Organisatie | West Maas en Waal |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Financiële verordening gemeente West Maas en Waal |
Citeertitel | Financiële verordening gemeente West Maas en Waal |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
26-05-2011 | 01-01-2017 | Nieuwe regeling | 07-04-2011 Waalkanter, 25-05-2011 | Kenmerk 2011/04-14 |
De nota reserves en voorzieningen behandelt in ieder geval de vorming en besteding van reserves en voorzieningen en de toerekening en verwerking van rente over de reserves en voorzieningen.
activa, investeringen en afschrijving.
De nota activabeleid behandelt tenminste de afschrijvingsmethodieken en -termijnen van immateriële b. vaste activa en materiële vaste activa met economisch en maatschappelijk nut.
Behandeling en vaststelling beleidsnota’s:
De nota's als bedoeld in lid 1 worden minimaal eens in de vier jaar behandeld in en vastgesteld door de raad;
De beleidsnota’s bedoeld in artikel 2 worden in de raad behandeld en vastgesteld indien er sprake is van behoefte of noodzaak aan wijziging van de door de raad te stellen kaders. Redenen hiervoor kunnen zijn wijziging van hogere wet- en regelgeving, economische of maatschappelijke veranderingen en behoefte of noodzaak vanuit het college of de raad.
Artikel 2 Financieringsfunctie
Voor het aantrekken van financieringen voor langer dan 1 jaar vraagt het college tenminste 2 prijsopgaven bij verschillende financiële ondernemingen.
Het college stelt een treasurystatuut vast, waarin zorgvuldig financieringsbeheer uitgangspunt is.
In het treasurystatuut worden in ieder geval nadere regels opgenomen over de volgende onderwerpen:
het aantrekken en uitzetten van financiële middelen;
de duurzame toegang tot financiële markten;
het beheersen van de financiële risico’s;
de kosten van het beheren van de geldstromen en financiële posities;
rendementoptimalisatie van de beschikbare liquiditeiten.
Het college zendt het treasurystatuut ter kennisname aan de raad.
Hoofdstuk 3 Planning en control
Het college biedt uiterlijk 1 junide perspectiefnota aan met de kaders en richtlijnen voor het volgende begrotingsjaar en de drie opvolgende jaren.
De perspectiefnota gaat in op de plannen en financiën voor het volgende begrotingsjaar en de drie opvolgende jaren, bevat een meerjareninvesteringsplan en het meerjarig financieel perspectief.
De raad stelt de perspectiefnota uiterlijk 15 juli vast.
De raad bepaalt aan de hand van de nota bedoeld in lid 1 of de beleidsdoelen van de programma's voor het lopende jaar bijstelling behoeven.
De raad stelt bij aanvang van een nieuwe raadsperiode een programma-indeling vast voor de komende raadsperiode.
Het college rapporteert de raad minimaal twee keer per jaar door middel van bestuursrapportages.
De inrichting van de bestuursrapportages sluit aan bij de programmabegroting.
De rapportages gaan in ieder geval in op (te verwachten) significante afwijkingen, zowel wat betreft baten als lasten, goederen en diensten als maatschappelijke effecten.
Hoofdstuk 4 Financiële en Planning en Control organisatie
Artikel 7 Financiële organisatie
een adequate scheiding van taken, functies, bevoegdheden en verantwoordelijkheden, zodat aan de eisen van interne controle wordt voldaan en de verstrekte informatie betrouwbaar is.
de verlening van mandaten en volmachten voor het aangaan van rechten ten laste van de toegekende budgetten en investeringskredieten.
Het college draagt ten behoeve van het getrouwe beeld en de rechtmatigheid van de jaarrekening zorg voor de jaarlijkse interne toetsing van de getrouwheid van de informatieverstrekking en de rechtmatigheid van de beheershandelingen. Bij afwijkingen neemt het college maatregelen tot herstel.
Voor het bepalen van de geraamde kostprijs van producten en diensten van de gemeente wordt een systeem van kostentoerekening gehanteerd. Bij de kostentoerekening worden naast de directe kosten alleen die indirecte kosten betrokken, die rechtstreeks samenhangen met de door de gemeente intern geleverde producten en verleende diensten.