Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Haarlemmerliede en Spaarnwoude

Het prostitutiebeleid van de Gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieHaarlemmerliede en Spaarnwoude
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingHet prostitutiebeleid van de Gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude
CiteertitelHet prostitutiebeleid van de Gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpopenbare orde en veiligheid
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Algemene plaatselijke verordening

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

17-10-2000Nieuwe regeling

28-07-2000

Witte Weekblad, 17-10-2000, Haarlems Weekblad, 18-10-2000.

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Het prostitutiebeleid van de Gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude

HET PROSTITUTIEBELEID VAN DE GEMEENTE HAARLEMMERLIEDE EN SPAARNWOUDE

 

In hun vergadering van 28 juli 2000 hebben burgemeester en wethouders het prostitutie beleid voor de gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude vastgesteld. De basis van dit beleid is vervolgens opgenomen in de door de gemeenteraad op 26 september 2000 vastgestelde (verordening inhoudende de zesde wijziging van de) Algemene Plaatselijke Verordening.

Deze verordening is bekend gemaakt in het Witte Weekblad van 3 oktober en het Haarlems Weekblad van 4 oktober 2000 en in werking getreden op 5 oktober 2000; het prostitutiebeleid is bekendgemaakt in het Witte Weekblad van 17 oktober en het Haarlems Weekblad van 18 oktober 2000.

Het prostitutiebeleid in Haarlemmerliede en Spaarnwoude houdt het volgende in:

Gekozen is voor één seksinrichting en één escortbedrijf.

 

t.a.v. een seksinrichting:

Volgens de begripsomschrijving in de model-APV van de VNG wordt onder een seksinrichting verstaan: de voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting wordt in elk verstaan: een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater, een parenclub of een prostitutiebedrijf waaronder tevens begrepen een erotische-massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar.

 

Het is niet wenselijk binnen onze gemeentegrenzen een (besloten) club of een bordeel toe te staan. Rondom onze gemeente liggen grote steden met voldoende mogelijkheden op dat gebied, zodat een strikt beleid binnen onze gemeente is te verdedigen. Omdat een algeheel verbod op seksinrichtingen e.d. hoogstwaarschijnlijk in strijd met de wet is, dient in ieder geval één inrichting worden toegestaan. Deze seksinrichting wordt vervolgens door middel van diverse voorschriften ingeperkt, zonder dat deze redelijkerwijs onmogelijk wordt gemaakt. En de inrichting is pas toegestaan nadat daarvoor door het bevoegde gezag vergunning is verleend.

Gekozen is voor een inrichting van maximaal 25 m² (waarmee de mogelijkheid de inrichting tevens als een horeca-inrichting te gebruiken is afgesloten), en buiten de bebouwde kom en/of buiten de woonomgeving, en met een beschaafde sluitingstijd. Wat de sluitingstijden betreft wordt aangesloten bij die voor de horeca-inrichtingen.

 

t.a.v. een escortbedrijf:

Een escortbedrijf valt niet onder het begrip seksinrichting en moet dus apart geregeld (genoemd) worden.

Hoewel een escortbedrijf geen openbaar karakter heeft en niet raakt aan de openbare orde en veiligheid, kan daarvoor toch het op de APV gebaseerde vergunningenbeleid worden toegepast. Dit is mogelijk omdat ook per 1 oktober in de Gemeentewet wordt geregeld dat "de raad ... een verordening (kan) vaststellen, waarin voorschriften worden gesteld met betrekking tot het bedrijfsmatig geven van gelegenheid tot het verrichten van seksuele handelingen met een derde tegen betaling".

 

Voordeel van een escortbedrijf is dat de omgeving er geen hinder van ondervindt.

Nadeel van een escortbedrijf is dat het niet-inrichtinggebonden is, waardoor de handhaving van de vergunningplicht moeizaam kan zijn. Dit nadeel kan enigszins worden opgevangen door een vergunning voor bepaalde tijd te verlenen, waardoor bij een nieuwe aanvraag eventuele wijzigingen bekend moeten worden gemaakt (nieuwe eigenaar, locatie e.d.). De vergunning voor een escortbedrijf kan alleen betrekking hebben op de bij de exploitatie betrokken personen.

