Organisatie | Den Helder |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de rekenkamercommissie Den Helder 2011 |
Citeertitel | Verordening op de rekenkamercommissie Den Helder 2011 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Regeling vervangt de Verordening op de rekenkamercommissie Den Helder 2005, zoals vastgesteld op 30 maart 2005.
Gemeentewet, artikel 81oa, eerste lid
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
15-04-2011 | 21-07-2014 | Nieuwe regeling | 04-04-2011 Stadsnieuws, 2011, 15 | RB11.0016 |
Paragraaf 2 Taak, samenstelling en lidmaatschap van de rekenkamercommissie
Artikel 2.2 Samenstelling en benoeming rekenkamercommissie
Minimaal vier leden worden door de raad van buiten de kring van zijn leden benoemd voor een periode van drie jaar; deze leden kunnen door de raad op voordracht van de rekenkamercommissie één keer worden herbenoemd voor een aansluitende periode van drie jaar. De benoeming van deze externe leden geschiedt op voordracht van een door de raad benoemde sollicitatiecommissie bestaande uit 2 raadsleden. De voorzitter van de rekenkamercommissie fungeert als adviseur en de secretaris als ondersteuning van de commissie.
Artikel 2.5 Vergoeding voor de werkzaamheden van de externe leden van de rekenkamercommissie.
De voorzitter ontvangt een onkostenvergoeding van € 319,61 per maand (prijspeil 1 januari 2011), exclusief reiskosten. De overige externe leden ontvangen een onkostenvergoeding van
€ 186,44 per maand (prijspeil 1 januari 2011), exclusief reiskosten. De onkostenvergoedingen worden per 1 januari van elk jaar herzien aan de hand van de consumentenprijsindex geldend voor de maand september van het voorafgaande kalenderjaar.
Paragraaf 3 De werkwijze van de rekenkamercommissie
Artikel 3.1 Reglement van orde
De rekenkamercommissie stelt een reglement van orde voor haar vergaderingen en andere werkzaamheden vast. Zij zendt het reglement na de vaststelling onverwijld ter kennisneming naar de raad.
Artikel 3.3 Uitvoering van het onderzoek en rapportage.
De rekenkamercommissie is bevoegd van alle leden van het gemeentebestuur en van alle ambtenaren de mondelinge en schriftelijke inlichtingen in te winnen die zij nodig heeft voor de uitvoering van het onderzoek. De rekenkamercommissie kan de bevoegdheid tot het inwinnen van inlichtingen mandateren aan de secretaris en de overige medewerkers die haar bij de uitvoering van haar taak terzijde staan. De leden van het gemeentebestuur en de ambtenaren van de gemeente zijn verplicht de gevraagde inlichtingen binnen de door de rekenkamercommissie gestelde redelijke termijn te verstrekken.
De rekenkamercommissie vergadert in beslotenheid, haar rapporten zijn openbaar. Op grond van de belangen genoemd in artikel 10 van de Wet Openbaarheid van Bestuur kan de rekenkamercommissie rapporten die aan de raad worden voorgelegd of gedeelten daarvan als geheim aanmerken. De leden van de rekenkamercommissie en degenen die ten behoeve van de rekenkamercommissie werkzaam zijn, zijn verplicht tot geheimhouding van al hetgeen hen in hun hoedanigheid van lid, respectievelijk medewerker ter kennis is gekomen.
De rekenkamercommissie stelt betrokken ambtenaren en eventueel andere betrokkenen in de gelegenheid om binnen een door haar te stellen termijn die ten minste twee weken en maximaal één maand bedraagt, hun zienswijze op de weergave en interpretatie van de feiten in het concept-rapport van bevindingen aan de rekenkamercommissie kenbaar te maken. Betrokkenen zijn degenen wier taakuitvoering (mede) voorwerp van onderzoek is of is geweest. De rekenkamercommissie bepaalt wie verder als betrokkenen worden aangemerkt. Naar aanleiding van de ontvangen reacties kan de rekenkamercommissie besluiten het rapport van bevindingen aan te passen. Vervolgens zal zij de nota met conclusies en aanbevelingen formuleren.
De rekenkamercommissie stelt het college in de gelegenheid om binnen een door haar te stellen termijn die ten minste twee weken en maximaal één maand bedraagt, zijn zienswijze op het rapport van bevindingen en de nota met conclusies en aanbevelingen aan de rekenkamercommissie kenbaar te maken. Na ontvangst van de reactie van het college formuleert de rekenkamercommissie haar nawoord.
Na de aanbieding van het rapport van bevindingen en de nota met conclusies en aanbevelingen stelt het presidium een raadsvoorstel op, waarbij de reactie van het college is gevoegd.
De raad bespreekt het voorstel door tussenkomst van de aan het onderwerp gerelateerde raadscommissie binnen 6 weken na aanbieden van het rapport van bevindingen. De leden van de rekenkamercommissie nemen geen deel aan de beraadslaging. Wel kunnen zij door de raad worden uitgenodigd om een bijdrage te leveren aan de behandeling in de vorm van een toelichting.
Paragraaf 4 De ondersteuning van de rekenkamercommissie
Artikel 4.2 Onderzoekmedewerk(st)ers
Onderzoekmedewerk(st)ers kunnen, indien de rekenkamercommissie hen daartoe de bevoegdheid als bedoeld in artikel 3.3 toekent, alle informatie verzamelen die de rekenkamercommissie in het belang van het onderzoek nodig acht; zij hebben een geheimhoudingsplicht met betrekking tot die informatie en zijn alleen verantwoording verschuldigd aan de rekenkamercommissie.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 4 april 2011.
