Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gelderland

Beleidsrichtlijnen Subsidieverordening vernieuwing landelijk gebied 1998

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieGelderland
OrganisatietypeProvincie
Officiële naam regelingBeleidsrichtlijnen Subsidieverordening vernieuwing landelijk gebied 1998
CiteertitelBeleidsrichtlijnen Subsidieverordening vernieuwing landelijk gebied 1998
Vastgesteld doorgedeputeerde staten
Onderwerpmilieu
Eigen onderwerpsubsidies, natuur en landschap

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

19-07-200601-01-2016Onbekend

20-06-2006

Provinciaal Blad 2006/88

RE97.86003

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsrichtlijnen Subsidieverordening vernieuwing landelijk gebied 1998

Vastgesteld bij besluit van Gedeputeerde Staten van 20 januari 1998, nr. RE97.86003 (Provinciaal Blad nr. 98/7 van 5 februari 1998). In werking getreden op 13 februari 1998. Laatstelijk gewijzigd bij besluit van Gedeputeerde Staten van 20 juni 2006 (Provinciaal Blad nr. 2006/88 van 18 juli 2006). Op 19 juli 2006 in werking getreden.

Doelstelling 1: Plattelandsvernieuwing (samengestelde projecten)

Vervallen.

Doelstelling 2: Aankoop en inrichting van natuurterreinen

Met deze doelstelling wordt de veiligstelling of ontwikkeling van natuurwaarden beoogd door middel van subsidiëring van kosten voor aankoop en direct noodzakelijke eerste inrichting van terreinen, alsmede van de kosten voor door het Groenfonds aan te gane leningen voor grondaankopen (conform afspraken in het kader van het Decentralisatie-Impuls akkoord IPO-LNV inzake besteding convenantsmiddelen).

Wat betreft de aankopen gaat het om traditionele aankopen en aankopen in het kader van de relatienota en natuurontwikkeling. Hiermee leveren wij onze bijdrage aan de realisering van het Natuurbeleidsplan en de Ecologische Hoofdstructuur. De bestaande aankoopcriteria uit Voorstel K - 640 (kwaliteit, bedreiging, beheersnoodzaak) blijven daarvoor richtinggevend.

Met de vaststelling van de provinciale nota's "Maatwerk in Groen" en "Particulier Natuurbeheer" hebben wij er echter voor gekozen om, naast de traditionele rol van de NB-organisaties in het natuurbeheer, het veld te verbreden met een grotere rol voor de particulieren. Hiermee geven wij aan dat het gewenste beheer vaker ook door particulieren kan worden uitgevoerd, waardoor de noodzaak tot veiligstelling middels aankopen minder vaak aanwezig is. Vooruitlopend op de invoering van het daarvoor noodzakelijk instrumentarium wordt een terughoudend aankoopbeleid gevoerd, waarbij aankopen alleen een functie vervullen als vangnet. Naar verwachting gaat het de komende jaren vooral om afrondingsaankopen ten dienste van de veiligstelling van het bestaande bezit van Natuurmonumenten en Het Geldersch Landschap, en om relatienota en natuurontwikkelingsaankopen. Op de afrondingskaart voor Gelderland, die in 1998 door de minister en Gedeputeerde Staten wordt vastgesteld, zal worden aangegeven welke terreinen er nog aangekocht moeten worden om het bestaande bezit veilig te stellen. Gezien de voltooiing van de begrenzingsactiviteiten is enige toename van relatienota/natuurontwikkelingsaankopen te verwachten.

Wat betreft het subsidiëren van traditionele aankopen van landgoederen zijn wij terughoudend en moet er sprake zijn van een dreigend uiteenvallen. Door de belangstelling van de markt en door de nieuwe Natuurschoonwet (NSW) is de dreiging van uiteenvallen van landgoederen overigens vrijwel weggevallen. Bovendien zijn er in het algemeen gesproken voldoende beheersregelingen, waaronder onze Doelstelling 4 van dit fonds, voorhanden om de kwaliteiten van de landgoederen veilig te stellen.

Overeenkomstig het reeds bestaande aankoopbeleid, komt bebouwing in principe niet voor aankoop in aanmerking. Indien voor de realisering van de EHS aankoop van gehele (agrarische) bedrijven noodzakelijk is, dan wordt dit bij de begrenzing in het kader van de relatienota zorgvuldig afgewogen. Hierbij moet het gaan om een redelijke kostenverhouding tussen grond en bebouwing, met als inspanningsverplichting te zoeken naar een passende functie voor de bebouwing.