 

Zoals hierboven vermeld is een escortbedrijf niet-inrichtinggebonden. Een escortbedrijf levert normaal gesproken ook geen (over)last voor de omgeving op. Het is daarom van minder belang waar een dergelijk bedrijf gevestigd is.

 

Een sekswinkel valt, net als een escortbedrijf, niet onder het begrip seksinrichting. De vraag is of hiervoor afzonderlijk iets moet worden geregeld. Uitgangspunt in de APV is dat een dergelijke winkel zich vrijelijk in een pand (met een winkelbestemming) mag vestigen, behalve in door burgemeester en wethouders aangewezen gebieden of delen van de gemeente. Mocht de winkel een aanstootgevende etalage hebben, of mocht de winkel er nevenactiviteiten op nahouden, kan daartegen worden opgetreden op basis van de bestaande en nieuwe wetgeving. Het is, mede naar het oordeel van de politie, daarom niet nodig ten aanzien van deze winkels iets nader in dit beleid te regelen. Daar komt bij dat het aantal winkels in deze gemeente zeer beperkt is en dat daarom niet valt te verwachten dat zich in één van de winkelpanden een sekswinkel zich zal vestigen.

Het artikel kan zo worden overgenomen, zonder daaraan uitvoering in de zin van het aanwijzen van verboden gebieden te geven.

 

Alle overige vormen van prostitutie, zoals raamprostitutie en straatprostitutie, maar ook seksbioscopen en erotische massagesalons en dergelijke worden verboden. Daarvoor kan ook geen vergunning worden verleend.

 

Hoe wordt het beleid vastgelegd:

 

In het bestemmingsplan

Het bestemmingsplan ondersteunt het prostitutiebeleid door de vestiging van seksinrichtingen uit te sluiten. Aan die uitsluiting dient wel een planologische motivering ten grondslag te liggen. Er is hierover al wat jurisprudentie (een bordeel of sexclub valt niet onder de 'woonbestemming'; een aan huis gebonden vrij beroep mag niet in een 'woning' worden uitgeoefend; een perceel met de bestemming 'handel, nijverheid en verkeer' mag niet worden gebruikt voor prostitutie-activiteiten; maar ook: een sex-inrichting valt onder de bestemming 'bedrijven'!).

Het is zaak bij bestaande bestemmingsplannen alle globale bestemmingen, zoals: horeca, bedrijven, of gemengde functies, van nauwkeurigere definities of gebruiksvoorschriften te voorzien, zodat duidelijk is dat onder deze bestemmingen geen seks-inrichtingen worden begrepen. Een horeca-inrichting is een horeca-inrichting indien deze aan bepaalde voorwaarden voldoet (o.a. minimum aantal m², bepaalde inrichting en het bedrijfsmatig schenken van alcoholhoudende drank). Voldoet een inrichting aan de gestelde voorwaarden, dan moet aan die inrichting een horeca-vergunning worden verstrekt. Dat een horeca-inrichting vervolgens ook nog een kamertje beschikbaar heeft voor andere doeleinden, is dan niet in strijd met de horeca-vergunning. Het is denkbaar dat een seksinrichting onder het mom van een horeca-inrichting van start gaat. Het is daarom dat er een onderscheid in de begripsbepaling wordt aangebracht (bijvoorbeeld: horeca-bestemming, niet zijnde een inrichting waar prostitutie-activiteiten plaatsvinden).

 

Het gerichte ruimtelijke beleid (waar wordt het bedrijfsmatig exploiteren van prostitutie toegestaan) wordt bij voorkeur aangegeven in bestemmingsplannen. Door middel van positief bestemmen kan het aantal lokaties waar prostitutie mag plaatsvinden worden beperkt. Dit ruimtelijke beleid moet gebaseerd zijn op ruimtelijke criteria.

Bestaande plannen, waarin geen sprake is van positieve bestemmingen voor prostitutie bieden mogelijk wel ruimte voor de vestiging van bordelen op grond van algemene bestemmingen. Het is dus zaak alle bestaande bestemmingsplannen te concretiseren.

