Organisatie | Geertruidenberg |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en de invordering van hondenbelasting 2014 |
Citeertitel | Verordening hondenbelasting 2014 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Met deze verordening is de Verordening hondenbelasting 2008 en de vijf wijzigingen daarop, ingetrokken. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2014.
Uitvoeringsregeling gemeentelijke belastingen Geertruidenberg.
Beleidsregels voor de automatische incasso van gemeentelijke belastingen.
Leidraad invordering gemeentelijke belastingen gemeente Geertruidenberg.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
27-12-2013 | 25-12-2014 | Nieuwe regeling. | 19-12-2013 De Langstraat, 26 december 2013 | 19 december 2013, nr. 10f | |
28-12-2012 | 27-12-2013 | Art. 5. | 20-12-2012 De Langstraat, 27 december 2012 | 20 december 2012, nr. 9e | |
30-12-2011 | 28-12-2012 | Art. 5. | 22-12-2011 De Langstraat, 29 december 2011 | 22 december 2011, nr. 15f | |
24-12-2010 | 30-12-2011 | Art. 5. | 16-12-2010 De Langstraat, 23 december 2010 | 16 december 2010, nr. 12e | |
31-12-2009 | Art. 5. | 17-12-2009 De Langstraat, 30 december 2009 | 17 december 2008, nr. 18c |
Onder de naam “hondenbelasting” wordt een directe belasting geheven voor het houden van een hond binnen de gemeente.
Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang
Indien de belastingplicht in de loop van het jaar aanvangt, dan wel het aantal honden in de loop van het belastingjaar toeneemt, is de belasting respectievelijk de hogere belasting ter zake van het toegenomen aantal honden, verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, respectievelijk de toename van het aantal honden, nog volle kalendermaanden overblijven.
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, dan wel het aantal honden in de loop van het belastingjaar vermindert, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht respectievelijk de vermindering van het aantal honden, nog volle kalendermaanden overblijven.
Artikel 10 Termijnen van betaling
In afwijking van het gestelde in het eerste lid geldt in zoverre van het aldaar bepaalde, dat zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso van de betaalrekening van de belastingschuldige kunnen worden afgeschreven, waarbij het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen hondenbelasting of andere heffingen meer is dan € 100,00 doch minder is dan € 1.400,00, de aanslagen moeten worden betaald in acht gelijke termijnen na de dagtekening van het aanslagbiljet. De eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.
Met betrekking tot een ingevolge artikel 2, tweede lid, onderdeel c, van de Invorderingswet 1990, met een belastingaanslag gelijkgestelde beschikking inzake een bestuurlijke boete zijn het eerste en tweede lid van overeenkomstige toepassing, voorzover deze gelijktijdig wordt opgelegd met de vaststelling van de aanslag.
Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de hondenbelasting.
De “Verordening hondenbelasting 2008” van 19 december 2007, laatstelijk gewijzigd bij raadsbesluit van 20 december 2012 wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 13, tweede lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.