Organisatie | Ameland |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Financieringsregeling huisvesting ambtenaren 1997 |
Citeertitel | Financieringsregeling huisvesting ambtenaren 1997 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Besluiten in het kader van de financieringsregeling huisvesting ambtenaren 1995 blijven van kracht voor het tijdvak waarvoor zij hebben gegolden.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
23-10-1997 | Nieuwe regeling | 13-10-1997 Gemeenteinfo, 15-10-1997 | 4 |
In deze regeling wordt onder ambtenaar verstaan de ambtenaar die overeenkomstig de bepalingen van de Collectieve Arbeidsvoorwaarden Regeling in vaste dienst van de gemeente Ameland werkzaam is en een dienstverband heeft van minimaal 80%. Hieronder zijn niet begrepen de leden van het personeel, in vaste dienst werkzaam aan in deze gemeente gevestigde openbare scholen.
Met inachtneming van het bepaalde in deze regeling kunnen burgemeester en wethouders, onder vestiging van hypotheek, een geldlening verstrekken aan een ambtenaar voor:a. de bouw van een huis voor eigen bewoning tot een bedrag van ten hoogste 100% van de bouwkosten; b. de koop van een bestaand huis voor eigen bewoning, tot een bedrag van ten hoogste 100% van de taxatiewaarde, eventueel vermeerderd met de kosten van een noodzakelijke verbouwing;c. de verbouw van een door de ambtenaar zelf bewoond eigen huis tot een bedrag van ten hoogste 100% van de verbouwkosten;een en ander met inbegrip van de bijkomende kosten met betrekking tot bouw, koop, verbouw, hypotheek en geldlening.
Voorts kunnen burgemeester en wethouders, onder vestiging van het recht van hypotheek, een geldlening verstrekken aan een ambtenaar ten behoeve van het ineens volledig aflossen van een geldlening onder verband van hypotheek op de voor eigen bewoning bestemde woning van de ambtenaar, afgesloten bij een bank of andere financieringsmaatschappij, tot een bedrag van ten hoogste 100 % van de taxatie-waarde van de woning, te vermeerderen met eventuele kosten in verband met de vestiging van hypotheek.
In bijzondere gevallen, zulks ter beoordeling aan burgemeester en wethouders, neemt de gemeente Ameland genoegen met het recht van tweede hypotheek, doch alleen indien zij tevens eerste hypotheekhouder is. In dat geval mag de som van de hoofd- sommen van beide hypotheken de maxima, genoemd in artikel 2, niet overschrijden.
De hoogte van de geldlening is zodanig gemaximeerd, dat de woonlasten niet meer bedragen dan 30% van het ambtelijk inkomen. Onder woonlasten wordt in dit verband verstaan de uit de geldlening voortvloeiende lasten en de overige financiële verplichtingen, waarbij een genormeerde bijtelling plaatsvindt in verband met verzekering en zakelijke lasten. Het ambtelijk inkomen wordt berekend op basis van de maximum van de functieschaal van de betreffende ambtenaar.
Indien de hoogte van de geldlening lager is dan het inschrijvingsbedrag van het ten behoeve van de gemeente Ameland gevestigde recht van hypotheek, kunnen burgemeester en wethouders eenmaal een aanvullende geldlening verstrekken; voor de som van de eerste en tweede geldlening is eveneens lid 2 van dit artikel van toepassing.
De ambtenaar dient burgemeester en wethouders drie maanden voor het einde van een rentevastperiode schriftelijk mee te delen dat hij conversie wenst van de aflossingsstructuur. Burgemeester en wethouders zullen alsdan voor het einde van een rentevastperiode een besluit nemen terzake de door de ambtenaar gewenste aflossingsstructuur.
De ambtenaar dient burgemeester en wethouders één maand voor de datum van aflossing schriftelijk mee te delen dat hij vervroegd wenst af te lossen; daarbij dient te worden aangegeven of deze vervroegde aflossing bedoeld is ter verkorting van de resterende looptijd van de lening, dan wel ter verlaging van het af te lossen bedrag op de vervaldatum.
Het is verboden zonder toestemming van burgemeester en wethouders wijziging in de bestemming van de woning aan te brengen, de woning permanent te verhuren, te verpachten of in gebruik te geven, af te breken, te vervreemden of er zakelijke rechten op te vestigen of afzonderlijk de bij de woning behorende grond te verhuren, te verpachten of in gebruik te geven, te verkopen of er zakelijke rechten op te vestigen.
De geldlening of het onafgeloste gedeelte daarvan is met de verschuldigde rente en eventuele andere kosten en boeten terstond, zonder dat een waarschuwing zal zijn vereist, ineens opeisbaar, zodra: a. het dienstverband, dat de ambtenaar met de gemeente Ameland had ten tijde van het aangaan van de geldlening, eindigt anders dan door overlijden, of door toekenning van pensioen krachtens de Algemene Burgerlijke Pensioenwet (A.B.P.), of door toekenning van wachtgeld zolang dat wachtgeld wordt genoten dan wel overgaat in pensioen krachtens de A.B.P. , of door toekenning van een uitkering krachtens de Uitkeringsregeling ontslag, zoals die is opgenomen in Hoofdstuk 11 van de CAR/UWO, of krachtens de regeling Flexibel Pensioen en Uittreden (FPU);b. de ambtenaar overlijdt en deze geen partner achterlaat die recht heeft op pensioen van de overleden ambtenaar;c. de onder b. bedoelde partner niet langer het onder b. bedoelde pensioen geniet;d. de ambtenaar de rente en aflossing niet prompt voldoet op de vervaldag;e. de ambtenaar enige andere verplichting tegenover de gemeente, voortvloeiende uit de overeenkomst van hypotheek en akte van onderhandse geldlening, niet nakomt;f. de ambtenaar onder curatele wordt gesteld, in staat van faillissement wordt verklaard of surséance van betaling aanvraagt;g. het onroerend goed door derden executoriaal in beslag genomen wordt of wordt vervreemd, onteigening inbegrepen;h. de ambtenaar , zonder noodzaak, zulks ter beoordeling van burgemeester en wethouders, metterdaad heeft opgehouden de woning zelf te bewonen.i. de ambtenaar in strijd handelt met artikel 8, lid 2.
De ambtenaar zal in gebreke zijn door het enkele feit dat er sprake is van één der in artikel 9 bedoelde gevallen van onmiddellijke opeisbaarheid of door overtreding van een van de overige bedingen zoals opgenomen in de onderhandse akte van schuldbekentenis zonder dat enig bevel of ander soortgelijke akte wordt vereist en mitsdien uit de kracht van de verbintenis zelf.
In afwijking van het bepaalde in artikel 9 kunnen burgemeester en wethouders afzien van het onmiddellijk opeisen van de renteschuld met inachtneming van een maximale periode van twee jaar onder de voorwaarde, dat voldoende zekerheid wordt geboden voor de betaling van de termijnen, dit ter beoordeling aan burgemeester en wethouders.