 

In de APV

De APV dient als basisinstrument voor het uitvoeren en handhaven van het prostitutie beleid. In de APV komt een gewijzigd hoofstuk omtrent de exploitatie van seksuele dienstverlening. Daarin staan o.a. de voorwaarden waaronder vergunning kan worden verleend en de gronden waarop een vergunning kan worden geweigerd. Eén zo'n weigeringsgrond is de strijdigheid met het bestemmingsplan. Het is daarom van essentieel belang dat ook het bestemmingsplan wordt aangepast.

Het nieuwe hoofdstuk 3 is gebaseerd op het model van de VNG; de afwijkingen vloeien voort uit het overleg dat de diverse gemeenten in onze regio onderling over deze kwestie voeren. Ze zijn tevens een gevolg van een aanpassing aan onze eigen situatie.

 

De belangrijkste aanpassingen zijn:

 

De sluitingstijden. Die zijn voor de horeca-inrichtingen: op weekdagen van 01.00 uur tot 06.00 uur en in het weekend van 02.00 tot uur. Deze tijden kunnen ook voor de seksinrichting gelden. Eén kamer (inrichting) voor één prostituee betekent gemiddeld één klant per half uur. Veel (parkeer- en geluids)overlast is daar niet van te verwachting. En zou er wel overlast zijn, dan kan er altijd op grond van andere bevoegdheden worden opgetreden. 06.00 Uur beginnen voor een seksinrichtingen wordt wat vroeg gevonden, daarom is dat tijdstip verlegd naar 08.00 uur.

Het beleid behelst dus: aansluiting bij de sluitingstijden voor de horeca-inrichtingen, echter met een aanvangstijd van 08.00 uur. Bezorgt de inrichting toch overlast, dan kan daar op andere basis tegen worden opgetreden. Dit geldt overigens ook voor de horeca-inrichtingen.

 

De verplichte aanwezigheid van de exploitant/beheerder. De in artikel 3.2.5 stelde voorwaarde, de aanwezigheid van en toezicht door de exploitant en beheerder verplicht te stellen, is in dit beleid niet reëel. Het beleid gaat uit van één seksinrichting voor, in feite, één prostituee. De exploitant en/of beheerder, zo die er al is, is ongetwijfeld de prostituee zelf. Maar mocht er een onafhankelijk iemand zijn, dan is, zoals gezegd, de voorwaarde niet reëel. In plaats van het artikel niet op te nemen, wordt ervoor gekozen er een derde lid aan toe te voegen met daarin een ontheffingsmogelijkheid opgenomen.

 

Omdat er op dit moment geen seksinrichtingen in onze gemeente zijn, kan de overgangsbepaling er uit blijven.

Verder is dit beleid iets uitgebreider dan het model en hier en daar tekstueel verbeterd.

 

Voor een uitgebreide toelichting en (veel) meer informatie wordt verwezen naar de stapel stukken.

 

Handhaving

Uiteraard valt en staat het beleid met de controle daarop. In verband daarmee is door de regiopolitie in overleg met het OM een zogenaamd handhavingsarrangement opgesteld, waarin de wijze van handhaven vast is gelegd. Daarin staat onder andere wie wat en wanneer doet. De handhaving ligt namelijk niet alleen bij politie maar ook bij het gemeentebestuur.

Het handhavingsarrangement is hierbij gevoegd.

 

Het artikel met betrekking tot toezichthouders in de APV is tevens aangepast. Het OM vond de bestaande omschrijving te ruim. Voor het prostitutie-hoofdstuk zijn "de ambtenaren van de afdelingen Jeugd- en zeden, B.O.V.T. (vreemdelingen) en Bijzondere Wetten" van de politieregio Kennemerland" aangewezen.

 

Gezondheidsaspecten

Eén van de redenen om het bordeelverbod op te heffen, is om beter grip op de gezondheidssituatie van met name de prostituees te krijgen. Een gemeente kan in de vergunning nadere voorschriften opnemen met daarin eisen ten aanzien van gezondheid en hygiëne. Het toezicht op de naleving van de gezondheidsregels geschiedt in de meeste gemeenten door de technisch hygiëne-inspecteurs van de GGD. Zij voeren in opdracht van de gemeente inspecties uit (uitgangspunt is: eens per jaar) en rapporteren hun bevindingen vervolgens aan de gemeente. De gemeente beslist of de bevindingen moeten leiden tot sancties.

