Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Oldambt

Beleidsregels loonkosten subsidies gemeente Oldambt

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieOldambt
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregels loonkosten subsidies gemeente Oldambt
CiteertitelOnbekend
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Artikel 8 van de Re-integratieverordening WWB, Ioaw en Ioaz gemeente Oldambt
  2. Artikel 13 van de WIJ Werkleeraanbod verordening gemeente Oldambt

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-10-2010-

14-12-2010

Streekblad

nieuwe regelgeving

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregels loonkosten subsidies gemeente Oldambt

Burgemeester en wethouders van de gemeente Oldambt;

Gelezen het collegevoorstel van de afdeling werk & inkomen;

Overwegende dat deze beleidsregels betrekking hebben op de “Reïntegratieverordening WWB, Ioaw en Ioaz gemeente Oldambt”, die door de raad op 4 januari 2010 is vastgesteld alsmede de “WIJ Werkleeraanbod verordening gemeente Oldambt” die door de raad op 21 april 2010 is vastgesteld;

Dat deze verordeningen de mogelijkheid biedt om aan werkgevers een loonkostensubsidie te verstrekken bij het in dienst nemen van een persoon die behoort tot de doelgroepen van voornoemde wetten;

Dat in deze beleidsregels wordt aangegeven onder welke voorwaarden dit mogelijk is;

Gelet op artikel 8 van de Re-integratieverordening WWB, Ioaw en Ioaz gemeente Oldambt en artikel 13 van de WIJ Werkleeraanbod verordening gemeente Oldambt:

B e s l u i t e n:

- onder intrekking van de beleidsregels werkgeversarrangementen 2010 vastgesteld op 23 februari 2010 -

vast te stellen de volgende:

“Beleidsregels loonkostensubsidies gemeente Oldambt”,

luidende als volgt: 

Artikel 1 Algemene uitgangspunten

a. loonkostensubsidie; dit is een vergoeding in de loonkosten die verstrekt wordt aan een werkgever die met een werkzoekende uit de doelgroep een dienstverband aangaat, op basis van een arbeidsovereenkomst of een (publiekrechtelijke) aanstelling.Loonkostensubsidies kunnen als zelfstandig instrument worden ingezet of als onderdeelvan een pakket voorzieningen dat aan een werkgever en/of een werknemer wordtaangeboden.

b. doelgroep werkgever; organisatie die een arbeidsovereenkomst afsluit met één of meerdere werknemers .

c. doelgroep werknemers; personen uit de doelgroep als bedoeld in artikel 7 van de WWB (bijstandsgerechtigden, nuggers en anw-ers en personen als bedoeld in artikel 10, tweede lid van de WWB ), personen uit de doelgroep van de WIJ ten aanzien van wie is bepaald dat een gesubsidieerde baan noodzakelijk is voor de arbeidsinschakeling en personen uit de doelgroep als bedoeld in artikel 37 Ioaw en artikel 37 Ioaz.

d. voorwaarden subsidieverlening; er moet een schriftelijke arbeidsovereenkomst ofaanstellingsbesluit aanwezig zijn. De duur van het dienstverband bedraagt minimaal 6 maanden. De subsidieaanvraag (via een daartoe bestemd formulier) dient plaats te vinden uiterlijk binnen één maand na aanvang dienstverband.

e. hoogte en duur subsidie/duur en omvang dienstverband; de subsidie bedraagt maximaal50% van het Wettelijk minimum(jeugd)loon. Het Wettelijk minimum(jeugd)loon is het bruto loon dat past bij de leeftijd van de werknemer. De minimumduur van het dienstverband is 6 maanden. Dit bedrag geldt bij een wekelijkse arbeidsduur van 32 uur of meer. Ingeval van minder uren wordt de subsidie naar evenredigheid vastgesteld.

De periode van de te verlenen subsidie bedraagt maximaal 12 maanden.

