Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Geldermalsen

BELEIDSREGEL RESTHOUT MET BELEID VERBRANDEN

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieGeldermalsen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBELEIDSREGEL RESTHOUT MET BELEID VERBRANDEN
CiteertitelBeleidsregel Resthout met beleid verbranden
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpmilieu
Eigen onderwerpStoken, stookbeleid, verbranden, snoeihout, gerooid, boomziekte, stamhout, resthout

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

De beleidsregel maakt deel uit van notitie Resthout beheerst verbranden, versie 3; beleid van de gemeenten in regio Rivierenland voor het verbranden van resthout in de open lucht

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Wet milieubeheer, art. 10.2, lid 1
  2. Algemene Plaatselijke Verordening, art. 5.5.1

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-09-200701-01-2021Nieuwe regeling

31-07-2007

Nieuwsblad Geldermalsen, 9-8-2007

Collegebesluit, 31-07-2007, 102

Tekst van de regeling

Intitulé

BELEIDSREGEL RESTHOUT MET BELEID VERBRANDEN

 

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Geldermalsen,

gelet op artikel 10.2 lid 1 van de Wet milieubeheer en artikel 5.5.1. van de Algemeen Plaatselijke Verordening

besluit

vast te stellen de Beleidsregel Resthout met beleid verbranden

 

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze beleidsregel wordt verstaan onder:

College : burgemeester en wethouders

Snoeihout :alle takken en bladeren die van bomen en struiken worden gehaald in het kader van duurzaam onderhoud;

Gerooid hout : gerooide bomen, inclusief de stammen, stobben, stronken, takken en bladeren;

Stookontheffing : een ontheffing op grond de Wet milieubeheer samen met een ontheffing op grond van de Apv zoals hierboven vernoemd.

Artikel 2. Gerooid hout

  • 1.

    Het college kan ontheffing verlenen voor het verbranden van gerooid hout met uitzondering van stamhout met een doorsnede van meer dan 25cm.

  • 2.

    Aan een ontheffing voor het verbranden van gerooid hout zijn voorschriften verbonden.

Artikel 3. Onderhoud van karakteristieke landschapselementen en erfbeplanting

  • 1.

    Het college kan ontheffing verlenen voor het verbranden van maximaal 30 m3 snoeihout dat ontstaat bij het onderhoud van karakteristieke landschapselementenen erfbeplanting.

  • 2.

    en ontheffing als bedoeld in artikel 3, lid 1 wordt alleen verleend indien er geen hoogwaardigere verwerkingsmogelijkheid is, zoals opstapelen van houtwallen, versnipperen of verklepelen.

  • 3.

    Aan een ontheffing voor het verbranden van snoeihout zijn voorschriften verbonden.

Artikel 4. Boomziekten

  • 1.

    Het college kan ontheffing verlenen voor het verbranden van ziek hout.

  • 2.

    Een ontheffing wordt alleen verleend indien er sprake is van een besmettelijke boomziekte.

  • 3.

    Aan een ontheffing voor het verbranden van ziek hout zijn voorschriften verbonden.

Artikel 5. Andere gevallen

Het college verleent in principe geen ontheffing in andere gevallen dan bedoeld in artikel 2, artikel 3 en artikel 4 van deze beleidsregel.

Artikel 6. Ontheffing

  • 1.

    Een aanvraag voor een ontheffing voor het verbranden van gerooid hout of snoeihout dat ontstaat bij het onderhoud van karakteristieke landschapselementen en erfbeplanting dient uiterlijk 8 weken voor de beoogde stookdatum schriftelijk bij het college te worden ingediend.

  • 2.

    Een aanvraag voor een ontheffing voor het verbranden van ziek hout moet minimaal 4 uur voor het aansteken van het vuur telefonisch bij de gemeente gemeld worden. Bij twijfel dient de betrokkene een verklaring van de Plantenziektekundige Dienst (Wageningen) in te dienen, waarmee wordt aangetoond dat het om een besmettelijke boomziekte gaat.

  • 3.

    Een ontheffing wordt, met uitzondering bij ziek hout, altijd schriftelijk verleend.

  • 4.

    Een ontheffing is voor maximaal twee aaneengesloten dagen geldig.

  • 5.

    Een ontheffing is geldig voor één perceel of aaneengesloten percelen.

  • 6.

    Uiterlijk 24 uur voor aanvang van het stoken dient degene aan wie de ontheffing is verleend dit aan de gemeente te melden.

  • 7.

    Indien het door weersomstandigheden of andere redenen niet mogelijk is om op de aangegeven datum te stoken, blijft de ontheffing gedurende het stookseizoen van kracht. Van uitstel dient de gemeente in kennis te worden gesteld.

  • 8.

    Voor het stoken van een vuur binnen de bebouwde kom of in een bodembeschermingsgebied wordt geen ontheffing verleend.

Artikel 7. Inwerkingtreding

Deze beleidsregel treedt in werking op 1 september 2007.

Aldus besloten op 31 juli 2007 nummer 102

de secretaris de voorzitter