Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Geldermalsen

Beleidsregels en uitvoeringsvoorschriften terugvordering Wet werk en bijstand gemeente Geldermalsen

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieGeldermalsen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregels en uitvoeringsvoorschriften terugvordering Wet werk en bijstand gemeente Geldermalsen
CiteertitelBeleidsregels en uitvoeringsvoorschriften terugvordering Wet werk en bijstand gemeente Geldermalsen
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerpWwb, terugvordering, terugvorderen, bijstand, uitkering, geld, kwijtschelding, teruggeven, terugbetalen
Externe bijlageBijlage 1

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Bijlage is Debiteurenplan 2004

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Algemene bijstandswet, art. 69, lid 3
  2. Algemene bijstandswet, art. 78
  3. Algemene bijstandswet, art. 79
  4. Algemene bijstandswet, art. 80
  5. Algemene bijstandswet, art. 81
  6. Algemene bijstandswet, art. 82
  7. Algemene bijstandswet, art. 83
  8. Algemene bijstandswet, art. 84
  9. Algemene bijstandswet, art. 85
  10. Algemene bijstandswet, art. 86
  11. Algemene bijstandswet, art. 87
  12. Algemene bijstandswet, art. 88
  13. Algemene bijstandswet, art. 89
  14. Algemene bijstandswet, art. 90
  15. Wet werk en bijstand, art. 54, lid 3
  16. Wet werk en bijstand, art. 58
  17. Wet werk en bijstand, art. 59
  18. Wet werk en bijstand, art.

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

18-02-200501-01-200401-01-2015Nieuwe regeling

25-01-2005

Nieuwsblad Geldermalsen, 17-2-2005

collegebesluit, 25-1-2005, nr. 4

Tekst van de regeling

Intitulé

BELEIDSREGELS EN UITVOERINGSVOORSCHRIFTEN TERUGVORDERING WET WERK EN BIJSTAND

 

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Geldermalsen,

gelezen het voorstel van 3 december 2004, 2004-9711

gelet op artikel 69 lid 3 en de artikelen 78 tot en met 90 Algemene bijstandwet en artikel 54 lid 3 en de artikelen 58 tot en met 60 Wet werk en bijstand’

besluit

vast te stellen de Beleidsregels en uitvoeringsvoorschriften terugvordering wet werk en bijstand gemeente Geldermalsen.

Hoofdstuk 1. ALGEMEEN

Regel 1. Gebruikmaking van de wettelijke bevoegdheid

Burgemeester en wethouders maken gebruik van de bevoegdheid tot:

  • a.

    het herzien of intrekken van het toekenningsbesluit ingevolge artikel 69 lid 3 van de Algemene bijstandswet (Abw) of artikel 54 lid 3 van de Wet werk en bijstand (WWB);

  • b.

    het terugvorderen van ten onrechte verleende bijstand zoals neergelegd in de artikelen 78 tot en met 90 van de Abw en de artikelen 58 tot en met 60 van de WWB.

Hoofdstuk 2. HERZIENING EN INTREKKING

Regel 2. Herziening of intrekking van het toekenningsbesluit

Een besluit tot toekenning van bijstand wordt herzien of ingetrokken indien:

  • a.

    het niet of niet behoorlijk nakomen van de verplichting als bedoeld in artikel 17 lid 1 WWB, of de artikelen 28 lid 2 en 29 lid 1 van de Wet Suwi, heeft geleid tot het ten onrechte of tot een te hoog bedrag verlenen van bijstand;

  • b.

    anderszins de bijstand ten onrechte of tot een te hoog bedrag is verleend.

Van het nemen van een herzienings- of intrekkingsbesluit kan op grond van dringende redenen worden afgezien.

Hoofdstuk 3. TERUGVORDERING

Regel 3. Terugvordering

Bijstand wordt teruggevorderd in de gevallen zoals vermeld in deze beleidsregels.

Regel 4. Ten onrechte verleende bijstand

Burgemeester en wethouders vorderen bijstand terug van de belanghebbende voorzover deze bijstand:

  • a.

    ten onrechte of tot een te hoog bedrag is verleend;

  • b.

    in de vorm van een geldlening is verleend en de uit de geldlening voortvloeiende verplichtingen niet of niet behoorlijk worden nagekomen;

  • c.

    voortvloeit uit gestelde borgtocht;

  • d.

    ingevolge artikel 52 WWB bij wijze van voorschot is verleend en nadien is vastgesteld dat geen recht op bijstand bestaat;

  • e.

    anderszins onverschuldigd is betaald voorzover de belanghebbende dit redelijkerwijs kon begrijpen, of

  • f.

    anderszins onverschuldigd is betaald, waaronder begrepen dat:

    • 1.

      de belanghebbende naderhand met betrekking tot de periode waarover bijstand is verleend, over in aanmerking te nemen middelen als bedoeld in artikel 31 WWB beschikt of kan beschikken;

    • 2.

      bijstand is verleend met een bepaalde bestemming en naderhand door de belanghebbende vergoedingen of tegemoetkomingen worden ontvangen met het oog op die bestemming.