Wat betreft de 35 Ecologische Verbindings Zones (EVZ) die in het streekplan zijn aangegeven wordt binnen het aankoopbudget jaarlijks een gelimiteerd bedrag van _ 272.268,13 gereserveerd voor de verwerving van de stroken en inrichting van de lijnvormige elementen. Voor de realisatie van stapstenen kunnen relatienota- en natuurontwikkelingsgelden worden ingezet. Het grootste deel van het gelimiteerde bedrag is voor de komende jaren reeds toegekend aan de Oude IJssel en de Groenlose Slinge. Gezien de beperkte middelen voor EVZ's, wordt momenteel onderzocht of het mogelijk is alternatieve financiële bronnen aan te boren door een combinatie van "groenbeleggen" en de introductie van nieuwe economische dragers zoals bebouwing. Daarna is een nadere prioritering aan de orde. Vanwege de belangrijke rol van de waterschappen bij de waterhuishoudkundige inrichting en het beheer van stroken is een nauwe betrokkenheid van de waterschappen bij de totstandkoming van de natte ecologische verbindingszones vereist. Voor de planologische inpassing en het rioleringsbeheer is ook de betrokkenheid van de gemeenten vereist.

Inzet van particulieren

Het beleid rond de verbreding van natuurbeheer richting particulieren verkeert nog in de experimentele en ontwikkelingsfase. De Minister van LNV heeft de Tweede Kamer een Regeling particulier beheer in het vooruitzicht gesteld. Deze rijksregeling zal ook voor de provincie het kader moeten bieden voor het nader kunnen uitwerken van criteria voor de beoordeling van initiatieven met betrekking tot particulier beheer.

Vooruitlopend daarop willen wij voor particulieren de mogelijkheden verruimen om nieuwe natuur buiten de terreinen van de natuurbeschermingsorganisaties te realiseren. Het aan te leggen natuurterrein dient te behoren tot de prioritaire natuurdoeltypen in het betreffende gebied, danwel actueel bij te dragen aan verbetering van het leefgebied van prioritaire soorten. Deze prioriteiten zullen wij aangeven in een nog op te stellen overzicht van Gelderse natuurdoelen en in de nog op te stellen nota soortenbeleid. Vooruitlopend daarop beschouwen wij als prioritaire natuurdoeltypen: beken, vochtige heide en vennen, vochtige schraallanden, stroomdalgraslanden en natuurlijke bossen van natte en/of matig voedselrijke standplaatsen. Prioritaire soorten zijn de doelsoorten die voorkomen op de officiële Rode Lijsten.

Wij willen voor het realiseren/beschermen van deze prioritaire natuurtypen/prioritaire soorten kleinschalige inrichtingsmaatregelen ondersteunen waarin andere regelingen niet voorzien. Dit in de verwachting dat binnen enkele jaren een Regeling particulier beheer niet alleen op het vlak van beheer, maar ook van functieverandering en inrichting van grond voldoende soelaas biedt. Daar er een duidelijke relatie is met de projecten natuur- en landschapsherstel van Doelstelling 3, is het zaak dat e.e.a. in goed overleg met de betreffende gemeente aangepakt wordt. Wij denken met name aan de ondersteuning van de volgende activiteiten: - kleinschalige inrichtingsmaatregelen die voor een optimaal ecologisch effect van een zwaar beheerspakket nodig zijn, waar de betreffende regeling (RBON) niet in voorziet; - aanleg van specifieke faunavoorzieningen t.b.v. prioritaire soorten; - aanleg van stapstenen in EVZ's of basisbiotopen voor prioritaire soorten binnen en buiten de Ecologische Hoofdstructuur (EHS).

Wij zijn van mening dat de subsidiemogelijkheid voor sloot-, berm- en dijkbeheer voor gemeenten, waterschappen en recreatieschappen kan vervallen. Wij achten dit thans een voor hen reguliere werkzaamheid.

Doelstelling 3: Natuur en landschapsherstel

Vervallen.

Doelstelling 4: Bos- en landgoedbeheer, behorend bij het Fonds Vernieuwing Landelijk Gebied 1998

Deze doelstelling telt drie onderdelen: particuliere landgoederen, geïntegreerd bosbeheer en bos met accent op natuur.

De belangrijkste doelen van het provinciaal bos- en landgoedbeleid zijn behoud, bescherming en kwalitatieve verbetering van het bestaande bos en landgoed. Het beleid is daarbij gericht op behoud en versterking van het particulier bos- en landgoedbezit, geïntegreerd bosbeheer en behoud en versterking van A-locaties van bos.

