Organisatie | Westland |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | VERORDENING AFVALWATERVERWERKING 2011 |
Citeertitel | Verordening afvalwaterverwerking 2011 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | milieu |
Eigen onderwerp |
De regeling is vervangen door de Verordening afvalwaterverwerking 2014.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
05-11-2014 | 05-11-2014 | intrekking | 16-09-2014 Elektronisch Gemeenteblad, 04-11-2014 | Onbekend. | |
01-04-2011 | 05-11-2014 | nieuwe regeling | 15-03-2011 Gemeenteblad Westland, 31-03-2011 | 2011, 12 |
Afdeling I. Begripsomschrijvingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
1. locatie waarop het particulier riool wordt aangesloten op het openbaar riool, vastgesteld:
a. bij gemengde en gescheiden rioolstelsels: het punt gelegen in het openbaar gebied waar de perceelaansluitleiding op de openbare riolering wordt aangesloten (met behulp van een opzetstuk) (zie voor grafische weergave bijlage 2);
b. bij een drukriool/vacuümriool: het punt waar het particulier riool wordt aangesloten op de pompput/ vacuümput (zie voor grafische weergave bijlage 2);
c. bij overige voorzieningen voor het doelmatig verzamelen en verwerken van afvalwater in eigendom van de gemeente, zoals systemen voor de individuele behandeling van afvalwater (IBA): het punt waar het particulier riool wordt aangesloten op deze voorziening;
2. locatie waarop het particulier riool wordt aangesloten op het CAD-systeem(zie voor grafische weergave bijlage 2);
Gescheiden stelsel: het openbaar riool met een buizenstelsel voor de afvoer van hemelwater en drainagewater (HWA) en een buizenstelsel voor de afvoer van het overige (huishoudelijk en industrieel) afvalwater (DWA), niet gekoppelde buizenstelsels. Eventueel aangevuld met een afkoppelstelsel (SHWA). Het HWA-stelsel loost via een zuiveringsvoorziening op het oppervlaktewater. Het DWA-stelsel loost op een gemaal. Daarnaast kan er nog een schoonhemelwaterstelsel zijn (SHWA), dat direct op oppervlaktewater loost;
Openbaar riool: het gedeelte van de riolering dat, bij de gemeente in eigendom en beheer is, voor inzameling en transport van afvalwater, met inbegrip van de daartoe behorende rioolgemalen, pers- en vacuümleidingen en werken en installaties van overeenkomstige aard, met uitzondering van de perceelaansluitleidingen; Onder de gemeentelijke riolering vallen tevens de voor de openbare dienst bestemde overige voorzieningen in eigendom van de gemeente voor het doelmatig inzamelen en verwerken van afvalwater, zoals systemen voor de individuele behandeling van afvalwater;
Verbeterd gescheiden stelsel: het openbaar riool met een buizenstelsel voor de afvoer van hemelwater (HWA) en een buizenstelsel voor de afvoer van het overige afvalwater (DWA). Er is een verbinding tussen deze stelsels gemaakt, waardoor de ‘first flush’ van het HWA wel in het DWA-stelsel terecht komt. (pompovercapaciteit 0,3 mm/uur);
VIS-stelsel: verbeterd gemengd stelsel met vuilinsluitende (VIS) riolen. Een gedeelte van de berging is zodanig ingericht dat hierin bij het begin van regenval de eventuele ‘first flush’ kan worden geborgen op zodanige wijze dat deze afgescheiden blijft van het instromend (hemel) water dat in een later stadium mogelijk tot overstorting kan komen. Doordat de VIS-berging de diepst gelegen berging is, wordt na iedere regenbui en een voldoende lange droogweerperiode (berging weer beschikbaar), een extra stroming richting VIS-berging opgewekt;
Het college verleent een aansluitvergunning alleen voor het tot stand brengen en in stand houden van een aansluiting tussen het openbaar riool en het aansluitpunt:
voor de afvoer van afvalwater vanuit glastuinbouwbedrijven, indien er is voorzien in een buffertank met een inhoud voldoende om het proceswater van vier etmalen te bergen en een systeem voor gestuurd lozen zoals voorgeschreven door de gemeente. Verder zijn specifieke voorwaarden per type afvalwater opgenomen in bijlage 1;
De aanvraag van een aansluitvergunning wordt schriftelijk, met behulp van een daartoe bestemd formulier, bij het college ingediend door de rechthebbende van het aan te sluiten perceel. Gelijktijdig dient de rechthebbende een verzoek in tot aanleg van de perceelaansluitleiding als bedoeld in artikel 7.1.