Wat onze gemeente betreft kan wellicht worden aangesloten bij het convenant dat Haarlem met de GGD heeft/krijgt op dit punt. De GGD-inspecteurs moeten in dat geval ook in onze APV als toezichthouder worden aangewezen.

 

Leges

Tegelijk met het opnemen van de vergunningplicht in de APV is ook de tarieventabel behorende bij de Legesverordening aangepast en wel als volgt:

 

Het tarief voor het in behandeling nemen van:

  • -

    een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning voor het exploiteren van een seksinrichting als bedoeld in artikel 3.2.1 lid 1 van de Algemene Plaatselijke Verordening: € 360,-;

  • -

    een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning voor het exploiteren van een escortbedrijf als bedoeld in artikel 3.2.1 lid 1 van de Algemene Plaatselijke Verordening: € 205,-;

  • -

    een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning voor het wijzigen van een seksinrichting als bedoeld in artikel 3.2.1 lid 1 van de Algemene Plaatselijke Verordening: € 258,-;

  • -

    een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning voor het wijzigen van een escortbedrijf als bedoeld in artikel 3.2.1 lid 1 van de Algemene Plaatselijke Verordening: € 180,-.

Beleidsregels handhaving prostitutiebeleid

Beleidsregels handhaving prostitutiebeleid

onderdeel uitmakend van het prostitutiebeleid

van de gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude

 

Hoofdstuk 1 Exploitatie zonder vereiste vergunning:

 

Artikel 1.1

Indien geconstateerd wordt dat zonder vereiste vergunning een seksinrichting geëxploiteerd wordt, en de exploitatie past niet binnen het prostitutiebeleid, wordt door de politie van deze illegale situatie een rapport opgemaakt ten behoeve van de gemeente. Indien de exploitant ondanks een waarschuwing van de burgemees­ter blijft exploiteren wordt door de politie proces-verbaal opgemaakt. Op grond hiervan wordt de inrichting conform het bepaalde in artikel 3.2.4, eerste lid, onder b APV, voor onbepaalde tijd gesloten verklaard.

 

Artikel 1.2

In het geval dat de exploitatie zonder vereiste vergunning wel binnen het prostitutiebeleid past wordt, op grond van een schriftelijke rapportage van de politie, betrokkene door de burgemeester aangezegd dat hij een vergunning dient aan te vragen bij een daarbij te stellen termijn. Tevens wordt aan hem medegedeeld dat exploitatie zonder vergunning niet mogelijk is.

Indien geen vergunning wordt aangevraagd binnen de gestelde termijn of indien op de aanvraag negatief wordt beslist, wordt ­de inrichting conform het bepaalde in artikel 3.2.4, eerste lid, onder b APV voor onbepaalde tijd gesloten indien de exploitatie wordt voortgezet.

 

Artikel 1.3

Indien de verleende vergunning aan een seksinrichting wordt ingetrokken en de exploitatie zonder de vereiste vergunning wordt voortgezet wordt de inrichting conform het bepaalde in artikel 3.2.4, eerste lid, onder b APV, voor onbepaalde tijd gesloten.

 

 

Hoofdstuk 2 Exploitatie is in strijd met de vergunning:

 

Artikel 2.1

Indien de exploitant na het verkrijgen van de vergunning of de beheerder na zijn goedgekeurde aanstelling handelingen verricht in strijd met de gedragsei­sen zoals genoemd in artikel 3.2.2 APV zal de inrichting conform het bepaalde in artikel 3.2.4, eerste lid, onder b APV voor bepaalde tijd gesloten worden dan wel de vergunning conform het bepaalde in artikel 3.2.6 APV worden ingetrokken.

 

Artikel 2.2

Indien geconstateerd wordt dat de inrichting geopend is zonder dat de exploitant of de beheerder aanwezig is wordt dit schriftelijk gerappor­teerd aan de burgemeester. Bij een eerste overtreding volgt een schriftelijke waarschuwing. Bij een tweede overtreding binnen een half jaar na de eerste overtreding volgt op grond van het bepaalde in artikel 3.2.4, eerste lid, onder b APV, een sluiting voor de duur van maximaal 2 weken. Bij een derde overtreding binnen een half jaar na de eerste overtreding wordt de vergunning conform het bepaalde in artikel 3.2.5 APV ingetrokken.

