Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Utrecht (Utr)

Besluit Individuele Wmo Voorzieningen 2011

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieUtrecht (Utr)
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBesluit Individuele Wmo Voorzieningen 2011
CiteertitelBesluit Individuele Wmo Voorzieningen 2011
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerpWelzijn

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling wordt vervangen door het Besluit individuele Wmo Voorzieningen gemeente Utrecht 2013.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Verordening Wmo Voorzieningen 2011

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-201301-01-2013intrekking

30-10-2012

Gemeenteblad van Utrecht, 2012, 86

Besluit college van B&W van 30 oktober 2012
01-06-201111-02-2016nieuwe regeling

24-05-2011

Gemeenteblad van Utrecht 2011, nr. 36

Besluit college van B&W van 24 mei 2011
01-06-201101-01-2013Onbekend

24-05-2011

Gemeenteblad van Utrecht 2011, nr. 36

Besluit college van B&W van 24 mei 2011

Tekst van de regeling

Intitulé

Besluit Individuele Wmo Voorzieningen 2011

 

 

GEMEENTEBLAD VAN UTRECHT 2011 Nr. 36

Besluit Individuele Wmo Voorzieningen 2011

(collegebesluit van 24 mei 2011)

De college van burgemeester en wethouders van Utrecht,

op grond van de Verordening Wmo-voorzieningen 2011 (Gemeenteblad van Utrecht 2011, nr. 35);

BESLUIT:

vast te stellen de volgende

BESLUIT Individuele Wmo Voorzieningen 2011

Hoofdstuk 1 Begripsbepalingen

Artikel 1 Definities

  • a.

    wet: Wet maatschappelijke ondersteuning;

  • b.

    verordening: Verordening voorzieningen Wmo 2011;

  • c.

    gehuwden: gehuwd als bedoeld in artikel 3 van de wet;

  • d.

    individuele voorziening: een door de gemeente te verstrekken voorziening wanneer een algemene voorziening, collectieve voorzieningen en of voorliggende voorziening geen adequate oplossing biedt. De individuele voorziening kan worden verstrekt:

    • -

      in eigendom, of

    • -

      in bruikleen, of

    • -

      in huur, of

    • -

      in de vorm van een persoonsgebonden budget of

    • -

      in de vorm van persoonlijke dienstverlening;

  • e.

    persoonsgebonden budget waaronder de vergoeding voor persoonlijke dienstverlening: een geldbedrag waarmee de aanvrager een of meer aan hem te verlenen voorzieningen kan verwerven en waarop de in de Verordening Wmo-voorzieningen 2011 en het Besluit Individuele Wmo voorzieningen 2011 te stellen regels van toepassing zijn;

  • f.

    financiële tegemoetkoming: een tegemoetkoming in de kosten van een voorziening welke kan worden afgestemd op de kosten van de voorziening en het inkomen van de aanvrager;

  • g.

    eigen bijdrage of eigen aandeel in de kosten: een door het college van burgemeester en wethouders vast te stellen bijdrage, die bij respectievelijk de verstrekking van een voorziening in natura, een persoonsgebonden budget (een eigen bijdrage) of een financiële tegemoetkoming (een eigen aandeel) betaald moet worden en waarop de regels van het Besluit individuele Wmo voorzieningen 2011 van toepassing zijn;

  • h.

    algemeen gebruikelijk: een voorziening die niet speciaal voor mensen met een beperking is bedoeld en ook door anderen gebruikt wordt, in een gewone winkel te koop is en niet duurder is dan vergelijkbare producten;

  • i.

    meerkosten: kosten van een mogelijk krachtens de wet te verlenen voorziening, voor zover dit deel van de kosten uitgaat boven voor die persoon als algemeen gebruikelijk te beschouwen kosten van een dergelijke voorziening;

  • j.

    besparingsbijdrage: een door de aanvrager te betalen bijdrage, gelijk aan het bedrag dat ten gevolge van de verstrekking van een voorziening door de aanvrager wordt bespaard omdat deze verstrekte voorziening een algemeen gebruikelijke voorziening vervangt of kan vervangen;

  • k.

    budgethouder: een persoon aan wie ingevolge deze verordening een persoonsgebonden budget is toegekend en die aan het college verantwoording over de besteding van het persoonsgebonden budget verschuldigd is.

  • l.

    Alfahulp: een persoon die op grond van artikel 5, tweede lid van de Wet op de loonbelasting een arbeidsverhouding heeft met een budgethouder in verband met de verrichting van huishoudelijke werkzaamheden;

  • m.

    PGB-overeenkomst: een overeenkomst tussen de gemeente Utrecht en de belanghebbende waarin de rechten en plichten met betrekking tot het persoonsgebonden budget zijn vastgelegd;

  • n.

    het gesprek: het verzoek om informatie en advies vindt plaats door middel van een gesprek. Dit gesprek kan zowel mondeling als schriftelijk plaatsvinden.

Hoofdstuk 2 Beperkingen

Artikel 2 Verhuizen

Om het resultaat voeren van een huishouden onderdeel wonen te bereiken, wordt alleen een vergoeding toegekend als de belanghebbende binnen een jaar naar een geschikte woning of een geschikt te maken kan verhuizen.

Hoofdstuk 3 Persoongebonden budget, financiële tegemoetkoming en keuzevrijheid

Artikel 3 Persoongebonden budget

  • 1.

    a. Het persoonsgebonden budget wordt vastgesteld op de tegenwaarde van de goedkoopst compenserende voorziening.

