Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Zeist

Regeling ongewenst gedrag 2008

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieZeist
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingRegeling ongewenst gedrag 2008
CiteertitelRegeling ongewenst gedrag 2008
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Ambtenarenwet art. 125; Gemeentewet art. 160; CAR/UWO art. 15:1

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-200801-01-2020nieuwe regeling

01-04-2008

De Nieuwsbode d.d. 08-06-2011

Tekst van de regeling

Intitulé

Regeling ongewenst gedrag 2008

 

 

Regeling ongewenst gedrag 2008

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a

    bevoegd gezag: het bestuursorgaan van de gemeente dat bevoegd is tot afdoening van een klacht met betrekking tot ongewenst gedrag;

  • b

    commissie: de Klachtencommissie ongewenst gedrag voor de gemeentelijke overheid;

  • c

    gemeente: de gemeente of gemeentelijke instelling die zich heeft aangesloten bij de commissie en deze regeling van toepassing heeft verklaard op de behandeling van klachten op het gebied van ongewenst gedrag;

  • d

    ongewenst gedrag: gedrag dat valt binnen de begrippen seksuele intimidatie, agressie, geweld en pesten zoals bedoeld in artikel 1, derde lid, sub e. van de Arbeidsomstandighedenwet, alsmede discriminatie zoals bedoeld in de Algemene wet gelijke behandeling;

  • e

    klacht: een door de klager ondertekend en van naam- en adresgegevens voorzien geschrift waarin het jegens hem ongewenste gedrag waarop de klacht betrekking heeft is omschreven;

  • f

    klager: een persoon, niet zijnde een politieke ambtsdrager van de gemeente, die werkzaam is of werkzaam is geweest in de organisatie van de gemeente en een klacht over ongewenst gedrag indient;

  • g

    aangeklaagde: een persoon, niet zijnde een politieke ambtsdrager van de gemeente, die werkzaam is of werkzaam is geweest in de organisatie van de gemeente en over wiens gedrag geklaagd wordt;

  • h

    informant: degene die namens het bevoegd gezag informatie verstrekt aan de commissie.

  • i

    Vertrouwenspersoon: de persoon zoals bedoeld in artikel 1.2 van deze regeling.

Artikel 1a Klachten over politiek ambtsdragers

Het bevoegd gezag kan in afwijking van artikel 1 onder g. de commissie ad hoc belasten met onderzoek naar en advies over een klacht, die betrekking heeft op ongewenst gedrag van een politiek ambtsdrager van de gemeente jegens klager.

Artikel 1b Keuzemogelijkheid klager

Lid 1

De klager kan naar keuze een klacht indienen bij de vertrouwenspersoon of rechtstreeks bij de commissie.

Lid 2

Wanneer de klager de klacht, als bedoeld in lid 1, indient bij het bevoegd gezag en er is nog geen keuze gemaakt tussen de vertrouwenspersoon en de commissie, legt het bevoegd gezag de klacht voor aan de vertrouwenspersoon.

Artikel 1.2 Instelling vertrouwenspersoon

Het bevoegd gezag wijst een of meerdere vertrouwenspersonen aan. Deze vertrouwenspersonen zijn deskundig op het gebied van ongewenst gedrag.

Artikel 1.3 Taken vertrouwenspersoon

Lid 1

De vertrouwenspersoon heeft de volgende taken:

  • -

    de eerste opvang van de klager

  • -

    het bijstaan, begeleiden en adviseren van de klager,

  • -

    in overleg met klager trachten te komen tot oplossing van de problemen

  • -

    het ondersteunen van klager bij het indienen van een klacht bij de klachtencommissie of indien het een strafbaar feit betreft (aanranding, verkrachting, mishandeling) bij het doen van aangifte bij de politie

Lid 2

De vertrouwenspersoon verricht geen handelingen ter uitvoering van zijn taak dan met toestemming.

Lid 3

De vertrouwenspersoon houdt een registratie bij van alle bij hem ingediende meldingen van ongewenst gedrag en de afdoening daarvan. Slechts de vertrouwenspersoon heeft inzage in deze registratie. De stukken behorend bij een melding worden drie jaar na afdoening vernietigd.

Lid 4

De vertrouwenspersoon kan het management gevraagd en ongevraagd adviseren op het gebied van preventie en bestrijding van ongewenst gedrag.

