Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Leiden

Verordening Wet inburgering gemeente Leiden 2009

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Leiden
Officiële naam regelingVerordening Wet inburgering gemeente Leiden 2009
CiteertitelVerordening Wet inburgering gemeente Leiden 2009
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze verordening vervangt de Verordening Inburgering 2008

Deze verordening treedt met terugwerkende kracht in werking per 1 januari 2009.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Wet inburgering

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

20-06-200901-01-200922-10-2011nieuwe regeling

19-06-2009

Stadsblad, 19 juni 2009.

RV 09.0036

Tekst van de regeling

Verordening Wet inburgering gemeente Leiden 2009

Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

  • 1. In deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      het college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Leiden;

    • b.

      de wet: de Wet inburgering;

    • c.

      de inburgeringsplichtige: als bedoeld in art. 1 lid 1 onder b van de wet;

    • d.

      de inburgeringsbehoeftige: de inburgeraar van 16 jaar of ouder als bedoeld in art. 1 onder r Besluit brede doeluitkering, sociaal, integratie en veiligheid, die niet-inburgeringsplichtig is op grond van de wet en op vrijwillige basis een inburgeringsvoorziening of taalkennisvoorziening wenst;

    • e.

      inburgeringsvoorziening: een voorziening die toeleidt naar het inburgeringsexamen of het Staatsexamen Nederlands als tweede taal I of II;

    • f.

      taalkennisvoorziening: een voorziening die toeleidt naar een examen op het niveau Mbo-1 of Mbo-2;

  • 2. De begripsomschrijvingen in de wet en de daarop berustende regelingen zijn van toepassing op de begrippen die in deze verordening worden gebruikt.

Hoofdstuk 2 Informatieverstrekking

Artikel 2 De informatieverstrekking

  • 1. Het college draagt er zorg voor dat de inburgeringsplichtigen en inburgeringsbehoeftigen op een doeltreffende en doelmatige wijze worden geïnformeerd over hun rechten en plichten uit hoofde van de wet en de Regeling vrijwillige inburgering en over het aanbod van en de toegang tot inburgeringsvoorzieningen en taalkennisvoorzieningen.

  • 2. Het college maakt bij de informatieverstrekking in ieder geval gebruik van de volgende middelen:

    • a.

      het verstrekken van voorlichting via een gemeentelijke informatiebalie;

    • b.

      het inrichten van een digitaal informatiepunt op de gemeentelijke website;

    • c.

      schriftelijk voorlichtingsmateriaal bij inschrijving in de gemeentelijke basisadministratie en bij de aanvraag van algemene bijstand op grond van de Wet werk en bijstand.

  • 3. Het college beoordeelt tenminste eens in de 3 jaren de doeltreffendheid en doelmatigheid van de informatieverstrekking aan de inburgeringsplichtigen en inburgeringsbehoeftigen en rapporteert daarover aan de raad.

Hoofdstuk 3 Doelgroepen en samenstelling van de inburgeringsvoorziening of taalkennisvoorziening

Artikel 3 Aanwijzen van doelgroepen

  • 1. Het college kan, naast de groepen inburgeringsplichtigen die de gemeente verplicht een inburgeringsvoorziening als bedoeld in artikel 19 lid 2 onder a en b van de wet moet aanbieden aan iedere inburgeringsplichtige en inburgeringsbehoeftige een aanbod doen. In dat kader wijst het college groepen inburgeringsplichtigen en inburgeringsbehoeftigen aan waaraan bij voorrang een inburgeringsvoorziening of taalkennisvoorziening wordt aangeboden op basis van de volgende criteria dan wel combinaties daarvan:

    • a.

      bron van inkomen;

    • b.

      zorg- en opvoedingstaken;

    • c.

      gezinssamenstelling;

    • d.

      leefsituatie;

    • e.

      woonachtig in een bepaalde wijk.

  • 2. Het college stelt de raad van de gemeente Leiden in kennis van elk collegebesluit tot aanwijzing, wijziging of verwijdering van een doelgroep op basis van lid 1.

Artikel 4 De samenstelling van de inburgeringsvoorziening of taalkennisvoorziening

  • 1. Het college stemt de inburgeringsvoorziening, met uitzondering van de inburgeringsvoorziening aan geestelijke bedienaren, of de taalkennisvoorziening af op het startniveau en de vaardigheden, de persoonlijke omstandigheden en de maatschappelijke positie van de inburgeringsplichtige of inburgeringsbehoeftige.