Gestreefd wordt naar een zodanige wekelijkse arbeidsurenomvang dat de werknemergeen aanspraak (meer) maakt op een uitkering en voldoende werkervaring op kandoen. Het college kan echter besluiten dat ook voor een geringere omvang een subsidie kan worden verleend. Indien de werknemer binnen de subsidieperiode aansluitend bij een andere werkgever in dienst treedt, kan deze opvolgende werkgever aanspraak maken op het subsidiebedrag dat nog resteert.

f. intentieverklaring rond scholing; de werkgever spant zich in om werknemer zodanig te scholen/op te leiden dat dit bijdraagt aan het functioneren van de werknemer op de werkplek en aan het behalen van een formele kwalificatie.

g. betaalbaarstelling en definitieve vaststelling subsidie; eerst pas na afloop van de subsidieverleningsperiode of nadat het dienstverband is beëindigd kan tot definitieve vaststelling van de subsidie worden overgegaan. Bij een vervroegd rechtsgeldige beëindiging (ontslag in proeftijd of ontslag op staande voet) wordt de subsidie vastgesteld naar rato van het aantal maanden dat het dienstverband heeft geduurd.

h. informatieverstrekking; werkgever heeft de verplichting om de reden van voortijdige beëindiging van het dienstverband binnen of na afloop van de subsidieperiode schriftelijk bij de gemeente te melden. De werkgever is voorts gehouden om op verzoek of uit eigen beweging direct alle (gewijzigde) feiten en omstandigheden te melden waarvan hem redelijkerwijs duidelijkkan zijn dat deze van invloed zijn op de toekenning van de subsidie, evenals de hoogte, deduur en uitbetaling ervan. Onder omstandigheden heeft de accountant van de gemeentetoegang tot de onderneming van de werkgever en recht op inzage in de documenten diebetrekking hebben op de arbeidsplaats en de subsidie.

i. afwijken; in bijzondere gevallen, bijvoorbeeld wanneer gemeente(n) afspraken maken met werkgevers over het opdoen van werkervaring van grotere groepen werkzoekenden of wanneer de bijzondere situatie van de werknemer een hogere subsidie rechtvaardigt, kan het college afwijken van de voorwaarden en hoogte van de loonkostensubsidie. Het college blijft daarbij binnen de regels die gelden rondom staatssteun.

Premie

j. premie contract voor onbepaalde tijd; dit is een premie voor de werkgever wanneer deze de werknemer na afloop van de periode waarin een loonkostensubsidie als bedoeld in deze Beleidsregel is verstrekt, aansluitend een dienstverband voor onbepaalde tijd aanbiedt.

k. voorwaarden subsidieverlening; er moet een schriftelijke arbeidsovereenkomst ofaanstellingsbesluit voor onbepaalde tijd aanwezig zijn voor minimaal 24 uur per week. De aanvraag voor de premie (via het daartoe bestemde formulier) moet plaatsvinden uiterlijk binnen zes maanden na afloop van de periode waarover loonkostensubsidie is verstrekt.Gestreefd wordt naar een zodanige wekelijkse arbeidsurenomvang dat de werknemer geen aanspraak (meer) maakt op een uitkering.

l. hoogte premie; de premie bedraagt eenmalig € 2.500,00.

 

Artikel 2 Voortraject uitplaatsing via detachering

a. mogelijkheid van detachering; de mogelijkheid bestaat om werknemers, die tot de doelgroep behoren zoals benoemd bij punt c van Beleidsregel 1 en waarvan de werkgever aangeeft nog niet bereid te zijn om deze persoon een arbeidscontract aan te bieden als gevolg van een geconstateerde afstand tot de reguliere arbeidsmarkt, een tijdelijk dienstverband (naar burgerlijk recht) aan te bieden bij een gecontracteerde organisatie (de juridische werkgever) die deze werknemer vervolgens detacheert bij de betreffende werkgever.

b. afwijkende bepalingen; in afwijking van wat bij Beleidsregel 1 is bepaald gelden voor een dergelijke detacheringconstructie afwijkende bepalingen, namelijk:

1. extra criteria deelname t.o.v. sub c. Beleidsregel 1: De werknemer dient minimaal 1 jaar onafgebroken een uitkering in verband met werkloosheid te hebben ontvangen en dient minimaal 21 jaar of ouder te zijn en de gemeente Oldambt heeft vastgesteld dat deze werknemer op termijn regulier werkzaam kan zijn op de arbeidsmarkt.

2. voorwaarde subsidieverlening i.p.v. sub d. Beleidsregel 1:De werkgever dient een schriftelijke verklaring af te geven aan de gemeente waaruit duidelijk wordt dat de persoon gedurende een bepaalde periode werkzaam c.q. werkervaring op kan doen binnen het bedrijf. De aangeboden periode kan variëren van 1 tot maximaal 6 maanden.

