Organisatie | Heusden |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Heusden-v2 |
Citeertitel | Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Heusden-v2 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp | zorg en welzijn |
Geen
WMO Verordening
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
29-11-2012 | Artikel 3, lid 3 ingetrokken vanwege strijd met Verordening individuele voorziening maatschappeelijke ondersteuning Heusden | 20-11-2012 De Scherper, 28-11-2012 | KCGvH | ||
08-06-2011 | Wijziging | 31-05-2011 Gemeenteblad,website | OWZCM12 |
Hoofdstuk 3 Eigen bijdrage en besparingsbijdrage
Artikel 4.1 Omvang eigen bijdrage
De verschuldigde eigen bijdrage(n), zoals bedoeld in artikel 2.4 van de Verordening bedragen tezamen:
voor gehuwde personen indien een van beiden jonger is dan 65 jaar of beiden jonger zijn dan 65 jaar €25,20 per vier weken, met dien verstande dat indien hun gezamenlijke inkomen meer bedraagt dan €27.222,00 het bedrag van €25,20 wordt verhoogd met een dertiende deel van 15% van het verschil tussen hun gezamenlijke inkomen en €27.222,00.
Artikel 6.1 Financiële tegemoetkoming
Indien de voorziening bestaat uit het verschaffen van een roerende zaak, dan wel een bouwkundige of woontechnische aanpassing van een woning, kan gedurende maximaal negenendertig perioden van vier weken een eigen bijdrage in rekening worden gebracht aan de ontvanger van de voorziening. Wanneer er sprake is van een financiële tegemoetkoming wordt de eigen bijdrage gedurende maximaal negenendertig perioden van vier weken in mindering gebracht op de tegemoetkoming. ,
In afwijking van lid 3 bedraagt de hoogte van een door het college te verlenen financiële tegemoetkoming in de kosten van een voorziening als bedoeld in artikel 4.1 onderdeel e en f, indien het een huurbeëindiging van een aangepaste woonruimte betreft die voor meer dan €4.500,00 is aangepast, de helft van de kosten met een maximum van €225,00 per maand.
Artikel 6.2 Bezoekbaar maken woning
De tegemoetkoming in de kosten van het bezoekbaar maken van een woning (artikel 4.8 van de Verordening) bedraagt maximaal €2.540,00 en wordt verstrekt in de vorm van een financiële tegemoetkoming.
Paragraaf 3 Rolstoelvoorzieningen
Artikel 9 Persoonsgebonden budget
Het persoonsgebonden budget voor rolstoelvoorziening(en) is gelijk aan de huurprijs over de afschrijvingsperiode zoals genoemd in bijlage 2 en/of koopprijs die het college volgens de Europese aanbesteding verschuldigd is aan de leverancier voor de standaardvoorziening verhoogd met de noodzakelijke aanpassingskosten.
Paragraaf 4 Vervoersvoorzieningen
Artikel 10 Financiële tegemoetkoming
De hoogte van een door het college te verlenen financiële tegemoetkoming voor voorzieningen als bedoeld in artikel 6.1 onderdeel e en g van de Verordening (aanpassing eigen auto en aanschaf of gebruik van andere vervoermiddelen dan genoemd in de onderdelen b. c en d) bedraagt 100% van de noodzakelijke kosten.
Onderwerp: Vergoeding kosten van onderhoud en reparatie
Het is ingevolge artikel 6.3 van het besluit maatschappelijke ondersteuning mogelijk vergoedingen van kosten van onderhoud en reparaties te vergoeden. Kosten van onderhoud en reparaties van de hieronder genoemde onderdelen komen in aanmerking voor een financiële tegemoetkoming. De maximale vergoeding van kosten voor onderhoud van diverse soorten liften in woningen en trappenhuizen bedraagt:
Maximale toeslagen op bovengenoemde tarieven:
Toelichting Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Heusden
Artikel 1 lid 1 van het Besluit bevat de nodige begripsbepalingen. Er is voor gekozen om de begrippen die al zijn gedefinieerd in de Wmo, de Verordening en de Algemene wet bestuursrecht in beginsel niet nogmaals in het Besluit te definiëren (artikel 1 lid 2 Besluit).
Hoofdstuk 2 Vorm van voorzieningen en keuzevrijheid
Artikel 2 Beperking keuzevrijheid
In artikel 2 van het Besluit heeft het college invulling gegeven aan het begrip overwegende bezwaren, zoals bedoeld in artikel 6 van de Wmo. Lid 1 geeft aan dat de deeltaxi alleen in natura wordt verstrekt. Lid 2 noemt in algemene bewoordingen een aantal situaties waarin geen persoonsgebonden budget wordt verstrekt. In de genoemde situaties is er naar het oordeel van het college sprake van overwegende bezwaren die ertoe leiden dat de belanghebbende niet de keuze heeft tussen de voorziening in natura en de voorziening in de vorm van een persoonsgebonden budget.