  • 2. Indien de inburgeringsplichtige of inburgeringsbehoeftige een voorziening gericht op arbeidsinschakeling wordt aangeboden, draagt het college er zorg voor dat de inburgeringsvoorziening of taalkennisvoorziening op de voorziening gericht op arbeidsinschakeling wordt afgestemd.

Hoofdstuk 4 Het aanbod van een inburgeringsvoorziening of taalkennisvoorziening

Artikel 5 De procedure van het doen van een aanbod

  • 1. Het college doet het aanbod als bedoeld in artikel 19 lid 1 en 2 van de wet, schriftelijk. Het aanbod, in de vorm van een brief, wordt gezonden naar het adres waar de inburgeringsplichtige of inburgeringsbehoeftige in de gemeentelijke basisadministratie is ingeschreven.

  • 2. In het aanbod wordt een omschrijving gegeven van de inburgerings-voorziening of taalkennisvoorziening die wordt aangeboden en worden de rechten en verplichtingen gemeld die aan die voorziening worden verbonden.

  • 3. De inburgeringsplichtige of inburgeringsbehoeftige aan wie een aanbod wordt gedaan, deelt het college binnen twee weken na datum van ontvangst van het aanbod schriftelijk mee of hij het aanbod al dan niet aanvaardt.

  • 4. Wanneer de inburgeringsplichtige het aanbod aanvaardt, neemt het college binnen twee weken na ontvangst van deze mededeling het besluit tot toekenning van de inburgeringsvoorziening of taalkennisvoorziening, overeenkomstig het gedane aanbod, in de vorm van een beschikking.

  • 5. Wanneer de inburgeringsplichtige het aanbod weigert, neemt het college binnen twee weken na ontvangst van deze mededeling een besluit tot handhaving in de vorm van een beschikking.

  • 6. Wanneer de inburgeringsbehoeftige het aanbod aanvaardt, neemt het college binnen twee weken na ontvangst van deze mededeling een besluit tot toekenning van de inburgeringsvoorziening of taalkennisvoorziening, overeenkomstig het gedane aanbod, in de vorm van een schriftelijke kennisgeving onder toevoeging van een door het college en de inburgeringsbehoeftige ondertekende overeenkomst.

  • 7. Het college kan nadere regels stellen voor de uitvoering van lid 1 tot en met 6.

Artikel 6 De inhoud van de beschikking of overeenkomst

  • 1. De beschikking tot toekenning van een inburgeringsvoorziening of taalkennisvoorziening bevat in ieder geval:

    • a.

      een beschrijving van de inburgeringsvoorziening of taalkennisvoorziening;

    • b.

      een opgave van de rechten en verplichtingen van de inburgeringsplichtige;

    • c.

      de datum waarop het inburgeringsexamen, Staatsexamen Nederlands als tweede taal I of II of het examen op het niveau Mbo-1 of Mbo-2 ;

    • d.

      de termijnen, wijze van betaling en eventuele verrekening van de eigen bijdrage;

    • e.

      in geval van een oudkomer: de datum waarop de termijn van handhaving van de inburgeringsplicht als bedoeld in artikel 26 van de wet aanvangt;

    • f.

      de gevolgen van het niet naleven van de verplichtingen/of termijnen;

    • g.

      de mogelijkheid van een bonus:

  • 2. In geval van weigering door een inburgeringsplichtige van een aanbod als bedoeld in artikel 5 lid 5 bevat de beschikking in elk geval:

    • a.

      de datum waarop de termijn van handhaving van de inburgeringsplicht van start gaat;

    • b.

      de datum waarop het inburgeringsexamen, Staatsexamen Nederlands als tweede taal I of II of het examen op het niveau Mbo-1 of Mbo-2 moet zijn behaald.

  • 3. De overeenkomst tot toekenning van een inburgeringsvoorziening of taalkennisvoorziening als bedoeld in artikel 5 lid 6 bevat in ieder geval:

    • a.

      een beschrijving van de inburgeringsvoorziening of taalkennisvoorziening;

    • b.

      een opgave van de rechten en verplichtingen;

    • c.

      de datum waarop het inburgeringsexamen, Staatsexamen Nederlands als tweede taal I of II of het examen op het niveau Mbo-1 of Mbo-2 moet zijn behaald;

    • d.

      de termijnen, wijze van betaling en eventuele verrekening van de eigen bijdrage;

    • e.

      de gevolgen bij het niet naleven van de verplichtingen en/of termijnen;

      de mogelijkheid van een bonus.