  • g.

    terugvordering als bedoeld onder e vindt niet plaats, indien de betreffende kosten zijn gemaakt meer dan twee jaar vóór de datum van verzending van het besluit tot terugvordering.

Regel 5. Terugvordering van gezinsleden
  • a.

    Onverminderd het bepaalde onder beleidsregel 4 worden kosten van bijstand, indien de bijstand aan een gezin wordt verleend, van alle gezinsleden teruggevorderd.

  • b.

    Indien de bijstand als gezinsbijstand aan gehuwden had moeten worden verleend, maar zulks achterwege is gebleven omdat belanghebbende de verplichting bedoeld in artikel 17 WWB, of de artikelen 28 lid 2 en 29 lid 1 van de Wet Suwi, niet of niet behoorlijk is nagekomen, kunnen de kosten van bijstand mede worden teruggevorderd van de persoon met wiens middelen als bedoeld in artikel 31 WWB bij de verlening van bijstand rekening had moeten worden gehouden.

  • c.

    de onder a. en b. genoemde personen zijn hoofdelijk aansprakelijk voor de terugbetaling van de kosten van bijstand die worden teruggevorderd.

Regel 6. Afzien van het nemen van een terugvorderingbesluit

Burgemeester en wethouders zien af van het nemen van een terugvorderingsbesluit indien het terug te vorderen bedrag lager is dan €200,-;

Regel 7. Dringende reden

Indien daarvoor dringende redenen aanwezig zijn kunnen burgemeester en wethouders besluiten geheel of gedeeltelijk van terugvordering af te zien.

Hoofdstuk 4. KWIJTSCHELDING

Regel 8. Kwijtschelding wegens schuldenproblematiek

In afwijking van beleidsregel 4 en 5 kunnen burgemeester en wethouders besluiten tot gehele of gedeeltelijke kwijtschelding van de terug te vorderen bijstand indien:

  • a.

    redelijkerwijs te voorzien is dat de belanghebbende niet zal kunnen voortgaan met het betalen van zijn schulden, en

  • b.

    redelijkerwijs te voorzien is dat een schuldregeling met betrekking tot alle vorderingen, behoudens de in regel 9 onder b. bedoelde vorderingen, van de overige schuldeisers zonder een zodanig besluit niet tot stand zal komen, en

  • c.

    de vordering van de gemeente wegens teruggevorderde bijstand ten minste zal worden voldaan naar evenredigheid met de vorderingen van de schuldeisers van gelijke rang.

Regel 9. Afzien van kwijtschelding wegens schuldenproblematiek

Van kwijtschelding als bedoeld in beleidsregel 8 wordt in principe afgezien indien:

  • a.

    de terugvordering van bijstand het gevolg is van verwijtbaar gedrag van de belanghebbende;

  • b.

    de vordering wordt gedekt door pand of hypotheek op een goed of goederen, behoudens voor zover de vordering niet op die goederen verhaald kan worden.

Regel 10. Inwerkingtreding van het besluit tot afzien van terugvordering wegensschuldenproblematiek

Het besluit tot geheel afzien van terugvordering of tot het gedeeltelijk afzien van verdere terugvordering als bedoeld in beleidsregel 8 treedt niet in werking voordat een schuldregeling tot stand is gekomen.

Regel 11. Intrekking kwijtscheldingsbesluit schuldenproblematiek

Het besluit tot het gedeeltelijk afzien van terugvordering of tot het gedeeltelijk afzien van verdere terugvordering als bedoeld in beleidsregel 8 wordt ingetrokken of ten nadele van de belanghebbende gewijzigd indien:

  • a.

    niet binnen twaalf maanden nadat dat besluit is bekendgemaakt, een schuldregeling is tot stand gekomen;

  • b.

    de belanghebbende zijn schuld aan de gemeente niet overeenkomstig de schuldregeling voldoet; of

  • c.

    onjuiste of onvolledige gegevens zijn verstrekt en de verstrekking van juiste of volledige gegevens tot een ander besluit zou hebben geleid.

