Deelverordening subsidiëring gemeenschapshuizen gemeente Heythuysen

In deze verordening wordt verstaan onder:

gemeenschapshuis: een gebouwelijke voorziening ingericht om ruimte te bieden voor het organiseren van activiteiten voor alle plaatselijke instellingen op sociaal-, maatschappelijk-, recreatief en cultureel gebied en voor het bevorderen van mogelijkheden tot eigentijdse ontspanning en ontmoeting;

Voor subsidie op grond van deze deelverordening komen in aanmerking:

• 1.

  De Stichting Gemeenschapshuis Baexem

• 2.

  De Stichting Trefcentrum Kelpen-Oler

• 3.

  De Stichting Trefcentrum Zaal Marcel

Aan de in artikel 2 genoemde instellingen wordt, met inachtneming van de in deze verordening opgenomen bepalingen, een subsidie verleend tot een maximum van het door burgemeester en wethouders goedgekeurde nadelige exploitatiesaldo over het subsidiejaar.

Onverminderd het bepaalde in de Algemene subsidieverordening gemeente Heythuysen, worden aan de subsidieverlening de volgende voorwaarden en bepalingen verbonden:

• a.

  wijziging van de tarieven voor het gebruik van de ruimten worden vooraf ter goedkeuring voorgelegd aan burgemeester en wethouders.

• b.

  voorafgaand aan het subsidiejaar dient een exploitatiebegroting, waarin alle te verwachten inkomsten en uitgaven zijn opgenomen, ter goedkeuring aan burgemeester en wethouders te worden overgelegd;

• c.

  voorafgaand aan het subsidiejaar dient een overzicht van de te verwachten investeringen aan burgemeester en wethouders te worden overgelegd;

• d.

  de investeringen waarvan het nut zich over meerdere jaren uitstrekt, dienen gedurende een door burgemeester en wethouders te bepalen termijn, evenredig ten laste te worden gebracht van de jaarlijkse exploitatie;

• e.

  verder zijn aan de goedkeuring van burgemeester en wethouders onderworpen:

  • 1.

    het aanstellen van personeel in vast dienstverband, voor zover sprake is van uitbreiding van de formatie;

  • 2.

    het aangaan van geldleningen en rekening-courant overeenkomsten, het uitlenen van gelden en het waarborgen van door derden aangegane geldelijke verplichtingen;

  • 3.

    het oprichten van of deelnemen aan stichtingen, vennootschappen, coöperaties en andere rechtspersonen;

• 1.

  Het onderhoud aan het gebouw dient te worden uitgevoerd op basis van een door burgemeester en wethouders goedgekeurd meerjaren onderhoudsplan.

• 2.

  Het plan genoemd in lid 1 van dit artikel dient als basis voor het bepalen van de onderhoudsvoorziening en het vaststellen van de kosten die jaarlijks ten laste van de exploitatie mogen worden gebracht.

• 1.

  Jaarlijks dient de instelling in de maand augustus een rapportage aan het college over te leggen van het verloop van de exploitatie van het lopende jaar met vermelding van eventuele knelpunten en nog te verwachten omstandigheden die een negatieve invloed zullen hebben op de exploitatie.

• 2.

  Tevens dient de instelling aan te geven op welke wijze mogelijke tegenvallers zullen worden opgelost, dan wel in overleg te treden met het college om tot een gezamenlijke oplossing te komen.

• 1.

  Het is de instelling toegestaan een reserve te vormen voor evenementen en activiteiten, waarbij wordt gewerkt met artiesten in loondienst, met een ministeriële zelfstandigheidverklaring, via een impresario of artiestenbureau, waarvan de kosten zodanig hoog zijn dat entreegelden moeten worden geheven;

• 2.

  De reserve als bedoeld in lid 1 wordt gevormd uit de netto opbrengsten van de in lid 1 bedoelde activiteiten;

• 3.

  De opbrengsten van de activiteiten als bedoeld in lid 1 dienen afzonderlijk te worden geadministreerd;

• 4.

  Uit de netto opbrengsten als bedoeld in lid 2 dient 50% van gunste van de exploitatie te worden gebracht; het resterende deel mag worden gereserveerd in het “Reservefonds evenementen/activiteiten;

• 5.

  Tot de kosten behoren naast de in lid 1 genoemde kosten, reclamekosten, personeelskosten en huisvestingskosten;

• 6.

  Het “Reservefonds evenementen/activiteiten”is in eerste instantie bedoeld om het tekort van eventuele verliesgevende activiteiten uit dit fonds te kunnen opvangen. Bij een positieve stand van het fonds boven f. 25.000,00 mag het meerdere, na overleg en met goedkeuring van het college, worden gebruikt voor investeringen in gebouwelijke voorzieningen en inventarissen.

De door de instelling over te leggen jaarstukken dienen te zijn voorzien van een beoordelingsverklaring van een extern accountantsbureau.

Burgemeester en wethouders kunnen van deze verordening afwijken in onvoorziene gevallen en voor zover toepassing gelet op het belang van deze verordening leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard.

Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2002 en geldt vanaf het subsidiejaar 2002.

Deze verordening wordt aangehaald als “Deelverordening subsidiëring gemeenschapshuizen gemeente Heythuysen”.