Hoofdstuk 5 Opleggen van verplichtingen

Artikel 7 Opleggen van verplichtingen

  • 1. Onverminderd de uit wet en daarop berustende regelingen voortvloeiende verplichtingen kan het college een inburgeringsplichtige bij beschikking een of meer van de volgende verplichtingen opleggen:

    • a.

      het deelnemen aan gesprekken met een gemeentelijke casemanager;

    • b.

      het meewerken aan het vaststellen van het taalniveau en leercapaciteit;

    • c.

      het deelnemen aan de inburgeringsvoorziening of taalkennisvoorziening zoals omschreven in het trajectplan;

    • d.

      het deelnemen aan voortgangsgesprekken;

    • e.

      het voor de eerste maal deelnemen aan het inburgeringsexamen op een tijdstip dat door het college wordt bepaald;

    • f.

      het melden indien door ziekte dan wel door andere relevante omstandigheden niet aan de verplichtingen in de beschikking kan worden voldaan;

    • g.

      het op verzoek of uit eigen beweging direct melden van alle feiten en omstandigheden waarvan redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat deze van invloed kunnen zijn op het recht op, toekenning van of deelname aan de inburgeringsvoorziening of taalkennisvoorziening.

  • 2. Het college kan de verplichtingen als bedoeld in lid 1 onder a tot en met g opleggen aan de inburgeringsbehoeftige. De verplichtingen worden opgenomen in de overeenkomst.

Hoofdstuk 6 Eigen bijdrage en bonus

Artikel 8 De inning van de eigen bijdrage

  • 1. De inburgeringsplichtige of inburgeringsbehoeftige dient de eigen bijdrage zoals bedoeld in artikel 23 lid 2 van de wet in één keer te voldoen..

  • 2. In afwijking van lid 1 kan een inburgeringsplichtige of inburgeringsbehoeftige met een uitkering op grond van de Wet werk en bijstand op verzoek de eigen bijdrage in maximaal 24 maandelijkse termijnen voldoen.

  • 3. Een inburgeringsplichtige of inburgeringsbehoeftige die een inkomen anders dan bedoeld in lid 2 geniet, voldoen de bijdrage in maximaal 12 maanden.

  • 4. Het college legt in de beschikking of de overeenkomst tot toekenning de wijze van betaling en de termijnen van betaling vast. Indien een inburgeringsplichtige of inburgeringsbehoeftige algemene bijstand op grond van de Wet werk en bijstand geniet en het college gebruik maakt van zijn bevoegdheid tot verrekening als bedoeld in artikel 24 lid 1 van de wet, legt het college dit vast in de beschikking of eigen bijdrage

Artikel 9 Bonus

Indien de inburgeringsplichtige of inburgeringsbehoeftige binnen de gestelde termijn heeft deelgenomen aan het inburgeringsexamen, Staatsexamen Nederlands als tweede taal I of II of het examen op het niveau Mbo-1 of Mbo-2, verstrekt het college een bonus ter hoogte van de eigen bijdrage.

Hoofdstuk 7 Bestuurlijke boete

Artikel 10 De hoogte van de bestuurlijke boetes voor de verschillende overtredingen

  • 1. De inburgeringsplichtige of de persoon ten aanzien van wie het college op redelijke gronden kan vermoeden dat deze inburgeringsplichtig is, die geen of onvoldoende medewerking verleent aan het onderzoek, bedoeld in artikel 25 lid 4 4van de wet, wordt een bestuurlijke boete opgelegd. Deze boete bedraagt 10% van de toepasselijke bijstandsnorm voor een alleenstaande inclusief de maximale gemeentelijke toeslag op grond van de Wet werk en bijstand.

  • 2. De inburgeringsplichtige die geen of onvoldoende medewerking verleent aan de uitvoering van de voor hem vastgestelde inburgeringsvoorziening, bedoeld in artikel 23 lid 1 van de wet of aan de verplichtingen als bedoeld in artikel 7 van deze verordening, wordt een bestuurlijke boete opgelegd. Deze boete bedraagt 20% van de toepasselijke bijstandsnorm voor een alleenstaande inclusief de maximale gemeentelijke toeslag op grond van de Wet werk en bijstand.

