jaarlijks voor het einde van de maand maart aan burgemeester en wethouders verslag van de gedurende het afgelopen jaar verrichte werkzaamheden.

In alle gevallen waarin deze verordening niet voorziet, alsmede bij gerezen geschillen, beslissen burgemeester en wethouders, de commissie gehoord.

• 1.

  Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening op de Monumentenselectiecommissie 2008".

• 2.

  Zij treedt in werking op de eerste dag na het verstrijken van een termijn van zes weken na bekendmaking; op dat moment vervalt de Verordening op de Monumentencommissie 1991.