Bij de aanvraag van een aansluitvergunning dienen de volgende gegevens door de rechthebbende te worden verstrekt:
voor zover het lozing van bedrijfsafvalwater betreft: de aard en de hoeveelheid van de af te voeren vloeistoffen in m3 per uur, waarbij dient te worden aangegeven of niet verontreinigd water, zoals regen of koelwater, en/of verontreinigd water, zoals huishoudelijk of industrieel afvalwater, zal worden afgevoerd;
De aanvraag van een aansluitvergunning wordt slechts in behandeling genomen nadat bij de aanvraag alle in het tweede lid vermelde gegevens zijn verstrekt. Bij het ontbreken van gegevens wordt de rechthebbende daarover geïnformeerd en in de gelegenheid gesteld deze gegevens binnen vier weken na kennisgeving daarvan alsnog aan te vullen.
Artikel 5 Verlening van de aansluitvergunning
In afwijking van het eerste lid houdt het college de beslissing omtrent een aanvraag van een aansluitvergunning aan indien er geen reden is de vergunning te weigeren, terwijl voor het aan te sluiten perceel nog een aanvraag moet worden gedaan voor een bouwvergunning krachtens artikel 40 Woningwet of deze in behandeling is.
1.Bedrijfsafvalwater wordt slechts in een openbaar riool gebracht, indien door de samenstelling, eigenschappen of hoeveelheid ervan:
De maximale hoeveelheid bedrijfsafvalwater die in het openbaar riool gebracht mag worden, bedraagt 0,5 m3/uur/ha.
Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen met betrekking tot de samenstelling, eigenschappen of hoeveelheid van afvalwater dat in een openbaar riool wordt gebracht met het oog op de doelmatige werking, bedoelt in het eerste lid, onder a, de verwerking, bedoeld in het eerste lid, onder b en de kwaliteit van het oppervlaktewater, bedoelt in het eerste lid, onder c.
Het college kan van de bepalingen in afdeling II afwijken voor zover toepassing ervan zal leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard. Hierbij wordt gelet op het belang dat deze regeling beoogt te beschermen.
Artikel 8 Verzoek tot aanleg of wijziging aansluitpunt
Zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen 4 weken na de ontvangst van het verzoek, stelt het college zoveel mogelijk in overleg met rechthebbende een termijn vast voor uitvoering van de aansluiting. Bij vaststelling van het tijdstip van uitvoering wordt zoveel mogelijk rekening gehouden met het door de rechthebbende gewenste tijdstip.
Artikel 10 Uitvoering aanleg of wijziging van de perceelaansluitleiding
De uitvoering van de aanleg of wijziging van de perceelaansluitleiding, inclusief de aansluiting van de perceelaansluitleiding op het openbaar riool of het CAD-systeem, vindt niet plaats anders dan onder toezicht van de gemeente. De werkzaamheden dienen te worden uitgevoerd door een door de gemeente gemachtigde uitvoerder.
Artikel 11 Onderhoud, renovatie en vervanging
Het onderhoud, de renovatie dan wel de vervanging van de perceelaansluitleiding wordt uitgevoerd door en voor rekening van de rechthebbende (particuliere eigenaar). De aansluiting van de perceelaansluitleiding op het openbaar riool of het CAD-systeem, vindt niet plaats anders dan onder toezicht van de gemeente.
Bij een verstopping of een andere storing bij het aansluitpunt meldt de rechthebbende de storing bij de gemeente. Graven mag uitsluitend indien de rechthebbende de gemeente de calamiteit en voornemen om te graven heeft gemeld. De gemeente laat hierop een schouw uitvoeren. De graafwerkzaamheden worden uitgevoerd onder toezicht van de gemeentelijke toezichthouder. Rechthebbende schakelt een gekwalificeerde aannemer in, welke de verstopping of andere storing verhelpt.