Regel 12. Kwijtschelding na het voldoen aan de betalingsverplichting

In afwijking van beleidsregel 4 kunnen burgemeester en wethouders besluiten van terugvordering of van verdere terugvordering af te zien, indien de belanghebbende:

  • a.

    gedurende vijf jaar volledig aan zijn betalingsverplichtingen heeft voldaan;

  • b.

    gedurende vijf jaar niet volledig aan zijn betalingsverplichtingen heeft voldaan, maar het achterstallige bedrag over die periode alsnog heeft betaald;

  • c.

    gedurende vijf jaar geen betalingen heeft verricht en niet aannemelijk is dat hij deze op enig moment zal gaan verrichten; of

  • d.

    een bedrag, overeenkomend met ten minste 75% van de restsom in één keer aflost.

Regel 13 . Verkorting van de periode van voldoen aan betalingsverplichting

De in beleidsregel 12 genoemde termijn is drie jaar indien:

  • a.

    het gemiddeld inkomen van de belanghebbende in die periode de beslagvrije voet bedoeld in de artikelen 475c en 475d van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering niet te boven is gegaan; en

  • b.

    de terugvordering niet het gevolg is van het niet of niet behoorlijk nakomen van de verplichting, bedoeld in artikel 17, eerste lid WWB.

Regel 14. Geen kwijtschelding na voldoen aan betalingsverplichting

Kwijtschelding als bedoeld in beleidsregel 12 vindt in principe niet plaats indien:

  • a.

    de terugvordering van bijstand het gevolg is van verwijtbaar gedrag van de belanghebbende;

  • b.

    de vordering wordt gedekt door pand of hypotheek op een goed of goederen, behoudens voor zover de vordering niet op die goederen verhaald kan worden.

Hoofdstuk 5. INVORDERING VAN TERUGGEVORDERDE BIJSTAND

Regel 15. Invorderingsbesluit

In het terugvorderingsbesluit delen burgemeester en wethouders aan de belanghebbende mede:

  • a.

    tot welk bedrag en over welke periode de ten onrechte ontvangen bijstand wordt teruggevorderd;

  • b.

    de termijn of termijnen waarbinnen de belanghebbende de ten onrechte ontvangen bijstand dient terug te betalen;

  • c.

    op welke wijze het besluit, bij gebrekkige betaling, ten uitvoer zal worden gelegd.

Regel 16. Verplichtingen met betrekking tot de invordering
  • a.

    Het aflossingsbedrag zoals medegedeeld in het terug- of invorderingsbesluit geldt als een opgelegde betalingsverplichting;

  • b.

    Burgemeester en wethouders verrichten conform het heronderzoeksplan onderzoek naar de hoogte van het inkomen. Indien het inkomen daartoe aanleiding geeft wordt als gevolg van dit onderzoek de betalingsverplichting gewijzigd vastgesteld.

Regel 17. Verrekening en beslaglegging

Indien de belanghebbende niet bereid is tot het treffen van een minnelijke betalingsregeling, of een eerder opgelegde betalingsverplichting niet meer nakomt, dan wordt het terugvorderingsbesluit tenuitvoergelegd door middel van:

  • 1.

    verrekening met de maandelijks verleende bijstand ingevolge de Wet werk en bijstand, op grond van artikel 6:127 van het Burgerlijk Wetboek, of bij het ontbreken van deze mogelijkheid;

  • 2.

    een executoriaal beslag overeenkomstig de artikelen 479b tot en met 479g, behoudens artikel 479e lid 2 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering.

Hoofdstuk 6. OVERIGE BEPALINGEN

Regel 18. Rente en kosten

Indien moet worden overgegaan tot verrekening of beslaglegging als bedoeld in beleidsregel 17 dan wordt de vordering niet verhoogd met rente en kosten.

Indien de gemeente de vordering overdraagt aan een derde (deurwaarder) dan komen de kosten van de deurwaarder echter voor rekening van de schuldenaar.

Regel 19. Brutering

Bij gebreke van tijdige betaling wordt de vordering verhoogd met de wettelijke rente en de op de terugvordering betrekking hebbende kosten. Loonbelasting en de premies volksverzekeringen waarvoor de gemeente die de bijstand verstrekt krachtens de Wet op de loonbelasting 1964 inhoudingsplichtige is, alsmede de ziekenfondspremie kunnen worden teruggevorderd, voorzover deze belasting en premies niet verrekend kunnen worden met de belastingdienst en het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen. Uitzondering op deze regel dient gemaakt te worden bij nalatigheid van deze gemeente.

Regel 20. Nadere invulling van beleid

Burgemeester en wethouders werken deze beleidsregels nader uit in een debiteurenplan.

Regel 21.Inwerkingtreding en werkingsduur

Deze beleidsregels treden in werking vanaf 1 januari 2004.

Aldus vastgesteld op 25 januari 2005, nummer 4

de secretaris, de burgemeester,