3. duur dienstverband i.t.t. sub e Beleidsregel 1:De duur van het dienstverband is afhankelijk van de periode dat de werkgever bereid is de werknemer werkzaam te laten zijn binnen zijn bedrijf maar dient minimaal 1 maand te duren en maximaal 6 maanden. Op grond van individuele omstandigheden, kan deze periode 1 keer verlengd worden met maximaal 6 maanden (de maximale periode bedraagt dan 12 maanden).

4. omvang dienstverband i.t.t. sub e Beleidsregel 1:Gestreefd wordt naar een zodanige wekelijkse arbeidsurenomvang dat de werknemergeen aanspraak (meer) maakt op een uitkering en voldoende werkervaring op kandoen. Op grond van individuele situaties kan hiervan worden afgeweken, dit naar oordeel van het college.

5. hoogte subsidie i.t.t. sub e Beleidsregel 1: De subsidie bedraagt de bruto kosten van salaris vermeerderd met de werkgeverslasten en een maandelijkse vergoeding voor de administratiekosten. De subsidie wordt betaalbaar gesteld aan de juridisch werkgever.

6. inleenvergoeding: Gedurende de eerste 3 maanden van het dienstverband wordt geen inleenvergoeding gevraagd. Voor de daaropvolgende maanden wordt wel een inleenvergoeding gevraagd van € 150,- over de 4e maand, € 250,- over de 5e maand en € 350,- over de 6e maand. Indien sprake is van een parttime dienstverband bedraagt de inleenvergoeding 50% van genoemde bedragen. Indien de persoon meer dan 15 werkdagen in een maand ziek of anderszins geoorloofd afwezig is geweest, wordt er geen inleenvergoeding gevraagd over die maand. De inleenvergoeding wordt, na aftrek van een vergoeding voor administratiekosten, in mindering gebracht op de subsidie zoals bedoeld in punt 5.

c. mogelijkheden vervolgtraject; de mogelijkheid bestaat dat de werknemer na afloop van de detacheringperiode een arbeidscontract bij een werkgever krijgt waarbij de mogelijkheden van Beleidsregel 1 toegepast kunnen worden. 

Artikel 3 Activering wachtlijst WSW

a. het aanbieden van een tijdelijk dienstverband; de mogelijkheid bestaat om personen, die tot de doelgroep behoren zoals benoemd bij punt c van Beleidsregel 1 en die in het bezit zijn van een actuele WSW indicatie (zoals bedoeld in artikel 11 WSW) een tijdelijk dienstverband aan te bieden (naar burgerlijk recht) bij een gecontracteerde organisatie (zijnde zowel de juridisch als feitelijk werkgever).

b. afwijkende bepalingen; in afwijking van wat bij Beleidsregel 1 is bepaald gelden voor een dergelijk dienstverband afwijkende bepalingen, namelijk:

1. duur dienstverband i.t.t. sub e Beleidsregel 1:De duur van het dienstverband bedraagt 1 jaar (12 maanden) en kan maximaal 2 maal verlengd worden met 1 jaar, dit naar oordeel van het college.

2. omvang dienstverband i.t.t. sub e Beleidsregel 1:Gestreefd wordt naar een zodanige wekelijkse arbeidsurenomvang dat de persoongeen aanspraak (meer) maakt op een uitkering en voldoende werkervaring op kan doen. Het college kan echter besluiten dat ook voor een geringere omvang een subsidie kan worden verleend. Het dienstverband dient evenwel minimaal 12 uur per week te bedragen.

3. hoogte subsidie i.t.t. sub e Beleidsregel 1: De subsidie bedraagt de bruto kosten van salaris vermeerderd met de werkgeverslasten en een maandelijkse vergoeding voor de administratiekosten. De subsidie wordt betaalbaar gesteld aan de werkgever zoals bedoeld in punt a.  