Indien na de in lid 1 bedoelde schouw blijkt dat sprake is van een verstopping of storing in de perceelaansluitleiding of het particulier riool, dient de rechthebbende of gebruiker deze verstopping of storing zelf te verhelpen. De door of namens de gemeente gemaakte kosten worden in rekening gebracht op basis van de werkelijk gemaakte kosten.
Indien bij of na het verrichten van de in lid 3 bedoelde werkzaamheden door de rechthebbende, blijkt dat de kosten van deze werkzaamheden op grond van de aard van de schade (bijvoorbeeld verzakking door verkeersbelasting of wortelingroei van een gemeentelijke boom) voor rekening van de gemeente dienen te komen, dan worden de door de rechthebbende gemaakte kosten voor het verhelpen van de verstopping of andere storing aan de gemeente in rekening gebracht.
Afdeling IV Verwijdering aansluiting, sloop
Bij sloopwerkzaamheden van of andere werkzaamheden aan een op het openbaar riool of het CAD-systeem aangesloten perceel, moeten door de rechthebbende zodanige voorzieningen aan het particulier riool en de perceelaansluitleiding worden getroffen, bij voorkeur door “afdoppen”, dat verzanding van het openbare riool of het CAD-systeem wordt voorkomen. De perceelaansluitleiding dient tot aan de erfgrens verwijderd te worden.
Afdeling V Overgangs- en slotbepalingen
Artikel 15 Toezicht op naleving
Met het toezicht op de naleving van deze verordening, alsmede met de opsporing van de in deze verordening strafbaar gestelde feiten zijn –behalve van de in artikel 141 van het Wetboek van Strafvordering genoemde ambtenaren- ook belast
Aldus besloten door de raad in zijn openbare
vergadering van 15 maart 2011,
de griffier, de voorzitter,
N. Broekema F.C. Rijneveen
Bijlage 1: Voorschriften glastuinbouwbedrijven op de drukriolering / vacuümriolering
De first-flush-voorziening moet minimaal 5 m3/ha glas groot zijn, bij bedrijven waar dagelijks gegoten wordt. De first flush-voorziening moet minimaal 30 m3/ha glas groot zijn, bij bedrijven waar niet dagelijks gegoten wordt
Het opgevangen water moet direct worden hergebruikt.
Hemelwater op laad- en losplaatsen en laadkuilen (dock shelters): Er dient worden voorzien in een first-flush-voorziening, aangezien het hier verontreinigde oppervlakken betreft. Voor de first-flush-voorziening geldt: Het eerste water dat van het oppervlak afstroomt (2 mm), moet worden opgevangen, dit komt overeen met de opvang van 2 liter/m2.
De first-flush-voorziening mag worden gecombineerd met de vuilwaterbuffer. Het overige hemelwater mag direct afstromen naar het oppervlaktewater.
Classificatie afvalwater en behandeling
Cluster 1 afvalwater: Huishoudelijk afvalwater.
Cluster 2 afvalwater: spoelwater van filters van een waterdoseringsinstallatie;
terugspoelwater van een ontijzeringsinstallatie;
spoelwater van ionenwisselaars;
afvalwater dat bloemvoorbehandelingsmiddelen uitsluitend op basis van actief chloor bevat;
uitlek- en percolatiewater van substraatafval.
Cluster 3 afvalwater: door bedrijfsactiviteiten verontreinigd drainagewater;
afvalwater afkomstig van het spuiten of schrobben van vloeren, niet zijnde de vloeren van ruimten waar bestrijdingsmiddelen worden aangemaakt;
afvalwater afkomstig van het wassen van in de kas geteelde groenteprodukten;
reinigingswater van leidingen, druppelaars en slangen die onderdeel uitmaken van het systeem waarmee voedingswater aan het gewas wordt toegediend;
condenswater van stoomleidingen en condensorwater van verwarmingsketels;
afvalwater afkomstig van het reinigen van de buitenkant van de kas, mits uitsluitend schermmiddelen en reinigingsmiddelen zijn toegepast die niet schadelijk zijn voor de goede werking van de zuiveringstechnische werken;
condenswater van warmtekrachtinstallaties;
afvalwater afkomstig van het bij opkweekbedrijven doorspoelen van substraatblokken die bestemd zijn voor de opkweek van uitgangsmateriaal;
ander afvalwater dan bedoeld bij bovengenoemde, mits degene die voornemens is te lozen, voordat met het lozen wordt aangevangen, ten genoegen van het Wm-bevoegd gezag aantoont dat het afvalwater geen restanten van bestrijdingsmiddelen of andere verontreinigende stoffen die nadelige gevolgen kunnen hebben voor de kwaliteit van een oppervlaktewaterlichaam en voor de doelmatige werking van de zuiveringstechnische werken, bevat.
