Organisatie | Reusel-De Mierden |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Notitie beleidsregel inzake toepassen artikel 2.12, tweede lid Wabo (tijdelijke woonvoorzieningen) |
Citeertitel | Beleidsregel inzake toepassen artikel 2.12, tweede lid Wabo (tijdelijke woonvoorzieningen) |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | volkshuisvesting en woningbouw |
Eigen onderwerp | volkshuisvesting en woningbouw |
geen
Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo), art. 2.12, lid 2
1.Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-05-2011 | 01-10-2010 | nieuwe regeling | 26-04-2011 D'n Uitkijk, 29-04-2011 | B&W 11-230 |
Artikel 2.12, tweede lid van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) biedt de mogelijkheid om in afwijking van een vigerend bestemmingsplan een omgevingsvergunning te verlenen voor een (bouw)activiteit voor een bepaalde termijn. Deze activiteit mag niet in strijd zijn met een goede ruimtelijke ordening. Artikel 5.16 van het Besluit omgevingsrecht (Bor) bepaalt dat het bouwen van een bouwwerk, bestemd om in een tijdelijke behoefte te voorzien, is toegestaan voor een periode van maximaal 5 jaar. Voor activiteiten die niet het bouwen van bouwwerken betreffen wordt geen maximale periode gesteld.
Bij de toepassing van deze artikelen worden de in deze notitie omschreven beleidsuitgangspunten gehanteerd.
Paragraaf 2 - Begripsomschrijvingen
Elk gebouw dat geen woning of woonvoorziening is;
Een op de grond staand, al dan niet vrijstaand gebouw, dat door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw, dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw en dat is toegestaan op grond van het ter plaatse geldende bestemmingsplan;
Elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond bedoeld om permanent ter plaatse te functioneren;
Een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
Elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
Een woonvoorziening in de vorm van een woonkeet/woonwagen/chalet. Een stacaravan is geen tijdelijke woonvoorziening.
De gevel, die gekeerd is naar de weg, waarop de betrokken woning overwegend georiënteerd is, bij hoekwoningen kunnen dus twee voorgevels aanwezig zijn;
De lijn die in bestemmingsplannen is vastgelegd en die niet mag worden overschreden.
Een complex van ruimten, geschikt en bestemd voor de huisvesting van één of meer personen;
Paragraaf 3 - Algemene beleidsuitgangspunten
Uitsluiting recreatiewoningen, stacaravans en recreatieterreinen
Deze notitie beleidsregels is niet van toepassing op recreatiewoningen, stacaravans en recreatieterreinen.
Het college van burgemeester en wethouders blijft bevoegd om af te wijken van deze regeling, met name wanneer deze voor een of meer belanghebbenden gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zijn in verhouding tot de met de beleidsregels te dienen doelen.
De uitgebreide voorbereidingsprocedure, zoals omschreven in artikel 3.10 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, is van toepassing.
Na afloop van de gestelde instandhoudingstermijn in de omgevingsvergunning moet de situatie naar de daarvoor bestaande situatie worden teruggebracht of moet de situatie in overeenstemming worden gebracht met de van toepassing zijnde regels in het ter plaatse vigerende bestemmingsplan.
Als de te bouwen, herbouwen of verbouwen woning gereed is gemeld door de ambtenaar Bouw- en Woningtoezicht voor bewoning voordat de instandhoudingstermijn in de omgevingsvergunning is afgelopen wordt de omgevingsvergunning ingetrokken. De situatie moet dan naar de daarvoor bestaande situatie worden teruggebracht of moet in overeenstemming worden gebracht met de van toepassing zijnde regels in het ter plaatse vigerende bestemmingsplan.
Paragraaf 4 - Specifieke beleidsuitgangspunten
Uitgangspunten bij realisatie tijdelijke woonvoorziening:
Uitgangspunten bij tijdelijke bewoning bijgebouw:
Uitgangspunten bij realisatie overige tijdelijke (bouw)activiteiten bij andere gebouwen:
Per geval bezien of de omgevingsvergunning voor het tijdelijk afwijken van het bestemmingsplan kan of moet worden verleend.