    • b.

      Het persoonsgebonden budget voor het voeren van een huishouden, niet zijnde het onderdeel wonen, bedraagt het aantal geïndiceerde uren maal het uurtarief.

    • c.

      het van toepassing zijnde uurtarief is vastgelegd in de bijlage bij dit besluit. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen een reguliere dienstverlening en dienstverlening door een familielid.

  • 2.

    Voor zover van toepassing op de voorziening kan het bedrag van het persoonsgebonden budget worden verhoogd met kosten van onderhoud, reparatie en andere instandhoudingskosten.

  • 3.

    De verantwoording van de besteding van het persoongebonden budget vindt plaats op verzoek van het college, na afloop van de verstrekking dan wel na afloop van het kalenderjaar. Bij het besluit voor het persoonsgebonden budget ontvangt de belanghebbende een zogenoemde PGB- overeenkomst waarin voorwaarden voor beheer en verantwoording zijn opgenomen.

  • 4.

    Het hoogte van het persoonsgebonden budget voor de aanschaf en het onderhoud van een sportvoorziening is vastgelegd in de bijlage bij dit besluit. Hierbij geldt dat deze voorziening slechts eens per drie jaar wordt verstrekt.

Artikel 4 Financiële tegemoetkoming

  • 1.

    De hoogte van de financiële tegemoetkomingen worden vastgesteld (op basis van de normbedragen) conform de bij dit besluit behorende bijlage. Deze bedragen kunnen worden geïndexeerd.

  • 2.

    Van het gestelde in het tweede lid kan naar boven of naar beneden worden afgeweken indien kan worden aangetoond dat de aanvrager bovenmatig of juist onvoldoende wordt gecompenseerd. Een dergelijke afwijking geldt telkens voor maximaal een jaar en wordt uitsluitend op verzoek van de aanvrager opnieuw vastgesteld.

Artikel 5 Keuzevrijheid

  • 1.

    Verstrekking van een toegekende individuele voorziening in de vorm van een persoongebonden budget vindt plaats op verzoek van de belanghebbende.

  • 2.

    Het bedrag van het persoonsgebonden budget wordt uitbetaald op rekening van de belanghebbende.

  • 3.

    Het college biedt geen keuzevrijheid voor een voorziening in de vorm van een persoonsgebonden budget als:

    • -

      belanghebbende geen vaste woon– of verblijfplaats heeft;

    • -

      belanghebbende in een schuldsaneringstraject zit;

    • -

      er sprake is van een ernstig vermoeden van misbruik.

Hoofdstuk 4 Eigen bijdrage en inkomensgrens

Artikel 6 Eigen bijdrage

  • 1.

    Voor de resultaten het voeren van een huishouden, het zich verplaatsen in en om de woning, het zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel en het aangaan van sociale verbanden is conform artikel 8 van de verordening een eigen bijdrage verschuldigd.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid geldt voor de rolstoel, voor alle voorzieningen voor belanghebbende jonger dan 18 jaar en voor financiële tegemoetkoming in de kosten van vervoer geen eigen bijdrage.

  • 3.

    Voor de vaststelling van de hoogte en de inning van de eigen bijdrage zijn de regels van Hoofdstuk 4 van het Besluit Maatschappelijke Ondersteuning van toepassing.

Artikel 7 Inkomensgrens

Een tegemoetkoming in de kosten van individueel vervoer en collectief vervoer worden niet toegekend als het inkomen hoger is dan 150% van de voor belanghebbende van toepassing zijnde bijstandsnorm als bedoeld in hoofdstuk 3 van de Wet werk en bijstand.

Hoofdstuk 5 Het gesprek

Artikel 8 Het voeren van een gesprek

  • 1.

    Met de belanghebbende die ondersteuning vraagt wordt altijd een gesprek gevoerd.

  • 2.

    Het gesprek kan bij de belanghebbende thuis gevoerd worden. Bij complexe vragen vindt altijd een huisbezoek plaats.

  • 3.

    Het gesprek wordt in elk geval afgesloten met een verslag als uit het gesprek een aanvraag voor een individuele voorziening volgt. De inhoud van het gesprek dient als basis voor de aanvraag.

Hoofdstuk 6

Artikel 9 Cliëntenraad Wmo

Het bedrag beschikbaar voor de Cliëntenraad Wmo zoals genoemd in artikel 8 van de Verordening Cliëntenparticipatie Wet Maatschappelijke Ondersteuning (Wmo) Prestatieveld 6 (Gemeenteblad van Utrecht 2011, nr. 37) bedraagt maximaal EUR 10.000,00 per kalenderjaar.

Hoofdstuk 7 Slotbepalingen

Artikel 10 Inwerkingtreding

  • 1.

    Dit besluit treedt in werking op 1 juni 2011

  • 2.

    Per die datum wordt het Besluit Individuele Wmo voorzieningen gemeente Utrecht 2010 (Gemeenteblad van Utrecht 2010, nr. 7) ingetrokken.

Artikel 11 Citeertitel

Dit besluit kan aangehaald worden als Besluit Individuele voorzieningen Wmo 2011.

Aldus vastgesteld door burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht op 24 mei 2011.

De secretaris, De burgemeester,

Drs. M.R. Schurink Mr. A. Wolfsen

Bekendmaking is geschied op 1 juni 2011.

Deze beleidsregels treden in werking met ingang van 9 juni 2011, en werkt terug tot 1 juni 2011.