De pompinstallatie in de buffer moet worden aangesloten op het telemetriesysteem van de gemeente, waarbij de gemeente de lozingen vanuit een buffer kan besturen. In tijden dat de afvoer van het huishoudelijk afvalwater in gevaar komt, kunnen de lozingen vanuit vuilwaterbuffers worden stopgezet. Afvoer van huishoudelijk afvalwater heeft dus voorrang boven de afvoer van bedrijfsafvalwater. Deze afvoer kan als het gemeentelijk telemetriesysteem in bedrijf is. In andere gevallen moet de tuinder dit water, via een vuilwaterbuffer, op het oppervlaktewater lozen.
Afvalwater uit Cluster 2 mag direct op de pompput worden geloosd. Indien een tuinder meer dan 0,50 m3/uur/ha. (hoeveelheid is exclusief DWA stroom) zal lozen, dient hij over een buffervoorziening te beschikken om het afvalwater gespreid te lozen. De totale afvalwaterstroom is maximaal 0,50 m3/uur/ha. vanuit de buffer + DWA stroom.
Aansluiten op de drukriolering
Bepaling voorziening aan de hand van aan te sluiten afvalwaterlozingen
Voorzieningen bestaan uit een pompput met leidingwerk en een telemetrie-unit om de pompput te kunnen prioriteren binnen een combinatie van meerdere pompen.
De voorzieningen onder 1 kunnen hier worden uitgebreid met een kleine buffer (grootte staat in verhouding met vrijkomend cluster 2 afvalwater). De buffer dient een voorziening (telemetrie-unit met pomp) te hebben om gespreid te kunnen lozen.
Voorzieningen onder 1 uitbreiden met een buffer van maximaal 50 m3/ha en een voorziening (telemetrie-unit met pomp) hebben om gespreid te kunnen lozen.
Slechts drainagewater dat door bedrijfsactiviteiten is verontreinigd mag op het riool worden aangesloten. Op grond van het Besluit glastuinbouw wordt bepaald of hergebruik technisch haalbaar en doelmatig is. Indien hergebruik mogelijk is, mag er niet op het riool geloosd worden. Hierbij dient het Besluit glastuinbouw en specifiek bijlage 3 te worden aangehouden
Specificaties van telemetrie-voorzieningen worden door de gemeente voorgeschreven.
Verder dient de eigenaar zorg te dragen voor een goede staat van onderhoud en de goede werking van de telemetrie-unit met pomp.
Bijlage 2: Grafische weergave begrenzingen
Bijlage 3: Voorbeeld afvalwaterverwerkingsovereenkomst
Indien proceswater, drainagewater en spoelwater afgevoerd wordt op de gemeentelijke riolering dient de rechthebbende een voorziening op te nemen waarmee de gemeente in staat wordt gesteld “Real Time Control” afvoer te realiseren en waar mogelijk de afvoer de reguleren tot een maximale capaciteit van 0.5 m3/uur/ha
verklaren het volgende te zijn overeengekomen:
1 De rechthebbende verleent aan de gemeente, gelijk de gemeente van de rechthebbende aanvaardt het recht tot het aanleggen, gebruiken, instandhouden en eventueel wijzigen, vervangen en verwijderen van werken ten behoeve van een rioleringsstelsel of andere afvalwaterverwerkingsinstallatie in en/of op het/de hiervoor sub a genoemde perceel/percelen.
2 Het werk is de partijen genoegzaam bekend, zodat zij daarvan geen nadere omschrijving behoeven.
3 Het recht houdt mede in, dat de gemeente bevoegd is om het werk te (laten) inspecteren, onderhouden, geheel of gedeeltelijk te herstellen en te vervangen.
4 Onder toebehoren wordt in deze overeenkomst verstaan een of meer door de gemeente onontbeerlijk of gewenst te achten bij de rioolleiding of afvalwaterverwerkingsvoorziening behorende zaken, zoals een bufferput met installatie.