Koen Schuiling, voorzitter
mr. drs. M. Huisman, griffier
Artikelsgewijze toelichting Verordening op de rekenkamercommissie Den Helder 2011
Dit artikel bevat enkele definities om te voorkomen dat bepaalde begrippen telkens in hun geheel moeten worden uitgeschreven.
In deze verordening is gekozen om de betekenis van de begrippen doelmatigheid, doeltreffendheid en rechtmatigheid (die in artikel 182 van de Gemeentewet is genoemd) niet in artikel 1 zelf op te nemen.
Doelmatigheid is de mate waarin de nagestreefde beleidsdoelen tegen zo gering mogelijke kosten worden bereikt. Bij doeltreffendheid gaat het er om of het resultaat van het beleid beantwoordt aan wat er met het beleid werd beoogd en de gestelde beleidsdoelen worden verwezenlijkt. Bij rechtmatigheid gaat het om het voldoen aan de wettelijke kaders en regelgeving. Het gaat dan vooral om wet- en regelgeving die direct van belang is voor de rechtmatigheid van de totstandkoming van de gemeentelijke baten en lasten.
Dit artikel bepaalt dat er een gemeentelijke rekenkamercommissie is. De juridische grondslag van het besluit tot instelling van de rekenkamercommissie is artikel 81oa Gemeentewet. De term ‘door het gemeentebestuur gevoerde bestuur wil niet zeggen dat het onderzoek alleen betrekking heeft op het college. Ook kunnen onderzoeken van de rekenkamercommissie ineffectiviteit, ongewenste neveneffecten en inefficiënties aantonen die mede het (afgeleide) gevolg zijn van beslissingen van de raad. Onderzoeken van de rekenkamercommissie kunnen zodoende (in)direct ook de raad zelf raken.
Uit oogpunt van onafhankelijkheid is er voor gekozen dat ook niet-raadsleden deelnemen in de rekenkamercommissie. In het derde lid is een termijn van drie jaar genoemd voor de niet-raadsleden met de mogelijkheid van één keer een herbenoeming voor een aansluitende periode van drie jaar.
Hiervoor is gekozen uit oogpunt van continuïteit, zodat het einde van de zittingsduur van raadsleden en externe leden niet samenvalt.
De verplichting deze eed of verklaring en belofte af te leggen vloeit voor de rekenkamer rechtstreeks voort uit artikel 81g van de Gemeentewet. Deze bepaling is van overeenkomstige toepassing verklaard op de externe leden van de rekenkamercommissie.
Dit artikel handelt over het ontslag van de leden en over de mogelijkheid (of soms verplichting) hen op non-activiteit te stellen in bepaalde situaties.
In dit artikel is de vergoeding vastgelegd die externe leden voor hun werkzaamheden ontvangen.
Artikel 81i van de Gemeentewet is van overeenkomstige toepassing verklaard op de rekenkamercommissie. In het reglement van orde kunnen zaken als de vergoeding, volgorde van aftreden bij een meerhoofdige rekenkamercommissie, verhouding secretaris-voorzitter, de procedure die wordt gevolgd bij onderzoeken, hoe wordt omgegaan met verzoeken van derden om onderzoek te verrichten enzovoorts worden geregeld.
De rekenkamercommissie dient onafhankelijk te zijn en om deze onafhankelijkheid te bevorderen is het van belang dat zij zelfstandig de onderzoeksonderwerpen kan kiezen. Daarom is er ook voor gekozen de onderzoeksonderwerpen ter kennisneming aan de raad voor te leggen en niet ter vaststelling. De rekenkamercommissie kan op verzoek van de raad een onderzoek instellen maar is niet verplicht het verzoek van de raad in te willigen. Dit verzoek van de raad wordt in artikel 182, tweede lid van de Gemeentewet expliciet genoemd. Doordat deze mogelijkheid uitdrukkelijk in de wet is genoemd, wordt er een bepaald gewicht toegekend aan het verzoek van de raad. Indien de rekenkamercommissie niet voldoet aan een goed gemotiveerd verzoek van de raad zal zij daarvoor goede gronden moeten aanvoeren.
Om te waarborgen dat de rekenkamercommissie bij de uitvoering van haar onderzoek over voldoende en relevante gegevens kan beschikken is voorzien in de bevoegdheid om inlichtingen in te winnen van alle leden van het gemeentebestuur en van alle ambtenaren. De rapporten van de rekenkamercommissie zijn in beginsel openbaar maar op grond van de belangen genoemd in artikel 10 van de Wob kunnen rapporten of gedeelten daarvan als geheim worden aangemerkt.
Uit het oogpunt van zorgvuldigheid is het van groot belang dat de onderzochte partij de kans krijgt om te reageren op het (nog niet gepubliceerde) concept rapport van bevindingen. Er vindt dan wederhoor plaats waarbij de feitelijke bevindingen die uit het onderzoek voortvloeien aan de betreffende ambtenaren worden voorgelegd met de vraag eventuele onjuistheden te corrigeren. Indien van toepassing wordt het college de gelegenheid geboden te reageren op de conclusies en aanbevelingen die de rekenkamercommissie verbindt aan de (gecorrigeerde) bevindingen. Tot slot brengt de rekenkamercommissie een definitief rapport naar buiten met bevindingen, conclusies en eventueel aanbevelingen.
De raad kan de rekenkamercommissie verzoeken om de raad tussentijds over de voortgang te informeren. Het is echter aan de rekenkamercommissie ter beoordeling aan dit verzoek te voldoen.
De rekenkamercommissie wordt bijgestaan door een ambtelijk secretaris. Deze wordt door de griffier aangewezen. De rekenkamercommissie dient zelfstandig te functioneren en in het derde lid is voorzien in een rechtstreekse verantwoordingsrelatie van de secretaris ten opzichte van de rekenkamercommissie.