  • 3. De bestuurlijke boete bedraagt 50% van de toepasselijke bijstandsnorm voor een alleenstaande inclusief de maximale gemeentelijke toeslag op grond van de Wet werk en bijstand., indien de inburgeringsplichtige niet binnen de in artikel 7 lid 1van de wet bedoelde termijn of binnen de door het college op grond van artikel 31 lid 2 onderdeel a van de wet verlengde termijn het inburgeringsexamen heeft behaald.

Artikel 11 Waarschuwing

Indien de mate van verwijtbaarheid of overige omstandigheden daartoe aanleiding geven, kan in afwijking van artikel 10 lid 1 tot en met 3, bij een eerste verwijtbare gedraging worden volstaan met een waarschuwing.

Artikel 12 Afzien van het opleggen van een bestuurlijke boete

  • 1. Een bestuurlijke boete wordt niet opgelegd, indien elke verwijtbaarheid ontbreekt.

  • 2. Van een bestuurlijke boete kan geheel of gedeeltelijk worden afgezien, indien daarvoor dringende redenen aanwezig worden geacht.

Artikel 13 Verhoging van de bestuurlijke boete bij herhaling van de overtreding

  • 1. De bestuurlijke boete voor gedragingen als bedoeld in artikel 10 lid 1 bedraagt 20% van de toepasselijke bijstandsnorm voor een alleenstaande inclusief de maximale gemeentelijke toeslag op grond van de Wet werk en bijstand, indien de inburgeringsplichtige zich binnen twaalf maanden na de datum van de beschikking inzake de vorige als verwijtbaar aangemerkte overtreding opnieuw schuldig maakt aan dezelfde gedraging.

  • 2. De bestuurlijke boete voor gedragingen als bedoeld in artikel 10 lid 2 bedraagt 50% van de toepasselijke bijstandsnorm voor een alleenstaande inclusief de maximale gemeentelijke toeslag op grond van de Wet werk en bijstand, indien de inburgeringsplichtige zich binnen twaalf maanden na datum van de beschikking inzake de vorige als verwijtbaar aangemerkte overtreding opnieuw schuldig maakt aan dezelfde gedraging.

  • 3. De bestuurlijke boete bedraagt 100% van de de toepasselijke bijstandsnorm voor een alleenstaande inclusief de maximale gemeentelijke toeslag op grond van de Wet werk en bijstand, indien de inburgeringsplichtige niet binnen de door het college op grond van artikel 32 of artikel 33 van de wet vastgestelde termijn het inburgeringsexamen heeft behaald.

Hoofdstuk 8 Flankerende voorzieningen

Artikel 14 Vergoedingen

  • 1. Het college kan een vergoeding verstrekken voor gemaakte of te maken noodzakelijke kosten die de inburgeringsplichtige of inburgeringsbehoeftige moet maken in het kader van de wet.

  • 2. De in lid 1 bedoelde kosten:

    • a.

      zijn, naar het oordeel van het college, noodzakelijk en aantoonbaar;

    • b.

      kunnen, naar het oordeel van het college, in redelijkheid niet ten laste van de klant komen.

    • c.

      worden niet vergoed vanuit een voorliggende voorziening;

    • d.

      bedragen maximaal de goedkoopste, adequate oplossing.

Hoofdstuk 9 Slotbepalingen

Artikel 15 Hardheidsclausule

Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de inburgeringsplichtige of inburgeringsbehoeftige afwijken van de bepalingen in deze verordening, indien strikte toepassing ervan tot onbillijkheden van zwaarwegende aard leidt.

Artikel 16 Onvoorzienbare situaties

In gevallen waarin de bepalingen van deze verordening niet voorzien, neemt het college een besluit, waarbij zoveel mogelijk aansluiting wordt gezocht bij vergelijkbare situaties met inachtneming van de individuele omstandigheden van de inburgeringsplichtige of inburgeringsbehoeftige .

Artikel 17 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt met terugwerkende kracht in werking op 1 januari 2009.

Artikel 18 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordening Wet inburgering gemeente Leiden 2009”