 

artikel 2.3

Wanneer uit een schriftelijke rapportage van de politie blijkt dat de exploitant/beheerder nalatig is in het houden van toezicht dat in de inrichting geen prostitutie wordt uitgeoefend door personen in strijd met het bij of krachtens de Wet arbeid vreemdelingen of de Vreemdelingenwet bepaalde, wordt de exploitant schriftelijk gewaarschuwd door de burge­meester. Bij een tweede overtreding binnen twee jaar na de eerste overtreding zal de inrichting op grond van het bepaal­de in artikel 3.2.4, eerste lid, onder b APV, voor de duur van één maand worden gesloten. Bij een derde overtreding binnen twee jaar na de eerste overtreding zal de vergunning conform het bepaalde in artikel 3.2.5 APV worden ingetrokken.

 

artikel 2.4

Wanneer uit een schriftelijke rapportage van de politie blijkt dat de exploitant/beheerder geen toezicht houdt op het voorkomen van strafbare feiten zoals bepaald in artikel 3.2.6 lid 2 onder a zal afhankelijk van de ernst van de gepleegde strafbare feiten de exploitant schriftelijk gewaarschuwd worden, de inrichting voor bepaalde tijd gesloten (artikel 3.2.4, eerste lid, onder b APV) worden dan wel de vergunning worden ingetrokken (artikel 3.2.5 APV).

 

artikel 2.5

Wanneer uit een schriftelijke rapportage blijkt dat een inrichting overlast veroorzaakt wordt de exploitant schriftelijk gewaarschuwd. Wordt binnen een half jaar na de waarschuwing wederom overlast geconstateerd zal de inrichting op grond van het bepaalde in artikel 3.2.4, eerste lid, onder b APV voor de duur van één maand gesloten worden. Indien binnen een jaar voor de derde keer overlast wordt veroorzaakt wordt de vergunning ingetrokken (artikel 3.2.5 APV).

 

artikel 2.6

Indien de exploitatie van de inrichting in strijd met de vergunningsvoorschriften plaatsvindt wordt de exploitant eerst door de burgemeester schriftelijk gewaarschuwd. Bij een tweede overtreding binnen een half jaar na de eerste overtreding volgt op grond van het bepaalde in artikel 3.2.4, eerste lid, onder b APV een sluiting voor de duur van maximaal 3 maanden. Bij een derde overtreding binnen een half jaar na de eerste overtreding wordt de vergunning ingetrokken (artikel 3.2.5 APV).

 

artikel 2.7

Wanneer de exploitatie van de inrichting in strijd met de nadere regels als bedoeld in artikel 3.1.3 APV plaatsvindt wordt de exploitant eerst door de burgemeester schriftelijk gewaarschuwd. Bij een tweede overtreding binnen een half jaar na de eerste overtreding volgt op grond van het bepaalde in artikel 3.2.4 eerste lid onder b APV een sluiting voor de duur van maximaal 3 maanden. Bij een derde overtreding binnen een jaar na de eerste overtreding wordt de vergunning ingetrokken (artikel 3.2.5 APV).

Handhavingsarrangement

HANDHAVINGSARRANGEMENT

onderdeel uitmakend van het prostitutiebeleid

van de gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude

 

EXPLOITATIE IN STRIJD MET VERGUNNING

 

overtreding

politie/toezichthouder

gemeente

openbaar ministerie

anderen

wijziging inrichting zonder voorafgaande toestemming (art. 3.2.1)

rapport t.b.v. gemeente en p.v. t.b.v. OM

1e keer tijdelijke sluiting (max. 2 weken)

2e keer intrekking vergunning

vervolging o.g.v. APV

Alinea 

handelen in strijd met gedragseigen (art. 3.2.2)

rapport t.b.v. gemeente

Gemeente past, zonodig na overleg met politie en OM, bestuurlijke maatregelen toe (bijv. weigering, intrekking van de vergunning en sluiting).