5 Onder tracé wordt in deze overeenkomst verstaan de op de tekening bedoeld in artikel 4 aangebrachte lijn overeenkomstig welke het werk in en/of op de grond is/zal worden uitgevoerd.
De gemeente zal op de voor de rechthebbende minst bezwarende wijze voor onbepaalde tijd van het in artikel l bedoelde recht gebruik maken.
De rechthebbende zal de gemeente en/of door haar aangewezen derden het gebruik toestaan van een strook grond, vereist voor de uitvoering van de in artikel l genoemde werkzaamheden, ter breedte van één meter aan weerszijden van de aan te brengen/aangebrachte werken, gemeten uit het hart van die werken.
1 Het tracé van de leiding, als bedoeld in artikel l, is vastgelegd op de aan deze overeenkomst gehechte tekening.
2 Geringe afwijkingen van het tracé, ingeval die in het belang van het werk door de gemeente nodig worden geacht, worden door de rechthebbende goed gevonden.
3 Ingeval de grond door een derde wordt gebruikt zal de rechthebbende de gebruiker en ook eventuele opvolgende gebruiker(s) of rechthebbende(n) inlichten omtrent deze overeenkomst en de ligging van het werk.
1 Ingeval van gehele of gedeeltelijke vervreemding, bewaring of ingebruikneming na ondertekening van deze overeenkomst zal de rechthebbende:
2 De nieuwe gerechtigde, respectievelijk gebruiker, in kennis stellen van het aan de gemeente verleende recht en deze de verplichting opleggen zich daaraan te houden;
3 De gemeente schriftelijk zo spoedig mogelijk van die vervreemding, bewaring of ingebruikneming in kennis stellen.
4 In geval de rechthebbende in algehele gemeenschap van goederen is gehuwd en die gemeenschap na ondertekening van deze overeenkomst door overlijden van de rechthebbende of diens echtgenote dan wel door echtscheiding wordt ontbonden zal de rechthebbende (dan wel bij overlijden van de rechthebbende diens echtgenote) de gemeente schriftelijk zo spoedig mogelijk hiervan in kennis stellen.
Bij beëindiging van het overeengekomen recht zal de rechthebbende, indien overeenkomstig het in artikel 15 bepaalde het werk door de gemeente ter plaatse gelaten wordt, met verplicht zijn de waarde van het werk aan de gemeente te vergoeden.
De rechthebbende is niet bevoegd het recht te doen ophouden.
De rechthebbende vrijwaart de gemeente tegen aanspraken van of moeilijkheden met derden, welke afbreuk kunnen doen aan de rechten van de gemeente, zomede tegen schade aan het werk als gevolg vandoor of ten behoeve van de rechthebbende uitgevoerde werkzaamheden.
De gemeente kan vanaf de dagtekening van deze met de rechthebbende gesloten overeenkomst van haar rechten gebruikmaken.
De rechthebbende verleent het recht als bedoeld in artikel l "om niet" aan de gemeente en ziet
onherroepelijk af van enige vergoeding of schadeclaim in verband hiermede, onder welke benaming dan ook, anders dan die genoemd in deze overeenkomst.
1 De rechthebbende zal zich onthouden van elke handeling, waardoor het met behulp van het werk te verrichten transport of verwerking van rioolwater kan worden belet of belemmerd, dan wel waardoor gevaar kan ontstaan voor personen, dieren of goederen.
2 In het bijzonder zal de rechthebbende nergens ter plaatse van de rioolleiding of afvalwaterverwerkingsvoorziening en de strook grond als bedoeld in artikel 3 bouwwerken oprichten, goederen opslaan, ontgrondingen verrichten, bomen of diepwortelende struiken planten, dan wel voorwerpen de grond indrijven, noch aan derden toestemming tot zulke handelingen verlenen, zonder schriftelijke toestemming van de gemeente.
3 Het onder lid 2 bepaalde geldt niet voor de op het tijdstip van aanleg van het vuilwaterrioleringsstelsel of afvalwaterverwerkingsvoorziening aanwezige warenhuizen en verhardingen.
1 De gemeente stelt zich aansprakelijk voor alle door het eigenlijke gebruik of de inspectie van het werk, dan wel door de onderhoud-, herstel-, vervanging-, of verleggingwerkzaamheden door grove schuld veroorzaakte beschadiging of vernietiging van aan de rechthebbende toebehorende dan wel door hem te onderhouden land, opstallen en andere zaken, met inbegrip van gewassen.
