Organisatie | Eijsden-Margraten |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening geurhinder en veehouderij Eijsden 2010 |
Citeertitel | Verordening geurhinder en veehouderij Eijsden 2010 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | milieu |
Eigen onderwerp | milieu |
Deze verordening is van rechtswege vervallen.
Wet Arhi, art. 28
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2013 | 01-01-2013 | van rechtswege vervallen | 01-01-2013 Geen. | 13IN002091 | |
18-04-2011 | 01-01-2013 | nieuwe regeling | 05-04-2011 De Etalage, 13-04-2011 | 11IB000623 |
De raad van de gemeente Eijsden- Margraten,
gelezen het voorstel van de burgemeester en wethouders;
gelet op het advies van de raadscommissie Grondgebiedzaken;
mede gelet op het bepaalde in artikel 6, tweede lid, van de Wet geurhinder en veehouderij
vast te stellen de volgende verordening houdende regels met betrekking tot beslissing inzake vergunningen krachtens de Wet milieubeheer voor veehouderijen, voor zover het betreft geurhinder vanwege die tot die veehouderij behorende dierverblijven:Verordening geurhinder en veehouderij Eijsden 2010
Artikel 2: aanwijzing gebieden
Als gebied als bedoeld in artikel 6 lid 2 en 3, van de Wet wordt aangewezen het volgende gebied:
Artikel 3: afwijkende waarden voor ou-dieren
Op grond van artikel 6 lid 2 van de Wgv en in afwijking van artikel 3, tweede lid van de Wgv, bedraagt de afstand tussen een “veehouderij waar dieren worden gehouden van een diercategorie waarvoor bij ministeriële regeling een geuremissiefactor is vastgesteld”, en een binnen de gemeente Eijsden voormalige agrarische bedrijfswoning (of geurgevoelig object) die op of na 19 maart 2000 heeft opgehouden deel uit te maken van een andere veehouderij:
De afstand dient overeenkomstig het bepaalde in artikel 4 van de Regeling geurhinder en veehouderij te worden gemeten.
Artikel 4: afwijkende waarden voor vaste afstandsdieren
Op grond van artikel 6 lid 3 van de Wgv en in afwijking van artikel 4, eerste lid van de Wgv, bedraagt de afstand tussen een “veehouderij waar dieren worden gehouden van een diercategorie waarvoor niet bij ministeriële regeling een geuremissiefactor is vastgesteld”, en een binnen de gemeente Eijsden gelegen geurgevoelig object:
De afstand dient overeenkomstig het bepaalde in artikel 4 van de Regeling geurhinder en veehouderij te worden gemeten.
Artikel 4a: Afwijkende waarden voor geurgevoelige objecten die zijn afgesplitst van de eigen veehouderij (en dus niet meer tot de inrichting behoren
Op grond van artikel 6, lid 2 van de Wet geurhinder en veehouderij en in afwijking van artikel 3, tweede lid en artikel 4, eerste lid, Wet geurhinder en veehouderijen bedraagt de geurnorm tussen een veehouderij waar dieren worden gehouden van een diercategorie, waarvoor bij ministeriële regeling een geurmissiefactor is vastgesteld en geurgevoelig object, dat is afgesplitst van de eigen veehouderij, waarbij dit geurgevoelig object niet meer tot de inrichting behoort:
25odeur units/m3 lucht, ongeacht de ligging binnen of buiten de bebouwde kom. De geurbelasting wordt overeenkomstig het bepaalde artikel 2 van de Regeling geurhinder en veehouderij bepaald.
Op grond van artikel 6, lid 3 van de Wet geurhinder en veehouderij en in afwijking van artikel 4, eerste lid van deze wet, alsmede artikel 4 van deze verordening, bedraagt de afstand tussen een veehouderij waar dieren worden gehouden van een diercategorie, waarvoor niet bij ministeriële regeling een geurmissiefactor is vastgesteld en een geurgevoelig object dat is afgespilitst van de eigen veehouderij, waarbij dit geurgevoelig object niet meer totde inrichting behoort:
0 meter, ongeacht de liggen binnen of buiten de bebouwde kom.
Artikel 5: afwijkende waarden voor geurgevoelige objecten die zijn afgesplitst van de eigen veehouderij (en dus niet meer tot de inrichting behoren)
Op grond van artikel 6 lid 2 van de Wgv en in afwijking van artikel 3 en artikel 4, eerste lid van de Wgv, bedraagt de geurnorm tussen een “veehouderij waar dieren worden gehouden van een diercategorie waarvoor bij ministeriële regeling een geuremissiefactor is vastgesteld” en een geurgevoelig object dat is afgesplitst van de eigen veehouderij (waarbij dit geurgevoelig object dus niet meer tot de inrichting behoort):
De geurbelasting wordt overeenkomstig het bepaalde in artikel 2 van de Regeling geurhinder en veehouderij bepaald
b.Op grond van artikel 6 lid 3 van de Wgv en in afwijking van artikel 4, eerste lid van de Wgv alsmede artikel 4 van deze verordening, bedraagt de afstand tussen een “veehouderij waar dieren worden gehouden van een diercategorie waarvoor niet bij ministeriële regeling een geuremissiefactor is vastgesteld” en een geurgevoelig object dat is afgesplitst van de eigen veehouderij (waarbij dit geurgevoelig object dus niet meer tot de inrichting behoort):
-0 meter ongeacht de ligging binnen of buiten de bebouwde kom.