Lid 5

De vertrouwenspersoon verschaft het bevoegd gezag jaarlijks een anoniem overzicht van de binnengekomen meldingen en de afdoening ervan.

Artikel 2 Instelling, taakstelling en samenstelling van de commissie

Lid 1

Er is een klachtencommissie ongewenst gedrag voor de gemeentelijke overheid.

Lid 2

De commissie heeft tot taak een klacht te onderzoeken en daarover advies uit te brengen aan het bevoegd gezag.

Lid 3

De commissie bestaat uit drie leden waaronder een voorzitter.

Lid 4

De commissie beslist bij gewone meerderheid van stemmen.

Lid 5

Een lid van de commissie wordt vervangen als deze direct of indirect betrokken is geweest bij enige vorm van ongewenst gedrag waarover de klacht is ingediend dan wel een persoonlijk belang heeft bij de afhandeling van de klacht.

Lid 6

Benoeming, schorsing en ontslag van de voorzitter, overige leden en hun plaatsvervangers geschiedt door de voorzitter van het College voor Arbeidszaken van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten.

Lid 7

De voorzitter, overige leden en hun plaatsvervangers worden benoemd voor een periode van zes jaar.

Lid 8

De commissie kan een nadere werkwijze bepalen.

Artikel 3 Secretaris en administratie

Lid 1

De voorzitter van het College voor Arbeidszaken wijst na overleg met de voorzitter van de commissie een secretaris en een plaatsvervangend secretaris aan.

Lid 2

De administratie ten behoeve van de commissie wordt gevoerd door het secretariaat van het College voor Arbeidszaken van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten.

Artikel 4 Indienen van de klacht

Lid 1

De klager dient een klacht bij de commissie in.

Lid 2

In de klacht wordt zo mogelijk vermeld de datum, tijd, plaats van het ongewenst gedrag, de omstandigheden, de namen van aangeklaagde en eventuele getuigen, alsmede de stappen die klager reeds heeft ondernomen.

Lid 3

Indien de klager de klacht indient bij het bevoegd gezag, bevestigt het bevoegd gezag de ontvangst van de klacht aan de klager en vermeldt daarbij dat de commissie over de klacht zal adviseren. Het bevoegd gezag zendt de klacht, nadat daarop de datum van ontvangst is aangetekend, zo spoedig mogelijk door aan de commissie.

Lid 4

De commissie bevestigt de ontvangst van de klacht aan de klager en stelt hem op de hoogte van de termijnen en de wijze van afdoening van de klacht.

Artikel 5 Ontvankelijkheid van de klacht

Lid 1

Het bevoegd gezag verstrekt op verzoek van de commissie alle op de klacht betrekking hebbende gegevens waaronder de gemeentelijke klachtenregeling, de adres- en functiegegevens van de klager en de aangeklaagde, een overzicht van eventueel binnen de gemeente ondernomen stappen en reeds geproduceerde stukken met betrekking tot de klacht.

Lid 2

De commissie neemt een klacht niet in behandeling indien deze niet valt binnen de begripsbepalingen van artikel 1 onder c, d, e, f en g van deze regeling.

Lid 3

De commissie neemt een klacht niet in behandeling indien verplichte stappen uit de gemeentelijke klachtenprocedure niet zijn doorlopen. De commissie brengt de klager binnen twee weken na ontvangst van de klacht hiervan schriftelijk op de hoogte.

Lid 4

De commissie kan de klacht voorts niet in behandeling nemen indien:

  • -

    de klacht niet binnen een redelijke termijn nadat het ongewenste gedrag heeft plaatsgevonden aan de commissie is voorgelegd;

  • -

    er sprake is van een uitzondering als bedoeld in artikel 9:8, eerste en tweede lid van de Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 6 Onderzoek naar de klacht

Lid 1

Indien de commissie dit voor de uitoefening van haar taak noodzakelijk acht stelt zij een onderzoek in.

Lid 2

Ten behoeve van het onderzoek is de commissie bevoegd bij het bevoegd gezag alle inlichtingen in te winnen die zij voor de vorming van haar advies nodig acht; het bevoegd gezag verschaft de commissie de gevraagde inlichtingen en stelt de commissie desgevraagd in de gelegenheid de werkomgeving te aanschouwen.

Lid 3

Het bevoegd gezag stelt personen werkzaam binnen de organisatie van gemeente in de gelegenheid te worden gehoord.