Artikel 4 Maatschappelijke banen

a. het aanbieden van een maatschappelijke baan; de mogelijkheid bestaat om personen, die tot de doelgroep behoren zoals benoemd bij punt c van Beleidsregel 1 en waarvan is vastgesteld dat zij geen duurzame plaats meer zullen verkrijgen op de reguliere arbeidsmarkt (ook niet met de inzet van ondersteunende voorzieningen) en niet geïndiceerd zijn voor een WSW plaatsing maar nog wel in staat zijn om enige vorm van additionele arbeid te kunnen verrichten, een tijdelijk dienstverband (naar burgerlijk recht) aan te bieden bij een gecontracteerde organisatie (de juridische werkgever) die deze persoon vervolgens detacheert bij een werkgever.

b. afwijkende bepalingen; in afwijking van wat bij Beleidsregel 1 is bepaald gelden voor een dergelijke detachering constructie afwijkende bepalingen, namelijk:

1. doelgroep werkgever i.t.t. sub b Beleidsregel 1:Organisaties uit de non profit sector die maatschappelijk zinvol werk aanbieden waarbij geen sprake is van verdringing van bestaand werk.

 

2. duur dienstverband i.t.t. sub e Beleidsregel 1:De duur van het dienstverband bedraagt 1 jaar (12 maanden) en kan maximaal 2 maal verlengd worden met 1 jaar, dit naar oordeel van het college.

3. omvang dienstverband i.t.t. sub e Beleidsregel 1:Gestreefd wordt naar een zodanige wekelijkse arbeidsurenomvang dat de persoongeen aanspraak (meer) maakt op een uitkering. Op grond van individuele situaties kan hiervan worden afgeweken, dit naar oordeel van het college.

4. hoogte subsidie i.t.t. sub e Beleidsregel 1: De subsidie bedraagt de bruto kosten van salaris vermeerderd met de werkgeverslasten en een maandelijkse vergoeding voor de administratiekosten. De subsidie wordt betaalbaar gesteld aan de juridisch werkgever zoals bedoeld in punt a.  

Artikel 5 Slotbepalingen

a. hardheidsconclusie; het college kan in bijzondere gevallen, ten gunste van de werknemer, afwijken van de bepalingen in deze Beleidsregels, indien toepassing van deze regels tot onbillijkheden van overwegende aard leidt. In alle gevallen waarin deze beleidsregels niet voorzien, beslist het college.

b. beschikbaar budget; de bekostiging van deze diverse vormen van loonkostensubsidie vindt plaats vanuit de reïntegratiemiddelen van het Participatiebudget. Het college kan besluiten om de toepassing van deze Beleidsregels tijdelijk of definitief geheel of gedeeltelijk niet meer toe te passen indien het beschikbare budget niet meer toereikend is. 

Aldus vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Oldambt d.d. ……………… 2010.

De secretaris, De burgemeester,

H.J.J. Groothuis P. Smit

 

Toelichting 1 Algemeen en inhoudelijk

Inleiding

Het Rijk stelt de eigen verantwoordelijkheid van de burger, om al datgene te doen wat nodig en mogelijk is om in het eigen bestaan te voorzien, centraal. Pas als de burger niet in staat blijkt te zijn om in het eigen bestaan te voorzien, bestaat er aanspraak op ondersteuning van de gemeentelijke overheid (dit alles onder het adagium “werk gaat boven inkomen”).

Op grond van de WWB, WIJ, Ioaw en Ioaz heeft het college van Burgemeester en Wethouders de opdracht om haar inwoners die niet in hun eigen bestaan kunnen voorzien en behoren tot de doelgroepen zoals bepaald in genoemde wetten, te ondersteunen bij het verkrijgen van regulier werk. Lukt dat niet of niet direct dan kan, in beginsel, tijdelijk een inkomensondersteuning worden verleend.

De WWB, WIJ, Ioaw en Ioaz dragen de Raad op om verordeningen vast te stellen waarin het beleid van de gemeente ten aanzien van haar re-integratietaak wordt neergelegd. Tevens dient hierin de aanspraak van burgers op ondersteuning bij re-integratie te worden neergelegd. Op grond van hetgeen in de diverse Verordeningen is bepaald, kan het College nadere regels (beleidsregels) stellen voor de uitvoering van een aantal zaken waaronder het toekennen van subsidies aan werkgever (loonkostensubsidies) bij indienstneming van personen die onder de werking van genoemde wetten vallen. Van deze mogelijkheid is door het college laatstelijk op 23 februari 2010 gebruik gemaakt en wel via het vaststellen van de Beleidsregel Werkgeversarrangementen. Aanleiding hiertoe was het sociaal economisch actieplan “Ik doe mee in Oost Groningen 2008 - 2012” en de wens om de mogelijkheden tot het inzetten van loonkostensubsidies in Oost Groningen te uniformeren.

