Organisatie | Geertruidenberg |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en invordering van rioolheffing 2014 |
Citeertitel | Verordening rioolheffing 2014 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
De "Verordening rioolheffing 2010" inclusief de wijzigingen daarop is ingetrokken. Datum van ingang van de heffing is 1 januari 2014.
Uitvoeringsregeling gemeentelijke belastingen Geertruidenberg Beleidsregels voor de automatische incasso van gemeentelijke belastingen Leidraad invordering gemeentelijke belastingen gemeente Geertruidenberg
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
27-12-2013 | 25-12-2014 | Nieuwe regeling. | 19-12-2013 De Langstraat, 26 december 2013 | 19 december 2013, nr. 10d | |
28-12-2012 | 27-12-2013 | Art. 3, 7 | 22-12-2011 De Langstraat, 27 december 2012 | 20 december 2012, nr. 9 | |
30-12-2011 | 25-02-2014 | Art. 7 | 22-12-2011 De Langstraat, 29 december 2011 | 22 december 2011, nr. 15 | |
24-12-2010 | 25-02-2014 | Art. 7 | 16-12-2010 De Langstraat, 23 december 2010 | 16 december 2010, 12c | |
31-12-2009 | Nieuwe regeling. | 17-12-2009 De Langstraat, 30 december 2009 | 17 december 2009, nr. 21b |
Artikel 2 Aard van de belasting
Onder de naam “rioolheffing” wordt een directe belasting geheven ter bestrijding van de kosten die voor de gemeente verbonden zijn aan:
Artikel 3 Belastbaar feit en belastingplicht
Met betrekking tot het eigenarendeel wordt, ingeval het perceel een onroerende zaak is, als genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht aangemerkt degene die bij het begin van het belastingjaar als zodanig in de basisregistratie kadaster is vermeld, tenzij blijkt dat hij op dat tijdstip geen genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht is.
Artikel 4 Zelfstandige gedeelten
Indien gedeelten van een in artikel 3 bedoeld perceel blijkens hun indeling bestemd zijn om als afzonderlijk geheel te worden gebruikt, wordt de belasting geheven ter zake van elk als zodanig bestemd gedeelte, met dien verstande dat indien twee of meer van die gedeelten tezamen als één geheel worden gebruikt, deze als één perceel worden aangemerkt.
Geen eigenarendeel als bedoeld in artikel 3 eerste lid letter a. en gebruikersdeel als bedoeld in artikel 3 eerste lid letter b. wordt geheven indien er vanuit het perceel geen leidingwater direct of indirect wordt toegevoerd of opgepompt en waarbij de woz-waarde van het desbetreffende perceel in het betreffende belastingjaar niet meer bedraagt dan € 40.000.
Artikel 6 Maatstaf van heffing
Artikel 10 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang
Indien de belastingplicht met betrekking tot het perceel voor het gebruikersdeel in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belasting verschuldigd over zoveel twaalfde gedeelten van het voor dat jaar verschuldigde gebruikersdeel als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
Indien de belastingplicht met betrekking tot het perceel voor het gebruikersdeel in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van het voor dat jaar verschuldigde gebruikersdeel als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
Artikel 11 Termijnen van betaling
In afwijking van het gestelde in het eerste lid geldt in zoverre van het aldaar bepaalde, dat zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso van de betaalrekening van de belastingschuldige kunnen worden afgeschreven, waarbij het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen rioolheffing of andere heffingen meer is dan € 100,00 doch minder is dan € 1.400,00, de aanslagen moeten worden betaald in acht gelijke termijnen na de dagtekening van het aanslagbiljet. De eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.
Artikel 12 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de rioolheffing.
De “Verordening rioolheffing 2010” van 17 december 2009, laatstelijk gewijzigd bij raadsbesluit van 20 december 2012 wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 14, tweede lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.