Lid 4

De commissie kan het bevoegd gezag adviseren tussentijdse maatregelen te nemen indien en voor zover dit in het belang is van het onderzoek of van de positie van de in het onderzoek betrokken personen.

Artikel 7 Horen

Lid 1

Alvorens een advies uit te brengen stelt de commissie de klager, de aangeklaagde en de informant in de gelegenheid om te worden gehoord. De commissie kan het horen opdragen aan de voorzitter of een ander lid van de commissie.

Lid 2

Van het horen kan worden afgezien indien de klacht kennelijk ongegrond is dan wel indien de klager heeft verklaard geen gebruik te willen maken van het recht te worden gehoord.

Lid 3

De commissie zendt tijdig voorafgaand aan de hoorzitting aan de aangeklaagde - en voor zover nodig aan klager en informant - een afschrift van de klacht en van andere stukken die op de klacht betrekking hebben.

Lid 4

De commissie hoort de klager en de aangeklaagde in beginsel buiten elkaars aanwezigheid. De commissie stelt klager en aangeklaagde in de gelegenheid van elkaars zienswijze kennis te nemen en daarop te reageren.

Lid 5

De klager en aangeklaagde kunnen zich ter zitting laten bijstaan door een (raads)persoon.

Lid 6

De commissie is bevoegd om getuigen, andere betrokkenen en deskundigen schriftelijk of mondeling te raadplegen.

Lid 7

De zittingen van de commissie zijn niet openbaar.

Lid 8

Van het horen wordt een verslag gemaakt.

Lid 9

De zittingen vinden zoveel mogelijk plaats op een voor partijen goed bereikbare locatie.

Artikel 8 Omgang met persoonsgegevens

Lid 1

De commissie verzamelt en verwerkt uitsluitend persoonsgegevens die noodzakelijk zijn voor het uitbrengen van een advies. Bij de verwerking van persoonsgegevens zorgt de commissie voor beveiliging van de gegevens tegen verlies en onrechtmatige verwerking.

Lid 2

Voor de commissie alsmede de secretaris geldt de plicht tot geheimhouding van persoonsgegevens voor zover overdracht van informatie niet noodzakelijk is voor de uitoefening van de taak van de commissie. Wanneer de inhoud van bepaalde informatie uitsluitend ter kennisneming door de commissie dient te blijven wordt dit aan de commissie meegedeeld.

Lid 3

De commissie wijst personen die worden gehoord of geraadpleegd op de vertrouwelijkheid van hetgeen ter zitting aan de orde komt.

Artikel 9 Advies over de klacht

Lid 1

De commissie brengt binnen acht weken na ontvangst van de klacht advies uit aan het bevoegd gezag over de gegrondheid van de klacht vergezeld van een rapport van bevindingen. Het rapport bevat een verslag van het horen. Een afschrift van het advies wordt aan klager en aangeklaagde toegezonden.

Lid 2

In het advies kunnen aanbevelingen worden gedaan over door het bevoegd gezag te nemen maatregelen.

Lid 3

Indien de commissie op grond van artikel 5, tweede of vierde lid, van deze regeling een klacht niet in behandeling neemt brengt de commissie zo spoedig mogelijk maar uiterlijk binnen acht weken na ontvangst van de klacht advies uit aan het bevoegd gezag de klacht niet ontvankelijk te verklaren. Een afschrift van het advies wordt aan klager toegezonden.

Artikel 10 Afdoening van de klacht

Lid 1

Het bevoegd gezag stelt binnen twee weken na ontvangst van het advies van de commissie bedoeld in artikel 9, eerste lid, klager en aangeklaagde schriftelijk en gemotiveerd in kennis van de bevindingen van het onderzoek naar de gegrondheid van de klacht alsmede de eventuele conclusies die het daaraan verbindt. Indien de conclusies van het bevoegd gezag afwijken van het advies van de commissie wordt de reden van die afwijking vermeld.

Lid 2

Het bevoegd gezag kan de afdoening bedoeld in het eerste lid voor ten hoogste vier weken verdagen. Van de verdaging wordt schriftelijk mededeling gedaan aan klager en aangeklaagde.

Lid 3

Het bevoegd gezag stelt binnen twee weken na ontvangst van het advies van de commissie bedoeld in artikel 9, derde lid, klager schriftelijk en gemotiveerd in kennis van de bevindingen van het onderzoek naar de ontvankelijkheid van de klacht alsmede de eventuele conclusies die het daaraan verbindt.