Aanleiding tot intensivering bevordering uitstroom 2010 e.v. jaren

In het Coalitieakkoord van de nieuwe gemeente Oldambt, periode 2010 – 2014, staan een 2-tal belangrijke onderwerpen, namelijk:1. de gemeente steunt iedereen die niet in staat is zelf een eigen inkomen te verwerven. De gemeente wil iedereen in staat stellen volwaardig mee te doen en betaald werk te vinden en verwacht van iedereen binnen zijn of haar mogelijkheden daar aan actief bij te dragen. Dat vraagt een breed activering- en re-integratieaanbod. De gemeente Oldambt staat dus voor het maximaal laten participeren van haar inwoners op de (reguliere) arbeidsmarkt. 2. de gemeente streeft naar een “huishoudboekje op orde”.Net als destijds de 3 gemeenten Scheemda, Reiderland en Winschoten, ziet ook de gemeente Oldambt zich in 2010 geconfronteerd met een aanzienlijk tekort op het Inkomensdeel. Het Rijksbudget is niet afdoende om alle (bestaande en nieuwe) aanspraken op uitkeringen te kunnen voldoen. Er is dus alle aanleiding om het gemeentelijk aandeel in dit tekort zo maximaal mogelijk terug te dringen.

Kortom, de gemeente Oldambt wil daarom nu een extra inzet plegen met als doel zoveel mogelijk van haar klanten een plaats te laten verkrijgen op de arbeidsmarkt en zodoende een structurele en substantiële daling aan te brengen van het huidige klantenbestand zodat in principe vanaf het kalenderjaar 2011 geen sprake meer is van een financieel tekort.

Om dit mogelijk te maken zijn aanvullende regels nodig en dan met name inzake een verruiming van de mogelijkheden en inzet van loonkostensubsidies om zodoende meer werkgevers te bewegen om de klanten een arbeidsplaats aan te bieden. Dit kan via een regulier dienstverband (verloningsconstructie) maar ook via een zogenaamde detacheringconstructie.

Uit praktisch oogpunt is er voor gekozen om thans nieuwe beleidsregels op en vast te stellen waarbij die van 23 februari 2010 worden opgenomen. Op deze wijze ontstaat een totaalbeeld van de mogelijkheden die gemeente Oldambt heeft om loonkostensubsidies in te zetten.

Financiële ondersteuning bij uitplaatsing

Met de invoering van de WWB is de rijksregeling op het terrein van de verschillende vormen van gesubsidieerde arbeid per 1 januari 2004 komen te vervallen. Sinds 2004 zijn gemeenten vrij om in plaats daarvan hun eigen variant van gesubsidieerde arbeid vorm te geven. In het Oldambtse is destijds er voor gekozen om de bestaande gesubsidieerde banen te behouden en tevens een nieuwe vorm van gesubsidieerde banen in te voeren. In 2008 is op basis van voortschrijdend inzicht en nieuwe (lokale) ontwikkelingen een aanzet gegeven voor een volledige afbouw van deze gesubsidieerde banen (behoudens een beperkt aantal op grond van leeftijd deelnemers). Op deze wijze kon budget vrij gespeeld worden om andere vormen van re-integratie in te zetten voor een bredere doelgroep. Deze andere vormen hebben o.a. inhoud gekregen bij de Beleidsregel over het inzetten van loonkostensubsidies.

Voor een deel van het huidige klantenbestand (maar mogelijk ook deels voor de nieuwe instroom) zal de inzet van ondersteunende maatregelen onvermijdelijk zijn om ze uiteindelijk te kunnen plaatsen bij een reguliere werkgever. De werkgever zal gecompenseerd moeten worden voor het (nog) niet aanwezig zijn van de vereiste productiecapaciteit bij de werknemer.

Voor een deel van de klanten is de verwachting dat zij zonder ondersteuning nimmer een plaats krijgen op de arbeidsmarkt. Dit is vooral het geval bij die klanten die (met een indicatie) op de WSW wachtlijst zijn geplaatst.

TOELICHTING: INHOUDELIJK

Doel van de loonkostensubsidies

Loonkostensubsidies zijn bedoeld om werkgevers te stimuleren om uitkeringsgerechtigden, (langdurig) werklozen en jongeren in dienst te nemen en hen gedurende de arbeidsovereenkomst te begeleiden en te scholen. Het gaat daarbij vaak om werknemers die nog geen volledige arbeidsprestatie kunnen verrichten en extra begeleiding en scholing nodig hebben. Dit vergt extra kosten voor de werkgever die de gemeente compenseert in de vorm van een loonkostensubsidie.