2 Schade als in voorgaand lid bedoeld, welke niet is of wordt geleden door de rechthebbende doch door degene(n), die van hem gebruik van de grond heeft (hebben) verkregen zal de gemeente rechtstreeks aan die gebruiker(s) vergoeden.
3 De gemeente is met gehouden tot schadeloosstelling uit hoofde van de enkele aanwezigheid van het werk.
4 Onder rechthebbende in dit artikel dient te worden verstaan iedere lastgever van de comparant sub I, alsmede zijn (hun) rechtsopvolger(s) onder algemene titel.
5 Tot schadevergoeding uit hoofde van dit artikel zal worden overgegaan indien en voor zover ontstaan en hoogte van de schade voldoen aannemelijk gemaakt wordt en niet veroorzaakt is door toedoen van benadeelde zelf of door personen voor wie hij aansprakelijk is of door een dier of zaak, die onder zijn toezicht stond en voorts alleen voor zover de schade door hem zoveel mogelijk is beperkt door bijvoorbeeld de aanwezige of redelijkerwijze te verwachten schadeoorzaken zo tijdig mogelijk aan de gemeente mede te delen.
Bij de uitoefening van haar recht zal de gemeente zoveel mogelijk rekening houden met de belangen en de wensen van de rechthebbende en de gebruiker(s) en in het gebruik van het perceel of de percelen grond niet meer belemmering brengen dan redelijkerwijze nodig is.
Zo spoedig mogelijk na afloop van de aanleg-, onderhoud-, wijziging-, of vervangingswerkzaamheden zal de grond en de beschadigde en/of vernielde beplanting, bestrating enz. weer m de oorspronkelijke staat worden gebracht.
Uitsluitend de gemeente zal de bij deze bedongen rechten en verplichtingen kunnen beëindigen, hetzij geheel, hetzij ten aanzien van een of meer gedeelten van het werk, en wel te allen tijde, door een schriftelijke mededeling aan de rechthebbende.
1 Bij algehele of gedeeltelijke beëindiging der bij deze overeenkomst bedongen rechten en verplichtingen zullen partijen met elkander overleggen of het werk onderscheidenlijk het gedeelte ten aanzien waarvan de rechten en verplichtingen worden beëindigd, volledig verwijderd dan wel ter plaatse gelaten zal worden.
2 In het eerst geval zal de gemeente slechts verplicht zijn om het betrokken gedeelte van de grond weer in een zo goed mogelijke staat te brengen en om eventuele schade in overeenstemming met artikel 11, lid l te vergoeden; in gedeelte ervan "om niet" eigendom van de rechthebbende worden.
1 De rechthebbende krijgt van de gemeente het recht om in overleg met de gemeente de riolering van de bestaande en nog te stichten gebouwen op het in deze overeenkomst genoemde perceel aan te sluiten op het aangelegde rioleringsstelsel of de afvalwaterverwerkingsvoorziening, onder de daarvoor geldende voorwaarden.
2 Op deze riolering of afvalwaterverwerkingsvoorziening mag slechts huishoudelijke afvalwater worden geloosd. Het lozen van regenwater, drainagewater en spoelwater verhindert de goede werking van het rioleringssysteem en is daarom uitdrukkelijk uitgesloten.
Eventuele kosten en rechten op deze overeenkomst en op de uitvoering en beëindiging daarvan vallende, zullen door de gemeente worden gedragen, zulks echter met uitzondering van die kosten en rechten op de uitvoering van de overeenkomst vallende, welke het gevolg zijn van het niet of niet tijdig kennisgevend aan de gemeente van een omstandigheid als bedoeld in artikel 5, welke kosten en rechten door de gemeente op de rechthebbende zullen kunnen worden verhaald.
Getekend te Wateringen op ______ Getekend te Wateringen op ______
_____________________ __________________
Bijlage 4: Voorschriften glastuinbouwbedrijven en percelen op de CAD‑riolering
De first-flush-voorziening moet minimaal 5 m3/ha glas groot zijn, bij bedrijven waar dagelijks gegoten wordt. De first flush-voorziening moet minimaal 30 m3/ha glas groot zijn, bij bedrijven waar niet dagelijks gegoten wordt
Het opgevangen water moet direct worden hergebruikt.