Lid 4

Het bevoegd gezag kan de afdoening bedoeld in het derde lid voor ten hoogste vier weken verdagen. Van de verdaging wordt schriftelijk mededeling gedaan aan de klager. Indien de conclusies van het bevoegd gezag afwijken van het advies van de commissie wordt de reden van die afwijking vermeld.

Lid 5

Het bevoegd gezag zendt een afschrift van de conclusies bedoeld in het eerste en derde lid naar de commissie.

Artikel 11 Jaarverslag

Lid 1

Jaarlijks wordt een verslag opgesteld door de commissie.

Lid 2

In dat verslag worden in geanonimiseerde zin en met in achtneming van de terzake geldende wettelijke bepalingen vermeld:

  • -

    het aantal klachten dat de commissie heeft ontvangen;

  • -

    het aantal niet-ontvankelijk, (gedeeltelijk) gegrond en ongegrond geachte klachten;

  • -

    de aard van de klachten;

  • -

    statistische gegevens over klagers en aangeklaagden (man-vrouw; leeftijdscategorieën; leidinggevend of niet; geboren in Nederland of niet);

  • -

    de doorlooptijd van de adviezen;

  • -

    aanbevelingen en tendensen.

Lid 3

Het verslag wordt toegezonden aan het bevoegd gezag van de gemeenten waarin deze regeling van toepassing is verklaard.

Artikel 12 Inwerkingtreding

Lid 1

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2008 en kan worden aangehaald als de "Regeling ongewenst gedrag 2008”.

Lid 2

De Klachtenregeling ongewenste omgangsvormen 2000/2 wordt ingetrokken met ingang van de datum van inwerkingtreding van de Regeling ongewenst gedrag 2008.

Lid 3

De Regeling ongewenst gedrag 2008 is vastgesteld door het College met het Collegebesluitnummer 08cv.00200 d.d. 1 april 2008.

Lid 4

In de brief d.d. 11 maart 2008 met kenmerk 08uit02097 heeft de Ondernemingsraad ingestemd met deze regeling.

Bijlage 1 Definitie ongewenst gedrag

Artikel 1, derde lid, sub e. van de Arbeidsomstandighedenwet*psychosociale arbeidsbelasting: de factoren seksuele intimidatie, agressie en geweld, pesten en werkdruk in de arbeidssituatie die stress teweeg brengen;

Artikel 1a Algemene wet gelijke behandeling

  • 1

    Het in deze wet neergelegde verbod van onderscheid houdt mede in een verbod van intimidatie en een verbod van seksuele intimidatie.

  • 2

    Onder intimidatie als bedoeld in het eerste lid wordt verstaan: gedrag dat met de hoedanigheden of gedragingen, bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel b, verband houdt en dat tot doel of gevolg heeft dat de waardigheid van de persoon wordt aangetast en dat een bedreigende, vijandige, beledigende, vernederende of kwetsende omgeving wordt gecreëerd.

  • 3

    Onder seksuele intimidatie als bedoeld in het eerste lid wordt verstaan: enige vorm van verbaal, non-verbaal of fysiek gedrag met een seksuele connotatie dat als doel of gevolg heeft dat de waardigheid van de persoon wordt aangetast, in het bijzonder wanneer een bedreigende, vijandige, beledigende, vernederende of kwetsende omgeving wordt gecreëerd.

Artikel 1, eerste lid, onderdeel b Algemene wet gelijke behandeling direct onderscheid: onderscheid tussen personen op grond van godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht, nationaliteit, hetero- of homoseksuele gerichtheid of burgerlijke staat;

Bijlage 2 Nadere gegevens vertrouwenspersoon en klachtencommissie

Vertrouwenspersoon gemeente Zeist:

Antoinette van Leeuwen

Slotlaan kamer 3.07

Telefoon:

030-6987 513

Mobiel:

06-502 44 913

Adresgegevens klachtencommissie:

Vereniging van Nederlandse Gemeenten

College voor Arbeidsvoorwaarden

T.a.v. de klachtencommissie ongewenst gedrag

Postbus 30435

2500 GK

DEN HAAG

Telefoon:

070-373 8523


*

Bovenstaande wetsartikelen zijn de teksten zoals deze van kracht waren op 1 december 2007.