Doelgroep

De loonkostensubsidie is bedoeld voor mensen die zonder deze subsidie (nog) niet regulier aan het werk zouden komen. Per individu wordt bepaald of dit het geval is op basis van onder andere arbeidsverleden, opleiding, leeftijd, gezondheid en/of een door de gemeente uitgevoerde diagnose. In Beleidsregel 1 wordt de algemene regel voor de toepassing van de loonkostensubsidie weergegeven. De Beleidsregels 2,3 en 4 zijn een verbijzondering voor specifieke doelgroepen.

Hoogte en duur van de loonkostensubsidie

Gezien de huidige omstandigheden waarin werkgevers verkeren, is het reëel om een substantieel bedrag aan subsidie te verlenen. Bovendien worden de werkgevers gevraagd de nodige inspanningen op het gebied van begeleiding en scholing te verrichten. Met het bedrag van maximaal 50% van het minimum(jeugd)loon wordt aangesloten bij de hoogte die het UWV hanteert voor langdurig werklozen. Een maximum bedrag wordt gehanteerd omdat een loonkostensubsidie van 50% WML niet in alle gevallen noodzakelijk is. Dat betekent dat afhankelijk van de kwalificaties en productiviteit van de werknemer een lager bedrag aan subsidie kan worden toegekend. In bijzondere gevallen kan ook een hogere subsidie worden verleend, bijvoorbeeld wanneer er sprake is van een werknemer met een arbeidshandicap of wanneer met werkgevers een afspraak wordt gemaakt over het opdoen van werkervaring van groepen werkzoekenden.

Voor de specifieke doelgroepen bedraagt de subsidie het bedrag aan bruto loonkosten vermeerderd met de werkgeverslasten alsmede een vergoeding voor de administratiekosten.Achtergrond hierbij is dat in dergelijke situaties sprake is van een verloning constructie bij een gecontracteerde organisatie. Indien daarbij vervolgens sprake is van een detachering wordt de (eventueel) te ontvangen inleenvergoeding hierop in mindering gebracht.

Voorwaarden

In het algemeen wordt gesteld dat de subsidie primair verstrekt wordt wanneer de werkgever daadwerkelijk een arbeidsovereenkomst aangaat met iemand uit onze doelgroep. Dat moet bij toepassing van Beleidsregel 1 een arbeidsovereenkomst van minimaal 6 maanden zijn, omdat werknemers de kans (en de tijd) moeten krijgen om zich te ontwikkelen. Gezien de hoogte van de subsidie wordt dit ook als reëel geacht. De betaling vindt alleen plaats over de maanden waarin er daadwerkelijk sprake is geweest van een dienstverband. Wanneer de werkgever en werknemer om wat voor reden ook het dienstverband beëindigen, wordt het subsidiebedrag naar rato van het aantal gewerkte maanden in dat jaar aangepast. Van werkgevers wordt verwacht dat zij zich daadwerkelijk inspannen om mensen een stap verder te helpen, bijvoorbeeld door scholing en training. Tenslotte worden werkgevers gevraagd om de gemeente te informeren over alle feiten die van invloed kunnen zijn op de subsidie.

Voor de specifieke doelgroepen zijn daarbij maatwerk voorwaarden opgesteld.

Hoogte van de premie

Gestreefd wordt om werkzoekenden duurzaam aan het werk te krijgen. Werkgevers worden daarbij gestimuleerd na afloop van de periode van de loonkostensubsidie, op grond van Beleidsregel 1, de werknemer een contract voor onbepaalde tijd aan te bieden, waarbij ze in aanmerking komen voor een eenmalige premie van € 2500,-.

Europese regelgeving/Staatssteun

Deze loonkostensubsidieregeling is een generieke regeling waar in beginsel elke werkgever gebruik van kan maken. Dit leidt ertoe dat de regeling geen staatsteun oplevert en het interstatelijke handelsverkeer daarmee niet wordt verstoord of dat sommige bedrijven ten opzichte van elkaar worden bevoordeeld. De regeling past binnen de beleidsaanbeveling vanhet ministerie van SZW.