1 Particuliere landgoederen

In het kader van het streven naar instandhouding van landgoederen, ondersteunen wij particulieren in het op peil brengen en verbeteren van de kwaliteit van landgoederen. Hierbij denken wij vooral aan de belangrijke elementen voor publiek medegebruik t.w. goede paden, lanen, verbindende bruggen, grachten, vijvers alsmede kleine recreatieve voorzieningen e.d. Er dient sprake te zijn van achterstallig onderhoud, d.w.z. maatregelen die de reguliere zorgplicht te boven gaan en nodig zijn om weer een normale beheersituatie te verkrijgen. Vormsnoei en opkroning zijn niet subsidiabel; maatregelen ten behoeve van vitaliteit en veiligheid bij laanbomen zijn pas subsidiabel wanneer sprake is van exemplaren van ten minste 60 jaren. Wat betreft de prunusbestrijding zullen wij voor bossen geen algemeen subsidie meer beschikbaar stellen; wel zijn wij bereid bij te dragen in incidentele gevallen gekoppeld aan een beheersplan geïntegreerd bos. Voor eventuele prunusbestrijding in lijnvormige elementen verwijzen wij naar Doelstelling 3. In en om A-locaties van bos willen wij financiële middelen beschikbaar stellen voor het verwijderen van niet-inheemse soorten dan wel het treffen van recreatie-begeleidende maatregelen. Overige maatregelen in bos zijn in dit kader niet subsidiabel.

In het onderhavige kader wordt getenderd, waarbij de volgende criteria zullen worden gebruikt: - urgentie van onderhoud of herstel; - mate van waardevolheid alsmede kwetsbaarheid; - ligging in actiegebieden en regionale verdeling over Gelderland; - eerder toegekende provinciale subsidies.

De regeling is vooralsnog gericht op de particuliere bos- en landgoedeigenaren. Omdat er geen principieel verschil is tussen particulieren en particuliere organisaties in het algemeen zullen wij op basis van de toekomstige Rijksregeling particulier beheer bezien hoe en in welke verhouding wij vorm en inhoud kunnen geven aan de ondersteuning van bos- en landgoedbeheer ook door particuliere natuurbeschermingsorganisaties.

Uit een aantal experimenten met het opstellen van landgoedvisies is gebleken dat landgoedvisies een instrument kunnen zijn om eigenaren te ondersteunen bij het zoeken naar rendementsverbetering en samenhang in de te nemen maatregelen. Landgoedvisies hebben tot doel knelpunten en ontwikelingsmogelijkheden helder te maken op basis waarvan een plan van aanpak kan worden gemaakt. Voor een beperkt aantal landgoederen willen wij verder experimenteren met het opstellen van landgoedvisies. Wij denken daarbij aan landgoederen die door uitvoering van het gebiedenbeleid of ander overheidsbeleid in een veranderende situatie komen. Gezien het integrale karakter van landgoedvisies hebben wij binnen Doelstelling 1 hiervoor € 45.378,02 (10 x € 4.537,80) gereserveerd.

2 Geïntegreerd bosbeheer

Het sinds 1996 lopende meerjarenproject Geïntegreerd Bosbeheer verloopt volgens plan. De provincie draagt tot 2000 jaarlijks € 68.067,03 bij in de advisering van eigenaren door deskundige bureaus. Tevens stelt de provincie in het kader van genoemd project jaarlijks €_ 22.689,01 beschikbaar voor incidentele uitvoeringsmaatregelen om geïntegreerd bosbeheer op gang te brengen. Gezien het integrale karakter van geïntegreerd bosbeheer hebben wij deze gelden binnen Doelstelling 1 van het fonds gereserveerd.

Het is de bedoeling dat het project in het jaar 2000 wordt geëvalueerd op basis waarvan tot voortzetting, aanpassing of beëindiging kan worden besloten. De verwachting is dat op onderdelen (o.a. monitoring, begeleiding werkplanning en uitvoering, uitbreiding van de taakstelling) voortzetting van het project nodig is.

3 Voor bos met accent op natuur staat behoud en vergroting van natuurwaarden voorop.

In een IBN-DLO studie zijn voor Gelderland een aantal "A-locaties" vastgesteld; A-locaties zijn de beste voorbeelden van in genetisch, floristisch en faunistisch opzicht natuurlijke bosgemeenschappen in Nederland. Voor het behoud van A-locaties is adequaat beheer gewenst. Wij willen - vooruitlopend op het Programma Beheer - enkele A-locaties in het WCL-gebied Veluwe als voorbeeld uitwerken bij gemeenten en/of particulieren. Hierbij gaat het om het realiseren van optimale situaties voor de natuur. Voor deze ondersteuning wordt jaarlijks maximaal € 22.689,01 beschikbaar gesteld uit het bestaande budget van deze Doelstelling 4. Subsidiabel zijn de opstelling van het beheersplan en inrichtings- en omvormingsmaatregelen.

Vervallen Aangezien er sinds 1995 voor het ontwikkelen en uitvoeren van overlevingsstrategieën voor door zure depositie bedreigde bossen, aan particulieren tot 90% subsidie kan worden verstrekt uit hoofde van het Rijksoverlevingsplan Bos en Natuur, sluiten wij deze subsidiemogelijkheid binnen het onderhavige fonds.

Doelstelling 5: Agrarische projecten

Vervallen.

Doelstelling 6: Vermindering milieubelasting in de landbouw

Vervallen.

Gedeputeerde Staten van Gelderland