Alinea 

Alinea 

afwezigheid van exploitant en beheer (art. 3.2.6 lid 1)

rapport t.b.v. gemeente en p.v. t.b.v. OM bij recidive

1e keer schriftelijke waarschuwing

2e keer tijdelijke sluiting (3 tot 14 dagen)

3e keer intrekking vergunning

vervolging bij recidive

Alinea 

ontbreken van toezicht door exploitant (art. 3.2.6 lid 2 sub a)

rapport t.b.v. gemeente en p.v. t.b.v. OM na overleg met OM

afhankelijk van ernst gepleegde strafbare feiten waarschuwen, sluiten pand of intrekken vergunning

vervolging o.g.v. APV

Alinea 

ontbreken van toezicht door exploitant: aanwezigheid van illegale prostitutie (art. 3.2.6 lid 2 sub b)

rapport t.b.v. gemeente en p.v. t.b.v. OM na overleg met OM

1e keer tijdelijke sluiting (max. 1 maand)

2e keer intrekking vergunning en sluiting pand

vervolging o.g.v. APV

Alinea 

ongeoorloofd aanbieden of aanbrengen van erothisch-pornografische goederen, afbeeldingen e.d. (art. 3.2.9)

rapport t.b.v. gemeente en p.v. t.b.v. OM bij recidive

Alinea 

1e keer schriftelijke waarschuwing

2e keer dwangsom

3e keer verhoogde dwangsom

4e keer sluiting voor onbepaalde tijd

bij recidive vervolging o.g.v. APV

Alinea 

overlast voor omgeving (art. 3.3.2) t.g.v. uitvoering van het prostitutiebedrijf

rapport t.b.v. gemeente en p.v. t.b.v. OM bij recidive

1e keer schriftelijke waarschuwing

2e keer tijdelijke sluiting (max. 1 maand)

3e keer intrekking vergunning

vervolging bij recidive

Alinea 

gebruik van de inrichting in strijd met de vergunningsvoorwaarden en/of nadere regels

rapport t.b.v. gemeente en p.v. t.b.v. OM bij recidive

1e keer schriftelijke waarschuwing

2e keer tijdelijke sluiting (max. 1 tot 3 maanden)

3e keer intrekking vergunning

vervolging bij recidive

afhankelijk van situatie evt inschakelen van derden (GGD, belastingdienst, arbeidsinspectie e.a.)

overschrijding sluitingstijden (art. 3.2.3)

waarschuwen exploitant, rapport opmaken t.b.v. gemeente en p.v. t.b.v. OM bij recidive

1e keer schriftelijke waarschuwing

2e keer opleggen beperkte sluitingstijden

3e keer tijdelijke sluiting of intrekking vergunning

vervolging o.g.v. APV bij recidive

Alinea 

Alinea 

Alinea 

Alinea 

wijziging beheer zonder voorafgaande toestemming (art. 3.4.1)

rapport t.b.v. gemeente en p.v. t.b.v. OM

Alinea 

Alinea 

1e keer schriftelijke waarschuwing,

2e keer tijdelijke sluiting (max. 2 weken)

3e keer intrekking vergunning en sluiting pand

vervolging o.g.v. APV

Alinea 

Alinea 

 

EXPLOITATIE ZONDER VERGUNNING

 

overtreding

politie/toezichthouder

gemeente

openbaar ministerie

anderen

exploitatie past niet binnen het prostitutiebeleid (art. 3.2.1)

rapport t.b.v. gemeente en p.v. t.b.v. OM

sluiting conform Algemene wet bestuursrecht

vervolging o.g.v. APV

afhankelijk van situatie evt inschakelen van derden (belastingdienst, arbeidsinspectie e.d.)

exploitatie past wel binnen het prostitutiebeleid

rapport t.b.v. gemeente en p.v. t.b.v. OM

1e keer schriftelijk aanzeggen dat vergunning moet worden aangevraagd binnen bepaalde termijn.

bij niet aanvragen of bij weigering vergunning sluiting voor onbepaalde tijd

vervolging o.g.v. APV

afhankelijk van situatie evt inschakelen van derden (belastingdienst, arbeidsinspectie e.d.)

 

STRAATPROSTITUTIE

 

overtreding

politie/toezichthouder

gemeente

openbaar ministerie

anderen

uitoefenen van straatprostitutie

p.v. t.b.v. OM

 

vervolging o.g.v. APV