Hemelwater op laad- en losplaatsen en laadkuilen (dock shelters): Er dient worden voorzien in een first-flush-voorziening, aangezien het hier verontreinigde oppervlakken betreft. Voor de first-flush-voorziening geldt: Het eerste water dat van het oppervlak afstroomt (2 mm), moet worden opgevangen, dit komt overeen met de opvang van 2 liter/m2.
De first-flush-voorziening mag worden gecombineerd met de vuilwaterbuffer. Het overige hemelwater mag direct afstromen naar het oppervlaktewater.
Classificatie afvalwater en behandeling
Cluster 1 afvalwater: Huishoudelijk afvalwater.
Cluster 2 afvalwater: spoelwater van filters van een waterdoseringsinstallatie;
terugspoelwater van een ontijzeringsinstallatie;
spoelwater van ionenwisselaars;
afvalwater dat bloemvoorbehandelingsmiddelen uitsluitend op basis van actief chloor bevat;
uitlek- en percolatiewater van substraatafval.
Cluster 3 afvalwater: door bedrijfsactiviteiten verontreinigd drainagewater;
afvalwater afkomstig van het spuiten of schrobben van vloeren, niet zijnde de vloeren van ruimten waar bestrijdingsmiddelen worden aangemaakt;
afvalwater afkomstig van het wassen van in de kas geteelde groenteprodukten;
reinigingswater van leidingen, druppelaars en slangen die onderdeel uitmaken van het systeem waarmee voedingswater aan het gewas wordt toegediend;
condenswater van stoomleidingen en condensorwater van verwarmingsketels;
afvalwater afkomstig van het reinigen van de buitenkant van de kas, mits uitsluitend schermmiddelen en reinigingsmiddelen zijn toegepast die niet schadelijk zijn voor de goede werking van de zuiveringstechnische werken;
condenswater van warmtekrachtinstallaties;
afvalwater afkomstig van het bij opkweekbedrijven doorspoelen van substraatblokken die bestemd zijn voor de opkweek van uitgangsmateriaal;
ander afvalwater dan bedoeld bij bovengenoemde, mits degene die voornemens is te lozen, voordat met het lozen wordt aangevangen, ten genoegen van het Wm-bevoegd gezag aantoont dat het afvalwater geen restanten van bestrijdingsmiddelen of andere verontreinigende stoffen die nadelige gevolgen kunnen hebben voor de kwaliteit van een oppervlaktewaterlichaam en voor de doelmatige werking van de zuiveringstechnische werken, bevat.
Aansluiten van huishoudelijk afvalwater (cluster 1): a. Aansluiting en lozing van Afvalwater van huishoudelijke aard wordt op het CAD-systeem niet zonder meer toegestaan. Alvorens te lozen dient een IBA te worden toegepast / lozing dient plaats te vinden via een IBA (minimaal een septictank van 6m3 of gelijkwaardig / IBA-klasse 1).
b. (gezamenlijke) aansluitingen groter dan 10 i.e. (inwoner equivalenten) worden op voorhand niet geaccepteerd. Deze aansluitingen dienen met de beheerder van het CAD-systeem te worden getoetst.
Afvalwater uit Cluster 2 en 3 mag direct op de pompput of riool worden geloosd. De dimensionering van het CAD-systeem staat toe dat er zonder buffer- en telemetrievoorzieningen geloosd kan worden. In uitzonderlijke gevallen, bijvoorbeeld bij hele grote kwantitatieve lozingen waardoor andere bestaande lozingen worden gehinderd, kunnen hier wel eisen bij gesteld worden. Ook ontijzeringsinstallaties (ijzergehalte) kunnen aan voorschriften worden gekoppeld in verband met het dichtslibben van de leidingen
Slechts drainagewater dat door bedrijfsactiviteiten is verontreinigd mag op het riool worden aangesloten. Op grond van het besluit glastuinbouw wordt bepaald of hergebruik technisch haalbaar en doelmatig is. Indien hergebruik mogelijk is, mag er niet op het riool geloosd worden. Hierbij dient het besluit glastuinbouw en specifiek bijlage 3 te worden aangehouden