Artikel 3 Algemene bepalingen persoonsgebonden budget
Dit artikel regelt een aantal algemene zaken met betrekking tot het persoonsgebonden budget. Zo is de keuze die is gemaakt ten aanzien van verantwoording van het persoonsgebonden budget hier vastgelegd. De verantwoording van de besteding van het persoonsgebonden budget vindt achteraf plaats. Na afloop van de verstrekking of het
kalenderjaar vindt de controle van de verantwoording plaats. In een aantal, in lid 5 bepaalde gevallen, kan het persoonsgebonden budget worden teruggevorderd.
Hoofdstuk 3 Eigen bijdrage en besparingsbijdrage
Artikel 4.1 Omvang eigen bijdrage bij hulp bij het huishouden
Artikel 4.1 bepaalt wat de belanghebbende per vier weken maximaal aan eigen bijdrage verschuldigd is voor de hulp bij het huishouden. Hierbij is aangesloten bij de maximale grenzen, zoals die zijn opgenomen in het landelijke Besluit maatschappelijke ondersteuning of voortvloeien uit de Awbz.
Artikel 4.2 Besparingsbijdrage
Wanneer een voorziening wordt verstrekt waarmee een algemeen gebruikelijke voorziening wordt vervangen of kan worden vervangen, zoals gebeurt bij verstrekking van een driewielfiets of een buggy, zal alleen verstrekking van de meerkosten aan de orde zijn. Dat betekent dat het algemeen gebruikelijke deel niet vergoed zal worden. Het algemeen gebruikelijke deel zal door de aanvrager zelf betaald moeten worden in de vorm van een
besparingsbijdrage. Dit artikel bepaalt de hoogte van het bedrag van deze besparingsbijdrage.
Hoofdstuk 4 Voorzieningensoorten
Paragraaf 1 Hulp bij het huishouden
Artikel 5 Hulp bij het huishouden
In dit artikel wordt aangegeven wat het persoonsgebonden budget voor de hulp bij het huishouden per uur bedraagt. Het bedrag van € 14,00 vloeit voort uit het gemiddelde van de tarieven zoals die van toepassing zijn in het kader van de Algemene wet bijzondere ziektekosten.
Artikel 6.1 Financiële tegemoetkoming
Dit artikel regelt de hoogte van de diverse financiële tegemoetkomingen die voor woonvoorzieningen kunnen worden verstrekt.
Artikel 6.2 Bezoekbaar maken woning
De voorziening voor het bezoekbaar maken van een woning bedraagt maximaal € 2.540,00.
Artikel 6.3 Kosten onderhoud, keuring en reparatie
Dit artikel regelt de vorm waarin de kosten van onderhoud, keuring en reparatie worden verstrekt.
Dit artikel bepaalt de hoogte van de financiële tegemoetkoming voor de kosten van woningsanering.
Artikel 7 Persoonsgebonden budget
voor een aantal, in bijlage 1 opgenomen woonvoorzieningen, gelden standaardbedragen voor het persoonsgebonden budget. Voor andere woonvoorzieningen is het persoonsgebonden budget gelijk aan de huurprijs en/of koopprijs van de goedkoopst-adequate voorziening, inclusief onderhoud en reparatie.
Paragraaf 3 Rolstoelvoorzieningen
Artikel 8 Financiële tegemoetkoming
Voor de kosten van een sportrolstoel wordt een financiële tegemoetkoming verstrekt. Hierin is een bedrag begrepen voor het onderhoud gedurende drie jaren.
Artikel 9 Persoonsgebonden budget
Voor rolstoelvoorzieningen is het persoonsgebonden budget gelijk aan de huurprijs en/of koopprijs van de goedkoopst-adequate voorziening, inclusief kosten voor onderhoud, reparatie en noodzakelijke aanpassingen. Het kan voorkomen dat er individuele aanpassingen nodig zijn aan een standaardrolstoel. In dat geval worden drie
offertes gevraagd, waarbij de goedkoopst adequate voorziening dan bepalend is.
Paragraaf 4 Vervoersvoorzieningen
Artikel 10 Financiële tegemoetkoming
In dit artikel zijn de hoogtes van de financiële tegemoetkomingen voor vervoersvoorzieningen vastgelegd.
Artikel 11 Persoonsgebonden budget
Voor vervoersvoorziening is het persoonsgebonden budget gelijk aan de huurprijs en/of koopprijs van de goedkoopst-adequate voorziening, inclusief kosten voor onderhoud, reparatie en noodzakelijke aanpassingen. Het kan voorkomen dat er individuele aanpassingen nodig zijn aan een standaardrolstoel. In dat geval worden drie
offertes gevraagd, waarbij de goedkoopst adequate voorziening dan bepalend is.