Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Utrecht

Besluit van Provinciale Staten van Utrecht van 25 oktober 2010, nummer PS2010PS09

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieUtrecht
OrganisatietypeProvincie
Officiële naam regelingBesluit van Provinciale Staten van Utrecht van 25 oktober 2010, nummer PS2010PS09
CiteertitelBesluit van Provinciale Staten van Utrecht van 25 oktober 2010, nummer PS2010PS09
Vastgesteld doorprovinciale staten
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerpbelastingen, bestuurlijke organisatie

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Voorstel van Gedeputeerde Staten van 14 september 2010, afdeling Financiën nummer 2010INT262823

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Provinciewet, art. 221
  2. Provinciewet, art. 222, lid 4
  3. Provinciewet, art. 228

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-04-201131-03-2012Nieuwe regeling

25-10-2010

Provinciaal blad, 2010, 87

PS2010PS09

Tekst van de regeling

Intitulé

Besluit van Provinciale Staten van Utrecht van 25 oktober 2010, nummer PS2010PS09

Provinciale Staten van Utrecht,

Op het voorstel van Gedeputeerde Staten van 14 september 2010, afdeling Financiën nummer 2010INT262823;

Overwegende dat,

Overeenkomstig de in artikel 222, vierde lid, van de Provinciewet neergelegde berekeningswijze, het ten hoogste te heffen aantal opcenten op de hoofdsom van de motorrijtuigenbelasting van 1 april 2011 t/m 31 maart 2012 is vastgesteld op 119,4;

Het Rijk daarbij de trendmatige verhoging van het maximum te heffen aantal opcenten heeft vastgesteld op 2,7;

De provinciale opcenten per 1 april 2011 niet verhoogd worden;

Gelet op artikelen 221, 222 en 228 van de Provinciewet,

Besluiten:

Artikel 1

Het te heffen aantal opcenten op de hoofdsom van de motorrijtuigenbelasting met ingang van 1 april 2011 te handhaven op: 72,6.

R.C. ROBBERTSEN, voorzitter.

L.C.A.W. GRAAFHUIS, griffier.

Uitgegeven 22 november 2010 Gedeputeerde Staten van Utrecht, namens hen

H.H. SIETSMA, secretaris